Hoofdstuk 12
Kevin zat alweer in een ander klein kroegje.
Hij had Spike gebeld, maar dat telefoon gesprek was niet bevredigend verlopen.
Spike had gezegd dat hij zich uit deze zaak moest terug trekken, want als Spike moest gaan ingrijpen dan liep het niet goed af voor hem.
Kevin begreep het niet. Wat was het belang van Spike. Het leek wel of hij haar beschermde. Zou hij op haar vallen? Dat zou dan ook voor het eerst zijn. Maar van Spike zou hij het niet horen. Kevin krabde uitgebreid op zijn hoofd. Het werd tijd dat een douche vond om zich eens lekker te wassen. Zijn haar was vet en hij dacht dat hij was afgevallen. Nee, het ging niet goed met zijn zaken. Zijn rekeningen waren bevroren en het opsporingsbericht werd alsmaar op de tv herhaald. Misschien moest hij maar een poosje vertrekken. Naar het buitenland of zo.
Spike keek naar het huis waar Zij verbleef. Hij begreep niet wat hij hier deed.
Hij begreep het wel, hij zorgde ervoor dat niemand haar vermoorde, maar waarom deed hij dat? Dat begreep hij niet.
Hij was hopeloos in de war. Ze trok aan hem, ze trok aan zijn hart. Maar hij snapte het niet, hij voelde geen enkele seksuele aantrekkingskracht. Dat had hij wel gevoeld voor dat blonde vriendinnetje van Maria, maar zij was spoorloos verdwenen na een bomaanslag. Hij moest nog geregeld aan haar denken.
Vrienden dan? Maar daar deed hij niet aan. Hij kende haar amper.
Hij was in zijn jeugd van pleeggezin naar pleeggezin gegaan. Daar had hij snel genoeg geleerd dat zoiets als vrienden niet bestonden.
Met veertien was hij er vandoor gegaan, na het zoveelste pak slaag van zijn pleegvader.
Sindsdien hij hij zijn naam nooit meer gebruikt, maar ging door het leven als Spike.
In zijn zaken was het niet aan te raden om er vrienden op na te houden, of een vrouw. Dus wat moet hij dan met haar?
Hij bleef koppig staan in de schaduw en keek uit over straat.
Plotseling ging zijn telefoon. Hij had het geluid uit staan, maar de trilfunctie aan. Hij keek op het scherm, onbekend nummer, hij twijfelde even en nam op. Hij was nieuwsgierig.
‘Ja’ zei hij kortaf.
‘ Is dit Spike? ’ vroeg een vrouwenstem aarzelend
‘Ja’ zei hij weer.
Hij hoorde dat de vrouw diep ademhaalde, alsof ze weer rustig moest worden.
‘Je spreekt met Bo Davies, we hebben elkaar ontmoet in die kast in Italië, ik denk dat jij mijn tweelingbroer bent.’
Spike was met stomheid geslagen. Was dat de aantrekkingskracht die hij voelde? Was dat het gevoel van incompleet te zijn, wat hij al zijn hele leven had? Dat gat in zijn hart?
Ging het daar allemaal om of was dit een gemene grap om hem op een bepaalde plek te krijgen? Hij zei helemaal niets. Hij kon niets zeggen. Hij had de woorden niet.
‘Ik zou graag met je af willen spreken, dan kan ik je uitleggen wat er allemaal aan de hand is en ik zou graag een DNA test doen om te zien of het klopt’ Bo stem klonk hoopvol.
Een DNA test dacht Spike, dat is iets wat je niet graag doet in mijn beroep. Ik probeer zo min mogelijk DNA achter te laten. Dus toch een val.
Hij hing de telefoon op. Hij keek naar het nummer wat gebeld had, leerde het ondanks alles uit zijn hoofd en haalde de sim uit zijn telefoon. Hij gooide sim en telefoon apart weg. Ze moest eens weten dat hij buiten had gestaan toen ze belde.
Hij draaide zich om en liep weg.
‘Hij heeft opgehangen’ zei Bo teleurgesteld. ‘Als hij net zo koppig is als ik, dan gaat het jaren duren’
Drake streelde troostend over haar rug. ‘Misschien neemt hij nog contact met je op, of misschien ligt er wel ergens DNA van hem, we zullen zien waar Mariah en Ghost mee aankomen.’
Ghost was druk in San Francisco, ze had een plekje voor haar vrachtwagen gevonden buiten de stad, maar erg dicht bij het clubhuis van de motorbende. Het stond er pal achter, maar de club had geen erg in het parkeerterrein achter hun clubhuis.
Er stond nog een oude loods tussen de vrachtwagen en het clubhuis.
Het paste wonderwel bij elkaar. De loods en de vrachtwagen. Het grootste voordeel had ze dat ze bijna de deur niet uit hoefde. Ze had de telefoons bewerkt, zodat er geen telefoontje meer in of uit kon of Ghost wist ervan. Ze had één avond gedaan of ze een bezoekster was van het clubhuis en had verschillende camera's geplaatst, gewoon waar de clubleden bij waren. Op die manier kon ze lekker in haar stoel blijven zitten en bewijs verzamelen en een plan maken om de club te vernietigen. Onderlinge ruzies werkten wonderbaarlijk goed.
Met deze agressieve types werkte het nog beter. Er was altijd strijd om het leiderschap, wat in Ghost voordeel werkte was dat de winnaar altijd de sterkste was, maar niet noodzakelijkerwijs de slimste.
Ze had met kleine hints in berichtjes en via de mail al heel wat ruzies veroorzaakt. Ze sloot vriendschappen met de vrouwen die bij de motorclub over de vloer kwamen en had telefoonnummers uitgewisseld. Met de berichtjes waarmee ze contact hield met de dames van de club ruide ze geregeld het roddelcircuit op. Ze had al snel geleerd dat die motorbende net een kippenhok was met te veel hanen.
Er werd verschrikkelijk geroddeld en verschrikkelijk geruzied. Ze had onderling de boel nu zo ver opgestookt dat er weinig meer gewerkt werd en Brown was opgedoken om weer orde in de tent te brengen.
Nu was ze constant bezig om Brown te ondermijnen. Brown had het erg druk met het behouden van zijn macht, maar met elke aanval van Ghost werd het wat zwakker en hij was zich daar in hoge mate van bewust. Hij probeerde dan ook uit alle macht uit te vinden wie de roddels verspreidde. De handel was vrijwel stil komen te liggen. Ze had nu het punt bereikt dat ook zonder haar de spiraal naar beneden bleef gaan en dat ze haar geroddel niet meer nodig hadden om constant ruzie te maken. Zoveel kwaad bloed was er tussen de leden van de club.
Nu had ze ook een beetje tijd om Spike nader te bestuderen. Hij zat al een poos in haar bestanden en ze had al eens een dossier van hem gemaakt. Hij was gewoon een huurling, hij voerde uit, maar bedacht geen winstgevende zaakjes, hij sloot geen dealtjes. Ze wist alleen niet meer of zijn afkomst er ook bij zat.
Ron Brown had het even erg druk met zijn clubje, de zaken gingen niet helemaal naar wens.
Ze knakte met haar vingers en ging aan slag.
Mariah had hard gewerkt aan haar uitvinding die ze Gemma had gedoopt.
Gemma was een virtuele waak- en speurhond. Ze had Gemma eropuit gestuurd om alles wat met Spike te maken had op te duiken.
Ze had specificaties gemaakt, zodat ze niet alles en iedereen die Spike heette boven water kwam. Er bleken ook een hoop honden Spike te heten.
Ze had een foto van het schilderij bij Gemma ingevoerd en alles wat ze van hem wist.
Na verloop van tijd kwam ook het dossier wat Ghost had van hem binnen.
Alles bij elkaar wist ze heel veel van hem. Ze wist zijn officiële naam, ze wist welke pleegouders hij had gehad, zijn financiën, ze wist bijna alles van hem.
Zijn dossier las als een avonturenroman, Mariah verschoot van de hoeveelheid geweld wat er los gelaten was op dat kleine jongetje. Geen wonder dat hij was wie hij was.
Later was er steeds minder te vinden over de man. Hij was duidelijker voorzichtiger geworden. Van de laatste jaren was bijna helemaal niets te vinden. Geen verblijfplaats, geen reizen.
Er was geen bewijs van zijn misdaden te vinden. Niets waar hij aan gelinkt kon worden. Maar zijn verleden paste wel bij het verhaal van Linda Cowell. Als Mariah een gefundeerde gok moest doen, dan zou ze zeggen dat Spike Bo’s broer was.
Ze zuchtte diep, ze wist niet zeker of ze Spikes privacy zo mocht schenden. Ze besloot het dossier goed op te bergen op de speciale server waar alleen zij toegang had. Zelfs Phil had daar geen toegang. Hij wist niet eens dat die server bestond.
Daar stonden wel meer van dat soort dossiers. Ze belde Bo om te vertellen dat hij waarschijnlijk inderdaad haar broer was.
Bo was teleurgesteld dat Mariah het dossier niet wilde opsturen of wilde vertellen wat er in stond. Ze zei dat ze dat alleen kon doen als ze Spike het dossier wat ze had van Bo mocht lezen. Bo vond dat niet zo’n goed idee, ze had het zelf niet eens te lezen gekregen, dus nee. Spike mocht het niet lezen.
Ze was aan het sparren met Drake, toen Mariah belde. Het moest daar wel midden in de nacht zijn.
Mariah vond dat Spike zelf de verloren jaren moest invullen als hij dat wilde.
Bo was behoorlijk gefrustreerd geraakt door Spike. Ze had hem nogmaals gebeld en de telefoon ging niet eens meer over. Hij had blijkbaar de telefoon vernietigd.
Misschien was dat wel verstandig als je in zijn beroep werkzaam was. Zover ze wist was hij een huurmoordenaar. Hij was een probleemoplosser. Een crisismanager, zoals hij het zelf noemde.
Spike vond zich zelf weer terug bij het huis. Feitelijk had hij alleen maar een nieuwe telefoon gekocht en was weer terug gegaan. Hij werd onrustig, ontdekte hij, als hij niet wist of alles rustig was.
Belachelijk, dacht hij, hij had haar maar één keer van dichtbij gezien en nu liet ze hem niet meer los. Hij had wat tijd gehad om over de schok heen te komen.
Een tweelingzus. Dat leek hem wel wat, maar hoe kwam het dan dat ze niet samen waren opgegroeid. Had zij wel een liefhebbend thuis gehad? Hij hoopte maar van wel, en dat zij niet al heel jong over straat had gezworven.
Dat was waarom hij een wakend oog hield op Safe Haven. Het idee van een veilige haven was erg goed. Hij had begrepen dat de oprichters van Safe Haven allemaal op het een of andere moment over straat hadden gezworven. Dat bracht allerlei trauma’s met zich mee. Vooral voor vrouwen en kinderen. Spike wist daar alles van. Het was jaren geleden dat hij voor het laatst rustig had geslapen.
Toen hij nog met Maureen was. Maar Maureen was overleden, gestorven aan kanker en sindsdien sliep hij maar een paar uur per nacht en zelden in een bed.
Als hij als jonge knul bij een instelling als Safe Haven had kunnen aankloppen had hij vast minder fouten gemaakt. Wat er ook zo goed aan was, dat het voor iedereen was. Mannen, vrouwen en kinderen. Iedereen werd daar geholpen, zelfs dieren.
Spike zuchtte eens diep en leunde in het portiek waar hij zich had terug getrokken.
Bo stond voor het raam en keek naar buiten. Ze tuurde naar de straat en ze vroeg zich af hoe ze Spike moest vinden en hoe ze hem moest benaderen. Ineens zag ze vanuit een ooghoek beweging. Ze bleef staan waar ze stond en keek heel langzaam opzij. In het portiek aan de overkant leunde een lange man. Ze kon niet goed zien wie het was, maar het voelde als Spike. Belachelijk, als ze dat tegen Drake zou zeggen, sloot hij haar op. Ze keek nog een beetje beter. Jawel, hij was het wel. Ze draaide zich om en besloot hem te besluipen,
‘Drake, liefje, hoor eens.’begon ze.
Spike hing nog steeds tegen zijn muurtje aan. Hij begon zich aardig thuis te voelen in het portiek. Hij vroeg zich af wat de bewoner er van vond. De politie was nog niet gealarmeerd. Hij staarde naar het huis en boog zijn nek en strekte zijn schouders. Moest hij hier wel blijven staan of kon hij beter maar gaan?
‘Spike, ik moet met je praten’ zei een bekende vrouwenstem.
Spikes hoofd schoot omhoog en hij keek naar de ingang van het portiek.
‘Volgens mij, voel jij het ook, anders had je hier niet rondgehangen. Kom mee naar binnen en ik praat je bij over wat ik weet, oké?’ Bo keek hem recht aan.
Schuin achter haar stond Drake. Ze waren beide geluidloos aangekomen. Hij had het volledig gemist.
Hij schaamde zich een beetje over zijn onoplettendheid en gebrek aan concentratie. Hij was ontzettend afgeleid.
Bo pakte zijn hand en trok hem achter zich aan.
Hij liep zo mak als een lammetje met haar mee. Hij had geen idee waarom ze zoveel macht over hem had op dit moment.
Drake volgde zonder iets te zeggen. Het was duidelijk, hij was alleen maar daar om op zijn vrouw te passen, het praten zou van Bo komen. Spike was nieuwsgierig naar wat er komen ging.
Ze trokken zich terug in het atelier. Daar was genoeg privacy en de portretten stonden daar.
Bo liet zijn hand los en Spike miste het meteen.
Bo blijkbaar ook, want ze pakte meteen zijn hand weer. Het voelde zo eigen, zo vertrouwd.
Ze zuchtte diep en begon haar verhaal te vertellen. Over haar vader, haar broers, de scheiding van haar familie toen ze achttien werd, de dood van haar moeder, waarschijnlijk hun moeder. En over de oma die ze nog hadden en over hun biologische vader.
Toen ze klaar was met haar verhaal liet ze de portretten zien. Spike stond daar lang naar te kijken.
‘Als je een DNA test doet, en je bewijst dat je Steves zoon bent, is er een enorme grote erfenis te verdelen’ Bo probeerde Spike een beetje te paaien.
Hij had alleen maar peinzend gekeken en verder niets gezegd.
‘Ik heb het geld niet nodig’ zei hij bedachtzaam. ‘ik heb genoeg, maar ik wil wel graag weten of ik een zus heb. Ik heb altijd gedacht dat ik alleen op de wereld was en nu is er een hele familie.’
‘Ik wil je niet teleurstellen, maar het is alleen één zus en misschien een oma. Verder niemand’
‘Dat is niet helemaal correct’
liet Drake voor het eerst horen,
‘Er zijn ook nog een drietal zwagers, wat schoonzussen en iedereen van Safe Haven voelt ook als familie.’
‘Sorry Drake, je hebt gelijk. Er is nog een hele grote geadopteerde familie in Safe Haven’
Spike grijnsde een beetje onzeker, het concept familie was hem vrijwel vreemd.
Maureen was familie voor hem geweest, maar ze hadden niet veel tijd samen gehad. Uiteindelijk maar twee jaar. Een zus klonk goed.
‘Wie van ons is de oudste?’ vroeg hij opeens met een stralende lach en het verschil was opvallend.
Als Spike lachte leken ze ineens als twee druppels water op elkaar.
Drake werd er een beetje stil van.
‘Ik kan een DNA test voor je regelen die buiten de database blijft.’ zei Drake, ‘ik begrijp je problemen daarmee’
Spike aarzelde nog even. Als hij familie wilde en als hij eerlijk was wilde hij dat, dan moest hij ook gaan vertrouwen. Er moest bewezen worden dat ze inderdaad een tweeling waren. Hij wist het eigenlijk wel zeker, maar zeker is zeker.
‘Laten we dat maar doen, dan’ knikte hij.
Ze zaten nog steeds in Steves atelier. Het was ondertussen al laat geworden, maar er was veel te bepraten. Ze hadden achtentwintig jaar in te halen.
Spike had alles verteld over Maureen, zijn overleden vrouw.
Drake had besloten dat hij de man wel mocht, onvoorstelbaar wat leken die twee op elkaar.
Ineens trilde het atelier en hoorde ze daarna een enorme ontploffing. Ze schoten overeind en renden naar buiten.
Er kwam een enorme stofwolk uit het huis naar buiten.
Ze hoorden ook het geknetter van vuur. Drake keek naar Bo.
‘Blijf hier, wil je, ik ga op zoek naar Boris en Linda, ik wil me niet ongerust over je maken’ hij draaide zich naar Spike
‘Let op je zus, ze is net zo eigenwijs als jij.’
Hij draaide zich om en rende naar het huis.
Bo wilde hem achterna gaan, maar Spike hield haar tegen.
‘Nu niet met me vechten zusje, ik moet op je passen van je vent en ik denk niet dat hij mak is als we niet naar hem luisteren.’ Spike keek naar het huis.
Enorme rookwolken kwamen uit de gebroken ramen. Hij hoorden de vlammen knetteren en hoorde het huis breken. Er klonken luide knallen van brekende balken.
Ze moesten echt opschieten, anders kwam er niemand levend uit.
Hij vond de hoeveelheid geweld wat nu gebruikt werd overdreven voor wat ze wilden bereiken.
Hij nam zich voor om precies uit te zoeken wie hier voor verantwoordelijk was.
Hij had het contract geannuleerd, hij had opdracht gegeven aan Brown om zijn honden terug te roepen.
Hij had die Kevin gebeld en bevolen dat er geen moord gepleegd ging worden op Bo en Drake omdat dat zijn belangen zou schaden en toch had iemand het lef gehad om een aanslag te plegen.
Ze zouden snel leren dat Spike niet hun afgerichte hond was, ook al leken ze dat wel te denken. Natuurlijk moesten ze naar hem luisteren, natuurlijk had hij de macht, hij wist letterlijk waar ze hun lijken begraven hadden.
Ze zouden als de bliksem leren dat Spike niet gepasseerd kon worden als hij zijn wensen kenbaar maakte.
Spike was woest. Had hij eindelijk weer zoiets als familie, probeerde zulke etters er een eind aan te maken.
Ze stonden nog steeds voor het huis te wachten af of Drake weer naar buiten zou komen met Boris en Linda. Hoe langer het duurde, hoe nerveuzer ze werd.
Wat als Drake in de problemen zou raken, wat als hij dood zou gaan.
Ze wilde niet de liefde van haar leven verliezen. Ze had hem net gevonden. Ze vroeg zich af of ze over vijftig jaar klaar met hem zou zijn, maar nu nog niet. Nog lang niet.
Spike had het alarmnummer gebeld. Ze hoorden de sirenes in de verte aankomen en nog steeds geen Drake, geen Boris en geen Linda.
‘Ik ga naar binnen’ riep ze ‘Ze zitten in de problemen, het duurt veel te lang.
Spike probeerde haar niet tegen te houden, hij dacht dat ze wel eens gelijk kon hebben.
Als zij naar binnen ging, ging hij met haar mee. Hij knikte en ze renden naar de achterdeur. Ze hoorden de vlammen loeien. Ze trok de deur open en wilde naar binnen rennen.
Ineens zag ze een gestalte wankelen.
Hij had een man over zijn schouder en leidde een vrouw aan haar arm.
Hoestend kwamen ze aangestrompeld.
Spike schoot toe en pakte de man over en tilde hem over zijn schouder.
Bo sloeg een arm om de vrouw en lachte naar Drake.
Ze was opgelucht dat iedereen weer buiten was. Ze maakte zich wel zorgen over Boris. Hij was bewusteloos en het bloed liep over zijn hoofd.
Terug in het atelier pakte ze snel wat doeken en probeerde het bloeden te stelpen.
Drake, al hoestend en kuchend, vertelde dat hij Boris en Linda boven tegen kwam.
Boris had Linda uit bed gehaald na de bominslag en ze waren al onderweg naar buiten.
Op het laatste stuk kreeg Boris een balk op zijn hoofd.
Hij had nog kans gezien om Linda uit de weg te duwen, maar was zelf te laat geweest.
De balk had hem op zijn hoofd geraakt. Drake had hem over zijn schouder gehangen, had Linda bij een arm gepakt en hij was verder gewankeld.
Boris was verduiveld zwaar vond Drake.
Het huis brandde als een fakkel. Het moest als verloren beschouwt worden.
Bo vond het jammer. Waarschijnlijk lagen er nog een hoop persoonlijke zaken van hun vader en die kans hadden ze nu niet meer, om meer over hem te leren.
Linda zat in shock op een stoel en begon te bibberen. Spike hing zijn jas over haar schouder.
Drake zag zwart van de roet en Bo ondertussen ook omdat ze steeds even aan hem moest zitten, alsof ze even moest voelen dat hij er nog was. Ze had constant een hand op zijn rug of op zijn arm. Drake genoot altijd al van contact met haar en nu dubbel.
Het was spannend geweest in het huis en hij had niet geweten of hij de uitgang zou halen voor het huis zou instorten boven zijn hoofd.
Die verbinding kon Spike zich nog wel herinneren. Met Maureen had hij dat ook gehad. Dat was een van de dingen die hij het meeste miste.
Spike moest eerst bedenken hoe hij zijn zus en haar man in leven kon houden. Ze moesten veilig zijn, voordat hij de verantwoordelijk boef te grazen zou nemen. Hij dacht aan het huis wat hij van Maureen had geerfd. Zij was een Nederlandse geweest en had een huis in Amsterdam gehad. Hij had daar met haar gewoond, het ene probleemloze jaar dat ze hadden gehad. Zou dat een optie zijn, voorlopig?
Bo moest ook weer een keer aan het werk, maar hij moest eerst een kans krijgen om orde op zaken te stellen en de mannen een lesje te leren.
Met een beetje geluk dachten ze dat de aanslag gelukt was en dat ze dood waren. Maar ze hadden niet naar Spike geluisterd. Nu moesten ze maar eens leren wie er werkelijk de baas was. Hij ging het voorstellen en hij ging de boel in gang zetten.