Hoofdstuk 18

 

 

Brown was geschrokken en had de pest in. Hij was uit het raam gevlucht, samen met de president van de club.

Hij kon alleen maar hopen dat ze niet de deur naar de kelder zouden vinden, zodat ze zijn handel niet zouden ontdekken. Dat zou een enorme kostenpost zijn.

Hij had een van de mannen horen roepen dat hij het gebouw zou verscheuren dus de hoop leek ijdel te zijn.

Hij had zich mee laten sleuren naar een oude boerderij, die wel vaker als onderduikadres werd gebruikt. Hij voelde zich hier niet op zijn gemak. Veel te open.

Spike was altijd geneigd om ergens naar binnen te stormen en de boel te verbouwen als hij boos was.

Als hij aan het werk was, was hij een stuk subtieler.

Gezien de manier waarop hij bij de motorclub binnen was komen vallen was hij woest. Brown snapte niet zo goed waarom. Hij had jarenlang zijn werk braaf gedaan en ineens wenste hij gehoorzaamd te worden. Was hij uit op macht? Wilde hij de baas zijn?

Nee, Brown snapte er geen bal van. Hij ging zijn baas maar eens bellen, al was dat geen klusje waar hij naar uit keek.

 

Na een poosje kwam Ghost met haar vrachtwagen het terrein oprijden. Ze laadde de papieren zonder commentaar in, maar liet de telefoon en de laptop achter.

Ze spitte nog snel door de archiefkast, maar vond niets bijzonders meer.

De mannen waren bezig het pand aan stukken te scheuren.

Twee van die grote mannen als Spike en Boris konden heel wat schade aanrichtten. Ze wilde een boodschap achterlaten met deze actie, dus de boel zonder meer in brand steken zou niet werken.

Boris was van plan het pand met de hand te decimeren tot kleine stukjes.

Na de bar van de muur getrokken te hebben en het restant van de flessen tegen de grond getrapt te hebben was het de beurt aan de grote spiegels, die een hele wand besloegen en de ruimte veel groter deden lijken. Tot zijn grote verbazing kwam er een deur achter te voorschijn.

Hij riep Spike en Luke, die gebroederlijk de bovenverdieping met de kamers van de clubleden aan het verbouwen waren.

Boris had de deur al kapot getrapt.

Ze kwamen snel naar beneden en ook Ghost kwam een kijkje nemen.

Spike keek naar haar alsof hij haar herkende. Ze werd er een beetje nerveus van, zijn donkere ogen staarde haar even aan, voor hij zich afwendde. Ze waren donkergrijs, realiseerde ze zich.

Boris en Spike gingen door de deur naar binnen en de trap, naar de kelder.

Het was donker, daar beneden en het stonk verschrikkelijk. Naar vuile lijven en ontlasting.

Het deed Luke en Boris denken aan de garage van Pete waar ze een tijd geleden vijf vrouwen hadden gevonden. Vuil en mishandeld. Twee waren er vermoord.

Spike had deze lucht al eerder geroken. De geur van slavernij, vond hij. Hij werd er altijd woest van. Hij zocht naar een schakelaar en deed het licht aan. Hij vloekte gewelddadig.

Er stonden allemaal kooien op elkaar gestapeld, in iedere kooi zat een vrouw of een kind. Als het mens in de bovenste kooi zijn behoefte moest doen, viel het op de mensen in de kooien eronder. Te goor voor woorden.

Allemaal zaten ze te sidderen van angst. Ze keken op naar de reus die zich over de kooien boog en zijn maten aankeek.

‘Zal ik Phil bellen? Dit is wat veel voor ons vieren’ vroeg hij Spike

Spike trok eens aan zijn oor, hij had dit wel eerder gezien, maar niet op deze schaal en deze mate van vervuiling.

‘Bel Phil, laten we opschieten, Debbie haal je vrachtwagen, dan maken wij de kooien open.’ hij draaide zich naar de kooien.

‘Ik weet nog niet precies waar jullie terecht gaan komen en of we de politie kunnen vertrouwen, maar ik weet een plek waar je veilig bent en kunt bepalen hoe het nu verder moet. Ga met Debs mee in haar vrachtwagen dan kunnen jullie in ieder geval weg hier en dan kunnen wij het pand slopen, je kunt ook gewoon vertrekken als je dat liever doet.’

Spike draaide zich om en liep naar een kooi waar een klein meisje, van amper vier jaar, in zat. Hij rukte het deurtje uit de kooi.

Hij stak een hand uit naar het meisje en gaf haar een zeldzame glimlach. Het meisje pakte zijn hand en hij tilde haar in zijn armen. Hij zette haar op zijn heup en hield haar daar, ze klemde zich vast als een klein aapje en drukte haar, vuile met tranen gevlekte, gezichtje tegen zijn borst aan. Hij hield haar met een arm vast.

In stilte werden de kooien geopend en in stilte liepen de vrouwen naar de vrachtwagen.

Ze namen de kinderen met zich mee, zelfs de kinderen huilden niet. Ze waren letterlijk met stomheid geslagen. Te leeg om te huilen. Te bang.

Ghost hielp de vrouwen in de vrachtwagen en zorgden ervoor dat het zich gemakkelijk maakten. Mariah belde op de prepaid telefoon en gaf een locatie door waar ervoor de vrouwen werd gezorgd. Sam de FBI agent was ingelicht en onderweg.

 

De locatie die Mariah had doorgegeven was het adres van een vrouwen opvangcentrum gelegen in de bergen.

Normaal gesproken werden er geen mannen toegelaten, maar dit was een speciaal geval.

De mannen wilden niet perse mee naar binnen, maar ze wilden wel voor de veiligheid zorgen. Brown en zijn baas liepen nog vrij rond, dus de vrouwen waren niet per definitie veilig. Voor de eerste opvang wel, maar ze konden daar niet blijven.

Sam vond het een goed idee om te zien of ze in Safe Haven konden blijven, maar Mariah wilde eerst ieders achtergrond natrekken. Ze week niet af van die regel. Ze wilden weten wie ze in huis haalde, er waren nog meer kwetsbare gasten in Safe Haven. Het opende wel haar ogen voor de noodzaak om een eerste opvang te realiseren. Zodat de vrouwen verzorgd zouden worden en veilig zouden zijn totdat ze het groene licht gaf. Ze wist zelf eigenlijk niet wat voor haar redenen konden zijn om iemand te weigeren. leugens waarschijnlijk. Anna was eerlijk geweest over haar achtergrond en alles wat ze had verteld klopte, ook wie haar echtgenoot was. Dus het was zaak dat er met de vrouwen gepraat werd en dat hun verhaal werd opgeschreven. Mariah kon dat zelf niet doen, ze wilde Safe haven niet verlaten. Ghost had ronduit geweigerd. Ze had een hoop papieren om door te werken in de hoop te ontdekken wie de boel werkelijk runde. De vrouwen die in de opvang werkten waren te begaan met de vrouwen en kinderen. Ze dacht aan de psycholoog die veel in Safe Haven werkte. Ze moest Kyra maar eens bellen.

 

Ghost zat in haar vrachtwagen en rommelde tussen de papieren die ze in de vrachtwagen had geladen. Hier werd ze niets wijzer van. Ze had al deze informatie allemaal al.

Luke kwam haar wagen binnen en keek haar vragend aan.

‘Debbie? Debs? Is dat net zoiets als Lucie? Luus?’ Luke kon het allemaal niet meer volgen. Wie was zij? En hoe heette ze?. Te veel vragen voor deze geheimzinnige vrouw. Ze keek verontschuldigend naar Luke.

‘Ik ben lang geleden al gestorven, ik besta niet meer. Naamloos? Ze haalde haar schouders op. Dit was het meeste wat ze van zichzelf had laten zien in jaren.

Spike kwam ook de wagen binnen.

‘Stoor ik jullie?’ vroeg hij aarzelend. Onzekerheid kwam niet voor in het boekje van Spike, dus het was zeker bijzonder om te zien.

‘Nee’ zei Luke, ‘Ik probeer alleen maar uit te vinden hoe ze heet. Jij zegt Debbie en ik ken haar als Lucie, dus…’ hij pauzeerde opvallend, duidelijk met de bedoeling dat ze haar naam ging zeggen.

‘Nevynn Anonymus, aangenaam’ zei ze grijzend.

Ze ging echt haar naam niet zeggen, ze was al zolang anoniem dat ze amper nog wist hoe ze heette.

Spike begon te lachen, dat was een hele grote naam voor een heel klein vrouwtje, vond hij.

Hij maakte de fout dat te zeggen, terwijl hij niet meer bij kwam.

‘Ik ben niet klein’ brieste ze woedend ‘Jij bent idioot groot.’

Luke keek van de één naar de ander en schoot in de lach.

‘Boris is groot, wij zijn gemiddeld’ hij kwam niet meer bij.

Over alle dingen waar ze ruzie over zouden kunnen maken, ging het over lichaamslengte. Hij schudde meewarig zijn hoofd. Als er twee mensen voor elkaar gemaakt werden, waren het deze twee.

Hij wist nog steeds de ware naam niet van Spike en hij dacht niet dat hij daar ooit achter zou komen. Deze vrouw was net zo. Nevynn, lachwekkend. Mariah noemde haar Ghost en dat zou hij ook doen.

‘Dus, ik neem aan dat jij verantwoordelijk bent voor de bomaanslag en de daaropvolgende ruzie.’ Spike bekeek haar nauwkeurig. ‘Je zag er anders uit toen, maar ik herkende je wagen.’

En dat, vond Ghost, was een enorm probleem.

Hij werkte altijd voor de verkeerde kant en ze kon niet goed geloven dat hij zomaar bekeerd was. Hij was gevaarlijk voor haar. Ze moest haar vrachtwagen veranderen, zodat hij niet meer herkenbaar was. Ze raakte een beetje in paniek.

‘Feitelijk heb ik mijn dienstverband al een paar jaar terug opgezegd,’ zei Spike geamuseerd, bijna haar gedachten lezend

‘Sindsdien werk ik ze alleen maar tegen, alle gewone burgers op hun lijstje leven nog. Ik heb er wel zin in om de hele donderse boel te ontmantelen. Ik zou het een geweldige eer vinden om dat samen met jou en de ploeg van Morgan Security te doen.’

Spike wierp een hoopvolle blik op Luke en Ghost. Hij wist nog wel een paar plekken van de motorclub. Hij bracht ze al een paar jaar in kaart.

Ghost wist niet wat ze ervan moest maken. Ineens dacht ze aan het eiland, gekocht in naam van een overleden vrouw en de stichting die erbij hoorde.

‘Wat kun je me vertellen over Van Dijk eiland en de Van Dijk stichting?’ vroeg ze Spike. ‘de rest weet ik al van je, dat heb ik al uitgezocht.’

Spike leek niet geschrokken dat ze over het eiland wist, Mariah had het ook gevonden, maar ze had het niet gevraagd en hij had het niet verteld. Misschien werd het tijd om wat opener te zijn. Hij voelde nog steeds diezelfde aantrekkingskracht, als eerder. Sterker zelfs.

‘Maureen van Dijk was mijn vrouw, ze is overleden aan kanker. Uit haar naam en van haar erfenis heb ik een eiland gekocht en een stichting met haar naam vangt daar mensen op die hier op een dodenlijst terecht zijn gekomen. In plaats van ze te vermoorden heb ik ze daar heen gebracht. Ze zijn daar vrijwillig. Met dien verstande, als ze de wereld laten weten dat ze nog leven, wordt mijn eigen leven ook bedreigt. Mijn vrouw was extreem rijk en al haar vermogen zit in die stichting. Is je vraag beantwoordt ?’ Spike trok een wenkbrauw op en keek Ghost vragend aan. ‘Nu weet jij alles van mij en ik weet niets van jou. Is dat eerlijk?’

Ghost keek peinzend naar het plafond, ze trok haar muts af en krabde in het korte blonde haar. Nee, dacht ze dat is niet eerlijk, maar niet nu en niet hier.

‘Ik zal je later alles vertellen, nou ja, iets vertellen, maar niet nu. Nu moeten we een organisatie vermorzelen en ik weet even niet waar we gaan beginnen. Ik moet ook weg zijn voor Sam aankomt en jij misschien ook wel.’

Nou, dat wist Spike wel. De halve ploeg was omgekomen bij het clubhuis, maar de president had het overleefd. Hij wist wel een plek waar ze zich konden verstoppen, maar het was wat moeilijker te benaderen als het clubhuis. Het was ook niet gezegd dat de mannen die ze zochten daar waren. Maar het zou interessant zijn om ook dat adres te vernietigen, wie weet wat ze daar zouden aantreffen.