Hoofdstuk 20

 

Brown was in paniek, dat was meestal geen goed teken, dacht hij, hij was geen paniekzaaier en meestal de rust zelve. Maar nu niet. Hij was zijn hele handel kwijt geraakt die in het clubhuis was ondergebracht. De vrouwen zaten op een geheime locatie en hadden waarschijnlijk genoeg te vertellen als ze van de schrik bekomen waren.

Ook zijn eigen vrouw zat op een plek waar hij niet bij kon komen. Misschien kon hij een bom gooien, maar het moest wel een grote zijn, want een raket had niet voldaan. Hij had nog wel een mannetje die dat in elkaar kon zetten. Die moest hij maar eens bellen.

Hij beweerde ook al niet meer voor hen te werken, het leek wel besmettelijk, belachelijk.

Hoe kwamen ze nu toch op het idee, dat ze wat in te brengen hadden. Vermoeid schudde hij zijn hoofd.

Twee huurmoordenaars die solo gingen. Wilden ze zijn zaken overnemen?

Hij had nog veel meer trawanten, zelfs nog medewerkers die Spike niet kende. Hij wist niet goed wat hij met die reus aan moest. De man liep behoorlijk in de weg. Mm, daar moest hij nog eens diep over nadenken. Zo’n spierbundel op zich was veel waard, hij moest alleen gebroken worden en dat kon met dat type best een probleem zijn.

 

Spike en Ghost hadden de vrachtwagen een stuk verderop in het bos geparkeerd en wachtten op Luke en Boris tot ze klaar waren om de boel over te dragen aan Sam.

Er waren ook een aantal mannen van Morgan Security op komen draven.

Zij waren in de buurt bezig geweest met een beveiligingsklus en hadden nu ook wel tijd om dit Centrum te beveiligen. Met Sam was een psycholoog meegereisd. Een knappe donkere dame met intrigerende zwarte ogen en een lang en lenig lijf. Luke was danig onder de indruk van haar.

Na verloop van tijd kwamen Boris en Luke naar de vrachtwagen en gingen ze op weg naar het verstopplekje van de motorclub. Het was gelegen in vlak land in een oude verwaarloosde boerderij. Er stond een hele rij motoren voor de deur geparkeerd. Tot zover verstoppen, het was duidelijk dat er iemand thuis was.

Ghost reed langzaam met de vrachtwagen het erf op. Zij zou in de vrachtwagen achter blijven. Als zij niet wilde dat er iemand binnenkwam, dan kwam er niemand binnen.

De drie mannen stapten uit en liepen op hun gemak naar de voordeur.

Boris keek vragend naar Spike. Bellen of niet bellen?

Spike had er een beetje genoeg van dat Boris het zware werk leek te doen en Spike stampte in één machtige trap de deur eruit.

Hij liep door naar binnen en opende onmiddellijk het vuur.

De mannen die daar binnen zaten stormden zo snel ze konden de deuren uit en verdwenen. Je hoorde motoren starten en een paar motors reden ook daadwerkelijk weg.

Ook hoorde ze de motor brullen van de vrachtwagen en het gekrijs van scheurend metaal. Gejammer van mannen die hun geliefde motorfiets tot prut zagen vergaan. Ze huilden van woede en frustratie.

Luke ging weer naar buiten om te zien of met Ghost alles goed ging. Alles was prima in orde. Luke dreef de paar motorrijders die nog overeind stonden bij elkaar en bond ze vast met ductape.

Hij knikte naar Ghost en ging weer naar binnen. Het was een bloedbad daar buiten.

Intussen binnen waren er geen mannen meer te zien. Brown was er weer vandoor gegaan. Weer uit het raam aan de achterkant.

‘Volgende keer splitsen’ zei Spike nors.

Hij begon het huis uit elkaar te trekken, dat was snel gedaan, het was oud en bouwvallig. Hier waren geen verstopte deuren. Maar er was ook nog een grote schuur.

Hij liep naar buiten en stond even naar de chaos te kijken die Ghost met haar vrachtwagen had veroorzaakt. Overal lagen lichamen en motoren. Ze had er doorheen geploegd. Het restant was vast geplakt door Luke. Ghost hing uit het portier en keek naar Spike.

‘Dat heb je zo goed gedaan, schatje, ik ben apetrots op je’ zei hij.

Het was voor het eerst in jaren dat iemand haar een welgemeend compliment gegeven had, dat ze een beetje rood in haar gezicht werd.

Intussen leek Spike dat niet te merken. Hij raapte een vent van de grond op en schudden hem een beetje.

‘Hecht je waarde aan je leven?’ vroeg hij aan de man.

De man knikte verwoed.

‘Vertel me dan maar over de schuur.’ gromde spike.

De man stotterde een beetje.

‘Misschien kan ik het beter laten zien’

Spike sleepte hem mee naar de schuur.

Het was een grote schuur, beter onderhouden dan het woonhuis. Het stond vol met rommel en oude landbouwwerktuigen. De man liep naar de zijkant, achter een oude hooiwagen met nog een berg hooi erop. Hij deed een luik open en wees naar beneden.

Hij deed een stapje achteruit alsof hij Spike eerst wilde laten gaan. Spike greep de man en trapte hem het gat in.

De man stortte naar beneden en meteen klonken er schoten daar beneden. Spike trok zijn mes en sprong de man achterna. Hij rolde bij het neerkomen meteen opzij en er werd weer geschoten. Alle schoten waren mis. Een paniekerige man zwaaide met een revolver en schoot op alles wat bewoog. Spike gooide met zijn mes en het heft verdween in zijn keel. Het schieten stopte. Spike liep naar de man en trok zijn mes uit de keel. Hij veegde het af aan het shirt van de dode.

Voorzichtig liep door de ruimte en keek om zich heen. De man die hij naar beneden had getrapt lag dood op de grond. Doodgeschoten door zijn maat. Er kwamen twee deuren uit in de kelder. Hij bekeek de deuren op zijn gemak. Er liepen een wirwar van draden over de deuren heen. Boobytraps? Echte of nep? Hij bestudeerde de deuren. Hij wreef over zijn oor en trok er even aan. Luke kwam naar beneden.

‘Wat is er aan de hand?’ vroeg hij, ‘Boris let boven op en op de vrachtwagen.’

‘Kijk naar de deuren, zie je al die draden, dat krijg ik niet weg, ik weet er te weinig van. Spike trok weer gefrustreerd aan zijn oor.

Luke bekeek de deur uitgebreid, hij kende deze manier van een deur beveiligen niet zo. Het zag er maar vreemd uit. Hij liep terug naar de trap en riep Boris.

Boris kwam naar beneden en Spike ging weer naar boven om de omgeving in de gaten te houden, terwijl Boris en Luke zich bezig hielden met de deur. Boris had dit soort bedrading al eerder gezien, al was het wel lang geleden.

Feitelijk kon hij er zelfs een naam geven aan de man die dit geconstrueerd had.

Hij wist ook dat die altijd een achterdeurtje voor zich zelf had ingebouwd. Hij dacht weer terug aan dat kleine Italiaanse mannetje die altijd met vuurwerk bezig was.

Hij dacht dat de man dood was, maar dit was zuiver zijn werk.

‘Ach, wat de fuck kan het schelen’ zei hij ineens hardop en pakte een blauwe draad en gaf er een ruk aan. Er gebeurde helemaal niets. Boris hief een grote voet en trapte de deur eruit. De deur viel in fragmenten uit elkaar.

‘Subtiel, daar hou ik van’ lachte Luke. Deze keer zouden ze leven, blijkbaar.

Boris liep naar de andere deur en pakte de blauwe draad en rukte die eruit en trapte ook deze deur finaal uit zijn scharnieren. De deur viel met een klap naar binnen.

Hij liep naar binnen en ging op zoek naar een lichtknopje. De stank waarschuwde hem al. Hier zaten ook mensen. Maar het was heel stil. Het licht ging aan en Boris zag een heleboel kooien, net als in het andere pand. Hier waren maar een paar kooien bezet en hij zag meteen dat die mensen overleden waren.

Hij liep naar de andere kelder waar Luke het licht al gevonden had. Ook hier kooien en deze waren wel vol. veel kinderen, die lagen te slapen en van de herrie niet eens wakker werden. Deze ploeg was er nog erger aan toe, dan diegenen in het clubhuis.

Boris pakte zijn telefoon en belde Sam. Hij gaf door hoeveel en waar de mensen zaten. Hier zaten ook mannen bij zag hij.

Hij schudde verslagen zijn hoofd en liep naar buiten.

Spike liep naar beneden om polshoogte te nemen en barstte van woede over wat hij aantrof.

‘Ik heb nog een adresje om heen te gaan’ gromde hij. Boris liep snel naar de vrachtwagen en stapte in. Waar wachtten we op? We hebben werk te doen.

Sam vond het niet leuk, dat hij de hele tijd achter de feiten aanliep en alleen het opruim werk kon doen. Hij zag de vrachtwagen uit het zicht verdwijnen en wilde er maar wat graag achter aan. Maar hier moest hij ook zijn, die mensen hadden hulp nodig. Hij inspecteerde snel de kooien en begon om ambulances te bellen. De mensen hier waren er slecht aan toe. De kooien waren opengezet door Boris, maar de mensen waren te zwak om eruit te komen. De kinderen sliepen overal door heen. Gedrogeerd.

Zijn mannen begonnen de kinderen en vrouwen uit de kooien te halen. De meeste waren amper bij kennis. Veel te mager en ontzettend vervuilt. Onvoorstelbaar.

Sam wist best dat ze deze praktijken aanhielden om de mensen te breken. Dan waren ze veel gehoorzamer.

Maar het was verschrikkelijk om het met eigen ogen te zien.

 

Ondertussen reden Spike, Boris en Luke met Ghost mee naar het volgende adres.

Spike was er niet heel enthousiast over dat Ghost meeging, maar de vrachtwagen startte niet zonder haar vingerafdruk en Ghost zou laaiend zijn als ze haar achter zouden laten. Spike voelde zich gewoon een beetje beschermend over haar. Maar ja dat was meer zijn probleem, niet waar?

Deze keer was het een oude loods en er stonden geen motoren voor de deur. Of ze waren niet hier, of ze hadden hun lesje geleerd.

‘Oh, dit wordt een makkie’ lachte Ghost en ze gaf gas bij. Er zat een zwaar stalen frame aan de voorkant van de vrachtwagen, daar kon een sneeuwschuiver ingehangen worden. De sneeuwschuiver zat er niet op, maar het frame wel. Met een hard gekraak en het gegil van scheurend metaal reed Ghost de vrachtwagen de loods in. De mannen hadden geleerd van de vorige keer, de motoren stonden binnen. Ghost walste eroverheen met de grote wielen van haar vrachtwagen. Het gekrijs van vervormend staal ging nog een poosje door. Ghost had een grote glimlach op haar gezicht.

Spike sprong uit de nog rijdende vrachtwagen en opende het vuur. Zoals gewoonlijk een enorme chaos veroorzakend. Hij had geen medelijden en schoot op alles wat bewoog.

Ineens zag hij twee vrouwen ineengedoken zitten tussen de lijken van een paar mannen. Ze zaten helemaal in elkaar gedoken met hun armen over hun hoofd gevouwen. Om hun hals zat een stalen band met een ketting zaten ze vast aan een oog in de vloer. Ze konden geen kant op. Een van de vrouwen was bont en blauw en vreselijk mager, de andere zag er wat beter uit. Spike ontplofte totaal. Hij ging achter vluchtende mannen aan en schoot ze allemaal dood. Hij was als een armageddon.

Ghost was uit de vrachtwagen geklommen met een breekijzer en een betonschaar en probeerde de ketting lost te maken. Dat lukte niet best en Boris schoot te hulp.

De vrouwen krompen in elkaar bij het zien van de afmeting van Boris. Hij gaf ze een geruststellende grijns en knipte de ketting door. Ghost hielp ze snel in de vrachtwagen en sloot de deuren.

Spike was hard op weg om ook de loods te slopen. Luke bleef bij de vrachtwagen om op te letten dat er niemand hen in de rug zou aanvallen. Ghost vroeg de vrouwen of ze hier opgesloten waren en of er meer slachtoffers waren. Niet in de loods vertelden ze, maar er was nog een locatie waar ze geweest waren. Boris kwam naar de vrachtwagen toe met een vuilniszak met papierwerk en een paar usb sticks,

‘Kopietje computer’ grijnsde hij en verdween weer om Spike te helpen.

Deze vrouwen waren wat minder geterroriseerd als de andere vrouwen. Dat kwam vertelde ze dat ze al een hele tijd bij hun eigenaars waren en ze hadden geleerd om zichzelf te beschermen door goed op te letten en net te doen alsof ze niets zagen en niets hoorden. Ze waren langzamerhand beter behandeld dan de jaren ervoor. Ze voelden geen enkel loyaliteit tegenover de mannen die zich hun eigenaars noemden. Dus ze vertelden alles wat ze wisten over de volgende locatie, terwijl Ghost snel hun namen door het systeem haalden.

Spike en Luke kwamen aanrennen en sprongen in de vrachtwagen, Boris klom achter ze aan. Ghost ging in de bestuurdersstoel zitten en begon weg te rijden.

‘Per ongeluk een brandende sigaret in de prullenbak laten vallen, oeps’ lachte Spike.

Grote donkere wolken rook kwamen uit het kantoor, het knetterde al behoorlijk snel voor een sigaret.

‘Ik moet nodig stoppen met roken.’ mompelde Spike.

‘Even terug naar Sam om deze dames af te zetten en dan op naar de volgende locatie’ zei Ghost tevreden.

 

De volgende locatie was een oude fabriek, het leek wel een beetje op het grote gebouw van Safe Haven, maar dan kleiner en minder goed onderhouden. Er zat een garage in gevestigd. Buiten stonden motoren en grote pick-ups geparkeerd. Het zag er naar uit dat het grootste deel van de motorclub hier samen was. Misschien waren het er wel teveel voor drie man en een vrouw met een vrachtwagen.

‘Zal ik Sam bellen? Mogelijk wil hij mee doen met het ontmantelen van deze zooi.’

Sam was enthousiast over het idee en had al snel een paar betrouwbare mannen bij elkaar geroepen en was onderweg naar de garage waar op hem gewacht werd. De papierhandel deed hij wel achteraf, met zoveel vrouwen die gered waren kwam hij er wel mee weg. Zijn superieur zou het wel begrijpen. Hoopte hij.

Sam had nog zes man bij zich. De roldeuren van de garage begonnen omhoog te gaan en een vrachtwagen werd zichtbaar.

Ghost gaf gas en scheurde de inrit op naar de roldeur. Ze stampte op het laatste moment op de rem. De vrachtwagen probeerde haar te ontwijken en ramde zich in de zijkant van de roldeur. Met een scheurend geluid reed hij zich vast in de spijl van de roldeur. De chauffeur sprong eruit en begon weg te rennen, schreeuwend dat Spike er was. Binnen brak paniek uit en de stoere gasten renden door elkaar als paniekerige muizen. Sam stond breed te grijnzen met een groot geweer in zijn handen. Zijn mannen hadden de achterkant onder schot en iedereen die er langs die kant uit probeerde te glippen werd gewaarschuwd en daarna neergeschoten. De oogst was groot. Het restant van de club was hier en het pand was hermetisch afgesloten.

De vrachtwagen bleek vol met vrouwen, maar vooral kinderen te zitten. De vrouwen waren allemaal bont en blauw geslagen en vermagerd en vuil, alles om er maar voor te zorgen dat er geen vechtlust meer over bleef. Letterlijk lamgeslagen. De kinderen waren gedrogeerd om ze stil te houden.

Na verloop van tijd hadden de meeste mannen zich overgegeven en Boris, Luke en Spike onderzochten het pand zorgvuldig. Ze hadden geleerd van de vorige ervaringen en waren op zoek naar verborgen deuren. Spike liep letterlijk snuffelend over de gang. Het moest te ruiken zijn, die geur van wanhoop, dacht hij. Hij was laaiend, hij was niet meer voor rede vatbaar. Nu Sam er was kon hij niet iedereen zonder meer afmaken of met een hoop geweld ondervragen. Zijn zusje zou dat waarschijnlijk ook niet goed vinden. Hij moest zich beheersen. Toch was dat wat hij het liefste zou doen, het pand met de grond gelijk maken. Hij zuchtte eens en snuffelde weer. Hij rook toch iets? Vuilnisbak? Ander afval? De smerige lucht werd steeds sterker, naar mate hij verder in de gang kwam. Na verloop van tijd werd de geur weer minder. Spike liep al snuffelend weer terug in de gang. Hij leek wel een beetje op een speurhond, snuffelend de gang op en neer.

Overal zaten de zelfde schroten in de gang. Het leek veel te netjes en nieuw, gezien de rest van het pand. Dat was een grote bende. Deze organisatie was echt gek op verborgen deuren. Hij hief zijn voet en schopte zomaar ergens tegen de muur. Een hele rij schroten stortte van de muur af. De muur leek solide, maar de geur werd sterker., er moest dus een opening zijn. Boris hielp enthousiast mee en schopte tegen de andere muur in de gang. De muur was niet zo massief als het er uit zag. De gipsplaat wankelde even en stortte toen in. Er was weinig bestand tegen de lompe voeten van Boris als hij op een vernietigingstocht was.

Ze konden zo in de kamer ernaast kijken.

Het zag eruit als een kantine, met een paar tafels en stoelen en een koffiezetapparaat op een oude en vuile koelkast. Er was niemand aanwezig. Spike gaf weer een schop tegen de muur en nu stortte een deel van de muur met veel lawaai geheel in. Bakstenen rolden een trap af en de geur werd ineens veel sterker. Dat rook niet goed, dat rook helemaal niet goed. Sam kwam de gang inlopen met een van zijn mensen in zijn kielzog. Hij keek vol verbazing naar de ravage die Boris en Spike hadden veroorzaakt. Die twee samen waren een natuurramp, dacht hij.

Hij schudde zijn hoofd en zei verder niets. Hij gebaarde naar zijn collega dat ze naar beneden moesten gaan. Boris was blij dat hij niet naar beneden hoefde, het rook naar de dood. Samen met Spike en Luke zochten ze verder naar verborgen ruimten. Als achter hen in de gang de doden lagen, was er misschien nog wel een ruimte met overlevenden. Het kon ook zijn dat ze allemaal in de vrachtauto zaten. Voorlopig zochten ze nog even verder. Boris trapte met enige regelmaat een muurtje omver, als het er maar even verdacht vond uit zien. Luke stampte op de vloer en als hij een hol geluid hoorde zette hij een breekijzer tussen de planken. Ze vonden niets. Op het kantoor zat Ghost en verzamelde alle papieren die ze kon vinden en ze maakte een kopie van de computer. Ze wilde die niet meenemen voor het geval ze een tracker hadden. Dat hadden haar eigen computers ook.

 

In de keuken hoorde ze ineens Luke brullen, hij had een luik gevonden. Het luik was beveiligd met weer van die blauwe draadjes. Dezelfde maker? Boris bekeek ze uitgebreid. Nee dit was andere koek. Als hij deze los trok zou het hele pand de lucht in gaan. Hij riep Sam, die moest het maar oplossen.

Spike, Luke en Boris trokken zich terug in de vrachtwagen. Het terrein wemelde van de agenten. Ghost werd er nerveus van en Spike was er ook niet blij mee.

Ghost startte de vrachtauto en begon langzaam achteruit te rijden. Sam zwaaide naar hen en maakte een gebaar van bellen. Opgelucht keerde ze de wagen en vertrok.