Ariënne Eekhof
Ariënne Eekhof
  • Home
  • Blog
  • het complete eerste deel Safe Haven
  • tweede boek
    • hoofdstuk 2
    • hoofdstuk 3
    • hoofdstuk 4
    • hoofdstuk 5
    • hoofdstuk 6
    • hoofdstuk 7
    • hoofdstuk 8
    • hoofdstuk 9
    • hoofdstuk 10
    • hoofdstuk 11
    • hoofdstuk 12
    • hoofdstuk 13
    • hoofdstuk 14
    • hoofdstuk 15
    • hoofdstuk 16
    • hoofdstuk 17
    • hoofdstuk 18
    • hoofdstuk 19
    • hoofdstuk 20
    • hoofdstuk 21
  • Blog

lees deel 1 van de serie Safe Haven

18 jan 2025 13:18

Safe haven deel 1 bestaat uit de boeken 1 tot en met 4

Lees meer »
  • (1 / 1)
  • 1

 

Safe Haven

 

Ariënne Eekhof

Boek 1

Beter een goede vriend dan een slechte buur

 

Proloog

 

Ze liep nietsvermoedend over straat en dacht na over haar vader.

Hij had zich in de problemen gewerkt met de grootste misdaadbaas in de stad. Hij had haar aangekeken met zielige puppieogen. Hij had op haar geweten gewerkt door zielig te smeken om zijn leven.

Zijn leven of het hare? Hij had het hare verkocht, zoveel had ze wel begrepen.

Nu moest ze kiezen. Zijn leven of het hare, wat was meer waard? Waar hechtte ze meer aan?

Haar moeder had hem een waardeloze zak genoemd, dus als ze het nog aan haar moeder kon vragen was het vrij duidelijk hoe de keus lag. Maar ze kon het niet meer vragen. Op deze momenten miste ze haar moeder het meest.

Ze had er over gepraat met haar vriendinnen. Die drie meiden was wat het meest op familie leek. Alle drie hadden ze, onafhankelijk van elkaar, gezegd dat ze hem niets verplicht was. Ze wisten precies wat haar vader was, een alcoholist, een gokker die de dood van haar moeder had veroorzaakt door een kroeg te verkopen die niet van hem was.

Dat had ze pas later ontdekt en ze had het hem niet vergeven. En nu had hij haar verkocht. Een leven dat niet van hem was.

 

Een busje stopte recht voor haar voeten, twee mannen sprongen eruit, grepen haar en sleurde haar in de witte bus. Ze droegen allebei zwarte kleding en een bivakmuts op hun hoofd, één van de mannen richtte een wapen op haar hoofd en hield een vinger voor zijn lippen.

De lippen die ze niet kon zien. Ze kon natuurlijk wel op hun ogen letten. Eén paar helder blauw, één paar bruin. De man met de blauwe ogen had een opvallende tatoeage op zijn pols. Het leek of je het inwendige van zijn pols en een stuk van de bovenkant van zijn hand kon zien. Er was een verzameling onderdelen zichtbaar, zodat het een robothand leek.

Het was bijna levensecht. De tatoeage verdween in de mouw van zijn shirt. Vermoedelijk besloeg het zijn hele arm. De tatoeage was een meesterwerk.

De man met de bruine ogen droeg een paar grote ringen met een doodshoofd aan zijn rechterhand. Hun kleding was hetzelfde. Zwarte cargobroek, gevechtslaarzen en een zwart shirt met lange mouwen. Bivakmuts.

De bus scheurde weg en sloeg snel een paar keer af. Niemand volgde blijkbaar, want de bus vertraagde naar een normale snelheid om niet op te vallen.

Wat nu, dacht ze bezorgt. Ze wist wie er achter de ontvoering zat.

De schuldeiser van haar vader. Ze had weinig trek om zijn schulden te betalen. Waarschijnlijk zou ze nooit meer vrij komen. Ze moest iets bedenken om te ontsnappen.

Ze werd een een beetje misselijk van het idee om aan een ketting gelegd te worden. Aha, ze kreeg een briljant idee..

‘Had je niet even kunnen douchen vanochtend’ zei ze, terwijl ze een hand om haar neus legde. ‘Ik word kotsmisselijk van die lucht van je. Ze keek geen van beide mannen duidelijk aan en ze voelde zich allebei aangesproken. Boos keken ze naar elkaar.

‘Ik zei toch dat je stinkt’ gromde de man met de tatoeage ‘die smerige aftershave van jou, ze kunnen je in de hel nog ruiken,’

‘Je bedoelt te zeggen dat je wel eens wat schoner op jezelf mag zijn’ snauwde de man met de bruine ogen. Dit gaat heel goed, dacht ze, dit gaat lekker zo. Ze begon te kokhalzen en keek met een wanhopige blik om zich heen, terwijl ze een hand over haar mond geslagen had.

‘Pas op, ze gaat kotsen’ gruwde bruinoog. ‘stop de bus, anders zitten we nog tijden in die stank.’

De chauffeur stopte de bus. Van hem had ze alleen de achterkant gezien, met een zwarte muts. Bruinoog gooide de deur open en ze barstte naar buiten, al kokhalzend alsof ze ieder moment enorm zou gaan overgeven. Ze rende naar een prullenbak en keek om zich heen waar ze precies terecht was gekomen.

Ze stonden bij een kerk waar net een bruiloft begon. De gasten verzamelden zich voor de deur in afwachting van het bruidspaar. Ze lachten vrolijk en praatten allemaal door elkaar. Het was een chaos van vrolijke blije mensen. Bruinoog was een beetje achter gebleven. Hij hield de mensen in de gaten en niet zozeer haar.

Een oudere dame boog zich over haar heen, ze had kort, keurig gekapt, grijs haar en vriendelijk bruine ogen. Ze droeg een vrolijke jurk en nette schoenen. Ze was klaar voor een feestje.

‘Gaat het, liefje? vroeg ze vriendelijk.

‘Die mannen hebben me te pakken, kun je me helpen? vroeg ze dringend, terwijl ze nog dieper over de prullenbak boog. De vrouw keek over haar schouder en knikte begrijpend toen ze de bivakmutsen zag, die wel omhoog geschoven waren om niet op te vallen, maar nog steeds herkenbaar. Ze knikte nogmaals en wendde zich naar een paar kinderen en een opgeschoten tiener. Ze fluisterde hem wat in het oor en hij begon breed te lachen. Zijn te lange zwarte haar piekte onder zijn petje uit en zijn blauwe ogen glinsterden.

‘Oké Oma’ fluisterde hij. Hij riep zijn broertjes en neven en nichtjes. Ze waren met z’n achten. De leeftijd varieerden van een jaar of negen tot zeventien. De kinderen begonnen rond te rennen en tikkertje te spelen. Gaandeweg renden ze steeds meer tussen haar en bruinoog. Tatooman mengde zich verderop tussen de gasten, haar de weg naar de straat afsnijdend.

De kinderen gilden en joelden en renden stoeiend rond. Een paar vaders bemoeiden zich ermee en probeerden hun kinderen weer in het gareel te krijgen. De vrouw trok haar mee in de chaos die ontstond en leidde haar de kerk in. Ze liepen gehaast door naar de achterkant en ze bedankte de vrouw uitbundig. Ze maakte zich snel uit de voeten en rende zo snel ze kon naar de metro.

Volgende keer beter opletten, dacht ze, dit scheelde maar een haar.

Hoofdstuk 1

 

 

Dat stinkwijf, dacht DelMonte, heb ik haar weer gemist, zo te horen met 5 minuten. Hij liep onrustig zijn kantoor op en neer en mompelde verwensingen. Zijn mannen hadden zijn prooi in het vizier gehad en kwamen vijf minuten te laat.

Zijn vogeltje was alweer gevlogen. Het was de zoveelste keer dat ze hem ontglipte.

Gek werd hij ervan en een lachertje bij zijn mannen. Hij joeg nu al twee jaar op haar en nog had hij haar niet te pakken. Hij hield haar bedrijf in de gaten, maar hij kon niet eens uitvinden of hij het goede bedrijf wel had.

Je werd niet de grootste criminele baas van de stad door je als een sukkeltje te gedragen.

En dat is wat ze van hem maakte, een sukkeltje. Een miezerig klein stinksukkeltje.

Hij kon het zich niet veroorloven om zwak over te komen. Hij had een nieuwe zakenrelatie op het oog en daar kon hij goede zaken mee doen. De mogelijkheden waren ongekend. Maar niet als hij zwak was. Nooit als hij zwak was. Het maakte hem krankzinnig van woede.

Hij gooide zijn telefoon door het kantoor. Het viel in stukken uit elkaar toen het de muur raakt. Hij zuchtte diep.

 

Mariah was onderweg naar een van haar beste vrienden, Dinda had een dierenopvang op een oud en versleten industrieterrein aan de rand van de stad. Het terrein was donker, slecht verlicht. Het was al laat op de avond, ze had Dinda niet gewaarschuwd dat ze kwam.

Toen ze de bocht om kwam zag ze een auto staan met het groot licht aan, schijnend op het hek dat de opvang scheidde van de openbare weg. Glasscherven lagen op de weg. Een groot gat zat in het raam in de voorgevel.

Mariah doofde haar koplampen en pakte haar telefoon om de politie te bellen. Ze wachtte nog even af. Haar vriendin was klein, net als zij, maar niet bang aangelegd. Ze was een pitbull in miniformaat.

Mariah zag Dinda aan komen lopen. Haar blonde krullen stonden alle kanten op als teken van haar geagiteerde staat. Twee van haar grote gemene honden in haar kielzog. Ze gebaarde minachtend naar de mannen. De honden kwijlden en lieten hun tanden zien.

Dinda maakte aanstalten om het hek open te doen. De honden namen een paar stappen naar voren, aan hun houding was te zien dat ze gromden. Gespannen schouders, opgetrokken lippen, blikkerende ogen. De vier mannen sprongen in hun auto en scheurden weg. Ze reden Mariah voorbij, ze zagen haar niet eens, zoveel haast hadden ze. Ze lachte uitbundig.

 

Mariah was van plan om het terrein te kopen samen met haar twee andere vrienden. Eva en Moragh. Met zijn vieren waren ze al jaren onverslaanbaar.

Nu had ze een oplossing bedacht voor haar huidige problemen, maar eerst moest ze met Dinda overleggen. Als haar plannen doorgingen, dan zou het leven voor Dinda niet eenvoudiger worden, maar ze zouden de problemen met zijn vieren het hoofd bieden in plaats dat het iedere voor zich was.

Zo was het momenteel en dat was nooit de bedoeling geweest. Maar Mariah was door haar vader verkocht aan een grote baas van een misdaadsyndicaat. Ze was nu twee jaar op de vlucht en sliep geen nacht op dezelfde plek. Dat begon haar gezondheid te beïnvloeden.

Ze was zo verschrikkelijk moe, dat ze fouten begon te maken. Ook in haar werk.

Met de meiden hadden ze een bedrijf dat softwareoplossingen verkocht, daar kon ze zich geen fouten veroorloven. Het meeste van haar werk ging om beveiliging, maar in principe kon ze alles schrijven wat iemand nodig kon hebben. Software voor een geavanceerde wagen tot een lerende schaakcomputer. Gaf Mariah haar computers en een rustige plek om te werken en in een mum van tijd had ze de wagen leren schaken. Maar daar liep het fout. Een rustige plek en een beetje tijd. Precies hetgeen wat ze niet had. Ze belde Dinda.

 

Nu is het genoeg, dacht Dinda geschrokken, nadat het gerinkel van glas was opgehouden.

Haar hart bonsde. Ze was niet erg bang, ze had wel erger dingen in haar leven meegemaakt.

Zij was een overlever. Als vechten of vluchten haar keuze was, dan werd het vechten. Altijd. Ongeacht de consequenties.

Maar ze had de pest aan schrikken. Dan beet ze gewoonlijk terug.

Ze stapte dus voorzichtig over de glasscherven heen die door de klassieke steen door de ruit veroorzaakt waren. De grote ruit in de voorgevel was gesneuveld. Dat werd weer een duur zaakje om het ding te repareren. En kon ze de rekening naar die klojo sturen? Ze dacht van niet.

Een zwarte auto stond voor haar huis. Een paar mannen stonden erbij. Twee hadden honkbalknuppels in de hand en zwaaiden ermee in de rondte.

Ze snelde door de achterdeur naar buiten en ze rende naar de hondenkennels, recht naar het verblijf met de gemeenst uitziende hond.

Zijn kop zat vol met littekens en een oor was gescheurd. Zijn lip was gespleten zodat hij een permanente grijns op zijn snoet had. Zijn scherpe hoektand stak erdoor. Hij was zwaar gespierd en overdekt met littekens. Hij zag eruit als een vechtjas. Het was de grootste angsthaas en knuffel die je kon voorstellen.

Ze deed de deur open en zei tegen de pitbull,

'Ik weet dat je niet zo heldhaftig bent, maar vandaag zal je de brokken in je bak moeten verdienen met vriendelijk naar de mannen lachen. Met zoveel mogelijk tanden en liefst een beetje kwijl. Doe maar gewoon alsof’

De hond stapte kwispelend naar buiten. De buurhond keek twijfelend toe. Ze gaf een hoopvolle blaf.

'Jij ook?' vroeg ze en deed het hok van de reusachtige boerboel open.

Ook zij stapte eruit. Ze had een brede grijns om haar zwarte snoet. Een stijve roze tong stak naar buiten en ze hijgde. Haar staart sloeg tegen de deur van haar kennel, het voelde aan als een aardbeving. Ze kwispelde opgewonden. Hier viel iets te beleven.

De rest van haar zwaargebouwde lijf was lichtbruin. 55 kilo pure spieren.

Beide honden liepen achter Dinda aan naar buiten. Het heeft zijn voordeel om een dierenopvang te hebben. Voor het hek stond een zwarte wagen met de mannen die de steen hadden gegooid. Het waren er vier.

Eén stond voorop en de andere drie er schuin achter, ze straalden onderdrukt geweld uit. Twee hadden een honkbalknuppel in de hand. Drie mannen waren lang en de voorste een stuk kleiner. Ze hielden hun armen gekruist voor hun borst in een poging om intimiderend over te komen. Hun dikke buiken verraadden dat ze meer van het goede leven hielden dan van trainen in de sportschool. Of eventueel andere lichamelijke activiteiten.

Ze dacht dat ze drie keer om hen heen kon rennen voordat ze een arm hadden opgetild. Ze kon onderweg nog pauze nemen, ook.

Dinda liep naar het hek. Beide honden liepen aan weerszijden met haar mee, alsof ze dit jaren hadden geoefend in plaats van vandaag voor het eerst. De honden waren gisteren pas in de opvang aangekomen.

Eén van een illegaal hondengevecht, de pitbull, en één van een machteloze baas, die een veel te sterke hond had gekocht. Leuke pup, maar niet zo schattig meer als zij te groot wordt, de boerboel. Dat werkte niet in een klein appartementje.

'Je had natuurlijk ook even kunnen aanbellen, Smith’ zei Dinda sarcastisch ‘Kijk dat is dát zwarte knopje bij het hek' Ze wees overdreven met een vinger.

'Ik hoef niet te bellen' zei Pete met een gemene glimlach ‘als je de boel aan mij verkoopt. Dit is niets voor zo'n klein vrouwtje, je kan je wel bezeren met die valse honden.'

Hij was ongeveer 40 jaar oud. Een paar centimeter langer als Dinda, maar zo gemeen als een rioolrat. Een paar centimeter langer betekende dat hij amper één meter zestig was.

Mager en tanig met diepe groeven in zijn gezicht, blond strak achterover gekamd haar en een paar hele lichte grijze ogen, voor de rest zag hij eruit als een keurige heer.

Strak in het pak.

Zo koud als een vis, dacht ze. Ze was laaiend.

De honden begonnen diep in hun keel te grommen alsof ze een onhoorbaar commando hadden gehad. De boerboel kwijlde lange draden uit haar bek. Ze likte haar neus en liet opvallend haar tanden zien. Haar neus rimpelde. Ze was indrukwekkend.

De pitbull gromde laag en aanhoudend, hij trok zijn neus hoog op en door de gespleten lip zag hij eruit als een duivel. Hij liet zijn ogen vervaarlijk flikkeren.

'Ik koop jouw pand wel' zei ze 'dan kan jij oprotten. Veel te moeilijk voor zo’n klein mannetje, al die kapotte autootjes. Ga weg, of ik laat mijn liefjes op je los, ze moeten nog eten, weet je en ze hebben trek.’

Ze maakte aanstalten om het hek te openen.

Smith sprong in de auto, zijn maten volgde hem snel. Doodsbang voor de twee grote grommende honden. En misschien ook wel voor het hele kleine, hele boze vrouwtje.

‘Pas maar goed op je huisdiertjes, Pop, een ongeluk zit in een klein hoekje’ riep hij nog. Met slippend banden spoot de auto weg.

'Goed gedaan, jongens' zei ze grinnikend.

De lach verdween snel van haar gezicht toen ze bedacht dat een steen door de ruit heen gooien ongeveer het minste was wat die halve gare criminelen konden doen met haar onschuldige hondjes.

Dood schieten, afbranden of vergiftigen. Ze zag hem er voor aan.

 

Dinda stopte de honden weer in hun kennel na een uitgebreide knuffel en gaf ze wat lekkers.

'Ik noem jou Hercules ' zei ze tegen de pitbull 'en jij heet, uh, Atlas, Jullie zijn geweldig, echte goden’ De honden kwispelden trots.

Na de andere dieren gecontroleerd te hebben en alles goed op slot te hebben gedaan ging ze naar haar kantoor.

De telefoon rinkelde, een onbekend nummer. Waarschijnlijk was het Mariah.

Zij lag al tijden met haar vader over hoop en hij had de neiging om allerlei schimmige types op haar af te sturen. Haar vader had haar in de steek gelaten toen ze nog een klein meisje was. Hij was pas in haar leven gekomen toen ze al lang en breed volwassen was en een goedlopend bedrijf had. Hij had geld geroken en dacht dat er wel wat te halen viel bij Mariah. Ze voelde zich helemaal niet verplicht om haar vader te helpen. Ze had er even over getwijfeld of ze hem wat geld zou geven. Ze had zeker geen positieve gevoelens voor hem en dus had dat had ze uiteindelijk niet gedaan.

Vervolgens had hij de baas van een criminele organisatie wijs gemaakt dat hij Mariah kon gebruiken en had haar verkocht.

Mariah had voor de eer bedankt. Maar toen had hij een ontvoering georganiseerd om haar te dwingen. Ze was ternauwernood ontsnapt. Mariah was niet van plan om zich aan dat contract te houden.

Door prepaid telefoons te gebruiken hoopte ze wat minder snel gevonden te worden.

Ondanks dat bleef ze constant in beweging en sliep bijna geen nacht op dezelfde plek.

Mariah was weer dakloos, maar nu uit een noodzaak. Het was ongekend lastig om een bedrijf te runnen als je niet op één plek kon blijven, gelukkig dat Eva de lopende zaken en contact met klanten kon regelen.

Dinda nam de telefoon na de eerste rinkel al op.

'Hee' zei ze 'hoe gaat het.

'Hoe weet je dat ik dat ben?, normaal weet ik altijd alles, ik hack iedereen, zelfs de mensen die ik aardig vind' lachte Mariah

'Brutaaltje, brutaaltje' grinnikte Dinda ‘Gelukkige gok?’

‘Is je bezoek weer weg?’ Mariah lach klonk nog na in haar stem.

‘Smith kwam langs vanavond en gooide mijn ruit in, ik moet het glas nog gaan opvegen. Die man wordt een probleem'

Dinda was niet verbaasd dat Mariah had geweten dat ze bezoek had gehad van Smith. Ze leek altijd alles te weten.

‘Dat wordt hij zeker' zei Mariah bedachtzaam 'Heb jij misschien behoefte aan een gevaarlijke buurvrouw? Een die de problemen aantrekt als een magneet?’

'Hoe bedoel je gevaarlijk? Jij toch niet zeker? Jij bent niet gevaarlijk, je bent nog kleiner dan ik en ik ben al niet veel' lachte Dinda. 'Samen zijn we niks en nog minder'

Dat was hun bijnaam geweest op school. Dinda haalde amper de één meter zestig.

Mariah was een paar centimeter kleiner dan Dinda, maar verder leken ze in het geheel niet op elkaar.

Waar Dinda blond was en lange krullen had, die als kurkentrekkers alle kanten op stonden, had Mariah kort stekelig zwart haar. Blauwe ogen tegen bruin.

Smal tenger lijf tegen vrouwelijke rondingen en stevige borsten.

'Nee' zei Mariah serieus nu ‘ik ben niet gevaarlijk, maar wat in mijn kielzog meekomt misschien wel.’

'Wat heb je in gedachten?'

'Ik dacht misschien het hele terrein te kopen van miss Julia, ook dat stukje van Pete. Dan gooien we hem er uit en klaar.’

‘Zou het echt zo simpel zijn?’ vroeg Dinda zich hard op af ‘Oh, wat grappig, ik heb hem daarnet mee gedreigd.’ ze lachte hardop.

'Ik hoop dat je me als buur wil, want ik heb eigenlijk al een bod gedaan op het land. Projectontwikkelaars hebben hun hebberige blik op het terrein laten vallen en zetten het arme mens onder druk. Miss Julia wil geen dure huizen hier en dat wil ik ook niet, en ik heb een plek nodig die ik goed kan beveiligen, ik heb een kantoor nodig om te werken, ik heb de grootste plannen en ik ben er moe van om de hele tijd te verkassen. Dus... 'zuchtte Mariah,'Wat vind je ervan?'

'Wat ik ervan vind?' juichte Dinda 'Ik vind het geweldig, ik wil meedoen, ik heb een paar fantastische investeringen gedaan, ik barst van de poen.'

'Alle hulp is welkom' zei Mariah. ‘We kunnen morgen wel overleggen en ik heb een hoop papieren die we dan moeten doornemen. Miss Julia heeft nogal wat eisen. Ze wil het huis ook in de verkoop doen, maar er als huurder blijven wonen. Ze wil invloed houden op wat er gebeurt en welk bedrijven er komen en blabla. Lastige tante.'

'Miss Julia is een schatje, lastig, maar toch een schatje. Tot morgen dan' zei Dinda ' Ik ben de hele dag thuis, mijn auto is weer gesloopt.’

'Ik sta voor je deur' zei Mariah' misschien moet je even opendoen. Ik kom logeren, ik heb morgen overleg met miss Julia en met Moragh.'

Gillend gooide Adinda de deur open en sleurde Mariah naar binnen en gaf haar een stevige knuffel.

'Je gaat je vestigen, zijn je problemen met je vader opgelost? vroeg Dinda

‘Nee, zuchtte Mariah ‘en ik denk niet dat dat op korte termijn gaat gebeuren als het al ooit zover komt. Hij maakt steeds meer schulden, en hij schuift ze nog steeds af op mij en ik ga ze niet betalen. De schuld loopt op en op en op. Daar kom ik nooit meer vanaf. Zolang zijn schuldeisers denken dat ze bij mij kunnen innen, het liefst in natura, zeg maar, ben ik nergens veilig. Ik heb besloten om me in te graven en een bunker te bouwen. Ik wordt er gestoord van om de hele tijd maar in beweging te zijn. Als de boel van ons is kunnen we Smith weg jagen. Hopelijk. En de boel goed beveiligen. Ik heb werk te doen'

'Willen ze nog steeds dat je hun administratie doet? vroeg Dinda.

‘Jazeker en nog wel een beetje meer ook’ lachte Mariah ‘maar ik hack altijd de mensen die me bedreigen. Zoals DelMonte en ook Smith. Die zit ook in mijn lijstje en al zijn connecties ook. Maar om daar effectief wat mee te kunnen en om mijn werk goed te kunnen doen heb ik iets meer nodig als een laptop en een internetverbinding bij McDonald's.’

'Je kan mijn kantoor gebruiken, dan regel ik wat bewakers met hele scherpe glimlach, ook erg effectief.' Dinda grinnikte gemeen. ‘dat heb ik vanavond ontdekt’

'Ik ben bezig met nieuwe software, ideeën zat, maar daar heb ik ook de rust en ruimte voor nodig om er aan te werken. Kantoren zat hier. Maar eerst de boel kopen en dan een betrouwbaar bedrijf zoeken die de beveiliging kan doen. En een aannemer.’

‘Zal ik je auto verstoppen achter het huis?, vroeg Dinda?, dan ga ik het hek open doen.’

‘Heb je Appeltaart?' vroeg Mariah, smachtend naar een lekker stukje taart.

'Appeltaart en wijn, kom kletsen we lekker bij. Hoe gaat het met Moragh? En Eva?’ vroeg Dinda ‘Oh, eerst glas vegen en hout voor het raam spijkeren. Auto naar binnen. Laten we eerst even ons ding doen en dan kunnen we bijpraten.’

 

 

 

Hoofdstuk 2

 

DelMonte belde Smith. Hij wilde weten wanneer die kleine krullenbol vertrok. Smith had nu weken de tijd gehad om haar weg te pesten, zodat hij voor een prikkie het terrein kon overnemen van haar. Hij had niets aan de rest, als hij haar stuk ook niet had.

Smith moest hem teleurstellen, het lukte hem niet die kleine opdonder te intimideren, hoe hard hij ook zijn best deed, hij werd de meeste tijd gewoon genegeerd. Dat kon hij niet uitstaan. Ze was kleiner dan hij en als hij indrukwekkend deed moest ze gepast onder de indruk zijn. En niet hem negeren of nog erger uitlachen. Ze was niet van plan om te vertrekken en dat had ze goed duidelijk gemaakt. Misschien moest hij met grover geschut komen.

En daadwerkelijk een overval op haar plegen. Misschien wat beesten doodschieten, zoals die ezel. Die klonk altijd of hij hem stond uit te lachen. Nee, dat was allemaal nog niet zo gemakkelijk. De man zat vol met smoesjes.

DelMonte hing teleurgesteld op.

 

Peter Smith, was een kleine, misschien niet zo kleine, crimineel. Hij had een garage, waar auto’s gerepareerd zouden moeten worden, maar er waren alleen maar auto’s, geen klanten. De enige mensen die Dinda daar ooit zag, als ze langs reed, waren de gorilla’s van Smith. Ze liepen intimiderend rond en gooide geregeld stenen en blikjes met frisdrank naar haar auto. Ze reed zo snel voorbij als ze kon. Ze had geleerd om nergens voor te stoppen en haar geweer altijd opvallend bij zich te hebben.

Hij deed daar allerlei zaken die het daglicht niet konden verdragen. Dinda was er van overtuigd, er moest een reden zijn waarom hij probeerde haar weg te jagen, de man was een crimineel.

Hoe harder hij probeerde, hoe koppiger Dinda werd. Haar ramen waren ingegooid, haar auto was vernield, dieren waren losgelaten. Allemaal drama en ellende.

Smith wilde geen getuigen en geen bemoeienis met een dierenopvang, waar misschien wel veel mensen heen zouden komen. Vrijwilligers en potentiële hondenbezitters, nieuwe poezenmoeders en wat nog meer voor aanloop ze wilde aantrekken. En die moesten allemaal langs die garage rijden. Een eerlijk bedrijf zou dat een voordeel vinden.

Maar Smith niet. Hij smoorde ieder initiatief in de kiem.

Smith wilde geen vreemde ogen in zijn zaak, hij wilde geen nieuwe klanten of aandacht voor zijn bedrijf. Smith wilde dat ze wegging.

En voorlopig lukte het hem om bijna alle bezoekers weg te jagen, als ze de weg vroegen stuurde hij ze de verkeerde kant op. Maar meestal liepen zijn mannen zo intimiderend rond, dat potentiële adoptieouders meteen terug reden en niet bij de dierenopvang terecht kwamen. Ze hadden al het lef gehad om door de wijk heen te rijden en werden dan geconfronteerd met Pete en zijn trawanten. Dat was vaak de druppel.

Tot Dinda’s grote frustratie werden borden die ze plaatste meteen weer weggehaald.

Bij de oude dame die in het grote huis woonde, kwam vrijwel nooit bezoek, Dinda ging er geregeld langs om haar te helpen met boodschappen. Ze had een zoon en die kwam twee keer per jaar heel snel langs. Even de erfenis controleren. Al was hij er de laatste tijd wel wat vaker.

 

Het garagebedrijf van Smith was op het industrieterrein gevestigd, aan de oever van Het Zuidelijke Kanaal. Vlak achter de wijk Markerton Bay.

Het wijkje was zwaar verpauperd en net als het industrieterrein stond een groot deel leeg. Vervallen en ongewenst, op het uiterste zuidelijke randje van de stad.

De meeste mensen vonden een achterbuurt onaantrekkelijk om te wonen. Werkgelegenheid was er weinig en de levensstandaard was laag. Het wijkje werd met sloop bedreigt, een aantal projectontwikkelaars hadden er hun begerige oog op laten vallen. Grond aan het water was onbetaalbaar, als de juiste huizen erop zouden staan

Het was onbekend wat er dan met de overblijvende bewoners ging gebeuren.

Maar Dinda was hier geboren, ze had hier de eerste twaalf jaar van haar leven gewoond en ze hield van het wijkje. En van de mensen in de wijk, de meeste dan.

Een angstig kind was ze geweest toen haar moeder overleed.

Amper twaalf jaar oud, maar niet echt onschuldig, dat kon ook niet met een moeder als de hare. Haar moeder was verslaafd aan drugs en alcohol en had weinig besef meer van de wereld om haar heen. Ze joeg alleen nog op het volgende shot of de volgende fles met goedkope wodka.

Allerlei mannen kwamen s' nachts over de vloer en Dinda had al jong geleerd dat je bed geen veilige plek was. Dan verloor je je onschuld vrij snel.

Ze had zich zelf naar school gestuurd en er voor gezorgd dat alles zo normaal mogelijk verliep, zodat jeugdzorg er niet achter kon komen. Bij een vreemde geplaatst worden leek haar het meest afschuwelijke dat je kon overkomen. Ze had dan ook haar uiterste best gedaan om dat te voorkomen. Mensen die je niet kende waren gevaarlijk had ze al jong geleerd. Soms nog gevaarlijker dan degene die je wel kende.

Dat was allemaal opgehouden toen haar moeder overleed.

Ze was vermoord door een van haar vriendjes en ze was niet zonder slag of stoot gegaan. Ze had gevochten tot ze niet meer kon vechten. Ze was overleden in een grote plas bloed.

De politie was erbij gekomen en de chaos was compleet geweest. Het gegil en gekrijs spookten nog steeds bij tijd en wijlen door Dinda’s dromen.

Dinda was in een crisisopvang terecht gekomen en de eerste beste nacht dat ze daar sliep was er, midden in de nacht, een harige vent in haar bed gekropen. Ze had erop gerekend dat zoiets zou gebeuren. Ze was paranoïde geweest, ze had aangekleed in bed gelegen en had niet kunnen slapen.

Dinda was er onmiddellijk aan de andere kant uitgerold, onder het bed naast haar door geschoven en als een spook in de nacht verdwenen.

Later die nacht was ze terug naar haar oude huis gegaan, om haar spullen op te halen.

En dat was dat. Einde bemoeienis instanties. Dinda was onvindbaar.

Op straat had ze al snel geleerd dat als je ergens om huilen of om lachen kon, lachen een betere optie was. Huilen hielp niet. Lachen maakte je sterk. Een grote bek hielp ook. Dinda was klein, maar haar mond was groot genoeg, met een stalen hart om het te ondersteunen.

Angst was een emotie die vrijwel niets toevoegde, alleen maar behoedzaamheid. Het zorgde er alleen maar voor dat je alert bleef op je omgeving, maar verder niets.

Waakzaamheid kon ook zonder angst. Zielig in een hoekje gaan zitten huilen had nog niemand geholpen.

Een paar maanden later was ze Mariah in een winkelcentrum tegen gekomen en zij had Dinda mee naar huis genomen als een verdwaalt zwerfhondje. Daar was een hele wereld voor haar open gegaan. Ze had nog nooit in een huis gewoond, waar je rustig naar bed kon gaan en slapen tot de volgende ochtend.

Mariah’s moeder had een kroeg vlakbij de wijk waar ze vandaan kwam. Zo kon ze af en toe haar oude wijk bezoeken.

Er waren veel mensen geweest, in het woonwijkje, die haar lot hadden aangetrokken en eten hadden afgegeven, of kleding toen haar moeder nog leefde.

De hulp van die mensen hadden haar het leven een stuk gemakkelijker gemaakt en ze dacht daar vaak met dankbaarheid aan terug. Het was een van de redenen dat ze uiteindelijk hier beland was.

 

In de paar maanden dat ze terug was, was het een en al gedonder met Pete Smith.

Omdat er op het industrieterrein zo veel leeg stond was het de ideale locatie voor haar dierenopvang, waarvan de honden wel het grootste deel vertegenwoordigde, maar in principe was ieder dier welkom. Zo was er een ezel, een enorme lastpak, en een koppel ganzen.

Ze had uiteindelijk een aanzienlijk stuk van het terrein gekocht, waarvan een groot deel ruige begroeiing was. Lawaai was geen bezwaar.

Het industrieterrein bestond uit een stuk of 6 bedrijfspanden en loodsen. Met bij behorende parkeerterreinen.

Een huisje voor de havenmeester en een oude kade, bekroonde het geheel.

Op dit moment waren er maar twee panden in gebruik. Pete’s garage en de dierenopvang.

Er liep maar één toegangsweg van noorden naar zuid op het terrein en die weg slingerde langs de bedrijven helemaal naar de zuidpunt en het grote huis. De toegangsweg liep dwars door de woonwijk.

In noorden lag het garagebedrijf van Peter Smith en de woonwijk.

De Oostkant van het terrein lag aan Het Zuidelijk Kanaal en was woest begroeid met wilgen, hoog gras en alle soorten onkruid die je maar kan bedenken. Tussen al het onkruid en bomen lag een grote poel, daar woonden de ganzen en een paar eenden. Aan de oostkant zat de dierenopvang van Dinda.

Het Zuidelijk Kanaal klonk kleiner dan het in werkelijkheid was, het was een grote rivierarm die om de zuidkant van de stad kromde. Het scheidde het wijkje van de grote stad en je moest een brug over om het centrum te bereiken. Om het wijkje heen lag nog wat stedelijk gebied met hoge flats en winkelcentra, maar de rand van de stad was niet ver weg meer.

Vroeger was het een druk bevaren kanaal geweest, maar tegenwoordig was dat een stuk minder.

Alleen nog wat jachten en zeilboten. De bedrijven waren allemaal verdwenen.

Wat wel gebleven was, was het fenomenale uitzicht op het kanaal en de stad daarachter.

Het uitzicht over het kanaal was fantastisch, vooral met de lichtjes van de stad in de verte.

De kade was niet zo vervallen als je zou verwachten, met het huis van de havenmeester er vlak bij. Ook dat huis was er minder erg aan toe. Dinda had in eerste instantie haar oog op dat terrein laten vallen.

Miss Julia had dat huis niet aan Dinda willen verkopen, maar alleen het stuk wat ze nu had.

Dat was een vervallen loods geweest met een opzichterswoning.

De woning had Dinda zelf gerenoveerd en de loods had ze laten afbreken en vervangen door kennels en een stal.

In het middenstuk lag een verlaten staal fabriek. Het was een enorm bakstenen gebouw met een hoog middenstuk en twee wat lagere vleugels, zodat het een gigantische u vormde.

De binnenplaats die zo gevormd werd lag vol met rommel.

Het westen van het terrein werd begrensd door een hoog flatgebouw van 6 verdiepingen. De staalfabriek lag precies tussen het flatgebouw en de opvang in.

Verder zuidelijk stond nog een kleine glasfabriek en een flink aantal loodsen.

In het zuiden liep het land uit in een punt en daarop stond het mooiste huis wat je maar kon bedenken. Groot, wit en majestueus. Een tikje verveloos, maar nog steeds schitterend.

Het zuidelijk kanaal stroomde er deels omheen, zodat er een soort schiereiland ontstond.

Een wildernis omringde het huis, een behoorlijk verwaarloosde tuin. Het moest vroeger een grandioos gezicht zijn geweest. Vergane glorie, net als het industrieterrein en de woonwijk.

In het huis woonde een oude dame.

Miss Julia.

Zij was de eigenaar van het land waarop het industrieterrein was gebouwd en van haar had Dinda haar stukje gekocht.

De garageman huurde.

 

 

Hoofdstuk 3

 

‘Zoek Tommy en breng hem om’ gromde DelMonte ‘Of hij moet zijn dochter hier morgenochtend afleveren.’

‘We kunnen hem niet meer vinden, ik denk dat het te heet werd onder zijn voeten en dat hij gevlucht is.’

‘En zij? Kun je haar dan vinden?’ DelMonte keek zijn medewerker koud aan.

‘Zij is ook verdwenen, maar ik denk dat ze nog in de buurt is’ de man keek naar de grond, het angstzweet liep over zijn rug. ‘Ik zal harder zoeken’

‘Dat is je geraden’ gromde DelMonte.

 

Phil Morgan had behoorlijk de pest in. Hij liep grommend het kantoor rond. Hij sloeg op zijn bureau en schopte tegen een stoelpoot. Het nieuws van de huisbaas dat hij het pand ging afbreken en nieuw ging bouwen was slecht gevallen. Natuurlijk konden ze in het nieuwe gebouw huren, over een jaar, tegen een drie dubbele huur. Veel te duur. Dus wat nu? Veel tijd om te verkassen kregen ze niet. Over een maand moest het pand leeg zijn.

Verhuizen was aan de orde nu, maar wat had hij een hekel aan verhuizen. Je had veel te veel troep na vier jaar op dezelfde stek. Dat moest je op zijn minst uitzoeken.

Tenminste, dat is wat zijn moeder zou zeggen. Hij kwam in de verleiding gewoon alles in te laten pakken en te verplaatsen. Maar waarheen?

Zijn jongere broers kwamen het kantoor binnen en ploften op de bank. Ze waren een identieke tweeling. Alle broers leken enorm veel op elkaar.

Lang, gespierd met krachtige kaken en een brutale glimlach.

Zwart haar en ondeugende blauwe ogen. Het lange gespierde lijf van hun vader en haar en de opvallende ogen van hun moeder. De stevige neus van hun vader. Het was een aantrekkelijk geheel. Drie heel erg knappe mannen.

‘We moeten verhuizen’ zei Phil somber

‘Och' zei Drake

‘Oh, waarom' vroeg Dave

'Dit pand wordt afgebroken, we mogen over een jaar terug komen'. Mokte Phil

'En waar blijven we dat jaar? Op de stoep?' grijnsde Dave

'Niemand die het weet. Ander pand zoeken. Huren? Kopen? Waar? Ik heb het er te druk voor, ik heb er geen zin in. Ik heb er vooral geen zin in' zuchtte Phil. ‘Wil één van jullie misschien..?

'Ha nee', zeiden de mannen in koor.

'Waar heb je het zo druk mee?' vroeg Drake

'Nieuwe klant. Bodyguard nodig voor een dame van een dierenopvang. Zij wordt bedreigt door een buurman. Dus, wie wil. Zou appeltje eitje moeten zijn.'

'Dat is een werkje voor Dave’ zei Drake meteen ‘Die houd van appeltjes en eitjes, dan zal ik ondertussen wat makelaars bellen om te zien wat onze opties zijn. Een beetje groter als dit zou leuk zijn.' Drake was goed in dingen regelen, daar hield hij van. Van de drie broers was hij de regelneef. Afkeurend keek Drake om zich heen. Het kantoor was klein en armoedig. Maar vooral klein.

Toen ze met Morgan Security begonnen zat de tweeling nog bij de Navy Seals en hielpen Phil tussen missies door. Phil was gestopt bij de mariniers.

Na tien jaar gevochten te hebben was hij er klaar mee. Hij was gedesillusioneerd door zijn jaren in dienst. Hij had gehoopt dat hij een verschil maakte, maar niets was minder waar.

Niets veranderde ooit, het diende geen enkel doel. De teleurstelling en desillusie waren groot geweest. Evenals de trauma’s die hij had opgelopen. Na een enorme worsteling en veel therapie was hij klaar voor iets nieuws geweest.

Hij was begonnen met Morgan Security, zodat hij zelf de zaken in de hand hield.

Nu pas had hij het gevoel dat hij verschil maakte. Veel van zijn klanten waren bekende rijke mensen, die voor de een of andere reden bewaking nodig hadden. Maar hij had ook zaken van minder bekende mensen. Die vond hij persoonlijk veel interessanter. Dat vergde veel meer van zijn skills als gewoon een bodyguard. Sinds twee jaar draaiende de tweelingbroers full time mee en de zaken gingen steeds beter. Tegenwoordig haalden ze er een heel aangenaam inkomen uit.

Veel van hun oude teamgenoten hadden ze in dienst genomen en ze hadden een goede naam opgebouwd. Het pand liep daarbij achter, maar ja, Phil hield niet van veranderingen en verhuizen was een verandering.

 

Dave keek op het adres wat hij had gekregen. De navigatie kon het niet vinden.

Het industrieterrein was leeg en bouwvallig. Overal graffiti en zo te zien slaapplekken van daklozen. Grote gaten in de weg. Autowrakken en grote machines langs de kant van de weg en in de struiken. Afval en aftakeling. Metershoog onkruid. Om depressief van te worden.

Hij was net een garagebedrijf gepasseerd en de zware jongens daar nodigde niet uit om de weg te vragen. Dat zou eerder op een vechtpartij uitdraaien, dan ordentelijke aanwijzingen om de weg te vinden. En daarbij, hij was een man en een soldaat, die vragen de weg niet, maar gebruiken navigatie en als die het niet weet verdwalen ze. Hij grinnikte zachtjes in zichzelf. Als zijn moeder die redenatie hoorde, had hij meteen een klap voor zijn kop gehad. Warme oren krijgen noemde ze dat altijd. Ze kon dat machogedrag niet uitstaan.

Ondertussen had hij nog steeds die dierenopvang niet gevonden. Hij floot opgewekt tussen zijn tanden. Hij hield van dit soort zaken, zo kwam je nog eens ergens. Grinnikend keek hij om zich heen.

Het ene bouwvallige pand na het ander, toch kon hij wel de potentie zien. Misschien was het wel wat voor Phil. Veel ruimte voor verbetering, dan konden ze het in één keer goed doen en dan hoefde ze niet meer te verhuizen. Vooral veel ruimte.

Vriendje Ben was net een aannemersbedrijf begonnen en kon wel wat klanten gebruiken.

Win win, dacht Dave. Hij stuurde Phil een tekst met zijn idee. Hij was er zelf enthousiast over. Hij reed nog een stukje door, een hoek om, om een groot gebouw heen, nog een hoek en zag het gebouw dat hij zocht meteen.

Het was een langgerekt wit houten gebouw. Geheel gerenoveerd en keurig in de verf. Een vriendelijke huiselijke uitstraling. Voor de deur van het huis stond een gebutste wagen geparkeerd met kapot gesneden banden. Het deed onmiddellijk af aan de uitstraling van het pand. Een veranda aan de voorkant met potten bloeiende planten. Boven de voordeur hing een bord met in krullerige letters

Safe Haven.

 

Als een vlag op een modderschuit paste het geheel niet in de vervallen omgeving.

Het terrein achter het huis was omheind met een hoog hek van zeker twee meter, het sloot aan op het huis, zodat de achterkant binnen het hek viel. Hij hoopte dat het huis goed beveiligd was. Het had niet zoveel zin om een hoog hek neer te zetten als je door de voordeur zo naar binnen liep. Hij liep naar de voordeur, daar hing een briefje wat hem naar het hek verwees.

Een raam was afgetimmerd met een plaat hout. Dat was dan wel weer jammer, vond hij.

Achter het huis lagen speelveldjes en kennels, zag hij door het hek heen glurend.

Hij zag een belknopje naast het opengaande deel van het hek, met een bordje erboven met het woord BEL en een pijl naar beneden, hij drukte op het knopje.

In de verte hoorde hij een bel gaan. Een heel hondenkoor werd hoorbaar. Hoorde hij nou ook een ezel balken? En ganzen?

Een poosje gebeurde er weinig, maar toen zag hij een klein vrouwtje aan komen lopen.

Ze had een blonde krullenbol met kurketrekkerkrullen. Ze droeg een zwarte, strakke spijkerbroek en een hemelsblauwe trui. Aan haar voeten had ze een paar zware laarzen.

Ze was net een klein elfje vond Dave. Hij wachtte totdat ze dichterbij was. Ze liep met een gedecideerde pas en grote stappen. Haar krullen dansten alle kanten op. Ze was van dichtbij net zo leuk als van een afstandje.

Ze had de mooiste blauwe ogen die hij ooit gezien had en nadat hij de boze vonk had gezien, besloot hij dat ze meer op een woest elfje leek als lief en klein.

Hij vroeg zich af hoe ze eruit zou zien als ze ondeugend was en lachte. Of als ze opgewonden was. Zijn hart begon te bonzen. Zijn gedachten dwaalden een heel verkeerde kant op.

'Als je van Smith komt, kun je wel weer gaan. Wat hij ook voorstelt het antwoord is nee' zei ze op een toon alsof ze het tegen een achterlijk kind had.

Het elfje keek met een kwaad gezicht tussen de tralies door. Lief stond niet in haar woordenboek vandaag, dat was duidelijk.

‘Ik vertegenwoordig Morgan Security en ik ben op zoek naar Adinda Holbrook’ Dave glimlachte vriendelijk naar haar.

'Holbrook, dat ben ik' viel ze hem in de reden 'Sorry voor de ontvangst. Noem me Dinda' Haar stem klonk nog steeds kortaf, maar een fractie vriendelijker.

Ze had in ieder geval het fatsoen om een beetje beschaamd te kijken. Ze keek in die blauwe ogen en voelde haar wangen warm worden.

'Jij bent mijn bodyguard, maar je bent veel te knap om een bodyguard te zijn' flapte ze eruit en ze bloosde heftig. Ze had ineens zweterige handen.

Arg dacht Dinda, waar kwam dat nou ineens vandaan? Ik moet nodig mijn mond leren houden. Blozen ik? Dat is jaren geleden. Maar wat een ongelofelijk lekker ding.

Ze moest gewelddadig de neiging onderdrukken om zichzelf geen klap in het gezicht te geven.

‘Bedankt voor het compliment, maar ik moet nog steeds eten, dus werken, ben jij altijd zo direct? ' zei Dave nuchter en stak zijn hand uit. Er vonkte een brutaal lichtje in zijn ogen. Hij had de onuitgesproken uitdaging aangenomen.

'Dave Morgan, aangenaam' hij genoot enorm van haar rode wangen.

Aanbiddelijk, dacht hij.

'Ah, meneer Morgan zelf, zeer vereerd' zei ze en pakte zijn hand ‘de oppergod zelf.' Nee kreunde ze inwendig, houd je mond, houd je mond, houd je mond.

Haar wangen werden nog een tintje roder.

'Nee, helaas, een mindere god, mijn oudere broer Phil is de opperste god.' lachte Dave en hield nog steeds haar hand gevangen door de tralies van het hek 'maar ik ben natuurlijk knapper' Zijn blauwe ogen twinkelde ondeugend’. Er leek een elektrische stroom door haar hand te gaan. Ze begon te zweten.

Een beetje vochtig handje, dacht hij, dit stond wel prettig. Hij kon haar hartslag goed voelen. Het klopte als een razende.

Ze trok aan haar hand, maar hij wilde niet los laten. Hij hield haar steviger vast.

Ze trok nog een keer aan haar hand, hij liet nog steeds niet los. Zijn grijns werd steeds breder.

'uh, als je me los laat, dan kan ik het hek voor je opendoen. Dan kan je aan deze kant komen en doen waarvoor je komt. Mijn lijf bewaken'

Zuchtend liet Dave los en vond het zonde.

'Jammer” zei hij met een lief lachje ‘ik stond best lekker, krijg ik je hand weer terug als ik door het hek heen ben?’

'Ik dacht van niet' mompelde Dinda, hoog rood. Haar hand voelde warm aan, haar vingers tintelde.

Dave genoot.

 

Dinda pakte een sleutel uit haar zak en begon het hek van het slot te draaien. Haar hand trilde een beetje. Het zweet stond op haar rug.

Belachelijk, dacht ze, jaren over straat gezworven en nu stond ze te trillen als een natte poedel. Voor een man ook nog, bizar. Maar wel een hele mooie. Een hele hele mooie, dacht ze, een beetje weemoedig. Ze zuchtte. Haar wangen brandde nog steeds.

Ze kneep haar ogen even tot smalle spleetjes.

Terwijl ze het hek openzwaaide, hoorde ze gierende autobanden de hoek omkomen.

Dave reageerde in een flits, wierp zich tegen het hek aan, naar binnen, greep Dinda bij haar arm en sleurde haar uit het pad van de auto en begon tegelijk het hek te sluiten.

Het hek viel vanzelf in het slot. Dinda stond even te duizelen en was gedesoriënteerd van de snelle actie van Dave. Hij had een arm om haar heen en had haar een beetje achter zich geschoven alsof hij haar beschermde tegen rondvliegende kogels.

De auto ging vol in de remmen en stond op een haarbreedte van het hek stil.

Vanuit de geopende ramen kwam keiharde rap en luid gelach.

‘Dat flikken ze nu iedere keer, en iedere keer weer schrik ik me rot' mopperde Dinda ‘je zou zeggen dat je eraan zou wennen, niet dus'

Dave sloeg zijn andere arm ook om haar heen in een troostend gebaar.

Dinda vond het stiekem een prettig gevoel, al zou ze dat nooit toegeven, zelfs niet aan zichzelf. Daves borst was als een rotswand van spieren, alleen een stuk warmer als rots.

Ze voelde zijn hart bonzen. Ze leunde even tegen hem aan en snoof zijn geur op. Hij rook lekker.

Hij hield haar stevig vast, hij voelde een gespierd lijf tegen zich aan. Dave keek een beetje verbaasd op haar neer. Ze leek zo een klein en breekbaar poppetje, maar ze was veel sterker dan je dacht.

'Je buurman?’ vroeg hij.

'De buurman' zuchtte ze ‘het etter'

Hij liet haar weer los en Dinda huiverde. Koud, dacht ze, zo zonder lekkere warme vent. O, wat ben ik diep gezonken. Knuffelen met mijn bodyguard. Nu al, hij is er net. hoe snel kun je iemand bespringen. Ze grinnikte zacht voor zich uit.

De auto vertrok weer met gierend banden.

Dave keek de zwarte SUV na met samen geknepen ogen na. Hij keek naar het kenteken.

'Het kenteken heb je niets aan' zei ze ‘Een vriendinnetje van mij heeft ze na getrokken. Of ze bestaan niet, of ze zijn gestolen. De grote baas weet van niets, zegt hij en heeft altijd getuigen dat hij een brave, eerlijke ziel is.’ ze lachte spottend.

'Dus jij hebt vriendinnetjes die kentekens kunnen natrekken.' Dave trok vragend een wenkbrauw op.

'Ze kan nog wel wat meer als kentekens natrekken' mompelde Dinda 'maar ze is wel de reden dat je hier bent. Koffie? Dan leg ik je alles uit'

 

 

Hoofdstuk 4

 

DelMonte zat in zijn bureaustoel en keek in zijn glas met dure whiskey.

Hij bepeinsde dat de zaken niet helemaal naar wens gingen. Hij kon haar niet vinden.

Hij hoorde zijn mannen wel lachen op de achtergrond.

Het mens was drie turven hoog en hij kon haar niet vinden. Hij nam nog een slok. Hij liet de whisky bedachtzaam door zijn mond wentelen. Dat smaakte naar meer.

Er moeten dingen veranderen hier, besloot hij. Ik ben veel te lief geweest, dacht hij vol wrok. Hoe kon ik er in trappen, een vrouw kopen, dat heb ik nog nooit gedaan, ik heb altijd gewoon genomen wat ik hebben wilde. Ik heb me laten verblinden door de mogelijkheden die ze bied.

Ik had er op moeten staan dat Tommy leverde. Ik had zijn smoesjes niet moeten geloven. Ik ga het anders aanpakken, geen zoet broodjes meer, keihard erin. Slachtoffers maken, dat ga ik doen. Niet goedschiks, dan maar kwaadschiks. Je moet DelMonte niet kwaad maken.

Hij toostte tevreden naar het plafond en nam weer een slok.

 

In de keuken keek Dave om zich heen.

De keukenkastjes waren wit gelakt. Het aanrecht was brandschoon. Een grote tafel stond voor het raam. Het raam keek uit op de achterkant en op een speelveldje waar een paar honden aan het ravotten waren. Twee grote lelijke gespierde honden.

Eigenlijk was het gebouw één grote ruimte.

Er hingen gezellige gordijnen voor de ramen, met zonnebloemenmotief. Erg huiselijk, allemaal.

Hij keek vanuit de keuken zo het kantoor in en naar de voordeur.

Hij lette speciaal op de voordeur, hij telde zo al vier grendels en de deur had een slot en camerabewaking. Daar was niets mis mee.

Er was links naast de voordeur een trap naar boven. Rechts zat ook nog een deuropening, dwars op de voordeur. Er was geen huiskamer. Zou ze hier wonen? vroeg Dave zich af, of was dit alleen maar werkruimte?

Op het bureau stonden twee laptops en op de keukentafel één.

Een andere klein vrouwspersoon kwam door de deuropening heen. Op de achtergrond hoorde hij stromend water.

Toilet, dacht hij.

De jonge vrouw was nog kleiner dan Dinda. Ze droeg een blauwe spijkerbroek en een grijze slobbertrui. Een paar roze gympen maakte de outfit af. Ondanks haar lengte had ze een paar stevige borsten.

Ze had kort zwart haar, dat alle kanten opstond alsof ze er met haar handen doorheen gewreven had.

En dat was precies wat ze had gedaan, realiseerde hij zich, toen ze beide handen stevig over haar schedel haalde.

'Mariah’ zei ze en stak haar hand uit, trok hem weer terug voordat hij hem kon pakken, inspecteerde haar handpalm en stak haar hand weer uit.

Blijkbaar was haar hand goed gekeurd en ze schudde zijn hand. Haar grip was verrassend stevig.

‘Fijn dat je zo snel kon komen’ zei ze ‘maar is één persoon niet een beetje weinig? Ik had meer mensen verwacht.’

Ze dirigeerde hem naar de grote eettafel,wees op een stoel en plofte zelf op een andere.

‘Dave Morgan, weinig voor wat?’ Dave vroeg zich af waar ze het over had.

‘Aha, je bent nog niet op de hoogte. Ah oké Ja, beginnen bij het begin.’ Mariah zuchtte diep.

‘Ik heb bescherming voor mezelf gevraagd, tegen Smith’ zei Dinda ‘ik wilde dat niet voor jou over de telefoon doen, officieel ben je niet hier, oké? Voor het geval dat iemand mijn telefoon afluistert.’

Mariah knikte begrijpend.

‘Mijn vader is een gokker, niet bepaald een briljante, vrees ik. Hij maakt overal schulden bij meestal louche figuren. Hij belooft die mensen dat ik zijn schulden betaal. Is het niet met geld, dan is het wel met diensten. Ik heb een nogal speciaal talent met computers.’

Ze haalde eens diep adem.

‘Dit duurt nu al een poosje en ik ben al een tijd constant in beweging om die mannen te ontwijken. Dat is slecht voor mijn eigen zaken.’

Ze haalde weer diep adem, alsof het haar moeite kostte om hem dit te vertellen. Dave vroeg zich af waar dit heen zou gaan.

Mariah praatte verder

‘Nu ben ik het zat en ik heb vanochtend samen met Dinda, Eva en Moragh dit terrein gekocht. Het hele industrieterrein, het grote huis en een deel van de woonwijk. Dat was voor ons ook een verrassing. Dit hele terrein moet bewaakt worden totdat we het goed kunnen beveiligen.’

‘Wie verwacht je dan die op bezoek komen?’ vroeg Dave, een tikje overdondert.

‘Ach ik weet het niet precies. Smith, de buurman, in ieder geval, misschien nog wat zware jongens uit de stad. De zoon van miss Julia, die zal ook pissig zijn dat ze de boel aan ons heeft verkocht en niet aan die projectontwikkelaars. De projectontwikkelaars’

Mariah haalde haar schouders op.

‘We zijn van plan om de boel op te knappen en soort wijkplaats te maken voor vrouwen in de problemen. Een opvang, soort van, maar ook een plek waar ze veilig kunnen leren en werken. Dus we hebben meer mankracht nodig, ik heb iemand nodig die plannen kan maken om de boel te verbouwen en te beveiligen, ik heb een betrouwbare aannemer nodig.’

Dave was een beetje overdonderd over de snelheid waarop de informatie op hem werd afgevuurd.

Hij moest even nadenken over wat ze allemaal vertelde. Hij krabbelde nadenkend in zijn haar.

Intussen had Dinda drie grote mokken koffie op tafel gezet en liep terug voor lepeltjes, suiker en melk en drie grote stukken appeltaart. Het water liep hem in de mond. Versgebakken appeltaart. Mm

‘Dus dit hele terrein moet beveiligt worden. Ook de garage? De wegen, het huis. Hoe had je dat gedacht?’

‘We hadden eigenlijk bedacht dat we een toegangshek zouden willen en het hele terrein als privéterrein te bestemmen. Met een mannetje aan de poort of zo.’

Dinda's stem stierf weg, een beetje onzeker

‘Maar voor nu moet je op Mariah passen, zij loopt het meeste gevaar.’

‘En Pete moet vertrekken, natuurlijk. Hij is een crimineel. Geen criminelen hier.’ glimlachte Mariah.

Dave tikte nadenkend met zijn nagels op de tafel.

‘Voorlopig blijf ik hier,’ zei hij ‘het beste wat ik kan doen is mijn broers bellen. Phil is de baas, hij beslist wat we doen. Dit is groter dan verwacht. Ik ga mijn auto binnen het hek zetten en even een paar telefoontjes plegen. Heb je een sleutel van het hek voor mij?’

Dinda knikte en ging op zoek naar een sleutel.

 

Een paar uur later waren ook Phil en Drake in de dierenopvang gearriveerd. Eerst hadden ze wat rond gereden en de boel bekeken.

Met z'n drieën hadden ze boven de plattegrond gehangen. Ze hadden plannen gemaakt en weer verworpen.

Ze hadden Morgan Security een plekje in de plannen gegeven, ook al moesten ze dat nog overleggen met de meiden. Ze kenden er maar twee van de vier.

Toen Phil Mariah voor het eerst zag dacht hij, voor mij. Zijn hart klopte in zijn keel en zijn handpalmen werden vochtig. Hij moest krachtig de neiging onderdrukken om zijn handen aan zijn broek af te vegen.

Dat was hem nog nooit overkomen. Hij was een getrainde soldaat, godbetert, en had de onderkant van de maatschappij gezien. En dan zo’n reactie?

Hij was diep onder de indruk van het kleine vrouwtje.

Ze bruiste van de energie en de plannen die ze aan het maken waren. Van haar standvastigheid en lef om het tegen een misdaadbaas op te nemen.

Hij schrok van zijn eigen bezitterige gedachten, maar hoe meer hij keek naar dat kleine vrouwtje, met al die rondingen en die ogen, hoe meer hij naar haar toegetrokken werd.

Die bruine ogen met de kleur van een goede whiskey. Van mij, dacht hij weer, bezitterig.

Hij haalde diep adem en gaf zichzelf een schop onder zijn kont. Laat je niet afleiden, dacht hij. Hij had haar hand iets te lang vast gehouden. Mm dat voelde goed. Zijn vingers tintelde.

Hij legde zijn andere hand over die van haar, zodat hij haar hand in beide handen hield.

Ze trok haar hand los, jammer. Oké, aan het werk. Phil zuchtte diep.

Het was lang geleden dat hij achter een vrouw had aangezeten. Hij hoopte dat hij nog wist hoe het moest.

Hij wist niet zeker of hij het lef nog wel had. Hij was niet geheel onbeschadigd uit zijn diensttijd gekomen.

Meestal was hij onbevreesd, er kon op hem geschoten worden en hij had er geen moeite mee om daar op te reageren, maar de interactie met vrouwen was lastig. Zeker nu hij zich zo bezitterig voelde.

Met deze vrouw was hij wel bereidt het nog een keer te proberen. Ook al stond het zweet in zijn nek. Hij gaf haar een knipoog.

‘Deze twee panden zou ik helemaal afbreken’

Phil wees ze aan op de kaart ‘Ze zijn dermate slecht dat het gevaarlijk is.’

Hij keek Mariah aan. Zij had zich bij de mannen gevoegd om hun mening te horen.

‘Dit gaat veel geld kosten’ zei hij ‘Weet je zeker dat je dit wilt? Het is heel veel werk’

Voor Mariah kon antwoorden, zei Dave

‘Ik ga Dinda even helpen met de honden, ik hoor later wel wat er besloten is’

En hij maakte dat hij weg kwam.

Hij had Mariah ingeschat als klein, maar fel en hij voelde de spanning.

Al was hij er niet helemaal zeker van wat voor spanning het was. Of ze gingen zo meteen vechtend over de vloer of ze deden geheel iets anders op diezelfde vloer.

Daar wilde hij hoe dan ook niet tussen zitten.

Hij had zich voorgenomen zo ontspannen mogelijk door het leven te gaan en als hij stress kon vermijden dan zou hij dat niet laten. Dinda was zo veel leuker.

Drake keek grinnikend toe, hij genoot van het ongemak van Phil. Dat had hij lang niet gezien.

Mariah zuchtte ongeduldig. Ze keek naar de lange man met het zwarte haar en de blauwe ogen. Ze taxeerde zijn brede schouders en het strakke kontje, die had ze uitgebreid bekeken toen hij over de kaart heen boog.

Hij moest het begrijpen. Hoe kon ze hem het laten begrijpen.

‘Ik ben nu alweer twee jaar onderweg, ik slaap geen nacht op dezelfde plek. Ik heb werk te doen en ik krijg het niet gedaan. Ik heb een veilige, rustige plek nodig om te werken.’ Haar stem klonk niet vriendelijk.

Phil gaf haar een grote grijns, hij moest haar milder zien te stemmen om zijn idee te verkopen. Het was een heel goed idee geweest van Dave en dit terrein was echt iets voor Morgan Security. Dan moest hij het nu niet verpesten

‘Ik heb een voorstel voor je. Wij zoeken een nieuwe thuisbasis. Ons pand wordt afgebroken voor nieuwbouw. Ik zie de potentie hier.’ Phil krabde zijn kin, zodat de baardharen een raspend geluid maakte.

Mariah huiverde.

‘Ik wil een verdieping van het grote pand’ hij wees op de kaart ‘huren of kopen en daar mijn nieuwe hoofdkantoor vestigen. Als jij een verdieping daarboven neemt zit je altijd veilig. Ik ken een aannemer, Ben, legermaatje van me, betrouwbaar en snel. Zal ik hem bellen?’

'Ja doe maar,’ zuchtte Mariah.

Verdorie werd die arrogante soldaat haar nieuwe buurman? Wel een lekker ding.

Veel te groot voor haar, natuurlijk, hij stak een ruime kop boven haar uit. Maar, ja het oog wil ook wat. Hoe hou je je handen thuis als hij zo dicht bij is? Mariah had geen idee.

Ze had Morgan Security uitgebreid nagetrokken. Sinds het gedonder met DelMonte had ze zich aangewend om iedereen die op haar pad kwam na te trekken.

En Mariah deed haar werk grondig. Ze had een compleet dossier over Phil en zelf zijn meest geheime missies stonden daar in.

Ze had het goed opgeborgen. Alleen zij kon erbij. Ze wist precies wat voor man hij was en alles over vorige relaties, al waren dat er niet veel.

Phil pleegde een telefoontje met zijn vriend Ben. Naderhand probeerde hij uit te leggen wat voor plannen hij had.

‘Ik zal een tekening maken voor wat ik in gedachte heb’.

Hij tekende met grote halen een streep op de kaart.

‘Hier een hek, en daar een poort met portier, zoals jullie wilden, hier camera's met infrarood. Bewegingsmelders hier en hier.’

Hij markeerde verschillende plekken op de kaart.

'Die woestenij wordt opgeruimd, zodat er beter zicht is op insluipers van die kant.

Hij keek Mariah aan,

'Is dat wat, liefje?’ vroeg hij.

'Noem me geen liefje, dat is wel wat. En het grote pand?’

‘Het grote pand verdelen we. Begane grond wordt overdekte parkeergarage, dan komt Morgan Security. Daarboven maken we een verdieping met een aantal woningen, voor de dames in nood. Bovenin een penthouse met kantoor en balkon voor jou. Feedback, schatje?’

Ze vond geweldig dat hij aan de opvang had gedacht en dat hij de meest veilige plek had gevonden.

‘Noem me geen schatje’ zuchtte Mariah ‘Klinkt goed. Behalve dat penthouse. Te hoog, te kwetsbaar? Ik weet niet, mm, voelt niet goed.’

‘Kogelvrij glas is een optie, lieverd, er zit nergens een raam in op het moment. We moeten nog praten over het budget.’

‘Noem me geen lieverd’ Mariah begon haar geduld te verliezen met de lange man.

Hij leek alles veel te gemakkelijk te vinden. Hij overal een weerwoord op.

‘Maar ik maak me zorgen over de flat die er staat. Die kijkt uit op het dak en iemand met een geweer heeft vrij zicht, of een raketwerper’ overdreef ze.

‘Mm, ik snap je punt, heb je zulke gevaarlijke vijanden? Verwacht je zulke types hier?’

Hij krabde weer over zijn kin. Misschien moest hij nog eens goed nadenken over de beveiliging van dat pand.

‘Je hebt geen idee.’

Ze klonk een beetje kribbig. Ze werd gek van dat raspende geluid.

‘Dit wordt een hele kostbare klus, gaan jullie dat redden? Ik heb ook nog wel wat te investeren.’ stelde Phil voor.

‘Dat moet ik overleggen met Dinda, Eva en Moragh, misschien moeten we er een hele andere bedrijfsstructuur van maken, dat weet Moragh wel’

Het viel Mariah op dat hij zijn koosnaampjes niet gebruikte op het moment dat het serieus over zaken ging. Zoveel respect had hij nog wel.

‘Ben komt morgen langs en dan inspecteren we het hele terrein. Ga jij ook mee? Ik zal wel op je passen.’ na een korte stilte ‘kleintje’ Hij grinnikte.

De diepe bas van zijn lach sprak Mariah wel aan.

Heel zijn serieuze gezicht lichtte op als hij zo ondeugend was. Zijn ogen glinsterden.

Mariah zuchtte diep en melodramatisch.

Hoofdstuk 5

 

Hij had een slechte dag gehad. Een hele slechte dag. En een nog slechtere avond.

Zijn nieuwe zakenrelatie had een hoop vragen gesteld over die vrouw, hij wilde weten wanneer hij haar kon ontmoeten. Hij wilde haar kopen. Hij was veel te geïnteresseerd geweest. Die aandacht was niet goed. Aan zaken waren ze ternauwernood toegekomen.

Hij kon die vrouw natuurlijk niet laten zien, ze ontsnapte hem steeds, maar dat kon hij niet toegeven.

En hij wilde haar ook niet verkopen.

DelMonte had wat smoesjes verzonnen en hij was bang dat dat doorzien was. Daar ging zijn goede naam. Met het terroriseren van zijn huishoudster kwam hij er niet. Dat was duidelijk.

Hij gooide met zijn glas naar zijn huishoudster en met zijn telefoon naar zijn Nummer Twee.

Nummer Twee dook op tijd opzij, in plaats van de telefoon te vangen. De telefoon knalde tegen de muur en viel in stukken uit elkaar, alweer.

Nummer Twee sloop weg. Hij was niet gediend van het gedrag van zijn baas, maar tegensputteren kon je het leven kosten. DelMonte was een levensgevaarlijke man.

 

Met z’n drieën liepen ze door het grootste pand op het industrieterrein. Het was een kolossaal groot gebouw, daterend uit de vorige eeuw. Er was een staalverwerkingsbedrijf in gevestigd geweest.

Het was van rode baksteen gebouwd. De fundering van het gebouw was zwaar en stevig uitgevoerd en nog in goede staat.

De grote walsen waren weg, wat enorme lege hallen en hoge plafonds opleverde.

De ramen waren gigantisch groot, verdeelt in secties zodat er grote blokken ontstonden. Ze waren bijna allemaal kapot. Er waren reusachtige roldeuren in de twee vleugels. Je kon de weg van het ijzer nog volgen. De takels tegen de zoldering. De enorme funderingen van de ovens waren er nog. De ovens ontbraken.

De twee vleugels van het gebouw vormden een hoek met het hoofdgebouw, zodat er een ruime binnenplaats ontstond, met één open kant. De binnenplaats lag vol met rommel en schroot.

Het gebouw was heel ruim, drie verdiepingen hoog, terwijl de verdiepingen op zich ook hoog waren, wel meter of tien. Aan de buitenkant waren grote pilaren en bogen ingemetseld, die de contouren van het gebouw volgde. Het middengedeelte had een puntdak, met zwarte dakpannen, de zijvleugels waren plat en iets lager als het middengedeelte en duidelijk van latere datum.

Aan de voorkant van het gebouw was een grootse entree, een elegante trap, breed van onderen, smaller uitlopend naar boven met aan weerszijden een dubbele gemetselde pilaar.

De trap liep uit in een dubbele deur.

Overal lag troep. Graffiti op de muren. Mariah kon toch de charme en de potentie wel zien.

Ondanks de rommel was het een klassiek gebouw met mooie lijnen. De oude gratie was nog goed te zien.

‘Je kan wel zien dat de laatste renovatie niet al te lang geleden is, de kozijnen zijn nog goed, ondanks het gebroken glas.’zei Ben, al prikkend met een mes in de kozijnen. ‘het heeft z’n, voordelen, dat het bijna casco is. Er hoeft niet al te veel gesloopt te worden.’

Ben was een grote blonde vent, met een gespierde lijf en enorme biceps. Hij had een opvallende tribal om zijn bovenarm, wat verdween onder het shirt wat hij droeg op de militaire cargobroek. Die broeken leken wel een uniform voor deze mannen.

Hij had ondeugende donkerblauwe ogen en een korte blonde baard. Hij had een aanstekelijke grijns.

Hij was een teamgenoot van Phil geweest en net zo’n Pietje precies als het om veiligheid ging.

Hij vertelde dat een deel van zijn ploeg, zijn maten uit het leger waren.

‘Ik heb wel een vriendje die architect is, hij kan het snel ontwerpen’ Phil pakte zijn telefoon.

‘Ik heb wel wat ideeën om in de muren te stoppen’ zei Ben ‘Ik heb begrepen dat je wordt gezocht door wat onfrisse types? Heb je enig idee waartoe die in staat zijn?’

‘Ze zijn in staat tot alles wat je kunt bedenken en dan nog een beetje erger.’ zei Mariah.

Ze trilde bij de gedachte.

‘Ik denk niet dat ik ze nog kwijt ga raken, dat probeer ik al twee jaar. Ik ben al tijden niet zo lang op één plek gebleven.’

Ze zag er moe uit. Ze was hier nog maar een paar dagen en ze had al in tijden niet goed geslapen.

‘We hebben al een hoop voorzorgsmaatregelen genomen, camera's, bewegingsmelders, infrarood en meer van dat leuks, voorlopig beveiligen we eerst de opvang en dan later de rest van het terrein. Je moet voorlopig maar bij Dinda blijven logeren, meis. Zij woont toch in de opvang?’ Phil bekeek haar bezorgd.

Het stond hem niet aan dat vermoeide gezichtje. Ze moest beter voor zichzelf zorgen. Daar zou hij voor zorgen als hij de kans kreeg.

‘Ja, ze woont hier’ zei Mariah.

Ze kreeg de bibbers van Phil, die zo dicht bij haar stond dat zijn aftershave kon ruiken, terwijl het toch een subtiel geurtje was. Hij was deels verantwoordelijk voor haar slaapgebrek. Als ze aan hem dacht, dan sliep ze niet.

Hij legde een hand op haar rug, als om haar te leiden, maar voornamelijk om haar even aan te raken.

Hij zou bijna wensen dat hij zo vrijmoedig was als zijn broer Dave. Die had Dinda’s hand gepakt en niet meer losgelaten.

Mariah trilde onder zijn hand. Wat zou ze hem graag mee sleuren om een beetje lol te maken. Dat was veel te lang geleden. Die hand voelde goed.

‘Dit is een groot project.’ zei Ben peinzend.

‘Ik vraag me af of we het kanaal kunnen gebruiken voor de aanvoer van materialen, zodat dat niet door de wijk hoeft? Is dat een belangrijke reden waarom de bedrijven hier zijn gesloten?'

‘Er komt geen zware industrie meer hier, meer ateliers en kantoren’ knikte Mariah.

‘Een veilige plek om te werken’

‘Dat kanaal is een optie, moeten we wel kijken hoe diep het is, maar daar komen we wel achter. Ik ken wel iemand’ zei Phil en pakte zijn telefoon.

Hij begon iemand een berichtje te sturen. Mariah begon zich te realiseren dat Phil altijd wel iemand kende die iets voor hem kon regelen, of aan de juiste informatie kon komen. De man had een uitgebreid netwerk en een nog grotere vriendenkring.

‘Ik heb een plek nodig om materialen op te slaan en om van uit te werken’ zei Ben.

Mariah knikte om zich heen.

‘Plek zat, zoek maar uit.’

Ben wees naar een klein betonnen pandje aan op de kade. Het was een functioneel vierkant betonnen gebouw, met aan de voorkant een kantoor en aan de achterkant woonruimte. Het was niet groot, maar wel onbeschadigd.

‘Kantoor van de havenmeester’ zei hij en liep er heen om het te inspecteren. De deuren zaten op slot met grote zware fonkelnieuwe hangsloten. Mariah haalde een sleutelbos uit haar zak.

‘Ik denk niet dat ik daar een sleutel van heb’

Ze gaf de sleutelbos aan Ben. ‘misschien handiger als jij die bij je houdt’

Ben spitte door de bos heen en stak hem in zijn zak.

‘Geen huurcontract op dit pand? Eigendomsrecht of iets anders?’

‘Nee' zei Mariah. ‘Alles is van Save Haven Inc. Het zou leeg moeten zijn. Dus breek maar open.’

Ben liep terug naar zijn truck en pakte een betonschaar en een breekijzer.

‘Realiseer je je wel dat hier misschien iets illegaals ligt?’ vroeg Phil

‘Jazeker' zei ze ‘Ik ben blij dat jullie bij me zijn, als hier sinistere dingen gebeuren kunnen we dat maar beter weten, niet waar?’

‘Zeker weten, moppie, ik zal je altijd beschermen’ knipoogde Phil.

Mariah wist wel wat Phil aan het doen was, hij probeerde de spanning te breken, zodat ze niet in paniek zou raken of bang zou worden. Maar ze had genoeg mee gemaakt om hier niet bang voor te zijn, ongerust misschien, dat wel.

Ze had twee grote mannen bij zich, die ook nog getraind waren in gevechten.

Nee, alleen in een donker steegje in je auto overnachten, dat is pas verontrustend, wetend dat een paar hele gevaarlijke mannen naar je op zoek zijn. Het was ook beangstigend als er mensen je moeder naar het leven stonden omdat ze het spelletje niet mee wilde spelen.

En nog alarmerende werd het als het ze lukte en de kroeg en het enige thuis wat je kende, afbrandde met je moeder er nog in.

Dus nee, dit was niet genoeg om bang te worden.

‘Noem me geen moppie.’ zei ze enigszins gecharmeerd dat hij iedere keer weer iets anders wist te verzinnen.

Met een hoop lawaai brak Ben de sloten van de deur af en deed hem open.

De ruimte was donker. Ben zocht naar een lichtknopje en het licht ging aan toen hij het knopje vond.

De ruimte was goed verlicht, schoon en droog. Niet direct wat je verwachtte in een verloedert bedrijfspand.

Het stond vol met dozen.

Phil sneed voorzichtig één van de dozen open. De doos zat vol met dvd's, waarschijnlijk illegale. Ook Ben opende een paar dozen, ook dvd's. Hij zag een paar bekende titels.

‘Politie bellen?’ vroeg Ben.

‘Ik ben niet heel gek op de politie, die zijn corrupt’ mompelde Mariah ‘in ieder geval te veel zijn corrupt. Laat me even denken. Dinda is hier opgegroeid, misschien heeft zij ideeën’

Mariah pakte haar telefoon en belde Dinda.

Intussen inspecteerden Ben en Phil de rest van het pandje. Het bleek in verrassend goede staat. Zelfs de badkamer was acceptabel.

‘Dinda zegt dat we contact moeten opnemen met William Connor, Oom Bill. Hij is zeg maar de patriarch van de wijk. Hij moet inspraak in hebben wat er met de spullen gebeurt en of er politie bij betrokken wordt.

Ze zijn waarschijnlijk van een bewoner van de wijk. Ze zegt dat het altijd beter is de mensen in de wijk mee te hebben als tegen je. En dat we moeten bedenken dat het niet vol met drugs of wapens ligt. dvd's zijn relatief onschuldig. Ik ben het met haar eens’ zei Mariah, nadat ze de telefoon heeft opgehangen.

‘Heeft ze ook gezegd waar we hem kunnen vinden? Adres of telefoon nummer?’ vroeg Phil.

‘Een kroeg. The Golden Coin. Die weet ik wel te vinden.’ zei Mariah.

Ben deed zorgvuldig de deur weer dicht.

 

Markerton Bay was een wijk waarin de teloorgang al jaren bezig was. De spiraal ging alleen maar sneller neerwaarts.

Ooit was het een welvarende wijk geweest met een florerend industrieterrein. Veel inwoners werkten in de staalfabriek en in de glasfabriek op iets bescheidener schaal.

Er waren wat kleinere bedrijven die langzaam groeiden. De bewoners van de wijk waren niet rijk, maar welvarend genoeg om hun kinderen naar een goede school te sturen.

Er was een school, een supermarkt, een bakker en een café. Nog wat andere kleinere winkels waren aan het pleintje gevestigd.

Het was een kleine, maar gezellige groene wijk.

Toen de staalfabriek verhuisde, gingen een aantal werknemers mee, maar een groot deel bleef achter en sommige vonden elders werk, maar een aantal ook niet.

Ook de glasfabriek sloot zijn deuren, dit bedrijf ging failliet en langzaam maar zeker verdween alle activiteit op het industrieterrein. Het verval zette in en de bewoners van de wijk werden steeds armer. Sommige verhuisden en de onderlaag kwam ervoor terug.

Huisjes melkers kochten die huizen en verhuurde ze, maar pleegden geen onderhoud.

Dit was het geval voor het flatgebouw, wat uitkeek op Safe Haven. De mensen die er nu nog woonden hadden geen enkel vooruitzicht meer. Ellende en ziekte waren een dagelijkse gang van zaken, hetzelfde met verslavingen aan alcohol en drugs. Geweld en criminaliteit gingen hand in hand met de ellende van de bewoners.

Jackson deed wat hij kon om ongewenste elementen uit de wijk te houden en om de mensen die hulp konden gebruiken, die ook te bieden. Het was wachten op projectontwikkelaars totdat die hele wijk plat zouden gooien.

Maar waar zouden de bewoners dan heen moeten? Alleen de straat bleef over, dit was al een eindstadion geworden.

In de stad waren de huren hoog en de huizen klein.

Het was een onoplosbaar probleem en Jackson maakte zich grote zorgen. Ook zijn eigen café ging langzaam ten onder.

Hij had er nog een baan bij, zonder dat kon het cafeetje niet blijven bestaan. Het zou allemaal nog veel erger worden, voor het beter werd.

Het kroegje lag op het pleintje. Het was haveloos net als de rest van de wijk.

De ramen waren vuil. En paar beroepsalcohollisten hingen aan de bar.

De vloer plakte, de wanhoop straalde van het pandje af. De zaken gingen slecht.

De barman leunde lui onderuit en deed iets met zijn telefoon. Hij keek niet op, toen ze binnen kwamen.

Aan een van de tafeltjes zat een donkere man met kort geknipt staalgrijs kroeshaar.

Hij had een gegroefd gezicht met een grote neus. Hij leek een jaar of zestig, maar dat leek hij al jaren. In zijn zwarte ogen glinsterden pretlichtjes. Hij had een krant voor zijn neus en een kop koffie. Mariah liep zonder schroom naar hem toe. Ze kenden elkaar nog van vroeger. Ze had samen met Dinda de wijk soms onveilig gemaakt. De kroeg van haar moeder had hier niet zo ver vandaan gelegen.

Het bleef trekken voor Dinda naar het wijkje waar ze was opgegroeid. Ze waren geregeld op bezoek gekomen.

‘Oom Bill, kent u me nog?’ vroeg ze.

‘Kleine Mariah, dinnetje van Dinda, lang niet gezien. Kom even bij me zitten.’ zei William Connor vriendelijk.

‘Gaan jullie maar even aan de bar hangen, jongens’ zei Mariah tegen Phil en Ben. ‘Dan kan ik even met Oom Bill praten.’

De mannen liepen zonder tegen te sputteren naar de bar.

Phil fronste. Hij was niet van plan om haar ook maar een moment uit het oog te verliezen. Hij ging met zijn rug naar de bar staan en hield Mariah zorgvuldig in de gaten.

Oom Bill keek de twee mannen met een bedachtzame blik na.

‘Een vriendje en een bodyguard’ zei hij. ‘Heb je dat nodig? Hier in mijn wijk.?’

‘Twee medewerkers, die een beetje op me passen, jammer genoeg is dat nodig. Oom Bill, we moeten even praten. Het industrieterrein, het grote huis en de halve wijk is verkocht. Wist je dat?’

‘Ja’ zei Bill, ‘Dat wist ik, aan Save Haven Inc. Ik moet alleen nog uitvinden wie daar achter zit en wat hun plannen zijn. Dat blijkt gecompliceerd'

'Zoek niet verder, Safe Haven Inc. Dat zijn Dinda en ik. We gaan de boel opknappen. Weer bedrijven vinden die daar willen zijn, geen zware industrie, maar kantoren en ateliers. Dat is het basisplan. De huizen knappen we ook op. Wat denk je, oom Bill?’

‘Werkgelegenheid voor de wijk?’

De werkeloosheid was hoog in de wijk. De wijk was een vergaarbak geworden van de onderste laag van de bevolking en de spiraal omlaag draaide nu lang genoeg. Bill maakte zich zorgen over de bewoners van de wijk, als alles afgebroken werd en er dure huizen voor terug gebouwd werden. Nu Mariah het had gekocht in plaats van projectontwikkelaars, was er nog een kans dat het weer de goede kant op zou gaan.

‘Zeker, er gaat veel opgeknapt worden. Ook in de wijk. We hebben personeel nodig. Dinda houdt van deze plek. Maar nu loop ik tegen een probleem aan. Mag ik die aan je voorleggen?’

‘Zeker’

‘We waren de panden aan het bekijken, wat is te redden en wat afgebroken moet worden. Vinden we toch een berg dozen met films. Wat moet ik nu, oom Bill? Politie bellen? Ik hou niet van politie. De boel weggooien? Maar dat is iemands kapitaal. Dus ik dacht ik ga raad vragen, ik wil geen gedoe.’

Bill trok een peinzend gezicht.

‘Ik denk dat dat pand morgen wel leeg is, dan heb je geen zorgen meer.’

‘Zorgen heb ik zat. Dat zal nog wel een poosje zo blijven,’ zei Mariah ‘maar bedankt.’

‘Jij bedankt’ knipoogde Bill ‘Ik heb gehoord over je problemen. We zullen wel een beetje opletten. Heb je een nummer wat ik kan bellen?’

Mariah gaf hem Phils nummer. ‘Hij gaat over de beveiliging, hij heet Phil.’

‘Tegenwoordig is Jackson de baas hier, ik ben met pensioen. Hij komt zich nog wel voorstellen.’ zei Bill

‘Sorry’ zei ze, ‘dat wist ik niet. Ik hoop niet dat ik hem voor het hoofd heb gestoten?’

‘Nah’ zei Bill. ‘Hij overleefd het wel.’

Hij knipoogde naar haar.

Toen ze de kroeg weer uit waren en in de truck waren gestapt praatte Mariah de twee mannen weer bij.

Ze waren niet erg enthousiast over Connors oplossing, maar legden zich erbij neer.

‘Gaan we verder met de inspectie? We hebben de woonwijk ook nog te doen’ vroeg Ben. ‘Dan kunnen we daarna het budget bespreken.’

 

 

 

Hoofdstuk 6

 

Hij zat in zijn favoriete restaurant en at zijn favoriete maaltijd. Het leven was goed op dit moment. Hij had een paar mooie deals lopen en verwachtte binnenkort veel geld te verdienen.

De enige doorn in zijn vlees was dat kleine monster. Ze was nog steeds niet gesignaleerd.

Nummer twee zat bij hem aan tafel en at spaghetti.

Zijn telefoon lag op tafel en begon te trillen. Nummer twee keek op de telefoon en lachte tevreden.

‘Ze is gezien. In Markerton Bay. Op het oude industrieterrein. In gezelschap van twee mannen. Mijn mannetje dacht dat het bodyguards waren. Ze heeft het terrein niet meer verlaten. Is dat niet het terrein waar die kleine krullenbol die dierenopvang heeft?’

DelMonte keek tevreden, vandaag kon niet meer beter worden.

Hij bromde een beetje terwijl hij nadacht.

‘Laat ze vannacht ophalen, als ze daar niet is moeten ze het blondje meenemen.’

Nummer twee knikte en begon een tekst te versturen.

 

Dinda was lekker aan knuffelen met Atlas, Dave keek een beetje jaloers toe.

Ze droeg een strakke spijkerbroek en een simpel wit shirt. Haar haar stond alle kanten op.

Ze zag er lekker uit. En lief.

Ze hadden samen de kennels schoon gemaakt en de beesten gevoerd. Haar shirt was een beetje nat geworden. Net als gisteren. En de dag daarvoor.

Hij werd gek van die billen in die strakke spijkerbroek. En die borsten. Hij zuchtte diep.

De stallen waren schoon, hij had inderdaad een ezel gehoord, maar er waren ook ganzen, kippen en eenden.

De ganzen en eenden huisde helemaal achterin het terrein bij een poel.

Dave, Dinda en Atlas zaten op de binnenplaats, die gevormd werd door de achterkant van het huis, de voorkant van de stal en de kennel.

De gebouwen vormden een aaneengesloten blok, aan één kant open.

En nu was ze met de hond aan het knuffelen, ze zou beter met hem, uh.

Hij zuchtte weer. Dave wist dat hij die gedachte diep moest begraven, die fantasie zou hem wel eens zwaar in de problemen kunnen brengen. Vrijen met een klant, niet heel slim.

Dus troostte hij zich ermee eens kwaad naar de hond te kijken.

De hond keek terug met een verheerlijkte grijns op haar brede kop. Haar roze tong hing uit haar bek.

‘Ben je niet bang voor haar?’ vroeg Dave een beetje mistroostig.

Ze moest haar hand zo over hem halen en niet over die hond. Hij was verdorie jaloers op een hond. Hoe diep kan je zinken.

‘Nee, waarom? Ze is een schatje, ik denk dat ik deze maar hou.’ zuchtte ze

‘Ze ziet er helemaal niet uit als een schatje’ zei Dave ‘lekkere smaak heb jij’

‘Ik heb een uitstekende smaak, ik vind jou leuk’

Dat laatste stukje mompelde ze, hopend dat hij dat niet gehoord had. Het was haar ontglipt voor ze het tegen kon houden. Hoe oud was ze eigenlijk?

Ze leek wel een puber. brrr. Geen filter, blijkbaar. Vlinders in haar buikje.

Ze voelde zich een beetje verlegen, wat vreemd was, ze had geen verlegen bot in haar lijf, nooit gehad ook.

Ze was altijd behoorlijk direct in wat ze wilde of niet wilde. Maar nu niet. Nu werd ze nerveus van Dave.

Ze haatte dit. Die onzekerheid. De zenuwen.

Ze had zich nooit onzeker gevoeld op het gebied van mannen.

Ze had op school geen dates gehad, dat was te ingewikkeld geweest, nadat ze een soort van geadopteerd was door Mariah. Maar ondanks alles woonde ze daar illegaal, Martha zei altijd dat ze haar nichtje was.

Martha, Mariahs moeder, had het goed gevonden dat ze bleef op voorwaarde dat ze naar school ging en goed haar best deed. En dat had ze gedaan, ze had hoge cijfers gehaald.

Ze had hard gewerkt voor een studiebeurs. En verschillende, slecht betaalde baantjes om de rest te financieren. Baantjes waar ze zich nu voor schaamde. Maar toen moest er brood op de plank komen en een studie betaald. Tegen die tijd was Martha al overleden, maar Mariah en zij waren beiden achttien en vielen niet meer onder jeugdzorg.

Al was het overlijden van Martha een klap geweest, ze waren samen geweest. Samen hadden ze getreurd om Martha.

Eerst hadden ze in een kraakpand gewoond en daar hadden ze de andere meiden leren kennen.

Samen waren ze gaan studeren, ze hadden een huis gedeeld. Dinda studeerde economie en Mariah en Eva informatica, Moragh studeerde rechten.

En nu deed ze de administratie van hun bedrijf, White Hat Interventions, dat behoorlijk hard groeide.

Ze werkten samen met de twee andere meiden Moragh en Eva.

Ze hadden elkaar allemaal leren kennen toen ze in hetzelfde kraakpand verbleven.

Later hadden ze met z’n vieren een huis gehuurd.

Dinda had haar eerste winstgevende investering gedaan en dat was alleen maar meer geworden. Een laptop en een internetverbinding waren genoeg voor haar.

Met het geld dat ze verdiende met de verschillende suffe baantjes had ze een paar geweldige investeringen gedaan en met het geld dat ze daar weer aan verdiende nog een paar betere.

Wat Mariah kon met computers, kon Dinda met geld. Dinda had er een neus voor om winstgevende investeringen te doen. En ze was een meester in het vinden van een zwendel in de cijfers. Cijfers praatten tegen haar, ze zongen hun eigen lied, zei ze altijd.

Een dissonant haalde je er zo uit. Het was gewoon een kwestie van goed luisteren.

Nu had Mariah een idee dat hun skills combineerde.

Het werd een stuk makkelijker om malversaties boven water te krijgen, met het nieuwe programma.

Mariahs ideeën waren stuk voor stuk goud waard en vermoedelijk miljarden in de verkeerde handen.

Ze hadden de avond ervoor zitten brainstormen over hoe je in de administratie kon terug vinden of er gemanipuleerd werd en hoe je de verantwoordelijken kon vinden.

Dinda had vertelt dat als ze iemands administratie controleerde, dat ze altijd op zoek ging naar kleine veranderingen in het routinematige.

Ze had eens mee gemaakt bij een bank, dat een van de medewerkers bij alle overboekingen, betalingen en gepinde betalingen, maar één cent stal en liet over maken naar zijn eigen rekening. De gestolen bedragen waren zo klein dat het meestal niet eens gemerkt werd, maar er waren zoveel acties dat de man in korte tijd een miljoen dollar bij elkaar had .

De man was vertrokken en zijn gesjoemel kwam boven water. Nooit meer wat van gehoord.

‘Leuk hè? ‘grijnsde Dave. ‘Goeie smaak. Zullen wij dan even knuffelen?’

‘Nee, dank je, ik heb al een god in mijn armen, He? Atlas?’ koerde ze tegen de hond.

Ze keek hem ondeugend aan en beide schoten in de lach.

De hond grijnsde mee, met haar tong hangend uit haar bek. Zij had haar mens gevonden en bij haar zou ze blijven. Dinda stond op om haar terug in haar kennel te stoppen, maar ze ging op haar rug liggen en weigerde om op te staan.

‘Kom op, overeind jij’ Dinda trok aan een slappe poot, zo groot als een bord. ‘dan kan je in je hok.’

De hond hield zich nog slapper.

Dinda probeerde haar te verslepen, gleed uit en viel op haar kont. Atlas gaf geen centimeter mee.

‘Aaaw, ze wil met jou mee’ zei Dave ‘Net als ik. Laat haar toch, ik kan me zo goed voorstellen wat ze doormaakt’

‘Nooit geweten dat veteranen zulke zachte hartjes hadden’ zei Dinda plagend.

‘Ik zal je wat zachts laten zien’ dreigde Dave.

Hij had er genoeg van. Hij greep Dinda bij haar nek en drukte een kus op haar lippen.

Dinda humde achter in haar keel en kuste hem terug. Dave kuste haar harder.

Er leken vonken tussen hen heen en weer te schieten.

Hij trok zich langzaam terug. Ze smaakte verrukkelijk.

‘Zo onverstandig’ zei hij ‘kussen met klanten, dan vergeet ik op te letten. Zo, zo onverstandig’

Hij verstrengelde zijn vinger in haar haar. Hij keek haar diep in haar ogen. Het blauw spetterde hem tegemoet.

‘Maar wel lekker’ zei Dinda ademloos en drukte haar lippen weer op de zijne.

Ze drukte haar lijf tegen hem aan en sloeg haar armen om zijn middel.

Hij sloeg zijn armen om haar heen. Een hand in haar nek, een arm om haar middel.

Hij kuste haar harder en gaf haar zijn tong. Dinda humde weer. Hij trok haar dichter naar zich toe. Een hand gleed om haar billen. Een hand gleed om zijn billen. Er sloegen vonken over en weer.

‘Wat is dit’ vroeg Dave met zijn mond tegen haar lippen ‘voel jij het ook?’

‘Ja, ik voel het ook’ zei ze stilletjes.

Atlas, ondertussen, had gemerkt dat de focus van haar mens verschoven was van haar naar een andere mens. En dat beviel haar niets.

Zij stond op en schoof haar grote neus in het kruis van de man en ademde hard uit.

Grroef.

Dave schoot naar voren, struikelde en begon te vallen, samen met Dinda.

Hij zag kans om hen in de lucht om te draaien zodat hij niet op haar zou landen en ze smakten met een onelegante plof op de grond. Ze was diep onder de indruk van zijn reflexen. Die draai was razendsnel gegaan.

‘Oef, neem een hond zeiden ze’ pufte Dave, de lucht uit zijn longen geslagen.

‘Dat is leuk zeiden ze’ giechelde Dinda ‘Ik heb je nu precies waar ik je hebben wilde.’

‘En waar is dat?’ vroeg Dave, grijnzend, haar stevig vasthoudend.

‘Onder me’ lachte ze.

Dave greep haar steviger beet en draaide haar om zodat ze onder hem kwam te liggen.

Hij kuste haar, op zijn gemak haar mond verkennend, grondig.

‘Dit bevalt me ook heel goed’ glimlachte Dave.

Atlas legde voorzichtig twee poten op de rug van Dave en ging liggen.

‘Ooh’ pufte Adinda ‘dat is zwaar.’

Dave hees zich overeind en nam Dinda met zich mee.

Hij tilde haar op totdat ze oog in oog waren. Haar voeten bungelden boven de grond.

Hij keek in haar mooie blauwe ogen,

‘We kunnen dit beter later en binnen doen, zonder hond die zich ermee bemoeit. Kom je vanavond in mijn camper eten? Uitgaan is een beetje moeilijk, op dit moment. Vanavond? Als ik niet op hoef te letten en me door jou mag laten afleiden?’

‘Oké’ zei Dinda. ‘Vanavond, dat is beter dan hier in het stof te liggen rollen.’

Dave zette haar weer op de grond en stofte haar grondig af, vooral haar billen.

 

Mariah keek uit het raam en zag Dinda en Dave door het stof rollen.

‘Daar bloeit wat moois’ zei ze tegen Phil, die een tekening stond te bestuderen.

Phil keek naar buiten en grinnikte.

‘Rommelen met klanten, daar gaat hij nog wat van horen’

‘Ah, wees lief. Ik heb Dinda in tijden niet zo veel zien lachen als vandaag. Ik zie haar graag gelukkig.’

‘Ach, snoepje, ik ben altijd lief, laten we nog even blijven focussen op ons werk, Ben is bijna klaar met het hek en wil verder met het hoofdgebouw. Ik heb je uit gelegd wat we in de muren gaan stoppen zodat zelf een raket het niet laat instorten. Als ze een raket op je afsturen is alles wel kapot, maar het stort niet in. Dat zou veilig moeten zijn toch? Wist je dat er een kelder onder dat pand zit?’

Zuchtend wende Mariah zich af en keek weer naar de tekening.

‘Noem me geen snoepje. Hoe lief kan je zijn, dan?’ vroeg ze uitdagend.

Phil keek haar schuin aan

‘Ik kan heel lief zijn, lieverd’ zei hij en haalde diep adem. Ik moet gewoon de moed vinden om het te doen, dacht hij stilletjes. Ik ben marinier, verdorie.

Hij werd waanzinnig door haar aan getrokken, hij droomde van haar en ze haalde al zijn beschermende en bezitterige gevoelens naar boven.

Van mij, dacht hij iedere keer dat hij naar haar keek. Hij vond het zelf ook wel een beetje eng. Zo bezitterig. Hij herkende zichzelf amper.

Hij had zich nog nooit zo gevoeld en dat maakte hem onzeker.

‘Heel erg lief, zelfs’ zei hij een beetje knorrig.

Mariah zuchtte weer

‘Maar zij krijgt alle kusjes en knuffels, ik alleen maar mooie praatjes.’

Phil legde voorzichtig zijn hand in haar nek en trok haar langzaam dichterbij

‘Ik ben geen neanderthaler die zijn slachtoffer bespringt, Snoesje’ fluisterde hij. ‘Ik doe het wat subtieler.’

‘Maar ik misschien wel’ fluisterde ze terug. ‘Ik hou niet zo van subtiel.’

Ze sprong omhoog en sloeg haar armen om zijn nek en kuste hem vol op zijn lippen.

Hij pakte haar stevig beet met beide handen om haar billen en kuste haar vol overtuiging terug.

 

 

 

Hoofdstuk 7

 

DelMonte hoorde tevreden de plannen aan die zijn nummer twee gemaakt had, de mannen waren geïnstrueerd, de wagens stonden klaar en de ketting voor Mariah was aan de muur geklonken.

Hij was niet van plan om dat glibberige kleine vrouwtje los te laten rondlopen voor hij haar getemd had. Er stond nog steeds iemand op wacht bij de uitgaande weg in de woonwijk, zodat DelMonte zeker wist dat ze daar nog was.

Het was jammer dat hij niet op het terrein zelf kon gluren, maar dat viel veel te veel op. Als ze gealarmeerd werd, was ze zo verdwenen. Hij had zijdelings iets gehoord over een bedrijf dat de bewaking ging doen, maar hij had niet de indruk dat het iets bijzonders was.

Gewoon een relatief klein bedrijf zonder bekende namen. Geen bedrijf dat bij hem op de loonlijst stond.

Misschien tijd dat dat geregeld werd.

Nu had hij niemand daar. Maar hopelijk was het niet meer nodig en had hij haar vannacht te pakken.

Dan kon hij weer overgaan op zijn zaken die langzamerhand stagneerden. Het was maar goed dat hij verschillende goede werknemers had die de lopende zaken draaiend hielden. Hij liet zich veel te veel afleiden door die vrouw.

 

Dinda was een beetje nerveus over de afspraak die avond. Ze wist niet goed wat Dave van haar verwachtte. Ze wist niet goed wat ze zelf wilde.

Wel seks of toch maar niet. Haar laatste vriendje was alweer een tijd geleden.

Hij was met één van haar vrienden in bed gedoken, inderdaad een man, en daar had ze hen gevonden.

Ze hadden haar nog uitgenodigd om erbij te komen, maar dat had voor haar niet gewerkt. Ze was niet van het delen. Ze leken elkaar trouwens leuker te vinden dan haar.

Dat was een klap voor haar zelfvertrouwen geweest en het had best even geduurd tot ze zich daarvan had herstelt.

Ik kan natuurlijk altijd vragen of hij ook op mannen valt, dan valt het niet zo tegen, dacht ze, stilletjes lachend. Misschien heb ik gewoon dat effect op mannen.

Zachtjes klopte ze op de deur. Dave deed open en trok haar naar binnen.

Hij sloeg zijn armen om haar heen en gaf een stevige kus op haar lippen.

'mmmmmm’ humde hij, 'helemaal van mij’

Hij keek haar ondeugend aan en lachte zijn brutale lach.

‘Voor nu dan’ zei hij. ‘kom verder dan kun je me alles vertellen over Adinda Holbrook.’

‘Er valt niet zoveel over haar te vertellen.’ lachte ze ‘28 jaar en geen familie. Mariah, Eva en Moragh zijn mijn familie. Vader onbekend, moeder overleden. Dat was het wel zo'n beetje’

Ondertussen had Dave haar verder de camper ingeleid en haar een plekje op de bank gegeven. Dinda ging zitten en keek om zich heen.

De camper had een kleine kookhoek, een bank met een tafel en een bed boven de cabine.

Een kast en een toilet maakte het af.

‘Het is niet groot, maar groot genoeg als je aan het werk bent.’ zei hij.

‘En ben je nu aan het werk?’ vroeg ze

‘Nee’ zei hij, ‘ik kan me naar hartenlust laten afleiden vanavond. In verband met de veiligheid kunnen we beter op het terrein blijven, dus dan is dit mijn thuisbasis. Ik heb ook nog een appartement. Ik denk erover om die te verkopen en hier op het terrein te gaan wonen. Kan ik ook een beetje investeren in Safe Haven. Anders had ik je wel meegenomen naar mijn huis. Ik heb een erg lekker en groot bed.’

Dave grijnsde ondeugend.

Hij liep zijn keukentje in en begon in een pan te roeren,

‘Bij gebrek aan een groot fornuis wordt het een roerbakje vanavond. Ik hoop dat je dat lekker vind?’

‘Het ruikt heerlijk’ zei ze. Haar maag rommelde als op bevel. ‘en ik heb trek’

‘Vertel me over Dave Morgan, hoe is het om een van een tweeling te zijn?’

Al pratend schonk Dave een glas wijn voor haar in en zette borden en bestek op tafel.

Het was zo klein, dat Dave zich alleen maar hoefde uit te rekken om bij de spullen te kunnen.

‘Val je ook op mannen?’ vroeg ze ineens abrupt.

Ze schrok van haar eigen vraag, maar het was haar ontglipt voor ze het tegen kon houden.

Dave staarde haar een moment verbaasd aan.

‘Nee, alleen op jou’ zei hij, ‘maar je moet me wel uitleggen waar dit ineens vandaan komt.’

Dus vertelde ze hem alles over haar beide vrienden, die nu allebei exit waren.

‘Ik zal je nooit bedriegen en altijd eerlijk tegen je zijn’ beloofde Dave ‘ik weet niet precies waar dit heen gaat, maar als ik denk dat het voorbij is, zal ik je dat vertellen. Ik hou niet zo van vreemdgaan. Ik ben nu geïnteresseerd in jou, dan zal ik ook niet met iemand anders rommelen. Zelfs al wordt het niets. Dat verwacht ik ook van jou’

Dinda werd warm van binnen, ze vond hem erg, erg leuk

‘Ik wil graag met jou zien waar dit heen gaat’ zei ze en nam nog een slokje wijn.

 

Een paar uur later liepen ze samen in het donker over het terrein.

Ze gingen nog even bij de dieren kijken. Ze hadden gegeten, gelachen en gekust. Maar ook gepraat en elkaar over hun jeugd vertelt.

Dat was altijd een moeilijk onderwerp voor Dinda, maar Dave maakte het makkelijk door alleen maar goed te luisteren en geen oordeel te hebben. Aan de vragen die hij stelde was goed te merken dat ook echt luisterde.

Het was gemakkelijk om met Dave te praten, hij had ook het nodige mee gemaakt en dingen gedaan waar hij niet trots op was. Soms had hij nachtmerries over zijn tijd bij de marine.

Soms werd hij getriggerd door geluiden of situaties en kreeg hij een flashback of een paniekaanval, al zou hij dat niet snel toegegeven.

Veel dingen waren geheim en kon hij niet vertellen, maar hij kon wel vertellen hoe hij zich gevoeld had, dat had hij geleerd tijdens therapie. Hij had daar vooral leren praten.

En hij had altijd zijn tweelingbroer om mee te praten, hij had dezelfde missies gedaan en wist wat er allemaal gebeurd was. Dat hielp. Zijn broer worstelde met dezelfde issues.

Onder het overhangende dak van het terras kuste hij Dinda uitgebreid. De ganzen verder op maakte een heidens kabaal. Opeens verstijfde ze.

Dave keek op en in haar ogen.

‘Hoor je de ganzen?’ fluisterde ze. ‘er komt iemand aan vanaf die kant, daarom maken ze zo’n herrie, het is echt het allerbeste bewakingssysteem.’

‘Verdorie’ fluisterde Dave terug ‘Ga naar binnen en doe de deur op slot. Doe pas open als je zeker weet dat ik het ben of mijn broers.’

Dinda schoot naar binnen en deed de deur op slot. Ze wist wel beter dan tegenspreken.

Maar ze ging niet binnen zitten bibberen in een hoekje. Oh nee. Zo werkte dat niet.

Ze liep regelrecht naar de slaapkamer op de bovenverdieping en schudde Mariah wakker.

Atlas liep kwispelend achter haar aan.

‘Bezoek’ fluisterde ze en dook haar kast in.

In een verborgen vak lag haar geweer en een pistool.

Ze gooide het pistool naar Mariah.

Mariah was uit bed gesprongen en had zich snel aangekleed.

Ze was direct wakker en alert. Je overleefde de straat niet als je daar te lang over deed. Het was niet de eerste keer dat zoiets als dit gebeurde.

Ze hadden het licht niet aan gedaan. Voorzichtig schoof Dinda het gordijn open.

Zachtjes opende ze het raam.

Ze richtte haar geweer en wachtte.

 

Dave rende terug naar de campers, die keurig in het gelid geparkeerd stonden.

Hij klopte Phil en Drake uit bed en haalde snel zijn wapens uit zijn camper.

Hij stuurde een berichtje naar de man die aan de weg op wacht stond, zodat hij alert was en op zijn post bleef, aan de voorkant van het huis.

Zijn beide broers waren snel in positie, onmiddellijk in gevechtsmodus.

De drie mannen verdwenen in de schaduwen.

 

Phil droeg een infrarood nachtbril en hield de boel in de gaten. Hij had snel oortjes uitgedeeld en wachtte af.

Na verloop van tijd werden de ganzen weer rustig.

De nacht was heel stil. Te stil.

Geen geritsel van nachtdieren. De broers hadden geduld geleerd en wachtte kalm.

Waren er wel overvallers of was er een ander roofdier geweest die de ganzen verontrust hadden?

Dave zat in de schaduw bij de achterdeur, Drake hield een oogje op de stal en de kennel. En Phil keek in de duisternis.

Ineens zag hij wat bewegen. Drie menselijke vormen begonnen zich los te maken uit het kluwen van grassen en wilgen. Toch roofdieren op twee benen.

Hij hoorde zacht gevloek toen hij een van de mannen zag struikelen. Ze hadden niet de makkelijkste weg gekozen. En ze hadden geen infrarood brillen. Phil grijnsde.

‘Daar komen ze. Drie man rechterhoek.’ fluisterde hij in zijn microfoon.

De tweelingbroers klopte op hun oortje als bevestiging. Stilte was van belang.

Ze hadden de verrassing in hun voordeel. Dat moest zo lang mogelijk zo blijven.

Hij vroeg zich af wie die mannen waren, hij gokte op Smith van het garagebedrijf.

Hij had de opzegging van de huur gehad en was daar vast niet blij mee. Het was een van de panden die ze wilden afbreken.

Peter Smith was een alfamannetje en liet dat niet over zijn kant gaan. Door twee van die kleine vrouwtjes. Nee, dat kon natuurlijk niet.

In het donker begon een van de indringers het vlakke stuk tussen de stal en woonhuis over te steken.

BANG.

Een geweerschot echode tussen de gebouwen en de man stortte gillend ter aarde. Hij was in zijn been geraakt.

Zijn maat probeerde hem te hulp te schieten en rende naar hem toe.

Wie schiet er, dacht Phil verward. Ineens zag hij een flits uit het raam boven komen.

BANG.

Een tweede schot en de tweede man werd geraakt. Deze keer was het zijn schouder.

Ook hij viel en gilde nog harder als nummer een.

Nummer drie wilde er van door gaan en liep recht in de armen van Phil.

Die gaf hem een enorme klap op zijn kaak en man nummer drie deed zijn ogen dicht en ging liggen.

‘Hoeveel zijn er, Dave?’ riep Dinda, ‘Ik heb er twee te pakken.’

‘Ik heb er een’ riep Phil terug. ‘Meer zie ik niet.’

‘Zal ik het licht aan doen?’ vroeg Mariah.

Phil schoof snel zijn bril op zijn voorhoofd. Ineens gingen er schijnwerpers aan die de binnenplaats fel verlichtte. Twee mannen lagen bloedend te kermen.

De derde man was stil.

Phil bond zijn handen achter zijn rug met tyraps.

En daarna zijn enkels ook. Zo, die ging nergens meer heen.

‘Politie bellen?’ vroeg Mariah, ze leunde ver uit het raam ‘dan blijf ik even uit zicht.’

‘Nou, lief’ zei Phil ‘laten we ze eerst maar vragen wie ze zijn en wat ze dachten te komen doen. Wie schoot er eigenlijk. Eerste klas schot, zeg maar’

‘Maak haar nou niet nog arroganter, vriend, ze is nu al niet te harden’ zei Mariah.

‘Schatje, was jij dat?’ vroeg Dave, ‘ Da's mijn liefje’ zei hij trots tegen Drake.

‘Zo’ zei Drake ‘jullie zijn het eens. Dat vind ik wel een beetje walgelijk klef. Heb je haar vertelt dat ze er twee krijgt voor de prijs van een?’

Hij klonk behoorlijk pesterig.

Dinda had nog niet veel te maken gehad met Drake.

Hij had rond het terrein gereden om te zien waar de camera's moesten komen en meegelopen met de bewakingsronden.

‘Ik heb genoeg aan een’ riep Dinda opgewekt tegen Drake, ‘dus ik krijg korting, maar als ik jou erbij moet nemen dan doe ik dat wel, dan zet ik je meteen te koop. Als je net zo leuk bent als je broer ben ik je zo kwijt.’

Drake lachte een volle lach.

‘Ik vind jouw schatje leuk.’ zei hij zachtjes tegen Dave.

‘Ik ook’ zei Dave zachtjes terug.

‘Welkom in de familie, schoonzus, heb je ook nog een zus voor mij? Toevallig een van een tweeling? Nee? Da's nou jammer.’

De Morganbroers lachten allemaal dezelfde smakelijke lach.

 

Ondertussen lagen de neer geschoten mannen te kreunen.

‘Hee’ riep er één ‘gaan jullie nog een ambulance voor ons bellen?’

‘Nou’ zei Phil ‘zou je dat graag willen dan?’

'Heel graag’ zei de man ‘Ik lig hier te bloeden als een rund, mijn maat is al bewusteloos.’

Hij kreunde overdreven en nadrukkelijk.

‘Vertel me eerst eens wat je eigenlijk kwam doen?’

Phil had daar wel ideeën over, maar hij zou dat graag bevestigd zien. Daar hield hij van.

De man zweeg koppig en kreunde van de pijn.

De andere man had het bewustzijn verloren en man nummer drie was ook nog niet bij.

‘Wil hij niet?’ vroeg Dinda hoopvol ‘Wacht Atlas helpt wel. ATLAS’

De grote hond kwam kwispelend aangedraafd. De grond dreunde. Een sliert met kwijl droop uit haar lip.

‘Hallo liefje’ kweelde ze ‘Laat jij het mannetje eens praten, geef hem maar kusjes.’

Atlas sloop dichterbij en zette een grote poot, keurend, op het been van de man.

Precies op de plek waar hij was geraakt. Hij kreunde luid.

‘Goed zo schatje’ prees Dinda de hond en toen vragend aan Phil ‘Wat wilde je precies weten?’

‘Wie hen gestuurd heeft, wat ze kwamen doen, wie is hun baas?’

De schurk klemde koppig zijn kiezen op elkaar en keek schuins naar de grote kop van de hond.

Twee heldere bruine ogen keken terug, terwijl een lage grom zijn been deed vibreren.

De kop was op zijn been gelegd. Witte tanden blonken toen Atlas haar kop optilde en harder begon te grommen. Ze trok haar lip op.

Dinda boog zich over naar de onverlaats oor en fluisterde zacht.

‘Zij heeft nog niet gegeten vanavond’

Ze wees Atlas naar de mans kruis en Atlas schoof gehoorzaam op en sloot langzaam haar bek om de kroonjuwelen.

‘Ze is dol op worstjes’ vervolgde ze.

De man piepte benauwd.

‘Ik zal het zeggen, ik zal het zeggen’ kreunde hij zachtjes, om de hond niet te verschrikken, nu zij haar tanden om zo'n delicate plek had gevouwen.

‘Het was DelMonte. Dat blondje weet de verblijfplaats van Mariah.’ ratelde de man snel. ‘ach, nu ben ik dood’

‘Ah, shit’ zei Dinda, snel denkend ‘Hoe moet ik weten waar ze is? Ze is constant in beweging, elke dag ergens anders.’

‘Ze is hier geweest en niet vertrokken’ zei de man kreunend, ‘roep die hond terug’

‘Oh,nee, je hebt nog steeds mijn huis aangevallen, daar hou ik niet van.’ gromde Dinda.

‘Hoe dan ook, Mariah is hier één nacht geweest, dus komt ze de komende zes maanden niet meer. Zinloos gesprek dit’ zei ze daarna tegen Phil ‘Bel de politie maar om ze op te komen halen.’

Phil keek naar Dave

‘Weet je zeker dat ze niet te veel voor je is? Dat is veel vrouw in een klein pakketje.’

Dave grijnsde alleen maar gelukkig.

‘Ik weet het’ mompelde hij, ‘Ik weet het. Ik ben een mazzelaar.’

Een gedenkwaardige eerste Date.

Hoofdstuk 8

 

Hij vroeg zich af waar zijn mannen waren gebleven.

Hij had van Jake Wessex gehoord dat Mariah over het industrieterrein had rondgereden met twee mannen en daarna had hij vernomen dat het terrein was verkocht.

Hij had er zijn zinnen opgezet en nu piste hij naast de pot. Hij had zwaar de pest in.

DelMonte was een mager mannetje van een jaar of zestig. Hij had strak achterovergekamd zwart haar, wat al flink grijs begon te worden.

Hij was al jaren de baas van De Familie in de stad.

Hij had een praktisch karakter, maar was ook trots.

Hij hield er niet van om ook maar iets te verliezen, dat hij als het zijne beschouwde.

Mariah beschouwde hij als zijn eigendom, net als het industrieterrein.

Het terrein waarover hij nu aan het peinzen was, was verkocht aan een bedrijf wat Safe Haven Inc. heette, maar het was moeilijk te ontdekken wie daar achter zat.

Verschillende naamloze bv's, met anonieme aandeelhouders, maar een echt persoon aanwijzen was lastig. Nu moest hij uitzoeken,wie hij onder druk moest zetten om het terrein over te nemen.

Het was een buitenkansje, een terrein aan het water, waar verschillende projectontwikkelaars in geïnteresseerd waren. Dat kon een mooie winst opleveren.

Een stukje van het terrein was verkocht aan dat mens van die hondenkennel, maar die zouden ze nog wel weg jagen.

Maar de rest van de grond was van dat oude lijk geweest, in dat grote huis. Hij had dat huis voor zichzelf bestemd, maar zij wilde niet verhuizen, maar het huren zolang ze nog leefde.

Hij was daar vierkant tegen geweest en had haar willen intimideren om te vertrekken. De oude heks was veel taaier gebleken dan verwacht.

De verkoop was afgeketst en nu wilde ze niet eens meer met hem praten.

Sterker nog, ze had het snel aan iemand anders verkocht.

Had hij haar maar vermoord, dan had hij met de erfgenaam van doen gehad. Maar daar was het nu te laat voor. Hij moest nodig met haar zoon spreken, die het aan hem beloofd had, maar hij kon niet leveren.

Ondanks dat die man daar dik voor betaald werd om zijn moeder onder druk te zetten en haar over te halen om de boel aan hem te verkopen. Ook weer zo iets.

Waren er nog eerlijke mensen op deze wereld, die deden wat ze beloofden of waar ze voor betaald werden?

Dat bracht zijn gedachten weer op Mariah.

Zij deed precies wat ze beloofde, niet voor hem werken of wat dan ook.

Maar Mariah was daar geweest en hij had nog verschillende diensten van haar te goed.

De schulden die haar vader had waren aanzienlijk.

Hij had zich vergist in de loyaliteit die Mariah voor haar vader moest voelen, blijkbaar geen. Want dreigen hem te vermoorden had haar niet in het nest gebracht, waar ze thuis hoorde.

Hij wilde een slaafje die goed was met de administratie, waar hij een hekel aan had.

Een klein vrouwtje, volledig in zijn macht, om te neuken als hij daar zin in had en te slaan als dat zo uitkwam. Iemand die boog voor al zijn lusten, niet klaagde over de lasten.

En het werk deed waar hij een hekel aan had. En mooi stond aan zijn arm.

Mariah voldeed op bijna alle punten.

Het was een erekwestie geworden. Als hij haar maar te pakken kreeg. Ze was alleen een stuk glibberiger dan verwacht. Het bleek verrekte lastig om haar te pakken te krijgen. Twee jaar probeerde hij haar nu vast te pinnen. Twee keer had hij haar in handen gehad. Twee keer was ze er weer uit geglibberd. Om gek van te worden.

Hij werd langzamerhand het lachertje van De Familie en dat was gevaarlijk met al die familieleden die net zo makkelijk de macht konden grijpen als hem uitlachen.

Zijn macht wankelde. En hij had een belangrijke zakenrelatie waar hij aan moest denken. Die zaken gingen over heel veel geld. Als hij tegenwoordig aan Mariah dacht werd hij woest.

Soms dacht hij dat het eenvoudiger zou zijn om haar gewoon te vermoorden. Om een contract op haar af te sluiten en niet meer om te kijken.

Maar hij werd langzamerhand het lachertje van de onderwereld, omdat hij een vrouwtje van amper een meter zestig niet te pakken kreeg. Ze liep altijd twee stappen op hem voor.

Dat de mannen die hij gestuurd had niet terug kwamen was een veeg teken.

Hij belde nogmaals met het nummer van Henry. De telefoon ging naar Voicemail.

Hij startte zijn computer en logde in met zijn duimafdruk. Hij kreeg een melding dat een update gereed was en dat de computer opnieuw ging opstarten.

Ongeduldig trommelde hij met zijn vingers op het bureau. Dat was vreemd, die melding had hij nog nooit gehad. Hij pakte zijn telefoon en belde naar zijn computerman.

De telefoon ging naar voicemail. Hij trommelde weer op het bureau. Vincent nam altijd op. Mm vreemd.

Hij belde meer nummers. Zijn Nummer Twee. Voicemail.

Het restaurant waar hij regelmatig at, Voicemail.

Het alarmnummer, in gesprek.

Hij wist niet dat dat kon met het alarmnummer.

Daar nam altijd iemand op. Langzamerhand begon hij in paniek te raken. De computer gaf een piepje, update gelukt, computer gestart.

Voorzichtig drukte hij een toets in. Alles leek normaal te werken. Hij checkte zijn mail.

Scrolde door bestanden, ook degene die hij liever geheim hield, maar zag niets bijzonders. Zelfs de bestanden die hij beveiligd had met een wachtwoord.

Tot zover, alles normaal.

DelMonte checkte de telefoon en belde zijn Nummer Twee. De man nam direct op.

‘Nog wat gehoord van Henry?’ vroeg hij. ‘Waar is Vince?’

‘Nee en geen idee’ zei Nummer Twee.

‘Bah’ zei DelMonte en hing weer op. Weer belde hij met Vincent.

Voicemail.

Verslagen leunde hij achterover in zijn stoel en schonk een whiskey in en sloeg het in een keer achterover.

 

Mariah zat achter het bureau waar behoorlijk meer apparatuur op stond dan de twee laptops waar ze mee begonnen was.

Nu ze niet meer constant hoefde te verplaatsen kon ze meer apparatuur neerzetten en waren wat haar betrof de mogelijkheden onbeperkt. Ze had nog veel meer in bestelling.

Moragh zou het ophalen en hier heen brengen.

‘Dus zo ziet een kantoor van jou eruit, schatje, als je iets langer op een plek blijft’ lachte Phil en keek naar alle draden die kris kras, als een bos spaghetti, van het bureau hingen.

‘Een beetje meer ruimte zou leuk zijn’ mompelde Mariah.

Ingespannen typte ze op haar toetsenbord.

‘Hebbes’

Met een zucht leunde ze achterover in haar stoel.

‘Dus, baby ‘ zei Phil. ‘Wat ben je precies aan het doen?’

Mariah keek naar zijn biceps en kwijlde een beetje.

Hij leunde gezellig tegen haar bureau aan en was dus heel dicht bij. Hij droeg een zwart shirt en een zwarte cargobroek.

Zijn zwarte shirt spande strak om zijn lijf en bovenarmen. Hij kon het hebben.

‘Ik ben geld aan het opnemen aan de andere kant van de stad, dus ik ben niet hier’ zei ze

‘Ik moet nu maar een poosje binnen blijven, anders zijn ze morgen weer terug. Maar dan misschien met meer. Noem me geen baby.’

‘Ik moet een groot kantoor aan de tekening toevoegen’ mijmerde Phil, ‘volgens mij is het huidige plan te klein.’

Hij keek naar de aan elkaar gekoppelde verlengsnoeren en vervolgde,

‘Veel stopcontacten, heel veel. Misschien op een werktafel? Aparte groep, onafhankelijke stroom? Mm, ik wil niet weten wat ze doet als de stroom uitvalt’ mompelde hij in zichzelf.

‘Heb je de bank gehackt, popje?’ vroeg hij haar en gluurde tersluiks naar haar borsten. Heel mooi, dacht hij

‘Natuurlijk, domme vraag. Voer je altijd twee gesprekken tegelijk? Een met mij en een met jezelf?’

‘Drie gesprekken als je heel eerlijk bent, twee met jou en een met mezelf. Ja dat gebeurt wel vaker.’ zei Phil lachend. ‘Ik kwam laatst mezelf tegen en toen hebben we een goed gesprek gehad’

‘Flauw.’

Mariah grinnikte.

‘Oh en noem me geen popje’ zei ze voor de vorm ‘Een groot kantoor met heel veel stopcontacten, hemels.’ vervolgde ze dromerig.

‘Beter als een bos bloemen, knapperd?’ vroeg hij, met een lach in zijn stem.

‘Veel beter, zo romantisch’ zuchtte ze. ‘hoe gaat het met bouwen?’

‘Het gaat goed, lieverd. Het kanaal is geschikt voor aanvoer, er is vandaag een kraan neergezet. Het materiaal is gekocht en de schepen zijn in aantocht. Het kan niet beter. Zolang hier allerlei werklui rondlopen krijg je je eigen bodyguard. Hij heet Boris. Ik denk dat je hem wel zal mogen.’ Phil keek tevreden. ‘Ik verwacht hem ieder moment.’

‘Boris hmm’

Mariah keek op haar scherm en klikte iets aan. Daarna schreef ze een regel code en klikte weer met de muis.

‘Wat doe je, suikerbeestje?’ Phil grinnikte bij die laatste.

Ze was van tegenstribbelen overgegaan tot het negeren van de koosnaampjes,

Maar die laatste was zo erg, die kon ze niet negeren.

Mariah maakte een braakgeluid. Phil lachte harder.

‘Je hebt gelijk, die was te erg. Maar wat ben je aan het doen?’

‘Ik ben bezig met een applicatie, die fraude aan het licht moet brengen. Acties die buiten het normale zijn, in kaart brengen. En ik leg een database aan van mensen die of rommelen, of op andere manieren opvallen. Als het mogelijk is neemt de computer een foto. Het is een beetje als vissen. Nu ik meerdere computers kan laten draaien kan ik het eindelijk afmaken. Ik speel al eeuwen met het idee.’

‘Ik dacht dat je een hacker was, liefje?’ vroeg Phil.

Mariah wreef met twee handen over haar schedel, zodat haar haar recht overeind

stond.

‘Ben ik ook, in principe, maar ik verdien mijn geld met hackers buiten de deur houden. De beste manier om een dief te vangen is met een dief. Dus nu werk ik aan een stukje software, dat werkt een beetje als vissen. Een stukje aas en een lijntje om de vis binnen te halen. Of om de hacker te traceren. Het lukt me wel, ik ben er bijna. Ik heb het grondwerk gedaan op mijn laptops, maar voor het echte werk heb ik stabiel internet nodig en veel rekenkracht. Morgen komt nog wat speelgoed.’

‘Dan heb je nog wat verlengsnoer nodig en een tafel. Het wordt wel wat vol hier met die beveiligingscamera's erbij. Uh, ja, mm, Boris moet ergens slapen, dus hadden we bedacht dat Dinda bij Dave slaapt, jij bij mij en Boris hier. Is dat oké, kanjer?’

Hij dacht als ik het snel zeg, hoort ze misschien niet wat ik zeg.

‘Bedoel je te zeggen dat ik seks ga hebben vanavond?’ vroeg Mariah met een uitgestreken gezicht.

Ze trapte er duidelijk niet in.

Phil wangen werden een beetje roze.

'IIIIII’ gilde Mariah , ‘ik heb een marinier laten blozen’

Ze kwam niet meer bij van het lachen,

Phil stormde op haar af, plukte haar uit haar stoel en drukte haar tegen de muur, zo dat ze oog in oog waren, met zijn hele lijf strak tegen haar aan. Haar voeten bungelden boven de vloer.

‘Ja’ gromde hij ‘jij hebt seks vanavond’

‘Met jou?’ piepte ze

‘Met mij’ en hij kuste haar totdat ze haar naam niet meer wist.

 

Er werd op de deur geklopt en Phil haalde zijn mond van haar af.

‘Boris’ Zijn stem was schor.

Met een diepe zucht zette hij haar op de grond en ging de deur opendoen. Boris kwam binnen.

Hij was de grootste man die ze ooit gezien had.

Een Reus. Ruim twee meter. Blond haar dat alle kanten op stond. Vriendelijke bruine ogen en een markant gezicht met een haviksneus, overal spieren, zag ze, en twee keer zo breed als zij.

Ze liep naar hem toe, stak een hand uit naar zijn kolenschop en legde haar hoofd in haar nek om hem in de ogen te kunnen kijken.

‘Het is bijna niet te geloven dat we van de dezelfde soort zijn, de wolfshond en de chihuahua. Aangenaam Mariah’

Boris pakte voorzichtig het handje en keek omlaag.

‘Weet je zeker dat ze echt is en geen popje?’

Zijn stem rommelde zwaar. Vragend keek hij naar Phil.

Ze schoten tegelijk in de lach.

‘Ha’ zei ze nog na gniffelend ‘Deze hou ik. Als ik ooit iets voor je kan doen, op computer gebied dan, moet je het maar zeggen. Koekjes bakken kan ik niet, nooit geleerd.’

Ze haalde nonchalant haar schouders op.

‘Dat geeft niet, dat kan ik zelf.’ Boris lachte naar haar.

‘Dus ik moet op dit onderdeurtje passen? Ik mag wel voorzichtig zijn anders breekt ik haar per ongeluk.’

Mariah hoorde een heel licht accent. Iets Europees, Russisch?

Dat zou je aan de naam wel zeggen.

‘Waar kom je vandaan ?’ vroeg ze nieuwsgierig.

‘Ergens uit de Russische bossen.’ was het norse antwoord.

Boris keek met een dreigende blik naar haar. Jammer genoeg was Mariah niet erg onder de indruk.

‘Dus,’ zei ze ' Voornaam, achternaam, geboortedatum, dan kan ik je even natrekken, dat doe ik altijd met mensen die ik niet ken.’

‘Heb je dat ook met mij gedaan, liefje?’ vroeg Phil verbaasd.

‘Ik heb een heel dossier over jou, alle geheime missies incluis, dus duh’

Ze rolde met haar ogen en leek zo erg op een brutaal keffertje, dat beide mannen in de lach schoten.

‘Hup Boris’ zei ze, ‘kom op met de informatie.’

Boris keek Phil aan met een vragende blik.

‘Ze vind het toch wel uit, dus vertel het maar gewoon, voor Mariah bestaan er geen geheimen.’

‘Ik heb een voornaam, die is Boris. Maar ik heb geen achternaam. Tegenwoordig ben ik bekend onder de naam Petrov, maar die heb ik verzonnen. Ik heb geen geboortedatum. Ik ben nooit ergens ingeschreven. Ik weet niet hoe mijn moeder heette, ik noemde haar mama.

Ik weet niet wie mijn vader was. Ik ben nooit door haar naar school gestuurd. Ik weet dat ze mij geheim hield, omdat ze heel erg bang voor mijn vader was. Ze is overleden in een brand toen ik vijf jaar oud was. Ik heb een beetje rondgezworven, ben gevonden en verkocht. Ontsnapt en uiteindelijk weer gevonden door Drake. Hij heeft me een baan en een huis gegeven en valse papieren. Daar ga je niets vinden, want ik besta niet.’

Hij zuchtte diep.

‘Ach’ zei ze peinzend, ‘maar als je kon kiezen, wie zou je dan zijn?’

‘Een hele gewone man, met misschien wel een vrouw en een paar kindjes, een baan en een huis.’

Hij keek even naar het plafond en wreef met zijn handen door zijn haar, een nog grotere chaos veroorzakend.

‘Maar ik ben wie ik ben en vertel mij eens, waar is de tv?’

Het verhoor was duidelijk voorbij.

‘O, die is er niet, het is niet mijn huis, dus sla me niet.’

Mariah grijnsde brutaal naar de twee mannen.

Ze keek verlangend naar haar bureau en zei:

‘Ik ga maar eens aan de slag.’

Boris zuchtte diep en leek verdrietig bij het gebrek aan een tv.

 

Hoofdstuk 9

 

 

DelMonte belde met Nathan, de zoon van dat oude kadaver. Hij wilde weten waarom ze de boel had verkocht. Om precies te zijn, ze had het niet aan hem verkocht. Daar was DelMonte behoorlijk gepikeerd over.

Er viel veel geld te verdienen aan dat land en nu leek het aan zijn neus voorbij te gaan. Hij had dat land al doorverkocht aan zijn nieuwe zakenrelatie en die had hij nog niet verteld dat de deal niet doorging. Misschien kon hij de nieuwe eigenaars vinden. Nadat hij had afgerekend met Nathan. Nate ontkende in alle toonaarde dat het land verkocht was.

‘Ik rijd nu naar mijn moeder en ik zorg ervoor dat het vanmiddag nog geregeld wordt.’ beloofde Nathan.

‘Dat is precies wat er gebeuren gaat want anders is dat het laatste wat je verkloot hebt’

DelMonte brieste gewoon van nijd. Het mocht een wonder heten dat hij nog geen hartaanval had gehad.

 

Miss Julia liep onrustig door de kamer.

Haar benen deden zeer, maar dat was de leeftijd. Kwaaltjes hoorden erbij.

Waar ze regelrecht tegenop zag, was dat ze Nate moest vertellen dat ze alles had verkocht.

Er viel voor hem alleen nog geld te erven. Hij was zo hebberig en dwingend dat ze zich zorgen maakte dat hij door het lint zou gaan.

Ze had het land en de gebouwen ver beneden de waarde verkocht, zodat ze in haar geliefde huis kon blijven wonen. Alle andere gegadigden wilden het huis afbreken.

Ze was geboren en getogen in dit huis. Het was gebouwd door haar grootvader.

Het was haar grootvader die het staalverwerkingsbedrijf begonnen was. Haar vader had het uiteindelijk verhuist en verkocht.

Het was al verdrietig genoeg dat ze de grond had moeten verkopen, maar op deze manier hield ze nog enigszins een vinger in de pap.

Haar visie en de visie van de vrouwen van Safe Haven kwamen wonderwel overeen.

Ze wist best wel dat ze haar een moeilijk mens vonden, met veel eisen en wensen, maar dat kon haar weinig schelen. Ze was altijd iemand geweest die precies wist wat ze wilde.

Ze was geboren in een rijke familie en haar vader had haar geleerd om haar eigen zaken te regelen. Daar was ze hem altijd dankbaar voor geweest.

Haar zoon had altijd al een hekel aan dit huis gehad. Hij had haar ook gehaat, al had ze nooit goed begrepen waarom. Hij was haar enige kind en ze was zo enorm trots op hem geweest.

Maar ergens waren ze elkaar kwijt geraakt.

Het was moeilijk geweest toen haar man overleed, ze had zoveel van hem gehouden.

Het was een klap geweest dat hij omkwam in een auto ongeluk. Hij werd aangereden en was op slag dood. De dader werd nooit gepakt.

Nathan had zich bezorgt en liefhebbend opgesteld en had alle zaken van haar willen overnemen. Het had wat onnatuurlijk aangevoeld.

Ze had altijd zelf voor haar zaken gezorgd, in tegenstelling wat haar zoon dacht, en ze had geweigerd. Sindsdien was de verstandhouding nog meer verslechterd.

Nu sprak ze hem bijna nooit meer en zij kwam bijna niet meer buiten de deur.

Met de komst van de vrouwen van Safe Haven was er weer allerlei activiteit op het terrein.

Bouwvakkers liepen af en aan en ook aan haar huis werd er van alles gerepareerd. Het dak was weer waterdicht en lekkende kranen waren in orde gemaakt.

Dat had ze ook wel zelf kunnen regelen, maar ze zag altijd op tegen vreemden in haar huis. Maar nu leek het wel allemaal vertrouwd en veilig. Ben, de aannemer was een schatje.

Er konden geen vreemden zomaar op het terrein komen, nu er bewaking was. Ze realiseerde zich nu pas hoe alleen ze zich had gevoeld en hoe angstig ze was geweest.

Ook realiseerde ze zich dat ze bang was voor haar zoon. Ze besloot één van de vrouwen te bellen voor raad en ze belde degene die ze het beste kende. Adinda.

Zij was regelmatig langsgekomen de afgelopen maanden en had een beetje op haar gelet. Soms had ze wat boodschappen voor haar gedaan.

Ze had haar gezelschap geapprecieerd. Ja, ze ging haar bellen en voegde daad bij het woord.

 

Dinda had onmiddellijk ingegrepen en had een beest van een man gestuurd met de verzekering dat het een grote lieverd was en dat er geen reden was om bang voor hem te zijn. Hij was gewoon in huis om een oogje in het zeil te houden.

Ook had Dinda gevraagd of ze niet liever permanent iemand in huis wilde. Dat kon niet Boris zijn, die mocht ze alleen maar een paar uurtjes lenen, maar Dinda bood aan om iemand permanent te te zoeken voor haar. Dat kon eventueel ook een vrouw zijn.

Gewoon voornamelijk voor de gezelligheid en een beetje voor de veiligheid. Ze woonde alleen en was op leeftijd. Ze had beloofd erover na te denken.

Ze was op dit moment blij dat Boris er was.

Nathan kwam het huis zonder te kloppen binnenstuiven, ze zag in één oogopslag dat hij pissig was.

‘Ik moest me legitimeren om hier heen te kunnen, ze moesten jou bellen om toestemming, moeder, wat heb je gedaan?’ snauwde hij, getergd.

Zijn moeder moest goed begrijpen dat hij de dienst uitmaakte en niet zij. Hij was al ver gevorderd om haar onder curatele te stellen en haar zaken over te nemen.

Zij zou naar een psychiatrisch ziekenhuis verdwijnen en zich nooit meer ergens mee bemoeien.

‘Ik heb de boel verkocht, dat leek me makkelijker voor jou. Dan hoef je je niet bezig te houden met die griebel, zoals je het hier altijd noemt.’

Miss Julia keek tevreden.

Ze wist best dat Nathan woest zou zijn.

Wat hij zich niet realiseerde was dat hij een haartje verwijdert was van onterving.

‘Je hebt WAT?’ brulde hij en hij hief zijn hand om haar een mep te geven. Hij hoorde een keel schrapen achter zich en keek om. Hij liet verbijsterd zijn hand weer zakken.

Achter hem stond de grootste vent die hij ooit gezien had.

De man wuifde met zijn wijsvinger heen en weer in een vermanend gebaar. Verder zei hij niets.

‘Wie is hij? Stuur hem weg Moeder.’

Nathan wierp een boze blik op zijn moeder, die kleintjes in haar stoel zat. Het werd makkelijker om haar te domineren nu ze ouder werd.

Ze had altijd zo formidabel geleken, maar uiteindelijk was nu maar een oud mensje.

‘Ik heb de boel verkocht, ik huur dit huis nu. Er is hier niets meer te halen voor jou’

Eigenlijk had ze een beetje leedvermaak nu ze hem zo verslagen zag.

‘Moeder, je weet niet wat je hebt gedaan, ik heb nu zoveel moeilijkheden, ik heb contracten afgesloten op dit land. Waarom nu?’

Nathan kreunde vertwijfeld.

‘Omdat ik weet wat jij gedaan hebt, ik heb het eindelijk uit gepuzzeld. Het heeft me wat tijd gekost om te geloven wat je hebt gedaan, maar ik kan het niet over mijn kant laten gaan. Ik wil mijn enige kind niet naar de gevangenis sturen, maar ik wil je ook niet meer zien of horen. De geldkraan is bij deze dicht en je zal in je eigen onderhoud moeten voorzien. Het is niet aan jou om contracten af te sluiten op dit land.’

Nog nooit was Miss Julia zo blij geweest dat ze de boel aan Safe Haven had verkocht en ze had ook nooit verwacht dat ze gebruik zou moeten maken van waar ze voor stonden.

Uiteindelijk de bescherming van vrouwen tegen wat dan ook.

Al was dat hun eigen familie. Het was een klap geweest om er achter te komen dat haar eigen zoon, zijn vader had vermoord. Maar het bewijsmateriaal was overweldigend geweest.

Het leek haar niet prettig om zo paranoïde in het leven te staan als Mariah deed, maar nu was ze er dankbaar voor. Mariah trok echt iedereen na waarmee ze te maken kreeg en was op alle vuile was van haar zoon gestuit. En ja, ze was ook op de hoogte van zijn poging om haar onmondig te verklaren om aan haar vermogen te komen.

Mariah had het moeilijk gevonden om het haar te vertellen, maar ze had het toch gedaan. Ze was er dankbaar voor, een gewaarschuwd mens telde voor twee.

Nathan balde zijn vuist en stak hem omhoog in hulpeloze woedde en gromde.

‘Bedankt Moeder, je hebt mijn dood veroorzaakt. Nu ben ik genoodzaakt om te verdwijnen omdat ik dingen heb beloofd die ik nu niet na kan komen.’

Hij draaide zich om en marcheerde de deur uit.

‘Opgeruimd staat netjes’ mompelde ze en een traan liep over haar wang’

Boris knielde voor haar neer en plaatste voorzichtig twee overmaatse handen op haar magere knieën.

‘Ik ben trots op je, Miss Julia’ zijn stem rommelde diep ‘Ik weet dat het moeilijk voor je was’

‘Hij was het laatste wat ik had aan familie, nu ben ik echt alleen’ ze zuchtte diep.

‘Nee, Miss Julia, je hebt een hele familie in Safe Haven, weliswaar geen familie door bloedbanden, maar wel uit keuze. Veel mensen hier hebben geen familie dus we kunnen altijd wel een oma gebruiken. Daarom klitten we zo samen, anders zijn we zo alleen. Wij allemaal.’ Boris keek haar recht aan met zijn warme bruine ogen. Ondanks dat hij op zijn knieën zat, stak hij nog boven haar uit. Ze boog voorover en kuste hem op zijn wang.

‘Ik zou vereerd zijn met een kleinzoon als jij’ zei ze geëmotioneerd.

‘Mooi’ zei Boris, ‘ik ook met een oma zoals jij, dus laten we elkaar adopteren, maar je moet me één ding beloven. Je moet me beloven om me niet in je testament te zetten, zelf niet voor het kleinste dingetje, dan raak ik in grote moeilijkheden’ en hij vertelde uitgebreid hoe het kwam dat hij niet bestond.

Omdat oma’s hoorden te weten wat er gebeurde in het leven van hun kleinzoons.

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 10

 

 

Hij wreef in zijn handen en feliciteerde zichzelf, hij had succesvol Pete voor zijn karretje gespannen. Daar verwachtte hij veel van.

Pete was een slim mannetje en hij zou het wel voor elkaar krijgen.

Die ellendig wijven zorgden ervoor dat een rechtgeaarde zakenman zijn werk niet goed kon doen, ook al was dat soms een beetje illegaal werk.

Hij had veel vertrouwen in Pete

 

Het bouwen ging voorspoedig. De ramen zaten er al in. Valse ramen aan de kant waar het flatgebouw op uitkeek. Aan de buitenkant leken het keurige kantoorramen, met gordijnen ervoor. Maar iets verder de kamer in zaten zware stalen platen en gewapend beton.

Van die kant zou niemand beschoten worden.

Phil had lang over de beveiliging na gedacht, en er van uitgaande dat vrouwen die hier in de opvang terecht kwamen net zulke gevaarlijke vijanden hadden als Mariah, dan moest het gebouw een atoombom of een raket kunnen overleven.

De kant van het gebouw die uitkeek op de dierenopvang en het kanaal had grote ramen.

Al het glas was kogelwerend van de hoogste klasse. Getint zodat inkijk onmogelijk was.

De hallen waren zo hoog geweest, dat er extra etages waren gecreëerd. Wat uiteindelijk een parkeerlaag en vijf verdiepingen opleverde.

De bovenste verdieping was wel iets bijzonders aan het worden.

Het was speciaal voor Mariah ontworpen.

Dus was er een keuken, twee slaapkamers en een huiskamer gemaakt, maar wat het bijzonder maakte was het enorme kantoor met een groot inpandig balkon.

Ook had Phil opgelet bij het eindeloze geklaag dat veel in de keuken te hoog was voor zijn moeder en in overweging nemend dat Mariah kleiner was, had hij de keuken aangepast op haar lengte. Misschien iets te laag voor hem, maar perfect voor Mariah.

In Phils visie zag hij een balkon waar grote planten de sfeer bepaalden.

Hij vond dat Mariah veel te weinig buiten kwam.

Logisch, ze zat hier ondergedoken, maar toch. Op het balkon kon ze veilig een frisse neus halen.

Op de eerste etage kwam het kantoor van Morgan Security en woonruimte voor de broers, al hoopte Phil dat hij boven kon wonen. Er was een enorme gemeenschappelijke keuken.

De liften en trappen waren zo ontworpen dat je,vanaf de begane grond, altijd bij de balie, op de eerste verdieping, uit kwam.

Daar kwam een bewaker te zitten. Ook de trappen gingen niet verder.

Vanaf de eerste verdieping gingen trappen en liften verder omhoog, maar vanaf een ander punt, naar de andere verdiepingen, waar vooral woonruimte was.

Grote gezamenlijke huiskamers en keukens, en een persoons- en twee persoons- slaapkamers. Sommige met tussendeuren voor eventueel kinderen.

In het midden van het pand liep een zwaar verstevigt trappenhuis naar beneden van de bovenste etage naar de kelder.

Het trappenhuis was bombestendig.

Deze trap was niet bedoelt voor dagelijks gebruik, maar in geval van nood.

Op de deuren stond alarm en als je de deur open deed ging het brandalarm af met veel lawaai.

Het pand bleek te beschikken over een grote kelder met twee verdiepingen omlaag.

Onder aan de trap was een veilige kamer gemaakt. Zwaar beveiligd. Brand en bombestendig. Ondergronds.

Het was de bedoeling dat er slaapplaatsen kwamen en eten en drinken werd opgeslagen.

Op die verdieping was er ook een ziekenboeg met een aantal bedden en een controleruimte. Alle beveiliging werd daarvandaan geregeld en alles was hermetisch af te sluiten.

Op de onderste etage was de stroomvoorziening geregeld.

Het gebouw was niet afhankelijk van elektriciteit van buitenaf, maar draaide op zonnepanelen en accu's en generators als noodstroom.

De uitlaten van de generators liepen door het bombestendige trappenhuis naar het dak.

Die kelders waren zwaar beveiligt. Overal in het pand waren camera's, behalve in de badkamers, maar ze waren bijna niet zichtbaar.

De parkeerlaag had alleen ingangen aan de kant van de dierenopvang.

Zodat iedereen die in de flat was geen zicht had op het komen en gaan van de bewoners van het pand.

Nu was het tijd om na te denken over de buitenboel.

De straten waren er slecht aan toe en moesten worden opgeknapt.

Zou het overdreven zijn om tunnels onder de grond te maken?

 

Ondertussen was Peter Smith laaiend.

Iedere keer moest hij zijn legitimatie laten zien als hij naar zijn eigen bedrijf wilde.

Kentekens werden nagetrokken, wat niet prettig was als de hoofdmoot van de auto's gejat was. Geregeld wilden ze zelfs in de auto’s kijken en gezien de handelswaar die hij vervoerde was dat geen goed idee.

Buitengewoon onprettig.

Aan het pand zelf werd niets meer gerepareerd, het werd immers afgebroken.

De huur was opgezegd, de chaos was compleet en hij wist niet of hij dat nog kon veranderen. Hij had nog koopwaar die hij niet meer kon verplaatsen. DelMonte was een maatje van hem en hij had gezegd dat de oplossing was om Mariah uit de vergelijking te halen en ontvoeren leek de makkelijkste oplossing.

Ze was maar drie turven hoog. Je stopte haar zo in je broekzak, zei DelMonte

Het grootste probleem was dat hij Mariah nooit had gezien. Hij had haar zeker weten nooit op het terrein gezien. Ze was klein. Dat was alles wat hij wist.

Maar dat mens van de opvang was ook klein. Of zou hij haar bedoelen?

Zij heette toch geen Mariah, maar hoe ze wel heette wist hij niet.

Ondanks al het gepest van de afgelopen maanden had hij nooit haar naam gehoord.

Wat was dat mens hardnekkig. Niet weg te jagen.

En met het verschijnen van dat beveiligingsbedrijf was zijn kans verkeken.

Als hij de mogelijkheid kreeg, dan gooide hij haar in de achterbak van zijn auto en hoopte er maar het beste van. Alleen die honden. Brr

 

Boris en Dinda waren een paar honden aan het uit laten, terwijl Phil op Mariah paste.

Nou ja, oppassen.

Even lekker knuffelen, dacht Boris.

Hij was zowat weggekeken daar en nou liep hij lekker buiten. Het was erg plezierig om even uit te waaien.

Dave was een beveiligingsprobleem aan het oplossen en zou later weer terug komen.

‘Heb je het nog een beetje naar je zin bij Mariah?’ vroeg Dinda. ‘Ik heb je klacht over de tv gehoord, maar ik kijk vrijwel nooit, sorry.’

Atlas liep naast haar en duwde zijn kop tegen haar been.

‘Dat maakt niet uit, ik kijk wel op mijn laptop.’ gromde Boris.

‘Word je niet gillend gek van al dat binnen zitten?’ Dinda grijnsde naar hem.

‘Ja nou, vroeger was ik meestal buiten, ik heb nog nooit op zo'n huismus gepast.’ zuchtte hij.

‘Ze is heel hard aan het werk, ik weet niet precies wat ze aan het doen is, maar Moragh klaagt ook al dat ze overal spullen moet ophalen.’ zei Dinda

Ineens kwam er een auto de hoek om scheuren, die frontaal op hen in reed. Boris zakte door zijn benen en sloeg tegen de grond. Hij stootte hard zijn hoofd en was even van de wereld.

Ook Atlas had een klap op gelopen en Dinda was zelfs door de lucht gevlogen van de duw die ze van Atlas had gekregen. Ze lag te suizebollen.

Voordat iedereen weer bij zijn positieven was, sprong Smith uit de auto, raapte Dinda op en smeet haar in de achterbak. Hij scheurde meteen weer weg.

Boris schudde zijn hoofd en keek de wagen na, het bloed liep over zijn gezicht.

Hij wierp een blik op het kenteken en belde naar de poort.

Daar was de bewaker bezig met het sluiten van het hek, toen de wagen er vol gas doorheen scheurde. Hij kon nog net opzij springen.

Hij sloeg onmiddellijk het alarm in, maar de auto verdween om de hoek en was weg.

 

‘Het spijt me’ zei Boris, terwijl hij het bloed van zijn hoofd veegde. ‘Ze waren weg voordat ik weer overeind was, het ging te snel. Ik schaam me dood.’

Dave ging door met het verbinden van zijn been, Boris had echt een harde klap gemaakt.

Dave knarste met zijn tanden en zei niets.

Dat kon hij niet, hij had het gevoel dat hij ieder moment kon ontploffen. Zo woest was hij op de ontvoerder.

Atlas was een beetje gekreukeld, maar mankeerde verder niets. Zij had de klap voor Dinda opgevangen en iedereen had een goede hoop dat ze verder ongedeerd was.

Het kenteken had niets opgeleverd, behalve dat de auto gestolen was, en het vermoeden dat de garageman er iets mee te maken had.

‘Ik denk dat het DelMonte is’ zei Mariah. ‘Misschien hebben ze ons door elkaar gehaald of wil hij ruilen. Ik ga in zijn computer kijken en zijn telefoon checken om te zien of ik iets kan vinden.’

Ze verdween mompelend achter haar computers.

Dave was bleek en stond te schudden in zijn laarzen. Hij was woest.

Niet op Boris, hij zag wel dat de man het slecht had, maar op de ontvoerder.

‘Die man moet van het terrein, morgen ga ik zijn toko afbreken’ gromde Dave.

‘Eerst Dinda terug en dan grijp ik hem. En DelMonte ook. Als hij haar maar een haartje in de war brengt dan dan dan is de stad te klein om je in te verbergen.’

 

Een paar uur later zei Mariah verbaasd

‘Verdomd als het niet waar is, ze hebben haar bij een computer in de buurt gelaten. Ze moet bonnetjes invoeren.’

Mariah begon te lachen.

‘Oh, wat een sukkels. Je wil Dinda niet in je administratie hebben als ze boos op je is, je bent zomaar een paar miljoen kwijt als je even niet oplet.’

‘Hoe dan?’ vroeg Dave.

'Jouw meissie is een whizzkid met geld, en administratie is niet meer dan schuiven met geld. Dinda's woorden, niet de mijne. En nu laat hij haar bonnetjes invoeren. Ze mailde me stiekem. Ze is oké Ze weet niet precies waar ze is. Ik ben bezig het IP adres te vinden.

Ik mail meteen terug, dat als ze herrie hoort, ze onder het bureau moet kruipen of zo. En ik stuur een paar huisdiertjes mee. Voor op die computer.’

Mariah zat als een razende te typen.

Ze was in de weer met een flashdrive en een oude laptop, die normaal gesproken nooit aangesloten stond.

Op die laptop stond haar jarenlange verzameling met virussen. Na verloop van tijd zuchtte ze eens diep en leunde terug in haar stoel.

‘Nu maar wachten tot alles op zijn plek staat.’

‘Heb je een adres?’ vroeg Dave.

‘Ja, dat heb ik, maar als je even wacht kan ik DelMontes beveiliging uitzetten en dan heb je de verrassing aan je kant.’

‘Ik wacht niet’ zei Dave ‘Ik ga wat mannen bij elkaar roepen en ons klaarmaken om te gaan, geef haar een oortje en ga mee Phil.’

‘Ik ga ook mee’ zei Boris. ‘Ik heb nog een heel zuur appeltje met ze te schillen.’

‘Ik roep Ben even hier en pak een paar honden en dan beloof ik dat ik hier blijf zitten, oké? Ga Dinda halen!’ zei Mariah. Ze kreeg een snelle kus van Phil en hij rende de deur uit.

 

Dinda vond zich zelf terug in de achterbak van een auto. Het was benauwd daarbinnen en haar hoofd deed zeer. Haar rug zat vast onder de blauwe plekken van de buiteling die ze gemaakt had. Het was ontzettend oncomfortabel.

Dinda overlegde met zich zelf of dit het moment was om bang te worden, ze besloot van niet. Angst ging niet helpen, als ze dood ging, ging ze dood.

Wat jammer zou zijn, want ze was nog lang niet klaar, ze had nog dingen te doen.

Maar soms is het niet anders. Maar ze zou niet gaan zonder gevecht. Nooit.

De auto reed een poosje en stopte, reed nog een stukje verder door en stopte weer.

Ze hield zich klaar. Ze hoorde een portier slaan en de kofferbak ging open.

Ze schopte naar degene die zich over de kofferbak boog. Hij kreeg een voet in zijn gezicht, maar deinsde niet terug.

‘Hier,trut’ hij haalde uit met zijn vuist en sloeg haar midden in haar gezicht.

Haar neus begon te bloeden. Ze was meteen tam. Haar hoofd suisde weer.

Hij pakte haar beet bij de band van haar broek en bij de kraag van haar shirt en droeg haar zo het huis in, als een vieze hond, die hij liever niet wilde aanraken.

Ze stikte zowat van de kraag van het shirt, die in haar keel sneed.

Hij gooide haar op de vloer aan de voeten van een man, die ze herkende als DelMonte.

Mariah liet haar vrienden niet in het ongewisse over mensen die gevaarlijk konden zijn.

Dinda duizelde nog van de klap die ze had gehad. Hoestend bleef ze liggen en krulde zich in foetushouding.

‘Dit is Mariah niet’ brulde DelMonte laaiend.

Hij gaf haar een schop. Ze kreunde en rolde zich verder op.

‘Dit is die vriendin, die is nutteloos’ en hij gaf haar weer een schop.

Dinda kreunde weer, ze kon het niet binnen houden al probeerde ze dat nog zo hard. Die trappen deden echt zeer.

‘Zij kan ook je bonnetjes verwerken en misschien kan je wel ruilen. Mariah is niet op dat terrein. Ik weet niet waar ze is.’

Smith keek zowaar verontschuldigend.

DelMonte leek iets te kalmeren, bij het idee dat hij in ieder geval één slaafje had die het rot werk voor hem kon doen en, bedacht hij opgevrolijkt, als hij Mariah had, dan had hij twee slaafjes. Ze pasten goed bij elkaar, die twee.

Even groot of klein, hoe je het ook bekeek, blond en donker. Jammer dat deze van die kleine tieten had.

Hij zag zich al lopen, met aan iedere arm een vrouw. Dan ging hij indruk maken op zijn nieuwe zakenrelatie.

‘Ga je me helpen?’ schreeuwde hij terwijl hij zich naar de vrouw op de grond boog.

‘Nee’ kreunde Dinda, ‘natuurlijk niet, achterlijk figuur.’

DelMonte haalde weer uit.

 

 

 

Hoofdstuk 11

 

DelMonte wreef in zijn handen. Hij had die kleine krullenbol te pakken, ze was lekker aan het werk gezet door hem.

Ze had wat aansporing nodig gehad van hem, maar tenslotte had ze het licht gezien en had gedaan wat er gezegd werd. Uiteindelijk gehoorzaamden ze altijd.

Hij hield van vrouwen die plooibaar waren.

Hij nam een slokje van zijn whiskey, de beste natuurlijk die voor geld te koop was.

Misschien was het tijd voor een welverdiend tukje.

 

Tegen de tijd dat de mannen alles hadden ingeladen, wapens, explosieven en een hele boze Dave en op de plaats van bestemming waren aangekomen, had Mariah het systeem gehackt, de beveiliging overgenomen en de telefoons onklaar gemaakt.

Ze had ondertussen ook nog een hoop bij geleerd van Luke, die van alles wist over beveiligingscamera’s, en ze hadden op de valreep een methode bedacht om op de camera’s in te breken. Zo konden ze zien wat er binnen gebeurde. Altijd handig.

Reuze interessante materie, had ze gedacht, ze moest vaker praten met Luke.

Zelf zat ze in de vluchtauto buiten het hek te wachten, Moragh zat aan het stuur.

 

Dinda had zich opgesloten in het toilet, nadat ze door Mariah gewaarschuwd was dat reddingsploeg buiten was.

Dat veroorzaakte nogal wat tumult omdat haar bewaker vond dat ze eruit moest komen en Dinda vierkant weigerde. De deur bleek van een buitengewoon goede kwaliteit te zijn en gaf niet toe aan het gebeuk van de mannen.

DelMonte werd er bij gehaald en het gebrul werd oorverdovend. De afleiding was fenomenaal, de mannen konden het niet beter hebben.

Dinda’s hoofd had geklopt van de val die ze had gemaakt, en van de klappen en schoppen die ze had gehad omdat ze Mariah niet was en omdat ze niet wilde meewerken.

Uiteindelijk had ze maar toegegeven, toen het tot haar doordrong dat ze op een computer moest werken.

Internet was beveiligt en ontoegankelijk, maar je was niet bevriend met Mariah zonder wat trucjes op te pikken. Mariah was altijd vrijgevig als het ging om delen van kennis.

Die beveiliging was kinderspel. En daarna had ze lekker met Mariah zitten mailen en haar sporen weer uitgewist. Ze had Mariah toegang gegeven om in de computer in te breken en ze had wat geld verschoven naar hoekjes waar DelMonte dat niet snel zou vinden.

De limiet van zijn creditcards was overschreden omdat die limiet ineens heel erg laag lag.

Ze had wat betaalrekeningen geblokkeerd en een of twee rekeningen in het geheel laten verdwijnen. Ze had wat wachtwoorden veranderd. Niets onoverkomelijk, maar wel irritant.

Ze had zich uitstekend vermaakt, niets zo leuk als de administratie te verkloten van iemand waar je een hekel aan had.

DelMonte zou haar nooit meer aan het werk zetten.

Ze had een linkje naar de belastingdienst gestuurd, waar ze zijn schaduwboekhouding konden vinden.

DelMonte zou nog weken nodig hebben om de boel weer in orde te krijgen.

Ze had een doos met bonnetjes gehad, en af en toe had ze een bonnetje van de ene naar de andere stapel gelegd, alsof ze een braaf aan het werk was.

Ze had van alles gedaan met zijn boekhouding, behalve bonnetjes invoeren.

Niet te geloven dat een gehaaide crimineel zo ontzettend dom kon zijn.

 

Mariah had alles gehackt wat ze kon hacken en was tot haar verbazing ook nog sporen van een oude bekende tegen gekomen, Ghost. Die kende ze nog uit haar hackerdagen. Ghost deed wel eens werk voor haar.

Als er programma's getest moesten worden dan deed Ghost dat vaak. En nu was Ghost in de computer van de grootste gangster in de stad geweest.

Dat was wel iets om over na te denken.

Was Ghost vriend of vijand?

Dat was voor een later tijdstip om uit te vogelen.

Ondanks dat haar vriendin ontvoerd was, was Mariah bijzonder content. Alles liep op rolletjes.

 

DelMonte woonde in een groot landhuis aan de rand van de stad. Een stuk noordelijker dan Safe Haven.

Het was een groot terrein met een hoog hek eromheen en overal bewakingscamera’s. Het was zwaar bewaakt.

Het kantoor van DelMonte, in de stad, had nog zwaardere bewaking.

Het landhuis zelf was een bijzonder mooi gebouw.

Twee verdiepingen hoog had het zo in het zuiden kunnen staan. Gejaagd door de wind had er zich af kunnen spelen. Grote kolommen bij de voordeur, balkons en luiken bij de ramen. Alles keurig in de verf. Om het huis heen lagen goed onderhouden tuinen.

Het tegenovergestelde van de bende die Safe Haven nog was.

Dave sloop door de achterdeur naar binnen. Hij was iets minder content dan Mariah. Hij maakte zich zorgen over Dinda. Hij had haar nog maar net gevonden en wilde haar graag houden.

Ze sliep ieder nacht bij hem en daar genoot hij enorm van.

Maar ook van haar gevoel voor humor, haar directheid, bij het botte af en haar intelligentie. Ook haar liefde voor de dieren in de opvang trok hem aan. Hij hield van haar kracht.

Onverstoorbaar vond hij haar. En lief.

En nu deed iemand haar pijn.

Hij was woest.

En een woeste Dave, was een gevaarlijke Dave.

Mariah had hem verteld waar Dinda zich verschanst had. Zijn primaire taak was haar vinden. Hij kwam in een bijkeuken, door een deuropening zag hij de keuken.

In de bijkeuken waren een wasmachine en droger en verschillende kasten. Bij de achterdeur een kapstok en een laarzenrek.

In de keuken hoorde hij stemmen van de koks die druk bezig waren met de voorbereiding van het eten. Hij hoorde het geluid van hakkende messen.

Voorzichtig gluurde hij om de deurpost naar binnen. Hij zag twee koks, met hun rug naar hem toe, een enorme stapel groente snijden. Hun messen gingen zo snel dat je ze amper kon zien.

Het was wel iets voor DelMonte, niet één kok, maar twee.

Een klein stukje verder zag hij weer een deuropening. Lichtvoetig snelde hij door de keuken en stond stil achter de koks.

Bijna teder vouwde hij een hand om ieder hoofd en sloeg ze met een klap tegen elkaar. Geruisloos zakten de koks in elkaar,de messen vielen op het aanrecht.

Dave legde ze buiten bereik. Dit was Dave op zijn best.

Hij sloop door de deuropening. Hij keek snel om zich heen en bepaalde de richting.

Hij wist in welk toilet Dinda moest zijn. Een gang leidde naar een hal.

Met grote passen snelde hij door de hal en de keek voorzichtig een andere gang in.

In de verte hoorde hij tumult.

Het boze geschreeuw van een man.

‘Dan blijf je verdorie daar maar zitten’ brulde hij ‘Timmer die deur dicht.’

Binnensmonds mopperend over onhandelbare onderdeurtjes stormde hij boos de hal en de trap op.

Dave werd niet opgemerkt.

Da's DelMonte, hij heeft een koppige Dinda in handen, dacht Dave, gerechtigheid, hij lachte stilletjes.

Als hij zich niet zo veel zorgen maakte over Dinda, had hij veel plezier in de woede van DelMonte gehad.

Hij liep verder de gang in en een man stormde uit het toilet.

‘Verdomme, wie ben jij nou weer’ gromde hij.

‘Het vriendje van je ergste nachtmerrie’

Dave lachte vriendelijk voor dat hij hem een harde klap op zijn hoofd gaf.

De man ging onmiddellijk liggen. Dave bond zijn handen op zijn rug met tyraps.

Dave keek voorzichtig het toilet binnen, de ruimte was groot en bevatte twee wastafels en twee toilethokjes. De deuren waren van massief hout en er leunde een man tegenaan met zijn voorhoofd. Zijn houding drukte wanhoop uit.

Deze man zag er niet uit als een bewaker, maar meer als een boekhouder.

‘Schatje, kom eruit alsjeblieft, voordat je daar voor eeuwig wordt opgesloten’ kweelde hij met zijn allerliefste stemmetje.

‘Als DelMonte ziet wat ik met zijn administratie heb gedaan, breekt hij hoogst persoonlijk die deur weer open.’

Dinda lachte smadelijk

‘Tot die tijd laat ik hem lekker dicht.’

Het idee dat Dave dicht bij was gaf haar moed.

Dave besloop de man van achter, terwijl de man zijn voorhoofd verslagen tegen de deur leunde, en fluisterde in zijn oor.

‘Er is een soort vrouw die je echt niet boos wil maken, dit is er een van.’

Hij pakte de mans hoofd stevig beet en sloeg hem tegen de deur aan.

De man zakte in hoop in elkaar.

‘Schatje, doe je die deur wel open voor mij? Of moet ik hem uit de hengsels lichten?’

‘Dave? Ben jij dat?’

De deur vloog open en Dinda lanceerde zich in zijn armen, ondanks alle blauwe plekken en gekneusde ribben. Door de adrenaline voelde ze er niets van.

Dave greep haar stevig beet en tikte op zijn oortje en zei. ‘Target gevonden. Extractie begint’

Hij pakte voorzichtig haar kin beet en bekeek haar gezwollen gezicht en de blauwe plekken. Hij schudde zijn hoofd afkeurend.

‘He? Wat?’

Dinda keek verward

‘Ik ben echt heel blij om je te zien, hoor.’

‘Ik ben ook blij om jou te zien, klaar om te gaan?’

Hij zette haar weer voorzichtig op de grond, nam een hand stevig in de zijne en trok haar mee naar de deur.

Hij trok zijn kogelvrije vest uit en trok het Dinda aan, het vest was loodzwaar en kwam bijna tot haar knieën.

Voorzichtig keek hij de gang in.

‘Heel stil’

fluisterde hij in haar oor en trok haar mee richting de voordeur.

Aan de achterkant van het huis waren geweerschoten te horen.

Mensen schreeuwden. Overal waren voetstappen te horen van mensen die wegrenden, maar ook van mensen die er naar toe renden.

Huishoudelijk personeel en bewakers.

Dave en Dinda bereikten ongehinderd de voordeur.

Ze slopen naar buiten, daar was niemand. Iedereen was achter bezig.

‘We doen een sprintje’

zei Dave en nam haar hand steviger in de zijne.

‘klaar?’

Dinda knikte en daar gingen ze.

Zo snel ze konden rennen. Recht op het hek af, wat op wonderbaarlijke wijze voor ze openging en recht op een auto af die klaar stond.

Ze sprongen erin en de auto begon langzaam te rijden. Moragh zat aan het stuur.

Mariah zat op de bank met een laptop op haar schoot en zei in haar oortje

' Oké, jongens wegwezen, we hebben waar we voor kwamen.'

Dinda keek om naar het huis waar ze net vandaan kwamen en bewonderde het beeldschone huis. Jammer dat er zo'n monster woonde.

Ze knuffelde lekker tegen Dave aan en hij kuste voorzichtig de blauwe plekken in haar gezicht. Voorzichtig sloeg hij zijn armen om haar heen.

Er renden een paar mannen door het hek. Ze herkende Phil, Drake en Boris en nog een paar die ze niet kende.

De hekken gingen dicht.

De bewakers van het huis haalde het net niet om ook door het hek te komen. Ze brulden van woede en losten schoten op de vluchtende mannen.

Die sprongen in een auto en reden snel achter hen aan.

‘Ziezo’ zei Mariah innig tevreden

‘Knappe jongen die het hek weer open krijgt. Dat zit op slot en ik heb de code om het weer te ontsluiten’

Moragh gaf gas.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 12

 

DelMonte knapte bijna uit zijn vel van woede.

Schreeuwend stormde hij door zijn huis en iedereen bleef zoveel mogelijk uit zijn buurt.

Zelfs Charles, zijn Nummer Twee, keek bedrukt.

Hij had een enorme buil op zijn voorhoofd. En knallende pijn in zijn hoofd. Het geschreeuw hielp niet.

'Wie kwam op het fantastische idee om die heks hier heen te halen,' brulde DelMonte

Charles had van niets geweten, ze was er ineens, en zat al aan het bureau te werken.

Hij had niet eens geweten wie ze was.

'Nou' brulde DelMonte.' Wie?'

Charles zei niets, op die vraag had hij geen antwoord. Of dat had hij wel, maar het leek hem ongezond om die vraag te beantwoorden.

Het leek wel of DelMonte steeds labieler werd.

'Heb je gezien wat ze heeft uitgespookt? En mijn hek is kapot. Het was veel te makkelijk om haar hier weg te halen, wat een incompetente bende. Verdomme. ' DelMonte brulde weer.

Charles wreef over zijn voorhoofd en vroeg zich af of dit het allemaal wel waard was.

Het geld was leuk, de vrouwen ook, maar dat geschreeuw was vreselijk'

DelMonte keek vuil naar Charles.

'Kan het je eigenlijk wel schelen?' vroeg hij iets rustiger.

Charles kreeg kippenvel in zijn nek.

Een boze onbeheerste DelMonte was gevaarlijk, maar een rustige, kille DelMonte was dodelijk.

'Zeker kan het me schelen, ik ben weken bezig om het allemaal weer goed te krijgen, waar ik geen tijd voor heb omdat de belastingdienst langs gaat komen.' mompelde Charles

'Jij denkt alleen maar aan je eigen belang' DelMontes stem klonk koud ‘maar niet aan het mijne, jij hebt dat mens binnen gehaald.'

'Nee,’ zei Charles boos, 'Dat heb je zelf gedaan. Jij en die eikel van een Smith. Jij met je obsessie voor Mariah. Je had haar vader gewoon moeten dood schieten in plaats van je een vrouw te laten beloven, die je niet te pakken kan krijgen.'

Hij was zo klaar met dat gezeur. DelMonte liep paars aan.

Even dacht Charles dat hij een beroerte ging krijgen, maar DelMonte haalde eens diep adem.

'Dus zo denk je over mij' zei hij heel rustig en haalde zijn pistool te voorschijn en schoot een kogel recht in het voorhoofd van Charles.

'Verdomme, wie breid nu mijn cijfers recht' gromde hij en belde de schoonmaakploeg

 

Vandaag was het verhuisdag.

Ben had geweldig werk geleverd en alles in hoog tempo gereed gemaakt.

Aan veel appartementen was nog werk te doen, maar het penthouse was klaar.

Het kantoor van Morgan Security en het De Bunker waren klaar.

Het kantoor van de beveiliging waar alle monitors hingen en alle alarmen waren, werd De Bunker genoemd.

Mariah had zich bemoeit met de software van de beveiliging en dus was dat ondoordringbaar en niet beïnvloedbaar.

Alleen als je de inlogcodes had en de juiste vinger, dan kon je erin om dingen te veranderen.

En dat hadden alleen Mariah en Phil.

Moragh had een auto vol met apparatuur gebracht voor Mariahs kantoor. De beide vrouwen waren druk met installeren van computers, modems en allerlei rand apparatuur.

Ook had het kantoor een kluis, op speciaal verzoek van Mariah om haar bijzondere laptop in op te bergen.

Op die laptop stond een scala van virussen die ze in de loop van de jaren verzameld had of zelf ontwikkeld.

Ze had een speciaal brokje codering geschreven voor DelMonte en hij kon geen scheve schaats rijden of Mariah kreeg bericht en kon meekijken met wat DelMonte zat te beramen.

Dat stukje codering werkte zo goed dat Mariah besloot om er een heel programma om heen te bouwen.

Strikt voor eigen gebruik. Commercieel was dit veel te gevaarlijk.

Iedere gebruiker kon er een bankrekening mee manipuleren of gewoon stomweg in de gaten houden. Het was meer een virtuele robot, die in staat was te leren. Mariah had een AI ontworpen.

Mariah had haar De Waakhond genoemd, het was mogelijk De Waakhond opdrachten te laten doen of alleen maar informatie te verzamelen over de gebruikers van de computers.

Mariah was er druk mee om De waakhond los te laten in iedere computer die ze kon traceren in connectie met DelMonte. Zodat het beest kon leren.

 

Phil had zonder met Mariah te overleggen zijn spullen in het appartement opgeborgen en zijn meubels neergezet.

Hij was bij haar ingetrokken en hij vroeg zich af of ze het zou merken. Hij lachte in zichzelf.

Mariah was vaak erg in haar werk verdiept.

Misschien was het een beetje vreemd om gewoon bij een vrouw in te trekken, zonder er over te praten, maar om het gewoon te doen. Dat kon hem niet veel schelen, hij was meer het type om het te doen en niet om iets te vragen of om op toestemming te wachten.

 

Dinda zette een enorme blad met broodjes op de nieuwe tafel en riep door het appartement'

‘Komen jullie eten? Schiet op meiden anders is alles op' en zachter, meer tegen zichzelf

‘Wanneer hebben die gasten voor het laatst gegeten?'

De mannen waren als hongerige wolven op de broodjes gedoken en met veel gelach betwistte ze elkaar ieder broodje.

Dinda pakte een paar borden en bracht een aantal broodjes in veiligheid.

Ze gromde naar iedere vent die naar haar broodjes gluurde.

'Het is hier bij de wilde konijnen af,' zuchtte ze

Moragh en Mariah kwamen bij de tafel zitten en keken naar het slagveld wat de mannen hadden aangericht onder de broodjes.

'Hier' zei Dinda ‘Pas er goed op, hoor, je bent zo beroofd,’ Ze lachte erbij.

De meiden stortte zich net zo hard op de broodjes als de mannen hadden gedaan.

'Wanneer hebben jullie voor het laatst gegeten?' vroeg Dinda een beetje ongerust 'jullie zorgen toch wel goed voor jezelf?

Met een frons keek ze iedereen aan.

'Uuhm, zei Phil,' Ik heb mijn huis verkocht en het appartement was nog niet klaar, dus uh.' Hij keek een beetje beschaamd.

De rest van de mannen waren heel stil geworden en ook de twee meiden keken naar de grond.

'Kom op' zei Dinda een beetje ongeduldig ‘Hoe hulpeloos zijn jullie?'

'Iedereen is gewoon een beetje druk geweest, schatje' zei Dave' als jij niet voor me gezorgd had, had ik hier net zo beschaamd en hongerig gezeten.'

'Dat moet anders' zuchtte ze ‘welke keuken is klaar?' ze keek naar Ben.

'Die grote op de eerste' zei hij

‘Oké, ontbijt, lunch en diner, in die keuken, voor iedereen die hier werkt, verplicht bij te wonen. Ik kook en iedereen die even tijd heeft helpt in de opvang of in de keuken, totdat we iets anders hebben bedacht. Oké?’

Dinda keek iedereen streng aan. Iedereen knikte gehoorzaam.

'Wie niet komt of te laat is zonder geldige reden, mag stront ruimen in de opvang' Dinda keek streng, maar met een twinkel in haar ogen.

'Ik moet een tafel en stoelen gaan bestellen' mompelde ze tegen zichzelf.

‘Dat regel ik wel en ik zorg voor boodschappen' zei Drake

Hij stond op en liep weg.

Met in iedere hand een broodje. Dat dan weer wel.

 

Drake had zijn werk goed gedaan.

Hij had niet alleen een tafel gekocht waar wel twintig man aan kon zitten, hij had ook voor een complete keukenuitrusting gezorgd, waar een chef-kok jaloers op zou zijn.

En hij had de voorraadkast, de koelkast en de vriezer gevuld.

Hij had met de bakker in de wijk afspraken gemaakt over leveringen van brood en met de supermarkt over de rest van de spullen. Beide winkeliers waren blij met de klandizie.

Er werkte een aantal mannen uit de wijk op de bouwplaats en ook die bleven eten.

Jackson, de baas in de wijk, was langs geweest en had zich voorgesteld en hulp toegezegd waar dat nodig was.

Op mysterieuze wijze was het gebouw van de havenmeester leeg gehaald en schoongemaakt. De deur was weer keurig gerepareerd en afgesloten. De sleutel had in het slot gestoken.

Ben had daar al snel zijn intrek genomen en had het enorm naar zijn zin. Hij had de timmerman opgespoord die de deur gerepareerd had en hem ter plekke in dienst genomen. Het was vakwerk die deur.

Dave had het iets minder naar zijn zin. Drake en Dave hadden samen een kamer betrokken en de campers uitgeleend aan hun beveiligers.

Het gebrek aan privacy was moordend. Boris maakte nog steeds gebruik van Dinda's huis. Dinda logeerde bij Phil en Mariah in het penthouse.

Bleef alleen de kennel nog over, wat niet erg comfortabel was.

Maar Dave had een plan. Hij moest het alleen nog even met Phil kortsluiten.

 

Drake wist niet zeker of dit nieuwe plan over het eten niet te veel was voor Dinda, hij had het idee dat ze altijd voor iedereen zorgde, behalve voor zich zelf.

Hij was ondertussen bijzonder gesteld geraakt op zijn nieuwe schoonzussen.

Hij had het met Dave besproken en die was helemaal niet enthousiast en had dezelfde zorgen gehad.

Het idee op zich was goed, maar de uitvoering mankeerde wat aan.

Ze zochten iemand die op het complex wilde wonen en iedereen onder haar hoede wilde nemen. Ook de toekomstige bewoonsters van de kamers.

Een vrouw leek hun het beste, ook vanwege de vermoedelijk meestal vrouwelijke gasten die gebruik wilde maken van het centrum.

Al was het in principe open voor iedereen die hulp nodig had. Maar ze moest wel betrouwbaar zijn. En daar kwam Jackson van pas.

Hij kende zijn wijk van haver tot gort en hij kwam met Manuela op de proppen.

Manuela was nog jong. Ze was halverwege de twintig en ze had twee kleine meisjes.

Ze had de grootste problemen met haar ex, de vader van haar kinderen, die er op aandrong dat ze haar mooie meisjes de prostitutie in zou sturen. Hij kon daar veel geld mee verdienen.

Ze verzette zich daar hevig tegen, maar ze was heel bang dat hij haar kinderen zou ontvoeren en verkopen.

Jackson maakte zich al een tijd ongerust over de meisjes.

De politie kon niets doen voordat er iets gebeurde en Manuela wilde haar kinderen daar niet aan bloot stellen. Iedere avond barricadeerde ze de deur van haar flat. In het complex zouden ze veiliger zijn.

Nu was het zaak om Mariah en Dinda daar van te overtuigen.

Mariah was overtuigd na een uitgebreide achtergrond check en Dinda ging overstag nadat Manuela de lunch had verzorgt. Eva en Moragh vonden alles best als ze maar niet hoefde te koken. Samen met Ben hadden Manuela en Dinda, Manuela's spullen bij elkaar gepakt en hadden alles naar een van de appartementen verhuist.

Ben had daar een paar van zijn mannen ingezet om het snel af te maken.

Mariah had een paar uur op de meisjes moeten passen en nu konden de meisjes eenvoudige programma's hacken.

Skills, vond Mariah, die ieder meisje moest hebben.

 

Ben had een oogje op Manuela, hij had ervoor gezorgd dat het appartement klaar was, maar hij had ook voor meubels gezorgd omdat Manuela die niet had.

Hij had nog nooit zo’n knappe vrouw gezien.

Manuela had een Latijns Amerikaanse achtergrond en had het bijbehorende zwarte krullende haar en de donkerbruine ogen. Ze was niet heel slank, maar ook niet dik. Manuela had rondingen. Ze had een hartelijk, maar temperamentvol karakter.

Manuela was erg blij met haar appartement, haar twee dochters van zes jaar hadden voor het eerst in hun leven, een eigen kamer.

Ze verdiende een aangenaam loon en betaalde geen huur. Dus nu kon ze sparen voor de opleiding van de meisjes. En het allerbelangrijkste, ze waren veilig.

En dan was er Ben nog. Ze vond Ben erg aantrekkelijk. Dat lange lijf, de spieren en het blonde haar. Ze wist alleen niet zeker of hij haar dochters er ook wel bij wilde hebben.

De tijd zou het leren.

Manuela was gelukkig, voor het eerst in jaren.

 

 

Hoofdstuk 13

 

DelMonte ontplofte zowat van ingehouden woedde.

Het kostte hem bijna alles wat hij had om de man tegenover hem niet te vermoorden.

Het was dat het zijn neef was en familie ging nog altijd boven alles, maar het kostte moeite. Heel veel moeite.

Zijn neef hield een heel pleidooi voor matigheid en onopvallendheid.

Hij had de aandacht getrokken door zijn acties om Mariah in handen te krijgen en niet alle politieagenten stonden op hun loonlijst.

Zijn neef had handeltjes gaande die een beetje onder de radar moesten blijven.

Maar DelMonte vond dat geen reden om het op te geven. Uiteindelijk had hij veel betaald voor dat mens en hij had al veel te verduren gehad, dus hij vond dat hij recht had op die vrouw.

En daarmee basta.

 

Mariah werkte nu een paar weken in haar nieuw kantoor en voelde zich nog steeds niet thuis. Te open ? Ze voelde zich te zichtbaar?

Ze kon haar vinger er niet op leggen, maar ze werd er behoorlijk onrustig van.

Concentratie was nul. En dat had ze nou net hard nodig. Het werk aan haar waakhond vorderde gestaag.

Haar telefoon ging.

Het was de bewaker bij het hek.

‘Verwacht je iemand? Eva Michels? Met een bus vol spullen?’

‘Ja, ja, laat maar door’ Mariah sprong opgewonden op, nog meer speelgoed, hoera.

Eva kwam binnen en bekeek het kantoor en het open balkon. Ze was op reis geweest naar diverse klanten en had veel tijd op het hoofdkantoor doorgebracht, ze was nog niet hierboven geweest nadat het was opgeleverd.

Het was een mooie dag dus de schuifdeuren stonden open.

Een briesje kwam het appartement binnen, de lange gordijnen wapperden langzaam.

Het was aangenaam daarbinnen.

Eva huiverde, kippenvel kroop over haar rug en nek. Voortekens die ze had leren herkennen.

Altijd als ze op die manier kippenvel kreeg, klopte er zaken niet of lag er onheil in de toekomst. Eva huiverde nogmaals.

‘Ik kan niet hier blijven’ zei ze een rilling van zich afschuddend,

‘Het voelt niet goed, ronduit fout zelfs, lager, je moet omlaag.’

Mariah keek sip.

‘Phil heeft het speciaal voor mij ontworpen, hij zal teleurgesteld zijn’

‘Beter teleurgesteld, dan dood. Je slaapt toch niet hier?’ Eva leek geschokt.

‘Uh, jawel en ik geloof zelfs dat Phil bij me introkken is, zonder dat ik dat heb gemerkt. Is dat normaal?’

Mariah was een beetje onzeker over de huidige omstandigheden.

‘Wat? Dat Phil hier woont? Lijkt me best normaal, als je een relatie hebt’ Eva lachte.

‘Nee, ik bedoel dat ik het niet heb gemerkt, dat hij hier woont of dat we een relatie hebben, hij was er ineens. Is dat gek?’

Mariah leek een beetje beschaamd.

‘Als ik zie wat een werk je verzet hebt de afgelopen tijd, dan snap ik dat je dat allemaal gemist hebt, wat jammer is want je moet niet vergeten om van je leven te genieten. Praat met hem, geniet van hem en neem hem niet voor lief. Maar, serieus, je moet omlaag. Kunnen we een beetje rondlopen?’

Mariah knikte.

‘Ik zal je een rondleiding geven. Heb je alleen een slecht gevoel hier of in het hele pand? Dat zou jammer zijn, de mannen hebben zo hard gewerkt.’

Terwijl ze het pand bekeken, praatte de meiden ook bij.

Samen met Moragh hadden ze WHI en Eva was het gezicht van het bedrijf, terwijl de ideeën van Mariah kwamen. Eva was echter heel sterk in het opsporen van problemen en het herstellen ervan, dus de vrouwen vulde elkaar perfect aan.

Moragh deed de juridische kant en Dinda het financiële aspect. Samen waren ze een onverslaanbaar kwartet.

 

In de kelder aangekomen werd Eva op slag verliefd op de onderste verdieping,

Naast alle voorzieningen die daar waren, was er nog een grote ruimte over.

De ruimte was keurig opgeknapt door Ben. De muren waren gestuct en de verlichting in orde.

‘Ideaal’ zei Eva ‘Stroom is dicht bij, er gaat geen data verloren bij een aanslag, kunnen we meteen terugslaan door hun bankrekening te legen, wat zeker een eitje wordt met die nieuwe applicatie. Kunnen we al proefdraaien? Bijna onbereikbaar bij een aanval, iedereen denkt dat je boven zit. Ideaal.’

‘Hoe voelde je bij de rest van het pand?’ vroeg Mariah bezorgd ‘Ik kan daar geen mensen laten wonen als het gevaarlijk is.’

‘Vooral de bovenste verdieping voelde fout, de rest viel mee en hoe lager we komen, hoe beter het voelt. Wil je alsjeblieft overwegen om in ieder geval je kantoor naar beneden te verhuizen. Alsjeblieft?’ Eva keek smekend en trok puppieogen.

‘Ik denk dat ik geen keus heb, je werkt op mijn zenuwen en nu kan ik me helemaal niet concentreren na die waarschuwing van jou. Ik ga Phil opzoeken, ik wil hem niet kwetsen.’

Ze pakte haar telefoon en belde hem.

 

Phil zat in zijn kantoor en wachtte op Mariah.

Ze had hem nog niet eerder in zijn kantoor opgezocht en vroeg zich af wat er aan de hand was.

Mariah kwam binnen met een lange blondine in haar kielzog.

Ze had iets bekends, waar kende hij haar van?

Mariah stelde haar voor

‘Dit is Eva Michaels, mijn compagnon in WHI en Save Haven en een van mijn beste vrienden.’

Mariah leek een beetje onzeker.

‘Aangenaam’ zei Phil en schudde Eva's hand.

‘Ik ken je ergens van, maar ik weet even niet waarvan.’

‘We hebben op de zelfde school gezeten’ lachte Eva ‘kleine wereld, zeg.’

‘Ja nu weet ik het weer, na dat we geslaagd waren was je in een keer verdwenen. Waar was je gebleven? Een vriend van mij heeft je nog gezocht, maar je was spoorloos.’

‘hum tja, soms gaan die dingen zo.’

Eva werd een beetje rood, ze vroeg zich af wie die vriend was. Ze kon zich niet voorstellen dat die spichtige, te magere tiener op iemand indruk had gemaakt of dat ze gemist werd.

‘Phil, ik moet even met je praten. Mijn kantoor is fantastisch, maar te hoog, te open. Ik wordt er nerveus van, maar Eva raakt ervan in paniek en ze kan daar niet werken. Ben je erg boos en teleurgesteld als we het kantoor verhuizen?’

‘Wil je daar helemaal niet wonen, liefje?’

Phil was wel een beetje teleurgesteld en hij vroeg zich af of dat door zijn aanwezigheid kwam,

‘Of wil je liever dat ik verhuis?’

Mariah verschoot helemaal.

‘Nee, nee, Jij moet bij me blijven, ik wil niet dat je weggaat.’ zei ze paniekerig, ‘Het gaat alleen over het kantoor, we hebben ons zolang verstopt dat we ons daar voelen alsof we in een etalage zitten, Sorry,’ zei ze kleintjes.

Phil sloeg opgelucht een arm om haar heen. Ze wilde niet dat hij wegging. Pff

‘Niets om sorry voor te zeggen, waar moet het kantoor heen, mop’ vroeg hij

‘Ruimte naast de generators, onderste verdieping.’

‘Aha’, zei Phil, ‘de verdieping die niet bestaat, daar had ik een commandocentrum van willen maken in het geval van calamiteiten.’

‘Dat kan toch, de ruimte is groot genoeg, we kunnen toch gezellig delen?’

Nu was het Mariahs beurt om puppieoogjes te trekken, met een lipje erbij.

Phil ging meteen door de knieën. Hoe moest hij iets weigeren als ze zo naar hem keek.

‘Lekker alle elektronica bij elkaar’.

‘Ik bel Ben wel, de stroomvoorziening moet worden aangepast en er moet een vloer in. Haal je spullen maar zoveel mogelijk uit elkaar, poesje. Dan hoor je het wel als we klaar zijn.’

Phil pakte zijn telefoon.

‘Dan zal ik alle spullen die ik in de bus heb liggen, maar meteen naar beneden verhuizen. Ik heb ook een paar tafels bij me en een paar bureau stoelen’

Eva keek nog steeds een beetje bedrukt.

‘Ik zou ook een poosje willen logeren als het mag van jou. Ik heb een stalker en daar moet ik ook nodig even voor gaan zitten, maar thuis voel ik me zo bekeken. Op kantoor ook’

‘Natuurlijk kan je blijven. Gezellig zelfs. Ik kan je ook helpen met dat gevoel. Moet ik wel iemand langs je gebouw sturen, die moet iets voor mij meten. Een kunstje die ik pas heb opgepikt bij DelMonte. Hoe ik camera's kan signaleren en dan inpikken of afkijken, net wat ik wil.’

Mariah wreef vol vreugde in haar handen, ze leefde voor dit soort dingen.

Eva was niet beledigt door Mariahs vreugde, ze wist dat dat niet ging over haar ellende, maar over Mariahs mogelijkheden om te helpen. En vooral het geknutsel met elektronica.

Mariah keek naar Phil.

‘Bel Luke, kitten’ zei Phil ‘en geef hem je speledingetje. En het adres.’

 

Nadat Luke bij Eva's appartement was geweest en daar een heel scala aan signalen had gevonden, was hij in een koffietentje recht tegenover Eva's appartement gaan zitten.

Het was verbazingwekkend hoe goed dat apparaatje, het speleding zoal Mariah het noemde, werkte.

Dat was een vruchtbare samenwerking geweest. Het apparaatje dat hij bij zich had zag eruit als een telefoon en hij kon net doen alsof hij alleen maar met zijn berichtjes of mail bezig was. Bijna iedereen die daar zat, was bezig met zijn telefoon, dus hij viel niet op.

Hij stuurde de signalen door naar Mariah, die druk bezig was die signalen te identificeren en in te delen in verschillende apparaten.

Luke dronk op zijn gemak zijn koffie en voelde zijn telefoon trillen. Hij kon niet opnemen, want twee telefoons zou wel een beetje raar zijn. Na een poosje stopte hij het apparaatje in zijn zak bij zijn telefoon en haalde even later zijn telefoon eruit. Hij bekeek het berichtje. Mariah was klaar.

Luke liep naar zijn motorfiets, zetten zijn helm op, startte zijn Harley en reed weg.

Vrijwel meteen reed een auto weg bij het trottoir.

Luke keek in zijn spiegel en sloeg een paar keer af. De zwarte wagen was er nog steeds. Luke lachte.

‘Waar zullen we es heen rijden, vrienden. Gewoon om te zien wie jullie zijn.’ mompelde hij.

De zwarte auto had donkere geblindeerde ramen, zodat je niet kon zien wie erin zat.

Bij een stoplicht stonden ze stil en Luke verbond snel zijn telefoon met zijn helm.

Hij belde Phil. Het licht sprong op groen en Luke reed met een kalm gangetje weg.

Phil nam op.

‘Zeg het maar’ Phil hield niet van de telefoon en was vaak erg kort.

‘Ik heb gezelschap’ zei Luke' en noemde het kenteken op.

Phil begon meteen te typen in een van de programma's die Mariah op zijn computer had gezet. In een razend snel tempo kwam de eigenaar van de auto, zijn foto en allerlei andere informatie boven water. De auto was gestolen.

Phil gaf alles door aan Luke.

‘Probeer maar of je de rollen kan omdraaien. Ik schakel je door met De Bunker, die moet nu werken, daar is Drake, die kan je volgen.’

Beide mannen waren in legermodus geschoten en de zwarte wagen werd behandeld als vijandig, tot het tegendeel bewezen was.

Het was een goed moment om De bunker te testen.

De Bunker was tot Bunker gedoopt omdat het zo diep onder de grond lag en zo moeilijk bereikbaar was van buitenaf.

Luke gaf gas en schoot een smalle steeg in, sloeg af, weer een smalle steeg, de hoek om naar een bredere straat.

Hij reed snel een parkeerterreintje van een kleine winkel op.

Hij zette de motor uit het zicht en bleef op zijn gemak zitten.

De zwarte auto kwam met hoge snelheid aanrijden en stoof het parkeerterreintje voorbij.

‘De auto zit nu voor me,’ zei Luke tegen Drake ‘Ik ga er rustig achteraan.’

‘Waar zit je precies?’ vroeg Drake ‘Ik stuur twee auto's jouw kant op. Die kunnen het van je overnemen. Jij valt te veel op, met die lawaaibak van je.’

Luke kon gewoon de gemene grijns in Drakes stem horen.

Luke vertelde hem zijn locatie. Hij liet zich nog verder naar achteren zakken zodat er nog meer auto's tussen zaten. Ze reden in een kalm gangetje door de stad.

De zwarte wagen cirkelde rond, in een poging hem weer terug te vinden. Ineens zag Luke een van de mannen van Morgan Security naast hem rijden.

Hij herkende John's grote glimlach. John wees op de auto en maakte een handgebaar.

Luke liet zich nog verder naar achteren zakken en John nam de achtervolging over. Dit zouden ze over een paar straten weer met een andere auto doen. Luke keerde zijn motor en ging op weg naar Safe Haven. Er nauwkeurig op toeziend dat hij niet gevolgd werd.

 

Ondertussen was Mariah druk met analyseren van de datastroom die Luke gemeten had.

Het duurde even, maar toen had ze de camera's te pakken en begon de beelden terug te volgen naar de ontvanger.

Dat lukte niet, ze werd omgeleid en kwam in Polen terecht, wat locatie betreft.

Aha, dacht ze, perfect om een proefje te doen met mijn nieuwste bedenksel. Ze liet een klein bestandje achter bij de beelden van de camera's . Keek de gluurder naar de beelden, dan liftte dat bestandje mee naar de computer van ontvangst.

Het bestandje pakte zichzelf uit en begon met het lampje van de camera uit te zetten, voordat er een foto werd gemaakt van de persoon die aan het toetsenbord zat.

Deze foto werd met een locatie en een IP adres, terug gestuurd naar een computer van Mariah. Deze computer was daar speciaal voor geïnstalleerd en had extra beveiliging en was niet aangesloten op Mariahs netwerk.

 

De camerabeelden waren inderdaad van Eva's appartement, zelfs in de badkamer hing een camera.

Eva keek bezorgd mee met Mariah.

‘Ik ben een soort van opgelucht dat ik niet gek ben, maar dat ik echt bekeken wordt. Maar aan de andere kant, is dit heel erg luguber.’

Eva wreef het kippenvel van haar armen.

‘Ik maar denken dat mijn appartement goed beveiligd was.’

‘Blijf voorlopig maar hier, totdat we weten wie dit is en als je toch weg moet neem je een van de mannen mee als bodyguard. DelMonte is nog niet onschadelijk gemaakt, al is hij op dit moment wel een beetje blut.’ Mariah lachte vol leedvermaak.

Eva wierp een vragende blik op haar vriendin.

'Hij heeft Dinda een beetje boos gemaakt.’ zei Mariah vol leedvermaak.

Eva trok een gezicht.

‘Dat kost je altijd’ zei Eva. ‘Zit hij nu achter mij aan?’

‘Wie weet?’ Mariah haalde haar schouders op. ‘waarschijnlijk’

Ze vond het naar dat haar vrienden in gevaar gebracht werden, maar geen van de meiden had een veilig leven geleid. Ze gingen voor elkaar door het vuur.

Ze hadden al jong geleerd dat ze samen sterker stonden.

Ze waren niet zover gekomen door het hoofd te buigen voor intimidatie.

 

De computer gaf een harde piep. Blijkbaar was een camera geactiveerd, de beelden werden geladen.

Mariah reed haar stoel erheen en draaide de laptop naar zich toe.

‘Ken je deze dame?’ vroeg Mariah.

Het gezicht op de foto was van een vrouw met blond haar in een elegant bobje.

Haar ogen waren niet te zien omdat ze ingespannen naar haar telefoon keek. Haar oogleden waren neergeslagen.

Eva keek, ze trok een vragend gezicht.

‘Nee, wie is dat?’

‘Dat’ zei Mariah ‘is degene die de camerabeelden bekijkt van jouw appartement. Ik ga gezichtsherkenning er op los laten.’

Ze scande de foto op virussen en andere onverwachte verrassingen en laadde het programma. ‘dat kan nog wel even duren’ zei Mariah

‘De locatie is hier in de stad, ach, bij de hamburgertent, dat helpt niet. Openbare wifi, bah’ mopperde Mariah. ‘Dat moest verboden worden.’

‘Heb je een karretje, dan haal ik vast zoveel mogelijk spullen uit elkaar.’ vroeg Eva, ze wilde nu echt zo snel mogelijk naar beneden. Het gevoel van haast was overweldigend.

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 14

 

 

Spike twijfelde over de opdracht die hij had gekregen.

Hij werd geacht een vrouw dood te schieten. Hij had het altijd weten te voorkomen dat hij vrouwen of kinderen dood schoot. Dat was tegen zijn principe, maar schijnbaar vonden zijn opdrachtgevers het normaal om daar aan voorbij te gaan, ondanks dat hij het ze wel gemeld had bij het begin van zijn dienstverband. Hij had zo de pest aan mensen die niet naar hem luisterden, maar deden of hij een goed afgerichte hond was.

En nu werd er van hem verwacht dat hij op dat terrein iemand ging liquideren. Een vrouw, alsof dat niets was. Hij wist dat het nutteloos was om tegen te spreken.

Ze zouden niet luisteren. Als hij bij haar had kunnen komen, had hij haar aangeboden om haar te laten verdwijnen, dat had hij met wel meer slachtoffers van DelMonte gedaan. Nu hadden ze een veilig en vredig leven.

Maar hij kon niet bij haar komen en hij dacht niet dat ze het aanbod zou aannemen.

Ze vocht haar eigen oorlogen wel uit. Ze was koppig en niet bang. Hij had bewondering voor haar.

Voor dat blondje had hij nog meer bewondering. Hij had de schade gezien die ze had aangericht. Diep in zijn hart was hij erg trots op die twee vrouwen.

Ze hadden meer lef in hun kleine pink als menig man die hij kende. Nee, hij ging niet gericht schieten. Hij zou wat schade aanrichtten en dan maken dat hij weg kwam.

 

Ben had een paar van zijn beste mensen op de kelder los gelaten.

Hij had er een vloer ingelegd die voor een andere ruimte bestemd was, maar het paste precies alsof het er voor gemaakt was.

Er was extra bedrading getrokken. Voor de computers van Mariah en voor de schermen en communicatiemiddelen van Phil.

De tafels waren in elkaar gezet. De mannen hadden alle spullen weer verhuist van het kantoor boven, naar het kantoor in de kelder. Eva begon langzamerhand tot rust te komen. Terwijl ze samen met Mariah de computers aan het aansluiten was, kropen er nog mannen over de vloer om plinten te maken en verlichting aan te sluiten.

Dinda kwam ook in kelder kijken.

‘Ik kon je boven niet vinden, heel je kantoor leeg. Zit je helemaal beneden, verder weg van je oorspronkelijke punt kan je niet.’ lachte Dinda. ‘Hoi Eva, zit jij hier achter?’

‘Ja’ zei ze, ‘ik werd hypernerveus daarboven, je weet hoe ik ben.’ Eva lachte een beetje zuur.

'Ik weet het, dan kunnen we maar beter luisteren, anders krijgen we er alleen maar spijt van. Tenslotte zijn we door schade en schande wijs geworden.’

Dinda leek ineens vreselijk serieus.

Opeens was er een hoop herrie boven. Geroep van mannen en geweervuur.

De werkmannen die er nog waren, trokken een wapen en gooiden de deuren dicht.

‘Het was nog leuker geweest als er een slot op had gezeten. Ricardo jij let op de dames, wij gaan kijken of ze boven versterking nodig hebben. Mariah check de camera's. Dan kun je misschien zien wat er gebeurt.’

Met die woorden was de voorman uit de kelder vertrokken met mede neming van al zijn mannen behalve een. Blijkbaar was dat Ricardo.

‘Ik ben de burger hier, tussen al die legermannen’ zei Ricardo ‘ik voel me bijna minderwaardig omdat ze me hier achterlaten.’

Hij lachte blij.

‘Gelukkig weet je beter’ zei Dinda lachend. ‘Kom op, Mariah, met die camerabeelden.’

Op de beelden was te zien dat een paar mannen richting het flatgebouw stormden onder dekking van de schoten die ze hoorden.

Het flatgebouw stond net buiten het terrein van Safe Haven. Een sloot zat tussen het terrein van Safe Haven en het flatgebouw. Er over heen lag een plank, als een een brug. Het onkruid stond erg hoog op de slootkant.

Het was een behoorlijk verloederd gebouw, waarvan een heleboel flats leeg stonden.

Kapotte ramen en graffiti. En heel veel afval. Er waren appartementen opengebroken en sommige waren dicht getimmerd.

Plotsklaps zagen ze geweervuur vanaf een van de bovenste verdiepingen komen.

Hier beneden konden ze de knal niet horen. De meiden keken elkaar bang aan.

‘Dit is serieus niet goed’ zei Dinda met een bibberende stem, ‘onze mannen zijn daar buiten. Is er een manier om uit te vinden wie dit doet?’

Ze was nog nooit zo bang geweest.

Mariah staarde peinzend naar het plafond.

Ik kan de telefoons bekijken van DelMonte, of van Smith, dacht ze. Ze brak liever haar hersens over dit soort problemen, dan dat ze nadacht over het kwijt raken van Phil. Ze realiseerde zich ineens dat ze verliefd op hem was en dat het leven maar koud en kil was zonder hem.

Ze moest hem inderdaad niet voor lief nemen, maar hem vertellen hoe ze zich voelde. Misschien wat minder werken? Als ze de kans nog kreeg.

Nee, ze ging niet in een hoekje zitten huilen, dat had nog nooit wat opgelost.

Ze kwam overeind en begon de rest van de computers op te starten.

'Meiden we zijn bij elkaar en jullie weten wat een vuurkracht we hebben als we samen werken. Aan de slag. Monitor het telefoonverkeer van DelMonte en Smith.

En verder iedereen die we kunnen bedenken. Ik check de financiën en de mail.'

'Wat zal ik doen?' vroeg Ricardo.

'Dat is duidelijk' zei Mariah. 'Jij bewaakt de deur.'

 

Ondertussen bestormde de mannen van Morgan Security het flatgebouw. Phil vervloekte zichzelf dat hij het gebouw niet verder onderzocht of beveiligd had.

Hij was zich ervan bewust dat het uitzicht had over een groot deel van het terrein.

Het liefst zou hij het afbreken. Maar daar loste hij het probleem nu niet mee op.

Het schieten was gestopt op het moment dat de eerste mannen het gebouw bereikte.

Maar het was niet mogelijk om de man te pakken te krijgen als hij op een andere verdieping gewoon in een huis ging zitten en deed of hij een bewoner was.

Hij hoopte op een vluchteling. Dan had hij een kans om hem te pakken te krijgen.

Twee mannen controleerden de liften. Eén lift was buiten werking. Eén lift stond op de bovenste verdieping.

De mannen drukte op het knopje om het naar beneden te roepen en de lift begon langzaam te dalen.

Dat leek normaal. Ze wachtten ongeduldig op de lift.

Toen de deur eindelijk open ging wezen ze met de loop van hun wapen naar binnen, de lift was leeg.

Twee mannen renden het trappenhuis in en begonnen voorzichtig de trap te beklimmen.

Er kwam niemand naar beneden. Het was verdacht rustig in het gebouw.

En twee mannen renden om het gebouw heen en begonnen de brandtrap te beklimmen.

Boven aan gekomen kwamen de mannen van Morgan Security elkaar tegen zonder verder iemand te zien.

Zes mannen naar binnen, zes mannen boven. Niemand te zien.

Na inspectie van het dak bleek er een touw aan de reling te hangen en zagen ze een man abseilen langs de blinde muur, die een kant van het gebouw vormde.

De man stormde naar een zwarte auto, sprong erin en scheurde weg.

Te laat, dacht Phil en keek woest naar de wegscheurende auto. Iemand had de auto’s moeten controleren.

Hij raapte vier kogelhulzen op met een doekje en stopte dat veilig weg.

Misschien konden ze nog wat met vingerafdrukken, dacht hij vaag.

'Kom mannen terug naar de basis, tijd voor een plan voor dit gebouw.’ zei Phil chagrijnig.

 

Phil, Dave en Drake zaten met Dinda, Eva en Mariah in Mariah' kantoor.

Ze luisterde naar de telefoongesprekken die de meiden hadden opgenomen toen het schieten was begonnen.

De schade viel mee, want die kant van het gebouw had een valse facade.

In de gesprekken was duidelijk te horen dat Smith en DelMonte samen spanden om een hoop onrust te veroorzaken en hopelijk Mariah of Dinda dood te schieten. Of het liefst allebei.

DelMonte had klaarblijkelijk afgezien van zijn plan om de meisjes als huisdiertjes te houden.

Hij was woest over de ravage in zijn administratie, het kwijtraken van ettelijke miljoenen, die hij niet kon terug vinden en nog zo het een en ander meer wat hij de meiden verweet.

Ook het overlijden van zijn nummer twee. Die hij zelf in zijn drift had dood geschoten.

Dave brieste van nijd.

‘Ik heb Smith ruim de tijd gegeven om zijn rotzooi op te ruimen, morgen ga ik het pand afbreken en gooi ik hem van het terrein af. Nooit meer erop.’

Hij gromde. Dinda sloeg een arm om hem heen en hij werd wat rustiger.

'Jij houd me niet tegen’ knorde hij tegen haar.

Dinda lachte lief naar hem en hij werd nog weer wat milder.

‘Nee,’ zei ze, ‘maar je doet wel je kogelvrije vest aan en je gaat niet alleen. Of je neemt wat mannen mee of ik ga op je rug passen.’

‘Natuurlijk gaat hij niet alleen, wat denk je nou?’ gromde Phil beledigt ‘Ik pas altijd op mijn broertjes.’

Mariah zat dicht tegen hem aan en dat beviel hem best.

‘Ik heb extra bewaking geregeld, laten we nu wat gaan slapen. Morgen moeten we uitgerust zijn als we die kakkerlak gaan verwijderen.’

Phil kuste Mariah teder.

 

John en Sam meldden zich, nadat de zwarte auto die ze volgden, bij een huis de garage in was gereden.

Het was een vrijstaand huis, aan een stille straat, dus hadden de mannen besloten om door te rijden.

Mariah had het adres nagetrokken en het bleek het huis te zijn van Nummer Twee. De dode compagnon van DelMonte.

Phil pleegde een anoniem telefoontje met de politie om de locatie door te geven van een gestolen auto.

De Bunker had goed gewerkt, ondanks de aanval.

De politie had een onderzoek gestart na de melding van Phil. De politieagenten hadden de gestolen auto op de oprit aangetroffen.

De twee mannen die in het huis van de vermoorde man aangetroffen werden hadden niet verwacht dat er politie voor de deur zou staan.

Ze hadden geen reden om in dat huis te zijn en ze hadden niet gedacht dat ze een smoes moesten verzinnen.

Ze hadden het lijk niet gedumpt, maar gewoon in de kelder laten liggen. Door het gestuntel aan de deur, maar vooral door de identiteit van de bewoner, Charles was een bekende van de politie geweest, kregen ze een huiszoekingsbevel voor het pand.

De twee aanwezigen mannen waren al in de boeien geslagen. Een van de twee werd door de politie gezocht en de andere werd voor de zekerheid geboeid.

Ondanks het dreigen met advocaten, lieten ze hem niet los. Het was meteen over toen het lichaam van Charles werd ontdekt. In het huis vonden ze nog veel meer bewijsmateriaal, Charles was behoorlijk nauwkeurig geweest in het bewaren van belastend materiaal.

Verzekering voor de toekomst had hij het altijd genoemd, alleen veel toekomst bleef er niet over… voor DelMonte

 

Phil en Mariah lagen samen in bed, lekker tegen elkaar aan geknuffeld.

‘Ik was echt heel bang vandaag,’ zei Mariah met een klein stemmetje.

Ze rilde een beetje. Phil knuffelde haar steviger.

‘Het was niet echt gevaarlijk, baby’ troostte hij. ‘we hebben de schutter niet eens gezien’ Hij kon het niet uitstaan dat de man was weggekomen.

‘Misschien niet, maar dat is achteraf gepraat.’ Mariah kwam overeind om hem in zijn ogen te kijken.

Ze bloosde een beetje. Hij had dat nog niet eerder bij haar gezien en het stond haar goed.

‘Op dat moment wist je dat nog niet, ik vind het erg dat jij en je mannen in gevaar komen door mij. Ik hou van je Phil en ik zou het verschrikkelijk vinden als je dood zou gaan. Dus als je je wil terugtrekken dan begrijp ik dat.’

‘Ik wil niet terug trekken, maar ik wil terug slaan, schatje. Ze kunnen niet ongestraft de vrouw waar ik van hou aanvallen. Ik hou ook van jou Mariah. Het leven was maar saai zonder jou.’

Hij kuste haar vol overgave en zij kuste hem terug.

 

Dinda knuffelde Dave hartstochtelijk.

‘Vandaag was echt akelig’ zei ze.

Ze duwde tegen Atlas aan die een been verpletterde.

Ze zaten samen in het gebouw waar de hondenkennels in ondergebracht waren en probeerden Atlas in een kennel te krijgen, zodat ze een keer echt samen waren.

Atlas had de onaangename gewoonte opgevat om een koude neus in Daves bilspleet te stoppen en dan keihard uit te ademen. Ze was jaloers.

Maar iedere keer dat ze haar probeerden op te sluiten, ging ze als een slappe dweil op de grond liggen en wilde niet meer lopen. Ze was te zwaar om zomaar te tillen en dan lieten ze het maar weer.

Vandaag waren ze afgeleid door elkaar en waren een lekkere knuffel en zoensessie begonnen.

Dinda zat bij Dave op schoot en ze kusten elkaar, Atlas had geprobeerd om bij Dinda op schoot te klimmen.

Ze bromde tegen Dave en Dave duwde haar weg.

'Hoepel op, jij’ zei Dave en grinnikte in Dinda's mond.

Hij dook op uit de kus en zei tegen Dinda.

‘Die was voor Atlas bedoelt, niet voor jou. Van jou wil ik meer en meer en meer. Ik weet niet of dit veel te vroeg of te snel is, maar ik hou van jou. Alles is zoveel lichter als jij er bent, ik slaap zoveel beter als jij naast me ligt. Mijn hoofd is zoveel rustiger als jij er bent.'

Hij keek haar intens aan en kuste haar weer, ze kreeg geen tijd om te antwoorden.

Dinda blies uit in zijn mond en Daves adem schokte.

Hij trok zijn hoofd een beetje terug.

‘Dat was een raar gevoel, doe nog eens’

Dinda schudde haar hoofd.

‘Je kan niet je ziel en zaligheid bij me neer leggen en me dan de mond snoeren’

Ze lachte lief naar hem.

Hij was haar sardonische lachjes wel gewend, maar deze lach liet ze niet vaak zien en alleen maar aan hem.

Zijn hart ging er van bonzen.

‘Ik hou ook van jou, dat wilde ik even gezegd hebben. Ik vind het heerlijk dat je me elke dag helpt met de beesten, ook met de smerige klussen, zonder te klagen. Ik vind het echt geweldig dat je voor me in de bres springt en zelfs je leven waagt om het mijne te redden. Ik ben nooit bang als jij naast me staat. Ik wil met je vrijen en ik zou niet weten waar we heen zouden kunnen. Boris heeft mijn huis ingepikt, ik snap het en vind het oké, maar de campers zijn in gebruik voor de bouwvakkers en jij deelt een kamer met je broer. Ik slaap op de bank bij Mariah. Ik wil ook wat privacy.’

Ze knuffelde tegen hem aan.

‘Dat komt goed uit ‘ gromde Dave ‘een beetje privacy zou leuk zijn en laat ik daar nu al een poosje over hebben nagedacht en aan gewerkt. Ik wil je wat laten zien. Hij kwam overeind en nam Dinda met zich mee en duwde Atlas uit de weg. De hond veerde overeind en liep met Dinda mee. Een neus tegen haar bovenbeen aan geduwd,

Samen liepen ze naar het grote gebouw waar het kantoor zat van de Morgan Security.

Hij liep naar de eerste verdieping, naar de vleugel waar de appartementen voor de broers waren. Hij liep de eerste deur door en draaide haar rond.

‘Dit is Phils appartement, dit is klaar. Hij gaat er geen gebruik van maken,want officieel woont hij boven. In werkelijkheid hebben ze zich verschanst in de kelder. Daar gaat hij een slaapkamer en badkamer laten bouwen en meer hebben ze niet nodig. Eten doen ze gezamenlijk met de rest en meestal zitten ze op kantoor. Stelletje workaholics.’

Dave grinnikte vrolijk.

‘Dus ik heb met hem afgesproken dat ik in zijn appartement trek. Ik heb mijn spullen er al ingezet en de jouwe ook. Het appartement boven wil niemand voorlopig gebruiken na die waarschuwing van Eva. Zij slaapt in een van de kamers van Het Centrum. Ze is onze eerste gast.’

Hij keek een beetje beschaamd. 'Ik weet dat dat een beetje..

Zijn woorden werden gesmoord toen Dinda hem besprong en haar lippen op zijn mond drukte. Hij greep haar snel beet voor ze kon vallen. Ze sloeg haar benen om zijn middel.

Hij vond het altijd heerlijk als ze dat deed. Hij vouwde zijn handen om haar billen.

‘Wat een geweldig idee’ mompelde ze tegen zijn mond.

‘Heb ik jou ooit eens horen opscheppen over je bed? Die wil ik wel eens zien.’

‘Alleen maar zien?’ gromde hij ‘of zullen we hem ook eens uitproberen?’

Hij schoot in de lach.

‘Ik was nog niet helemaal zover en mijn bed staat nog in onderdelen. We zijn hier een beetje te vroeg.’

Ze lachten allebei zo hard dat ze op de grond terecht kwamen.

Atlas stortte zich ertussen en lachend knuffelde ze met z'n drieën.

Ze hadden in ieder geval privacy. De vorige keer lagen ze op de binnenplaats in het stof te rollen. Dinda was tevreden.

Het appartement was mooi geworden. Het was een grote open ruimte, de keuken bij de grote ramen.

Het appartement was licht en luchtig met mooie hardhouten vloeren.

Er stonden maar een paar meubelstukken in. Erg mannelijke meubelstukken, blijkbaar van Dave.

‘Ik wist niet goed op welk meubilair je gesteld bent, ik ken je nog maar kort, dus dat vind ik nog wel uit, dat heb ik voorlopig laten staan. Je moet maar aanwijzen wat er verhuist moet worden. Maar de spullen die bij Mariah lagen, liggen nu hier. Waarschijnlijk moeten we nog wel wat bij kopen.’

Hij gooide zijn matras op de grond, terwijl hij praatte en zocht er lakens bij. ‘Ik heb nog nooit met een vrouw samen gewoond, dus uh’

‘Ik ook niet,’ lachte Dinda ‘met een man dan, met vrouwen wel. We zoeken het wel uit, hoe het moet. Ik heb er vertrouwen in.’

Hij pakte Dinda beet en gooide haar op het matras, hij ging lekker op haar liggen en begon haar op zijn gemak te kussen.

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 15

 

 

Intussen liep DelMonte razend van woede rond.

Hij dacht dat zijn hoofd uit elkaar zou barsten als hij niet snel wat druk van de ketel zou halen. Hij brulde weer.

‘Die rot wijven, die heksen, alles is een puinhoop.’ DelMonte blies hard uit.

Zijn mannen hielden hun hoofd omlaag en waren stil.

‘Hoe kan het dat je niet eens schade hebt gemaakt?’ schreeuwde hij ietsjes rustiger,

‘Dat is toch onmogelijk met zo'n groot kaliber, dan moet er toch iets kapot?’

‘Niet als alles gepantserd is alsof de derde wereldoorlog gaat uitbreken, ik denk dat dat pand onverwoestbaar is. Zelfs met een raket krijg je dat nog niet stuk’

Spike bleef naar de vloer kijken. Niet aankijken dacht bij zichzelf, een dolle hond kijk je ook niet in de ogen. Als ik dit overleef ben ik met ingang van nu met pensioen.

‘Raket hè? Mm’

DelMonte trok peinzend aan zijn lip. Dat was een optie. Hij had wel vriendje die er waarschijnlijk een hadden liggen.

Zijn nieuwe nummer twee kwam de kamer in met papieren in zijn hand en keek bedrukt.

‘Kan ik je even spreken, Baas, onder vier ogen’ vroeg hij zacht.

DelMonte keek naar hem en dacht, nee, hij heeft het niet, hij is te zwak, ik moet hem vervangen.

‘Oké, kom mee dan, iedereen eruit.’

DelMonte fronste.

De mannen vertrokken stilletjes, allang blij dat ze deze ronde overleefd hadden.

‘Wat is er aan de hand?’ vroeg DelMonte veel rustiger, dan hij zich voelde.

Het kolkte nog steeds in hem en de woede zat dicht onder het oppervlak.

‘Iemand besteelt ons, er verdwijnt geld. Ik kan alleen niet goed ontdekken hoe dat gebeurt. Ik tel en ik reken en ik kom er niet uit. Die teef heeft een chaos achtergelaten. Het spijt me.’

Zijn stem bibberde een beetje, zo bang was hij.

Het irriteerde DelMonte mateloos. Een bange Nummer Twee had hij geen reet aan.

Maar als hij hem ter plekke dood schoot, dan had hij geen vrijwilligers meer om hem te vervangen.

En dan wist hij nog niets over wat er mis ging met de cijfertjes. Stomvervelend, maar belangrijk.

DelMonte zuchtte diep,

‘Laat zien die papieren’ zei hij en hij begon zich te verdiepen in zijn administratie, waar hij zo gruwelijk de pest aan had.

 

De volgende ochtend verzamelde Dave zijn wapens en zijn kogelvrije vest en ging naar het Centrum. Daar wachtten al verschillende leden van het Morganteam op hem. Doel was Smith van het terrein gooien en zijn pand afbreken.

Niemand verwachtte dat dat zonder slag of stoot zou gaan. Alle Morganbroers waren aanwezig. Ook Ben was er, hij zou in de graafmachine rijden die ze wilden gebruiken om het pand af te breken.

Ze namen nog een keer de plannen door en vertrokken naar het garagebedrijf van Smith.

Volgens de portier was alleen Smith op het terrein en niemand van de mannen die daar normaal rondhingen. Dat op zich was al vreemd.

Ze kwamen bij het pand aan. Er stond maar één auto voor de deur geparkeerd.

Een deur stond open, uit de deur klonk een gil die door merg en been ging.

Zonder ook maar een moment van aarzeling rende Dave en Drake naar binnen.

Phil kwam er langzamer achteraan.

De werkplaats was zo goed als leeg. Pete had zijn spullen blijkbaar al verhuist.

Achterin stond een deur open, verborgen achter een gereedschapsbord als de deur gesloten zou zijn.

Er klonk een smekende vrouwenstem, gesnik en dan een schot.

Stilte.

Een andere stem begon te smeken. Meerdere stemmen vielen in.

Dave rende stilletjes naar de deur en gluurde om de hoek. Wat hij zag deed zijn bloed in zijn aderen bevriezen.

Aan de muur waren vijf naakte vrouwen vastgeketend.

Ze zagen er vermagerd en ongewassen uit. Ze zaten onder de schrammen en blauwe plekken.

Twee vrouwen lagen doodstil,in een grote plas bloed, op de grond. Twee andere kropen zover mogelijk weg van Pete, die met een wapen over een derde vrouw gebogen stond.

Hij had haar haar beet en trok met één hand haar hoofd achterover, hij drukte met de ander de loop van zijn wapen op haar voorhoofd.

De vrouw sloot haar ogen en was stil. Een andere vrouw jammerde.

Het was een betonnen hok, de vrouwen zaten aan een muur vast met kettingen en hangsloten. Naakt op een koude betonnen vloer, geen daglicht en zo te zien geen voedsel of water en sanitaire voorzieningen.

De stank was mensonterend.

Dave rende geruisloos naar binnen, snel en stil, en duwde Smith met een zijwaartse, snelle beweging op de grond.

In de zelfde beweging greep hij het wapen, stak zijn duim in de trekker en duwde de loop naar beneden. Smith was overdondert en liet zich het wapen afnemen.

Hij had hem niet horen aankomen. Voor hij een keer met zijn ogen had geknipperd lag hij op zijn buik op de grond en met zijn handen op zijn rug.

Hij brulde van woede. Hij begon te worstelen. Dave zette een knie tussen zijn schouderbladen en trok zijn handen verder omhoog. De brul van woede ging over in een gil van pijn.

Phil kwam als laatste binnen en keek om zich heen, walgend, dit was te erg.

Hij liep naar de vrouwen en controleerde de stil liggende lichamen.

Helaas, ze waren dood. In het hoofd geschoten.

Dus dit was de handel van Peter Smith, vrouwenhandel en nu was hij bewijsmateriaal aan het vernietigen.

Hoe lang zaten die vrouwen hier al?

Phil schaamde zich diep dat ze niet eerder waren gekomen.

‘Politie bellen’ zei hij met een schorre stem.

Drake knikte en belde de politie. Phil belde zelf met Mariah en vroeg om hulp voor de vrouwen

Ze deinsden ook terug voor hem en zijn broers.

Ze huilden angstig, behalve de vrouw die het wapen op haar voorhoofd had gehad. Zij zat nog steeds in dezelfde positie, met haar hoofd achterover en haar ogen gesloten. Een traan liep over haar wang.

 

Dinda en Manuela waren er al snel. Ze hadden dekens meegenomen en flessen water. Ze probeerden met de overgebleven vrouwen te communiceren. Manuela kwam het verst met Spaans. Twee vrouwen spraken Spaans. Zij werden al snel rustiger.

'Kijk eens of Smith een sleutel bij zich heeft? vroeg Dinda.

Smiths zakken werden binnenste buiten gekeerd, maar geen sleutels. Hij was niet van plan geweest om hen los te maken.

Dinda struinde de garage in en kwam terug met een stuk ijzerdraad. Ze prutste wat in het slot en met wat gewrik sprong het open.

Dinda lachte tegen de vrouw en hielp haar overeind. Meteen ging ze door naar de volgende en begon weer met het slot te prutsen. Ook dit had ze snel open. De derde vrouw had eindelijk haar ogen opengedaan, maar geen geluid gemaakt en ook niet gereageerd als er tegen haar gepraat werd. Ze trilde.

Dinda pookte weer in het slot en het sprong open.

Op het moment dat de ketens los waren, nam ze een sprint en probeerde te vluchten. Phil ving haar om haar middel en hield haar voorzichtig vast. Ze spartelde en gilde hysterisch, het werd haar allemaal te veel en ze viel flauw.

In de verte hoorden ze de sirenes van politie en ambulance.

Manuela zei zachtjes ‘Ik hoop niet dat het de corrupte agenten zijn, maar de goeie.’

Ze zuchtte diep, ‘anders zitten ze zo weer ergens aan een muur geketend.’

‘Gelukkig heb ik nog wat nuttige relaties, ik heb al gebeld. Hij is zo hier’ Phil grijnsde breed. ‘FBI is soms wel ergens goed voor, even Mariah bellen dat ze uit het zicht blijft’ en hij voegde daad bij het woord.

Al snel waren de vrouwen naar het ziekenhuis afgevoerd en Smith naar het politiebureau.

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 16

 

Het was onmogelijk werken met Vince de computerman, dacht DelMonte, mokkend.

Zijn computer gedroeg zich alsof het ding gek geworden was. Het was een lijdensweg om het normale werk gedaan te krijgen.

Maar de problemen oplossen? Ho, maar.

De belastingdienst had een bedankbrief gestuurd over de ontvangen informatie en deelde meteen een datum mee dat ze langs kwamen. De brief kwam niet van de normale belastingman. Die stond al jaren op de loonlijst en gaf geen problemen. Maar dit was een volkomen onbekende. Hij had geprobeerd iets over hem te vinden, maar dat was niet gelukt. Bah, bah, bah, dat werd een vrije oefening. Het leven zou zo veel simpeler zijn als hij wat smerigs zou vinden over die belastinginspecteur. Maar hij kon niet eens de persoon vinden op internet. Frustrerend.

 

Er begon een zeker routine te ontstaan in Safe Haven. Iedereen had zo zijn werk.

Morgan Security floreerde, Drake vertrok naar Parijs om een paar weken op een filmster te passen. Ze had last van een stalker, ze moest in alle rust een film kunnen draaien in Frankrijk. Het was een grote opdracht en als die tot een goed einde gebracht kon worden dan was dat goed voor het bedrijf. Phil was het liefste zelf gegaan, maar met de ontwikkelingen in Safe Haven en met zijn nieuwe liefde bleef hij thuis, Drake ging in zijn plaats.

Dinda hielp Manuela geregeld in de keuken en de beide vrouwen ontwikkelde al snel een warme vriendschap. Dinda was gek op beide kleine meisjes, ook een tweeling.

De meisjes gingen iedere dag naar school, ze werden gebracht door Manuela en Ben, die zich al snel tot beschermer van de meisjes had uitgeroepen. Verder hielden de mannen in de wijk een oogje in het zeil.

Ook waren ze vaak in de kelder te vinden, waar ze spelenderwijs heel veel leerden over computers.

Ook Mariah was gek op beide meisjes. Ze had speciale kettingen voor ze ontworpen met een tracker erin, zodat ze altijd terug te vinden waren. Ze had beide meisjes op het hart gedrukt de ketting met het hartvormige hangertje altijd te dragen, zodat ze te vinden waren, het was hun grote geheim. Zelfs Manuela wist van niets.

 

De bouwwerkzaamheden schoten lekker op. De aanvoer over water verliep vlekkeloos. Op de kade stonden steeds meer containers, die langzaam een beschermende muur begonnen te vormen langs de waterkant.

Er was een wegenbouwer langs geweest om te praten over het opknappen van de weg.

De wegenbouwer was van onbesproken gedrag.

Het maakte groot verschil dat hij met zijn vrouw samenwerkte en dat ze samen langs waren gekomen om de offerte te bespreken.

Er waren offertes aangevraagd van hoveniers.

Mariah trok alle achtergronden na en tot nu toe waren alle hoveniers om de een of andere reden afgewezen.

'Dan wachtten we gewoon nog even' zei ze 'de goeie komt vanzelf voorbij.

Phil liep te mopperen dat het een bende was buiten.

Hij wilde het zo snel mogelijk klaar hebben. Mariah wilde nog even wachtten. Ze kibbelden wat af over de buitenboel, maar uiteraard won Mariah.

In de kelder waren het kantoor, slaapkamer en badkamer af. Phil sleepte Mariah twee keer per dag naar buiten om een beetje zonlicht te zien. Hij wilde een besloten een patio maken met een zwembad, zodat ze buiten kon werken en zich toch veilig voelen.

Het grote balkon was voorlopig een mislukking geweest, maar hij had het nog niet opgegeven om Mariah naar buiten te lokken.

Ben had de muren al klaar waar de patio en zwembad moest komen. Vandaar dat hij een beetje haast had.

Mariah vond dat ze in jaren niet zo vaak overdag buiten was geweest en ze begon zelfs een beetje kleur te krijgen.

Phil sleepte haar geregeld mee naar de gym die hij had gemaakt in het ongebruikte penthouse. Ze begon zelfs zoiets als spieren en conditie te krijgen.

Dave en Boris hadden het op zich genomen om alle dames zelfverdediging te leren, met wisselend succes.

Het was voor de mannen altijd al belangrijk dat iedereen zich kon verdedigen en met een vijand als DelMonte werd het nog belangrijker.

Dinda bleek een speciale aanleg te hebben voor martial arts. Schieten kon ze al als een scherpschutter en nu kwamen daar nog meer skills bij.

Ze trainde elke dag met Dave of met Boris.

Drake had een keer geprobeerd haar in de maling te nemen en van identiteit te wisselen, maar ze was er ongeveer drie milliseconden in gestonken en had hem een blauw oog geslagen. Dave had een week gelachen. Hij was mateloos trots op zijn schatje.

Drake had die dag een belangrijke les geleerd. Dinda had een harde rechtse.

Mariah had allerlei programma's op DelMontes computer geïnstalleerd en hield hem op die manier in de gaten.

Omdat ze toch toegang had, gebruikte ze de computers ook om allerlei programma's uit te testen. Geregeld kwam ze in die computers sporen tegen van een andere hacker “Ghost.”

Ghost had ze online leren kennen en ze waren vrienden geworden.

Mariah had Ghost een aantal jaren geleden aan een nieuwe identiteit geholpen en soms communiceerden ze via een chatroom, die Mariah zelf ontworpen had. Alleen voor hun tweeën. Daar had ze dan ook een berichtje achtergelaten over de op handen zijnde problemen met DelMonte.

Ze had nog geen reactie gehad. Ze wist dat Ghost tot haar taak had uitgeroepen om alle misdaadfamilies uit te roeien, maar Mariah dacht dat dat zich beperkte tot Europese syndicaten. Blijkbaar niet. Ze wilde niet dat Ghost tussen twee vechtende partijen terecht zou komen, vandaar de waarschuwing.

 

En dan was er nog een doorn in Phils oog, een groot verloederd flatgebouw. Daar moest wel wat mee gebeuren, daar had Phil wel gelijk in.

Mariah had eerst eens uitgezocht wie het in bezit had.

Dat was een groot bedrijf, maar uiteindelijk bleek het eigendom te rusten bij Mani Pauwel. Dat was een verrassing. Hij was een belangrijk lid van de Familie.

Mani was niet van plan om het te verkopen, het bracht nog aardig wat op aan huren en hij gaf niets uit aan onderhoud. Hij had het hoog verzekerd en was van plan het in brand te steken op een nader te bepalen moment. Ongeacht wie in dat pand zou wonen.

Ook was hij op zoek naar een tweeling, die in het pand hadden gewoond, maar ze waren met hun moeder vertrokken en hij wist niet waarheen. Hun vader wist het ook niet. Mani had een groot bedrag aan hem belooft als hij de meisjes zou leveren.

Ook waren die panden een goede plek om kinderen te vinden, die hij verkopen kon.

De ouders hadden het vaak zwaar en waren veel weg om te werken of ze waren verslaafd aan het een of ander. Dat beïnvloedden hun waakzaamheid, soms kon het hen gewoonweg niet schelen.

Ook was het hem geregeld gelukt ouders er van te overtuigen hun kinderen aan hem te verkopen. Soms met de belofte van een beter leven.

Kinderen waren een stuk gemakkelijker dan volwassenen. Kinderen werd dan wel iets harder naar gezocht, maar ze konden ook zo lekker spoorloos verdwijnen.

Dus nee, hij had weinig trek om het pand te verkopen, maar na aan houdend getreiter van Moragh, besloot hij de hele boel toch maar weg te doen.

Op een avond brandde het pand tot de grond toe af. Er waren een paar doden te betreuren, zij waren niet op tijd ontsnapt aan de vlammen. Een onderzoek volgde.

Een groot deel van de bewoners werden opgevangen in de wijk, alle ongewenste elementen werden door Jackson de wijk uit gezet.

Moragh probeerde de grond te kopen, maar kwam tot de ontdekking dat de grond al aan iemand anders was verkocht, vlak na de brand.

Na afronding van het onderzoek, waar de bewakingsbeelden van Morgan Security als bewijs gebruikt waren, werden er een paar mensen gearresteerd. Er kon niet aangetoond worden dat Pauwel er bij betrokken was. Hij inde zijn verzekeringspenningen.

Na een paar weken meldde een advocaat zich bij de poort met papieren die Safe Haven betroffen.

Mariah en Phil ontvingen hem in Phils kantoor op de eerste verdieping.

Hij had te melden dat er een anonieme schenking was gedaan aan Safe Haven in de vorm van de grond, waar het afgebrande gebouw had gestaan. Er waren geen voorwaarden aan, behalve dat de schenker anoniem wilde blijven en dat er buiten de poort een plek gecreëerd moest worden om daklozen op te vangen en ze een slaapplek en een maaltijd aan te bieden. Een geld bedrag was daar beschikbaar voor gesteld.

Mariah en Phil waren sprakeloos. Dit was allemaal legaal.

Maar omdat ze niet wisten wie de schenker was, had Mariah bedenkingen. Zou dit iemand macht geven over het reilen en zeilen in Safe Haven?

Moragh werd er bij gehaald en zij gingen over de papieren met de advocaat van anonieme schenker.

Mariah ondertussen trok de advocaat na of hij geen criminele connecties had, maar hij bleek advocaat in bedrijfsrecht en deed alleen legale zaken.

Ze konden niet anders dan de schenking aanvaarden. Ze begonnen plannen te maken om het gebouw neer te zetten waar de schenker om had gevraagd. Ben combineerde dat meteen met een aantal goedkope woningen, zodat een deel van de inwoners van de wijk weer woonruimte had en de daklozen die misschien een ander leven wilden en de hulp wilden aanvaarden, opties hadden.

Er werd een beheerder gezocht en een aantal personeelsleden om de boel draaiend te houden. Jackson kreeg de supervisie en leverde ook de personeelsleden, allemaal bewoners van de wijk, die een baan goed konden gebruiken.

De bedoeling was dat het onafhankelijk van Safe Haven zou functioneren.

 

Eva werkte steeds vaker vanuit Safe Haven, ze voelde zich veilig daar en het was heerlijk om met Mariah samen te werken.

Eva bekeek peinzend de foto van de vrouw die haar appartement met camera’s had volgehangen.

Ergens had ze wat bekends, maar ze kon haar vinger er niet opleggen. Blond haar in een elegant bobje. Misschien als ze haar ogen kon zien, dat dan het kwartje viel. Ze brak haar hersens zowat, maar het wilde haar niet te binnen schieten.

Gezichtsherkenning kwam ook niet met een optie. Ze had al problemen genoeg, dacht ze zuchtend, ze hoefde er niet meer bij. Er was iets aan de hand in het bedrijf, ze kon haar vinger er niet opleggen, maar alles voelde fout.

Ze zuchtte weer diep en krabbelde aan haar hoofd.

Ze sloot haar ogen, als ze maar kon slapen, maar haar gedachten maalden maar door, ze was zo moe.

‘Kan ik je helpen? vroeg Mariah, die zich ongerust maakte over haar.

‘Ik kan het verdorie niet uitleggen, maar alles voelt fout. Ik voel me alsof iemand constant over mijn schouder kijkt’

Ze schudde zich als een hond en rilde.

‘Ik kan het niet van me afschudden.’

Eva liet verslagen haar schouders zakken.

‘In welk opzicht voelt het fout?’

Mariah wilde nu het naadje van de kous weten, in het verleden waren Eva voorgevoelens met een ongelofelijke precisie uitgekomen.

Als Eva onrustig werd, dan gingen er dingen gebeuren en meestal waren het geen goede dingen.

‘Is het dit gebouw of deze locatie of misschien de mensen die hier wonen?’

Eva dacht even na voor ze antwoord gaf, ze had nog niet eerder geprobeerd om haar gevoelens te kanaliseren.

Als ze dacht aan het project Safe Haven voelde niets dan rust en positiviteit. Dat was het dus niet.

Ze dacht aan de mensen en de mannen in het leven van haar vrienden in het bijzonder. Rust en vrede en zorgzaamheid. Dus nee, dat was het ook niet.

Daarna dacht ze aan WHI en de knoop in haar maag begon te vormen. Maar alles liep daar gesmeerd, toch?

‘Het is White Hat, denk ik, ik weet alleen niet waarom. Maar iets daar geeft me de kriebels, terwijl alles op rolletjes loopt.’

Mariah keek naar het plafond en dacht diep na. Iedereen die Bij WHI werkte vertrouwde ze. Het zou naar zijn als er iemand misbruik van dat vertrouwen zou maken.

Ze kon natuurlijk haar Waakhond op haar computers loslaten. Ze had de waakhond nog niet geïntroduceerd bij WHI, al kwam dat meer door de interruptie van DelMonte, dan door iets anders.

Maar omdat ze het niet wisten, kon ze De Waakhond misschien wel gebruiken. Of zou het een van de projecten zijn waar WHI zich mee bezig hield?

Eva zuchtte weer diep.

‘Heb ik je verteld over De waakhond?’

vroeg Mariah ‘ Ik weet het niet meer precies, het is de laatste tijd zo chaotisch geweest’

Ze begon het idee uit te leggen en Eva was onmiddellijk enthousiast.

‘Ik weet alleen niet goed of dit commercieel te maken is, ik denk dat we dan constant voor de rechter staan’ zei Eva ineens bedachtzaam.

‘Oh, maar ik ga het niet verkopen, het is gereedschap om allerlei types in de gaten te houden. Het zou ook heel goed gebruikt kunnen worden om de bewegingen binnen WHI in kaart te brengen. Het is sowieso een goede test voor Mijn Hond’

Mariah lachte zachtjes.

Ze begon te typen op haar toetsenbord en liet De waakhond los in het netwerk van White Hat Interventions. En nu maar wachten.

 

De vrouwen uit de garage van Pete woonden ondertussen ook in Save Haven.

In het ziekenhuis had iemand geprobeerd ze mee te nemen en het FBI vriendje van Phil had ze terug gebracht naar Safe Haven.

Sam moest een poosje undercover, vertelde hij, en omdat hij de mensen hier kende, kon hij wel vertellen wat hij moest gaan doen.

Hij moest de belastinginspecteur spelen en de boeken controleren bij DelMonte.

Mariah had hem onmiddellijk allerlei wachtwoorden gegeven en vertelt waar hij de interessantste informatie kon vinden. En ze had hem verteld dat hij een praatje moest maken met Dinda.

 

Elke dag kwam er een psychologe langs die met de vrouwen praatte.

Ze waren alle drie getraumatiseerd. De twee Spaans sprekende vrouwen heetten Abelena en Beatriz.

Ze kwamen uit Mexico. Ze wilden niet terug, daar wachtte hun niet veel goeds.

Ze konden het goed vinden met Manuela en hielpen al snel mee in de keuken en om het pand schoon te houden. Manuela was erg blij met hun hulp. De twee vrouwen waren nog erg jong en toen Mariah vertelde dat ze een opleiding konden volgen als ze zover waren en ondertussen betaald werden voor het werk dat ze deden, werkten ze nog harder en waren nog trotser dan voorheen.

De derde vrouw was nog steeds heel stil. Ze sprak geen woord en probeerde zo onzichtbaar mogelijk te zijn. Ze was ouder dan de twee andere vrouwen.

Aangezien niemand echt wist welke nationaliteit ze had, spraken ze gewoon Engels met haar.

Mariah had ook gebarentaal geprobeerd, voor het geval ze doof zou zijn. En verschillende geschreven talen op de computer.

Maar òf ze verstond het niet, òf ze wilde niet reageren.

Ze was een blonde, lange, veel te magere vrouw, ze hadden haar voorlopig Anna genoemd.

Ze trok vooral naar Dinda en de dieren toe.

Lekker buiten.

Hercules de pitbull was stapelverliefd op haar geworden en zij op hem.

Dinda had geprobeerd duidelijk te maken dat ze Hercules bij zich mocht houden. Sindsdien liep hij de hele dag achter haar aan.

Zij snapte het misschien niet, maar Hercules wel.

 

Dinda had al jaren de vreemde hobby om een bekend kinderliedje in verschillende talen te zingen. Het was een soort verzameling geworden. Ze begon in het Engels, daarna Frans, Duits en Zweeds. Onlangs had ze het liedje in het Nederlands gevonden. Ze had veel moeite gehad met de uitspraak, maar ze dacht dat ze het nu wel onder de knie had.

Terwijl ze met Anna de kennels aan het soppen was, begon ze het liedje te zingen. Tot haar verbazing zong Anna het liedje in alle talen mee en ging nog even verder met een Spaanse versie. Dinda lachte verrukt.

'Welke taal wil je spreken ?' vroeg ze aan Anna. ‘En wil je me jouw versie leren?

Anna keek haar nietszeggend aan.

'Ach, kom op. Je moet op een keer met me praten. Op een dag moet je beslissen waar je heen wil, of dat je hier blijft. Dat kan ook. Of wat voor hulp je nodig hebt. Daarvoor moet je praten. Niemand hier staat je naar het leven. Maar als je wil dat we je helpen, dan moet je met iemand praten’

Dinda trok puppieoogjes naar Anna. Ze deed er nog een pruillipje bij.

Anna zuchtte diep.

'Oké, je hebt wel gelijk.' zei ze in het Engels.

'Spreek je al die talen? Of net als ik alleen dat liedje? vroeg Dinda

'Alle talen, ik heb er talent voor' zei Anna en keek een beetje verlegen.

‘Ik dacht als ik niets zeg, dan denkt iedereen dat ik ze niet versta en dan kom je veel te weten over waar je bent. Ik was zo in shock, dat ik in het begin letterlijk geen woord kon uitbrengen, later leek het me beter om niets te zeggen. Maar je hebt wel gelijk, als ik hulp wil en dat wil ik, moet ik praten'

Dinda piepte van opwinding en gaf Anna een dikke knuffel.

'Waar ben ik eigenlijk?' vroeg Anna.

' Je bent bij ons in Safe Haven. Opvang, bedrijven terrein, safe house. Wat je maar nodig hebt. Je kan hier veilig wonen of werken. We zijn net een paar maanden geleden begonnen en jullie zijn bijna onze eerste gasten. Eva was de eerste, maar die telt niet echt want ze is ook eigenaar.'

Dinda lachte blij.

‘Misschien wil je je verhaal vertellen?

‘Nee, nu niet.' zei Anna terneergeslagen. 'Later als ik het maar één keer hoef te vertellen. Wie is de baas hier, wie moet ik overtuigen?'

'Dat zou dan Mariah moeten zijn, denk ik. Zij doet de administratie, als je het zo wil noemen.'

Dinda grinnikte bij zichzelf. Wat zou Mariah vloeken als ze dat hoorde.

'Ik kan wel een afspraak voor je maken? '

Ze keek Anna vragend aan.

'Dat is misschien een goed idee, Ik hoef toch niet iedereen te vertellen wat er gebeurt is?'

'Alleen als je dat zelf wil, maar Mariah moet je alles eerlijk vertellen' beloofde Dinda.

 

In een gesprek onder vier ogen met Mariah vertelde Anna haar verhaal. Ze vertelde haar ware identiteit.

Ze besloten gezamenlijk dat het beter zou zijn om voorlopig Anna te blijven, zodat haar verleden wat makkelijker daar zou blijven waar het hoort, in het verleden.

Ook vond Mariah het een goed idee dat Anna haar verhaal pas zou vertellen als ze er zelf aan toe was.

Anna was nog veel te getraumatiseerd om er makkelijk over te praten en haar demonen, uit het verleden, waren nog lang niet verslagen.

Het was aan Anna om te beslissen wanneer ze bereidt was om te praten.

Wel beloofde ze om met de psychologe te praten, die regelmatig langs kwam.

Tot Mariah grote vreugde had Anna in een botanische tuin gewerkt en had ervaring met ontwerpen en planten van tuinen. Mariah had haar lang gezochte hovenier gevonden.

Om haar een project te geven kreeg Anna de opdracht om een veilige, besloten patio te ontwerpen.

De veiligheidseisen moest ze opnemen met Phil en Mariah besloot om een medewerker voor het zware werk voor haar te zoeken.

Na overleg met Phil hadden ze de perfecte kandidaat voor Anna gevonden, alleen Phil moest hem nog wel even vinden en overtuigen.

Declan, een van zijn teamleden was aan het dwalen geraakt, hij dronk te veel en sliep te weinig.

Phil hoopte dat zwaar werk in de buitenlucht en een dame in nood hem uit de neerwaartse spiraal kon halen.

Als hij hem kon overtuigen.

De eerste stap was om hem te lokaliseren, de tweede om hem te overtuigen en de derde om hem thuis te brengen. Al zou Dec dat waarschijnlijk niet zo zien.

 

Phil had zijn mannen opgeroepen om uit te kijken naar Dec, maar om hem niet aan te spreken.

Dat wilde hij zelf doen.

Hij was een tijd de bevelhebber van Dec geweest en hoopte daardoor nog wat overwicht te hebben.

Al was hij niet meer in dienst, toen alles misliep voor Dec.

Toch voelde hij zich verantwoordelijk voor hem.

Het was voor Dec erg moeilijk om binnen te zijn.

De muren kwamen al snel op hem af. Dus werken in de buitenlucht was waarschijnlijk het beste voor hem.

Ben kreeg opdracht om één van de buitenkennels in de dierenopvang gereed te maken voor menselijke bewoning, maar er zo min mogelijk muren in te zetten.

Hij had de kennels bekeken en alles afgekeurd. Ben wist het een en ander over wat Dec was overkomen en een kennel was niet geschikt vond hij.

Hij was geheel overnieuw begonnen en had woonruimte gecreëerd met een slaapkamer, badkamer, keuken en huiskamer.

Met een glazen dak en muren die naar behoefte weg geschoven konden worden. De enige muren die niet verplaatsbaar waren, waren die van de badkamer. Die lag precies in het midden van het huisje en de rest lag daar als punten van een taart omheen.

Het geheel was licht en luchtig geworden. Zonder toeters of bellen, maar wel comfortabel met koud of slecht weer.

Ze hadden het spaarzaam gemeubileerd. Ben was zo als altijd razend snel geweest met ontwerpen en bouwen en was bijna klaar, toen er bericht kwam dat Dec gesignaleerd was.

Phil sprong in zijn auto en ging op zoek.

Ben en Dinda werkte uit alle macht om het huisje op tijd klaar en uitnodigend te hebben.

Phil dacht niet dat makkelijk zou zijn om Dec te overtuigen. Dec was een trotse man en zou niet geneigd zijn om hulp te aanvaarden.

 

Phil trof Dec aan voor de kroeg waar een van zijn mannen hem gesignaleerd hadden.

Hij was aan het knokken met vier vechtersbazen. Phil bleef op zijn gemak staan kijken.

De Dec die hij gekend had, zou met vier man geen moeite hebben gehad, maar hij had Dec al in geen maanden gesproken en had geen idee of hij het zou redden.

Maar hij zou pas ingrijpen als het nodig was en hij zou niet weggaan zonder Dec.

Voorlopig ging Dec lekker. Hij deelde klappen uit alsof het koekjes waren en vocht, als Phil het goed zag, op halve kracht.

Twee mannen vielen tegelijk aan en een van hen zag kans om een klap uit te delen.

Dec wankelde en draaide zich om naar hem, greep hem beet en gooide hem opzij alsof het een baal katoen was.

Phil realiseerde zich ineens dat Dec zo dronken als een tor was en hij kwam wat dichterbij om hem in de rug te dekken.

Dec greep de andere twee mannen en sloeg ze met de koppen tegen elkaar en gooide ze op een hoop met de eerste man. De vierde man hief zijn handen op in overgave en liep langzaam achteruit.

Dec draaide zich agressief om naar Phil.

‘Wat moet je?’ vroeg hij met dubbele tong. Dec lachte een hatelijke lach toen hij Phil herkende.

' O, Degoedheiligman is er. Ach man flikker toch op'

Dec draaide zich om en begon weg te lopen.

Phil bewoog zich bliksemsnel en sloeg hem zachtjes achter zijn oor. Dat was samen met de alcohol in zijn bloed genoeg om hem in slaap te helpen. Hij was toch niet voor rede vatbaar.

Phil tilde hem over zijn schouder en legde hem voorzichtig in zijn wagen.

'Dat gaat nog wat worden' mompelde Phil tegen zichzelf en grijnsde tevreden.

'Kip ik heb je en zie maar weer eens los te komen.’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 17

 

 

Hij was diep teleurgesteld. Smith had goede handel in zijn garage gehad en was helaas te laat geweest met het weg te brengen. De controles bij de ingang waren te streng geweest.

Nu was Smith gearresteerd en de vrouwen vrij. Dat was de bedoeling niet, ze konden tegen hem getuigen en ze wisten te veel.

Sommige zaten al een tijd in het circuit en kenden veel namen en plaatsen.

Hij wist niet eens precies wie het overleefd hadden en welke er dood waren.

Stomme nonchalante Smith.

Hij moest maar regelen dat Smith weer vrij kwam en dan moest hij maar voor iemand anders gaan werken.

Hij wist wel iemand aan wie hij die sukkel kwijt kon. Ook was er nog een vrouwtje die verschalkt moest worden. Ze voldeed precies aan de wensen van een klant.

Bah, die rotvrouwen, er kwam niet goeds van vrouwen. Als hij maar niet aan Mariah dacht dan kon hij het nog een beetje rustig houden. Hij begon al weer te koken.

 

Dec werd langzaam wakker en begreep niet waar hij was.

Het bed waar hij op lag was comfortabel en rook schoon en fris. Maar hij voelde de buitenlucht om zich heen waaien.

Harder als een briesje dat door een raam of deur kwam. Het voelde aan als buiten.

Hij hoorde allerlei dierengeluiden. Geblaf van honden, het gebalk van een ezel? Een ezel, dat verwacht je niet in de stad. Het gehijg van een hond. Dichtbij.

Moeizaam deed hij een oog open.

Hij keek recht in een bek vol scherpe witte tanden, een roze tong hing schuin eruit.

Een bruin en blauw oog keek hem aan. De roze lap draaide rond en veegde nat en kwijlerig over zijn gezicht. De hond likte zijn neus en begon weer te hijgen. De stank uit de bek was niet te harden. De mondhoeken zo hoog opgetrokken als maar mogelijk was.

De hond trok een blij gezicht. Dit was te veel vrolijkheid voor Dec. Hij deed zijn oog weer langzaam dicht.

Zijn hoofd bonsde, zijn maag draaide en zijn gezicht voelde goor aan na de enorme lik.

Maar het bed lag lekker.

Plotseling hoorde hij een vrouwenstem.

‘Pol waar ben je? Pol, Polly, kom dan liefje.’

De heldere vrouwenstem sneed door zijn hoofd als een mes door boter. Hij kreunde.

‘Ah nee, Apollo, je hebt hem wakker gemaakt. Kom hier, laat hem met rust’

De stem snerpte door zijn hoofd en Dec kreunde weer.

De hond sprong bij hem in bed en begon te grommen naar de vrouw, ze was dichterbij gekomen om de hond te halen.

‘Nou, geweldig zeg, ik red je leven en dan ga zo beginnen. Zoek het lekker uit dan.’

Ze klonk een beetje beledigd.

Hij hoorde de voetstappen verwijderen.

‘Oh, Dec,’ riep de stem ‘pijnstillers en water staan naast je bed. Eten kun je in de keuken. Boris heeft eieren voor je’ De stem klonk steeds verder weg.

Decs maag draaide bij de gedachte aan eten. Nog even niet.

Liever helemaal niet bewegen.

Wat was een Boris? Wie was zij? Zijn hoofd bonsde, ah, bah, zijn hersens lagen los in zijn schedel.

De hond kroop met zijn lijf tegen hem aan naar boven en in zijn armen. Een diepe zucht en hij voelde het hondenlijf ontspannen. Van de weeromstuit voelde hij zijn eigen lijf ook ontspannen. Wel lekker zo'n warm beest tegen je aan, dacht Dec vaag en viel weer in slaap.

 

Na een poos werd Dec weer wakker. Hij had een droge mond, maar de misselijkheid was weg. De hond lag nog precies zoals daarvoor.

Hij keek eens beter om zich heen en zag de fles met water en het potje pillen. Pijnstillers had hij niet nodig, maar het water was welkom.

De hond was groot en zwart. Duidelijk een bastaard. Hij had grote hangende flaporen.

Hij aaide de hond over zijn grote kop. Die knipoogde naar hem en begon te hijgen.

Hij voelde zich niet opgesloten. Ook al was hij blijkbaar binnen en niet buiten.

De muren waren grotendeels opengeschoven en door het glazen dak kwam zonlicht binnen.

Moeizaam kwam hij overeind. Hij keek nog eens beter om zich heen. Hij kon dit huisje wel waarderen. Hij keek naar buiten om te kunnen achterhalen waar hij was.

Hij zag een paar open hondenkennels en een gebouw wat eruit zag als een stal, een ezel stak zijn kop naar buiten. Hij balkte lawaaierig en probeerde de staldeur kapot te bijten.

De ezel schudde opstandig met zijn kop, hij knabbelde aan de sluiting van de staldeur.

De deur zwaaide open en de ezel stapte luid balkend naar buiten.

Het klonk als honend gelach. Een klein blond vrouwtje kwam naar buiten gerend.

‘Donk' riep ze bestraffend ‘Doe nou niet, stomme ezel, als de dokter nou zegt dat je op stal moet blijven met dat been, doe dat dan.’

Ze rende achter de ezel aan.

Dec herkende de stem direct, alleen sneed het nu niet meer door zijn hoofd. Haar stem was eigenlijk best aangenaam. Ze pakte de ezel bij zijn halster, de ezel deed zijn hoofd omhoog. De vrouw was klein en kon niet meer bij de grond. Ze hield hardnekkig vast, de ezel begon te lopen.

‘Verdorie’ zei ze hardop

‘Boris’ brulde ze en spartelde met haar benen, ‘Boris, kom helpen’

Dec schoot overeind en rende naar het tweetal toe en greep het halster. Hij duwde de ezelskop naar beneden en het vrouwtje landde weer op haar voeten. Haar blonde krullen staken alle kanten op.

‘Dat flikt hij me iedere keer, hij weet gewoon dat hij groter is’

Ze keek hem aan en hij zag een paar grote blauwe ogen.

Ze stak haar hand uit en zei,

‘Welkom in Safe Haven, ik ben Dinda'

‘Dec’ zei Dec. ‘Save Haven? Ik kan me niet goed herinneren hoe ik hier terecht ben gekomen.’

Hij greep vluchtig haar hand.

‘Dat klopt’ zei ze ‘Je was bewusteloos’ ze lachte vrolijk.

‘Ga even douchen, je ruikt naar een brandewijnfabriek en kom dan eten in de keuken.’

Ze wees op het woonhuis een stukje verderop.

De hond die in zijn bed had gelegen leunde tegen zijn been aan. Hij keek naar de hond en dan vragend naar Dinda.

‘Je bent geadopteerd door Apollo’ grinnikte ze vals ‘sorry, niets meer aan te doen’

Het klonk alleen niet verontschuldigend, maar meer als leedvermaak.

Hoe bedoelde ze, hij was geadopteerd door de hond?

Hij schudde in verwarring zijn hoofd.

Ze draaide de ezel om en liep weer terug naar de stal. De ezel balkte weer, het klonk boosaardig, maar liet zich toch weer opsluiten in de stal, dit keer deed Dinda een hangslot op de deur. Donk zou die dag niet meer ontsnappen.

Dec besloot maar gewoon te doen wat het vrouwtje had voorgesteld, eerst douchen en dan eten. Hij vond in het huisje schone kleding en een handdoek. Dat ging wel lukken zo.

 

Phil zat op Dec te wachten in de keuken van de dierenopvang, hij dacht dat dit een plek zou zijn waar Dec zich wel thuis zou voelen.

Boris had een groot ontbijt gemaakt met eieren en spek. Hij hoefde niet op Mariah te letten omdat ze zich verschanst had in haar kantoor in de kelder.

Dec voelde zich duizendmaal beter na een douche en schone kleding. Hij krabde de stoppels op zijn kin. Scheren was nog beter geweest.

‘Ach, ik had moeten weten dat jij hier achter zit, ik zag de hekken, zit ik opgesloten?’

Dec fronste naar Phil.

‘Nee, die hekken zijn voor de dieren. Je hebt de ezel toch gezien? Dan zijn die hekken geen overbodige luxe.’

Phil grinnikte.

‘Waar ben ik en waarom ben ik hier’

Dec keek boos naar het bord met eieren dat Boris naar hem toe schoof. Hij keek een beetje geïntimideerd naar Boris. God, wat een boom van een kerel. Boris lachte vriendelijk en zijn hele gezicht veranderde erdoor.

‘Je bent in Save Haven.’ zei hij

Daar werd Dec niet veel wijzer van.

‘Je bent hier omdat ik je hulp nodig heb’ zei Phil.

‘Ik kan dat soort werk niet meer’ zei Dec, ‘Je kunt me niet meer vertrouwen.’

‘Dat weet ik, maar dit gaat om iets anders. Ik heb iemand nodig die het zware werk kan doen bij de aanleg van een tuin en meteen een beetje op de dame kan passen die de tuin aanlegt. Ze zit in de problemen. Maar het is gewoon hier op het terrein. Dus is er verder weinig aan de hand. Jij kan in het huisje verblijven waar je wakker werd. Dus wat denk je? Phil keek vragend naar Dec.

‘En wie ben jij?’ vroeg Dec aan Boris, Phil geheel negerend ‘en wat is Safe Haven.?

‘Ik heet Boris’ zei Boris ‘Safe Haven is in principe een bedrijventerrein dat we aan het opknappen zijn, het is een gesloten terrein omdat Mariah wat onvriendelijke kennissen heeft en omdat er een vrouwenopvangcentrum wordt gerealiseerd. Dit hier, waar je nu bent, is de dierenopvang van Dinda. Dinda is dat kleine blonde onderdeurtje.'

Boris lachte smakelijk omdat Dinda precies binnen kwam toen hij dat zei.

‘Je weet dat ik een geweer heb?’ vroeg ze liefjes aan Boris ‘en dat ik daar raak mee schiet, zeker op zo'n groot doel?’

Boris lachte nog harder.

‘Boris, pest mijn vrouwtje niet zo’ zei een zware stem bij deur.

Dave kwam binnen en tilde Dinda op en gaf haar een kus. Hij zette haar zachtjes weer op haar voeten.

‘Beter voor mijn rug’ lachte hij tegen haar.

Dinda gromde wat binnensmonds, pakte een bord met eieren voor zichzelf en begon te eten. Beide mannen vuile blikken toewerpend.

‘Dave, dat is lang geleden’ zei Dec, hij had met grote ogen de woordenwisseling gehoord tussen Dinda en de twee mannen en wist even niet wie hij moest beschermen, de mannen of de vrouw.

Hij was volslagen in de war van alle namen die langs waren gekomen die hij niet herkende. Eigenlijk was hij wel blij met de aanwezigheid van Phil en Dave. Dat was tenminste bekend terrein.

Het zorgde ervoor dat zich niet zo alleen voelde.

Phil had al vaker geprobeerd om hem te helpen, maar hij had hem alleen maar weg geduwd. Als Phil deze keer wilde helpen, besloot hij, zou hij de hulp aanvaarden.

Hij had de bodem van de put bereikt en kon niet dieper vallen.

‘Goed je te zien, man’ zei Dave en pakte Decs hand beet en gaf hem een duw met zijn schouder. ‘Wat vind je van Phils voorstel?

Dec keek peinzend. ‘Ik weet niet, man, of dat wel iets voor mij is. Ik maak tegenwoordig overal een zooitje van.’ Hij haalde verslagen zijn schouders op.

‘Weet je’ zei Dave ‘Het is geen schande om hulp aan te nemen als je dat nodig hebt, je staat er niet alleen voor, al voelt dat soms wel zo. Je kan het toch gewoon proberen? We hebben hier mensen met allerlei problemen. Ik heb zelf nog steeds nachtmerries.’

Dinda keek hem aandachtig aan.

‘Al gaat tegenwoordig wel een stuk beter’ ging Dave verder ‘Maar het is niet iets waar ik me voor schaam, niet meer. Met de juiste bezigheden en veel geduld kan het alleen maar beter worden. Wat heb je te verliezen?

Daar had Dave wel een punt, bedacht Dec. Zijn verstand was hij al lang geleden verloren.

‘Geen gevechtssituaties? Want dat kan ik niet meer.’ vroeg hij Phil.

‘Ik moet eerlijk zijn, dat kan ik niet garanderen, we hebben hier een paar dames die wat onfrisse types in hun kielzog hebben en we hebben al een sluipschutter op bezoek gehad. Ik kan je wel beloven dat ik je niet het veld instuur en je niet bewust in gevaarlijke situaties zal brengen. In het geval van een aanval zal ik je eerder achterlaten om onze gasten te beschermen. Niet om de schutters te pakken te nemen.’

‘Dat is goed genoeg’ besloot Dec, hij had toch niets beters te doen.

De tijd lag eindeloos leeg voor hem en misschien was het wel verstandig om wat nuttigs te doen. Beter dan al die drank. Dat hielp ook niet erg en het scheelde hoofdpijn.

‘Een tuin aanleggen hè? Das weer heel wat anders, ik weet niets van tuinen.’

‘Maar dat weet Anna wel’ zei Phil ‘Je moet wel een beetje lief zijn voor haar, ze heeft echt afschuwelijke dingen meegemaakt, gewoon rustig aan.’

 

Anna was niet erg enthousiast over het plan dat een onbekende man haar zou gaan helpen met de tuin.

Het maakte haar doodsbang. Aan de andere kant een paar spierballen zou misschien wel handig zijn. Ze hoopte maar dat het geen engerd was. Ze werd zenuwachtig bij het idee alleen al, dat ze moest samenwerken met een man. Wie weet wat hij zou doen.

Ze vond het vreselijk dat ze zo niet gedacht zou hebben voor de ontvoering, toen had ze nog vertrouwen gehad in haar familie en omgeving. Nu niet meer.

Hier was het rustig. Veilig.

Toch schrok ze van ieder onbekend geluid of van iedere onverwachte ontmoeting.

Ze was extreem bang voor Boris, hij was zo groot, hij kon haar met twee vingers breken als hij dat wilde. Ze durfde hem amper in de ogen te kijken en ze probeerde onzichtbaar te worden als hij in de buurt was.

Hij at iedere avond in de gemeenschappelijke keuken. Boris had wel door dat ze bang was voor hem en hij negeerde haar compleet in de hoop dat ze wat zou ontspannen. Dat was tot dusver niet gebeurd.

Deze avond zat er nog een vreemde vent in de keuken.

Hij praatte voornamelijk met Dave en negeerde Phil en Boris compleet. Hij keek niemand recht aan en had een opgejaagde blik in zijn ogen. Vreemd genoeg een blik die ze wel herkende.

Die zag ze iedere ochtend in de spiegel en ze haatte het oprecht om die bij hem te zien.

Ze herkende de vrouw in de spiegel niet meer. Ze vroeg zich af of die man zichzelf nog herkende. Ze hield haar hoofd gebogen boven haar bord en gaf alleen antwoord als Dinda wat vroeg. Stiekem bespiedde ze hem vanuit haar ooghoek. Ze vroeg zich af wie hij was. Ze was nieuwsgierig. Maar ze vroeg niets. Ze had al snel door gehad dat je hier niet snel iets vroeg over iemands verleden. Dat was fijn want ze wilde zelf ook niets vertellen.

Het was gezellig met zoveel mensen aan tafel te zitten.

De mannen hadden iedere avond een verbale strijd. De opmerkingen vlogen over en weer.

Testosteron pissen noemde Mariah dat, maar ze lachte er liefhebbend bij en deed net zo hard mee. Het was net een hele grote drukke familie. Anna dacht dat ze niet opviel tussen al die grote lawaaierige mannen en de paar vrouwen die zich aan de strijd waagden.

Dinda en Mariah streden om het hardst met de mannen, wat enorm grappig was omdat ze vaak twee keer pasten in de man waarmee ze de strijd aangingen.

Twee kleine keffertjes in een roedel Deense doggen.

De vreemde vent kwam op haar aflopen toen iedereen opstond om te gaan opruimen en stak haar zijn hand toe.

‘Dec’ zei hij en probeerde niet te nors te klinken, het was een poosje terug dat hij sociaal gedaan had en het had hem moeite gekost om hier te zijn vanavond. Hij zat bijna aan zijn limiet van wat hij kon verdragen. ‘Je hulpje in de tuin, aangenaam’

Anna legde een trillende hand in de kolenschop van Dec

‘Anna’ Haar stem bibberde een beetje.

‘Je hoeft voor mij niet bang te zijn, ik doe je geen kwaad.’ Dec keek haar een beetje gekwetst aan. ‘Jij bent de baas, ik alleen maar de domme kracht’

Hij draaide zich om en liep weg. Anna schaamde zich een beetje, maar ze had helemaal niets tegen hem gezegd. Alleen maar gebibberd. Die reactie kon ze niet beheersen.

Ze liep snel achter hem aan,

‘hé Dec, wacht es even.’

Dec was snel vertrokken, dus Anna moest rennen om hem in te halen.

Decs benen waren een stuk langer dan die van haar. Dec was alweer lang genoeg binnen geweest en werd er een beetje paniekerig van. Hij was bang dat hij een paniekaanval zou krijgen. Hij begon te zweten en rende snel de trap af en naar buiten. Hij haalde diep adem en kalmeerde een beetje. Anna kwam snel de deur door rennen en had niet verwacht dat Dec daar stil zou staan. Met een dreun liep ze tegen hem aan en ze stuiterde terug tegen Decs harde lijf. Hij kon haar nog net opvangen.

‘Sorry’ zei ze hijgend ‘ik kan het niet helpen als ik zenuwachtig wordt van mensen die ik niet ken. Maar als we samen moeten werken dan zal dat wel overgaan, denk ik’

‘Het is oké,’ zei Dec een beetje ademloos ‘het is nou ook weer niet zo dat ik geheel probleemloos door het leven ga’ Dec lachte een beetje besmuikt.

Hij had er wel bewondering voor dat ze toch het lef had om achter hem aan te komen, ondanks dat hij kon zien dat ze bang was.

‘Wil je zien wat we gaan doen?’ vroeg ze een beetje aarzelend.

‘Graag, ik ben benieuwd, ik weet niets van tuinen, behalve dat ze buiten zijn’ grijnsde Dec.

‘Maar we moeten toch eerst weer naar binnen, om daarna naar buiten te gaan.’

Ze lachten allebei om die logica. Anna ging voor, door de deur naar binnen en door een lange gang door een grote dubbele deur naar buiten. Dec lachte hardop, maar zei niets.

Ze keken over een ruime binnenplaats uit, ongeveer zo groot als een voetbalveld.

Bestaande uit de twee vleugels van het gebouw en een nieuwe metershoge muur.

‘Hier moet een zwembad komen en een plek om te relaxen of te werken vooral voor Mariah, zij zit heel veel binnen te werken en Phil vind dat niet gezond. Het dakappartement is voor haar, maar ze vind het te onbeschut en ergens heeft ze nog gelijk gekregen ook. We hebben al bezoek gehad van een sluipschutter. Het is nu een sportzaal. Mariah woont nu ergens meer beschut, maar ze moet ook naar buiten kunnen.’

Anna wees waar ze het zwembad had gepland en sprak over welke planten om het terras zouden komen.

Ze vertelde dat ze een lijst met beveiligingsmaatregelen had gekregen van Phil en ze spraken af dat ze de volgende dag de tekening zouden bekijken.

 

Hoofdstuk 18

 

Ze zat in de kroeg, ze zat godbetert gewoon in de kroeg, alsof niet de halve criminele gemeente naar haar op zoek was. Wat een lef.

DelMonte ontplofte zowat, hij voelde de druk in zijn hoofd toenemen en hij gaf een keiharde brul om de boel wat te ontlasten. Hij moest rustiger worden, anders kreeg hij nog een beroerte of een hartaanval. Hij kon voelen dat zijn bloeddruk door het plafond ging.

Dat gemene kleine secreet, ze maakte zijn hek stuk, zette hem voor gek en nu ging ze gewoon met haar kleine bevriende krullenbol stappen.

Weliswaar een kroeg vlak bij huis, blijkbaar, in ieder geval voor het blondje.

Woonde Mariah daar nu, op het terrein met de hekken, die hij op het oog had gehad om lekker duur door te verkopen aan projectontwikkelaars? Is dat nu van haar?

Hij voelde zijn bloeddruk nog een beetje verder omhoog gaan. Weer een plan dat getorpedeerd was door die kabouter. Hoeveel tegenwerking kon hij nog verdragen?

Hij schonk met een trillende hand een borrel in en nam beverig een slok. Dat mens word mijn dood nog, dacht hij. Hij moest even nadenken over wie nu zijn nummer twee was, hij ging in hoog tempo door zijn mannen heen. Hij moest hoog nodig ophouden om ze om te brengen als ze iets zeiden wat hem niet aanstond.

Hij pakte zijn telefoon en ging bellen. Dat kleine monster moest niet denken dat ze ongestraft uit haar holletje kon kruipen.

 

Mariah, Dinda , Eva en Moragh zaten in ‘De Golden Coin’ en hadden reuze lol.

Ze waren mee gelokt door Phil, Dave en Boris en nog een paar werknemers van Morgen Security.

Het was een verademing om eens gewoon lol te maken en niet aan het werk te zijn of op de vlucht. Mariah had met Phil gedanst en ze was er bepaalt opgewonden van geworden. Haar wangen waren hoog rood.

Het was druk in het kleine kroegje. Er waren veel mensen uit de wijk en een groot aantal van Morgan Security.

Het was gewoon lekker om even stoom af te blazen.

Dinda was intiem aan het doen op de dansvloer met Dave .

Boris hing met Luke aan de bar en bekeek het stel als een trotse vader. Jackson was aan het verbroederen met Dec. Het was voor Dec een prettige verandering om gewone, onzingesprekken te voeren, die feitelijk nergens over gingen, maar wel onderhoudend waren.

De mannen waren allemaal alcoholvrij met watertjes en cola. Er moest op een kostbare schat gepast worden.

De meiden zaten aan een lekker zoet mixje, iets wat oom Bill speciaal voor ze verzonnen had. Het was in tijden niet zo druk en gezellig geweest in het kleine kroegje.

Het industrieterrein had veel werk voor de inwoners van de wijk en die gunstige invloed begon je langzamerhand te merken.

De mensen van de wijk hadden weer wat meer te besteden en waren trots op hun baan. De meiden waren trots op hun werknemers.

Dinda was bij hun tafeltje afgeleverd door Dave met een lief kusje op haar wang.

Dave ging weer bij zijn broer aan de bar zitten. Ze keken waakzaam de kroeg rond.

Twee mannen kwamen het kroegje binnen en gingen naast Boris aan de bar staan. De twee nieuwkomers keken geconcentreerd naar de vier vrouwen die aan een tafeltje zaten te lachen. Moragh had net een gore mop vertelt en het viertal kwam niet meer bij. Ze waren niet dronken, maar meer uitgelaten dat ze even los gelaten waren.

‘Dit wordt mijn Stamkroeg’ brulde Mariah

‘Nee, dat kan niet, het is al de mijne en van mijn stamkroegen blijf je mooi af’ giechelde Dinda.

Samen met Mariah vielen ze zowat van hun stoel af van het lachen.

Phil en Dave keken tevreden toe. Niet alleen buitenlucht en beweging was gezond, maar een keer flink lachen ook.

Boris keek nog steeds naar de vrouwen en toen zijn blik viel op de twee mannen die nog steeds strak naar de vrouwen keken.

‘Zit er wat voor je bij?’ vroeg hij nieuwsgierig.

‘Nah, allemaal te klein, ik moet alleen even praten met die kleine donkere.’

De man haalde zijn schouders op. Hij was lang en goed geproportioneerd, met zwart haar en donker grijze ogen. Hij had kleine sproetjes op zijn neus.

‘Misschien moet je even praten met hem, daar’ Boris wees met zijn kin naar Phil.

‘Ik denk niet dat je haar benaderen kunt zonder twee Navy Seals en een marinier op je dak te krijgen.’

‘Dat had DelMonte niet gezegd, ik haat dat.’

De man keek bedachtzaam naar het plafond, alsof daar het antwoord te lezen stond. Hij trok eens aan zijn oor.

‘Wie ben jij?’ vroeg hij toen.

‘Boris’ zei Boris ‘en Jij?’

‘Spike’ zei de man en trok weer aan zijn oor.

‘Oké, ik praat met hem’

Spike stond op en liep naar Phil. Hij stak zijn hand uit en stelde zich voor.

Hij boog zich voorover naar Phil die nonchalant aan de bar hing en Phil verstijfde.

Dave schoot overeind en hield het tweetal scherp in de gaten. De spanning steeg.

Spike vertelde een heel verhaal aan Phil en Phil ging steeds rechter op zitten. Hij keek naar de vrouwen en knikte bedachtzaam. Hij stak zijn hand uit en schudde die van Spike.

Spike vertrok en nam zijn maat met zich mee. Phil keek hem achterna. Hij krabbelde aan zijn kin en draaide zich naar zijn broer.

‘Dat was de ‘crisismanager’ van DelMonte,’ zei hij enigszins verbaasd.

‘Hij is met pensioen, zegt hij, alleen DelMonte gelooft hem niet, hij heeft nu opdracht gegeven om Mariah om te brengen om zijn geloofwaardigheid te bewaren. Spike heeft besloten dat we goed werk doen en kwam liever waarschuwen, dat is het verhaal in een notendop’

Dave en Luke keken hem stomverbaasd aan. Wie had dat gedacht.

‘En die vent die hij bij zich had?’ vroeg Drake.

‘Dat was een crisismanager in opleiding, hij zou het regelen. Dat belooft niet veel goeds voor hem’

Phil grijnsde, nog steeds een beetje van zijn stuk gebracht.

‘Wat doen we nu?, terug naar huis?’

Dave zou het liefst onmiddellijk vertrekken.

‘Nee, laat ze nog maar even lol trappen, vanavond gebeurt er niets meer’ Phil haalde zijn schouders op. Vreemd genoeg vertrouwde hij de crisismanager van DelMonte.

 

Spike en zijn makker verlieten de kroeg en zijn maat vroeg zich af waarom ze zelfs geen poging hadden gedaan om de vrouw mee te nemen. Ze was maar drie turven hoog en haar vriendinnen waren niet veel groter. Dat moest toch een makkie zijn. Aan de andere kant was het onverstandig om Spike tegen de haren in te strijken.

Dan waren zijn reacties altijd onvoorspelbaar. Zou hij het durven om te vragen? Of was hij dan levensmoe?

‘Spike’ begon hij aarzelend.

‘Als je wilt leven, houd je je bek hermetisch gesloten’

Spikes stem klonk kortaf, kil.

Ruben sloot zijn mond met een klap en besloot dat hij nooit in die kroeg was geweest en dat hij nooit van Mariah had gehoord. Misschien was het zelfs tijd om te verhuizen.

Spike vroeg zich af waarom hij niet gewoon zijn opdracht had uitgevoerd.

Een van de redenen was dat DelMonte hem steeds meer tegen begon te staan. Na de dood van zijn vrouw was hij op drift geraakt en bij DelMonte terecht gekomen.

Er was niet veel wat hem kon schelen op dat moment, maar vrouwen en kinderen waren in zijn ogen heilig.

Er was voor hem niemand geweest die hem beschermde toen hij nog een kleine jongen was en hij kon mensen die dat wel deden alleen maar toejuichen.

Hij had erg veel van zijn vrouw gehouden en ondanks dat ze maar kort de tijd hadden gehad voordat ze overleed aan kanker, waren ze gelukkig geweest. Zij had hem iets gegeven wat hij nooit in zijn leven had gevoeld. Liefde. Hij was kapot geweest toen ze overleed.

Als hij alleen maar criminele concurrenten moest ombrengen was hem dat om het even, die mensen waren allemaal even slecht, maar langzamerhand had DelMonte zich in de mensenhandel begeven en dat kon Spike niet goed velen. Na zijn laatste opdracht, die hij toch al niet van harte had uitgevoerd, had hij er genoeg van om DelMontes probleemoplosser te zijn. Hij had zich voorgenomen om met pensioen te gaan. Hij had dat DelMonte ook gemeld, maar die had verkozen om in lachen uit te barsten en het verder te negeren.

Spike haatte het als mensen dachten dat hij hun eigendom was, als een goed afgerichte hond. Hij had stiekem weg al heel wat onschuldigen weggesluisd uit de invloedssfeer van DelMonte, terwijl DelMonte dacht dat ze omgelegd waren.

Spike was niet alleen maar de beul, maar ook de rechter, al had DelMonte dat nooit gerealiseerd. Spikes motto in dit was ‘altijd zelf blijven denken.’

Spike had wel bewondering voor iemand die niet toegaf aan DelMontes dwang. Mariah bleef hem ontlopen en was hem constant te slim af.

Maar nu had hij het probleem van zijn maat. Ging die zijn bek houden of was het beter om hem het zwijgen op te leggen? Voor hij een beslissing kon nemen, ging de telefoon.

DelMonte belde ziedend. Spike nam de telefoon op en voor hij zijn naam kon zeggen brulde DelMonte scheldend zijn gal. Spike was er klaar mee. Hij hing de telefoon op en stopte de wagen. ‘Uitstappen jij’ zei hij tussen opeen geklemde kaken.

Zijn maat stapte verbluft uit en Spike volgde hem. Voor zijn maat had kunnen vragen wat er aan de hand was, had Spike hem zijn nek gebroken. Hij smeet hem in een greppel.

‘Probleem opgelost’, mompelde Spike, stapte weer in zijn auto en verdween.

Hoofdstuk 19

 

 

DelMonte zat achterover in zijn bureaustoel en keek peinzend naar het plafond.

Daar werd hij ook niet vrolijk van, wat een bende. Hij had een sigaar in zijn ene hand en een glas whiskey in het andere. Ze dachten dat hij het gefluister niet hoorde en dat hij het niet door had, dat de aasgieren zich verzamelden. Ze dachten dat hij zwak was geworden, om dat hij die wijven niet te pakken kreeg. Hij had veel geld betaalt voor die kleine brunette, maar er was niet geleverd en nu was die ouwe van haar ook al weg.

Dat blondje had hem compleet voor paal gezet. Ze dachten dat hij het niet gemerkt had, maar hij had best door dat er meer van zijn mensen verdwenen waren.

Spike en Ruben.

Weggelopen, dacht iedereen, maar misschien waren ze gewoon vermoord.

Hij had zich enorm opgewonden en nu was het tijd voor reflectie. Tijd om na te denken.

Hij nam nog een slokje van zijn drankje en daarna een hijs van zijn sigaar.

Wat is nu een goede koers om te varen? vroeg hij zich af.

Die wijven moeten dood, zo spectaculair mogelijk. Ik moet laten zien wie hier de baas is.

Ze moeten een lesje leren. Jammer dat oppikken en martelen geen optie is. Een voorbeeld stellen. Hij dacht weer terug aan wat Spike gezegd had.

‘Je hebt er een raket voor nodig om dat gebouw kapot te krijgen. Het is gebouwd voor de derde wereldoorlog. Het is een bunker’

Hij heeft gelijk, die Spike, jammer dat hij een van de mensen is die verdwenen zijn.

Een raket valt wel te regelen, hm, en die er dan inschieten vanaf de waterkant. Dat is het meest open. Allemaal glas.

Een legertje van zijn mannen erbij om iedereen dood te schieten. Misschien eerst een beetje verkennen met een drone.

Hij humde tevreden. Hij kwam er wel. Hij had er al veel te lang mee gewacht.

Hij gooide in één keer zijn drankje naar binnen en greep zijn telefoon.

 

Mariah werkte gestadig door. De waakhond deed haar werk fantastisch, ze had haar in de computers van DelMonte los gelaten. Dat was ongelofelijk hoeveelheid data.

Eva zat trouw iedere dag bij haar in de kelder en spitte de data door en sorteerde het uit op urgentie. Ze liep de aankooplijst door van DelMontes bedrijven en viel zowat in slaap omdat het zo saai was.

‘Kan je die hond niet leren om die lijsten na te kijken, zodat ze de gewone zaken eruit haalt en alleen de dingen die er uitspringen door stuurt, ongelofelijk hoeveel toiletpapier die gasten verbruiken? Is het een code woord voor iets anders? Nope, toiletpapier’

Eva gaapte luid en sprong overeind, ‘Koffie, ik heb koffie nodig, Jij ook?’

‘Hebben honden scherpe tanden?, tuurlijk wil ik koffie.’ Mariah lachte.

Ze wreef met beide handen stevig over haar schedel, zodat haar haar alle kanten uit stond, ze keek bedachtzaam naar haar monitor en dacht na over het uitzoeken van alle data, over gewone zaken en bijzondere zaken, over foute dingen en oninteressante dingen.

Ze begon fanatiek te typen en was volkomen onbereikbaar voor de wereld.

Toen ze weer boven kwam stond er een kop koude koffie op haar bureau en een bord onaangeroerd eten.

Ze zuchtte diep, moe maar tevreden en begon haar koud geworden eten op te eten.

Ze strekte haar nek en bewoog haar hoofd heen en weer. Ze wreef over haar nek om de knopen eruit te halen.

Phil kwam binnen en legde zijn warme handen in haar nek.

Zonder iets te zeggen begon hij haar nek te masseren. Ze liet haar hoofd naar voren hangen en begon te ontspannen.

‘Is dat beter?’ bromde Phil. ‘Harde werker, is het gelukt waar je mee bezig was?’

‘Het is zo veel beter werken, als je niet gestoord wordt, alles gaat zoveel sneller. Ja het is gelukt, ik denk dat het nu allemaal veel vlotter zal gaan. Morgen testen, vannacht slapen’ Mariah gaapte.

‘Ik had gehoopt je nog even wakker te houden, schoonheid’ Phil humde verleidelijk in haar oor.

‘Dat ‘zei Mariah met overdreven geflapper van haar wimpers’ is het beste voorstel wat ik heb gehoord vandaag.

 

Na een lekker nachtje slapen en een flinke hoeveelheid ontspannende seks is het zoveel beter werken, vond Mariah en liep fluitend haar kantoor in.

Eva was er nog niet, maar Phil kwam binnen met een blad met ontbijt.

‘Eet op terwijl het nog warm is, engel, ik ken je ondertussen wel, als je die monitor aanzet, vergeet je te eten.’

Phil grijnsde naar haar.

Mariah grijnsde lief terug en wreef even stevig over haar schedel. Haar haar begon lang te worden, ze moest echt een keer naar de kapper.

Ze aten samen gezellig het ontbijt op terwijl Mariah probeerde uit te leggen wat ze de avond ervoor precies had ontworpen. Phil begreep er geen woord van.

Eva was ondertussen ook binnengekomen met een blad koffie in haar handen. Phil dronk nog een bak koffie mee en ging aan zijn eigen werk. Hij had zijn bureau en kasten ook maar beneden neer gezet. Zijn kantoor boven was bijna leeg en werd alleen gebruikt als hij zakelijk bezoek had. Voor de rest van de tijd deelde hij het kantoor met Mariah en Eva. Ook De Bunker was naar beneden verhuist en die ruimte was in gebruik genomen als veilige kamer en ziekenboeg.

Het kantoor van Phil en Mariah was een wirwar van monitors, computers en allerlei randapparatuur. Helemaal achterin stond een werkbank, waar Luke en Mariah samen werkten aan verschillende handige apparaatjes. Daarachter lag een slaapkamer met badkamer en de ruimte waar alle elektriciteit geregeld werd, Mariahs server stond er, de airco’s waren daar. En nog was er ruimte over.

Mariah startte de monitors en begon de testfase op de computers van DelMonte. Ze was echt benieuwd of het werkte zoals ze dat zich voorstelde. Voorlopig moesten ze het ook nog handmatig doen. Twee computers deden de test. Mariah hield haar eigen computer voor de lopende zaken. Ze ging eerst de chatbox controleren of Ghost nog gereageerd had.

Daar was een bericht.

Ghost liet weten dat ze later nog contact zou opnemen, maar dat Mariah nauwkeurig haar database moest controleren en dat ze Ghost niet buiten de deur had kunnen houden.

Mariah gaf een kreetje van opwinding. Nu kon ze zien of haar val had gewerkt.

Ze logde in op haar server en begon het pad te volgen dat haar vislijntje had achter gelaten.

Ze vond een foto van Ghost en was tevreden dat er een duidelijke foto was, van een vrouw met tamelijk kort blond haar, een zwarte muts en verder geen opvallende kenmerken.

Ze had fel blauwe ogen, maar Mariah dacht dat dat lenzen waren. Als ze zich goed herinnerde had Ghost bruine ogen.

Jaren geleden had ze Ghost een nieuwe identiteit aangemeten en op die foto had ze bruine ogen gehad. Het blonde haar klopte wel. Ze hadden elkaar nooit in levende lijve ontmoet.

Ze hadden wel veel contact gehad via internet en elkaar over en weer geholpen.

Mariah wist wat de taak was die Ghost zichzelf had toebedeelt en waarom. Ze had haar zoveel mogelijk geholpen.

De complete vernietiging van de misdaadsyndicaten.

Een utopie, volgens Mariah. Maar ze kon ook begrijpen waarom Ghost het toch probeerde.

Ze hadden haar leven vernietigd, zodat er maar één ding overbleef, haar eigen dood in scene zetten. En het moet gezegd, Ghost boekte succes. Bijna niemand wist dat ze bestond.

Ze verleidde handlangers om tegen elkaar in opstand te komen door allerlei belangrijke feiten te verdraaien en papieren te vervalsen. Zo kweekte ze een hoop argwaan en wantrouwen tussen mensen die elkaar uit noodzaak zouden moeten vertrouwen.

Dat had de ineenstorting tot gevolg gehad van de Bulgaarse syndicaten, al kreeg de politie alle lof toegezwaaid. Ghost had hen stap voor stap begeleid en ze hadden het niet eens geweten. Ze een complete oorlog ontketend in Amsterdam die tot op de dag van vandaag nog voort woedde. En een groot probleem voor de politie was.

En nu was ze in de Stad. Waarom had ze haar werelddeel verlaten?

Dat werden dus interessante tijden. Mariah wreef weer over haar hoofd. Haar haar piekte werkelijk alle kanten op.

Ze zette de beveiliging weer maximaal en stuurde Ghost de foto in de chatbox, met de vraag wie zijn database in de gaten moest houden.

 

Na een paar uur volop te hebben staan werken en zoemen, gaf de computer een signaal.

Gemma de waakhond was tot een conclusie gekomen over de hoeveelheid informatie die Eva al dagen bezig hield. Eva was even naar buiten gegaan om een frisse neus te halen en Mariah besloot haar te bellen voor ze het resultaat ging bekijken.

Het zou allemaal nagekeken moeten worden, maar een eerste conclusie was altijd spannend.

Eva kwam onmiddellijk terug en bekeek het resultaat.

Ze was hier veel scherper in dan Mariah. Ze belden Dinda en ook zij kwam helpen. Dinda was een genie in het volgen van geldstromen en samen met Eva waren ze een onoverwinnelijk duo.

Samen bogen ze zich over de schermen en begonnen een discussie over informatie.

‘Kunnen we zelf ook informatie zoeken met Gemma? vroeg Eva. ‘Ik heb eigenlijk een specifieke vraag.’

Mariah liet zien hoe ze dat moesten doen en ze gingen aan de slag.

Na verloop van tijd gaf Eva een grom en Dinda kreunde wat binnensmonds.

‘Da’s gek’ mompelde Dinda ‘Waarom zou je dat nou allemaal kopen? Wat ga je daar mee doen, meneer de maffiaman, waar ga je nou toch mee spelen?’

Ze neuriede nog een poosje dat melodietje door. Wat ga je doen? Wat ga je doen? Kleine maffioso.

Phil, Drake en Dave waren ook aan het werk gegaan en zaten bij de monitors.

Buiten waren er mannen aan het testen.

De bewegingsmelders waren aan de beurt en één voor één werden ze getest en opnieuw gekalibreerd.

Bij het geneurie en gemompel van Dinda was Dave opgestaan en keek over haar schouder mee. Ze keek schuin naar hem en zuchtte.

‘Wat zou jij doen met dit boodschappen lijstje?’ vroeg ze hem en wees op het lijstje wat ze had gemaakt. Allerlei chemicaliën, maar ook gootsteenontstopper en zelfs kunstmest. Allemaal dingen die gewoon in de supermarkt en de bouwmarkt verkrijgbaar waren.

‘Ik neem niet aan dat hij zelf zijn gootsteen gaat ontstoppen of zijn tuin gaat bemesten, dus wat dan wel?

‘Daar kan je een behoorlijke effectieve bom van maken,’zei Dave een beetje ongerust.

‘En als je daar een drone aan toevoegd,’ vroeg Eva ’wat krijgen we dan?

‘Een puinhoop‘ zei Phil, ‘Als wij dat doel zijn, dan zijn we de klos.’

‘Kunnen we ons wel verweren tegen een, uh, luchtaanval?’ vroeg Mariah bezorgd.

‘Nou, liefje’, zei Phil, langzaam en peinzend ‘Dat zou op zich wel mogelijk zijn, maar daar moet ik wel even over nadenken en overleggen met mijn broertjes. We kunnen moeilijk afweergeschut neer zetten. Mm, afweergeschut. Ik weet het niet. We moeten gaan voor een andere optie. We hebben het speledingetje van Mariah, om signalen te onderscheppen. Misschien kunnen we die op grotere schaal gebruiken. Moeten we de veilige kamer klaar zetten en iedereen trainen om daar heen te gaan? Hoeveel tijd hebben we precies?’

‘Ik wilde dat ik dat wist’ Mariah zuchtte

‘Ik ga proberen om daar achter te komen. Zouden we iedereen niet moeten evacueren? Hier zijn ze ook niet veilig.’

‘Ik denk dat ze hier veiliger zijn, dan ergens anders. Daar zijn ze ook kwetsbaar voor ontvoering, maar misschien moeten we ze de keus laten.’

Phil keek bezorgd.

‘We hebben hier ook een paar veteranen met PTSS, ik denk dat ze dan wel de keus moeten hebben. Dec kan niet binnen blijven, maar kan ook niet buiten.

De beslissing moet bij hem zelf liggen. Ik praat eerst met iedereen. Als jullie nou eens proberen om zoveel mogelijk te weten te komen.’

Dit was tegen de vrouwen gericht. En dan verder tegen zijn broers

‘Laten we er van uitgaan dat er een aanval op ons komt. Zo niet, dan was het een goede oefening. Jullie zorgen dat de veilige kamer bevoorraad en gebruiksklaar is, en we proberen zo snel mogelijk een gespierde versie te bouwen van Mariahs speledingetje. Als dat lukt hebben we een antwoord op de drone. En anders zullen we leren hoe sterk het gebouw eigenlijk is.’

Phil had zijn orders gegeven en stapte op om met zijn mannen en gasten te praten.

Drake vertrok naar de supermarkt om voorraden in te slaan en Dave ging op zoek naar zijn vriend Luke die de technicus was om het apparaatje van Mariah spierballen te geven.

Dinda besloot om met Manuela te gaan praten en haar gerust te stellen over haar dochters. Iedereen zou vechten als leeuwen om die meisjes veilig te houden.

Manuela had niet veel aansporing nodig en begon onmiddellijk hun spullen naar beneden te verhuizen. Ze belde Ben om de tweeling uit school te halen, zodat ze hen niet meer uit het oog kon verliezen.

 

Hoofdstuk 20

 

 

De plannen van DelMonte verliepen vlekkeloos.

Hij had de juiste mensen op de juist plek. Jammer dat Spike er vandoor was, hem had hij goed kunnen gebruiken. Maar Spike had bevolen dat hij Safe Haven met rust moest laten. Dat begreep hij niet zo goed. Waarom had hij daar belang bij? Wie dacht hij wel dat hij was om hem bevelen te geven?

Ook had Spike gezegd dat hij met pensioen was gegaan.

Niemand ging met pensioen zonder de uitdrukkelijke toestemming van DelMonte.

Ook Spike niet. Als hij hem terug kon vinden zou hij ervoor zorgen dat Spike als voorbeeld gesteld werd. Desondanks was het jammer. Spike was een gewaardeerde werknemer geweest.

 

Ondertussen had Ghost het druk. Ze controleerde de mail en telefoons. Ze had eerst de hele Familie in kaart gebracht. Iedere baas, hun kracht en hun zwaktes. Vooral hun zwaktes. Ze had afluisterapparatuur aangebracht en de computers gehackt.

Ze had de bestanden van de politie en de FBI doorzocht en al het bewijsmateriaal verzameld en opnieuw bekeken.

Ze had de FBI doorgelicht om de wortels van de familie bloot te leggen.

Betaalgedrag onthulde al snel de verbanden met De Familie.

Het syndicaat werd De Familie genoemd, maar in werkelijkheid was het een criminele organisatie die niet per se uit familieleden bestond. Er waren net zoveel bazen geen familie, dan wel. Het beestje moest gewoon een naam hebben.

Omdat dit werk was dat ze niet met alleen een laptop kon doen, bezat ze een omgebouwde vrachtwagen. Ghost was een verslaafde aan techniek. Ze was op de hoogte van de nieuwste technieken en had geregeld zelf ook dingen in elkaar gezet. De vrachtwagen was haar eigen ontwerp.

Het was iets bijzonders geworden.

Van buiten leek het een oud kreng, maar van binnen was het het neusje van de zalm.

Vooral de computerruimte leek meer op de cockpit van een ruimteschip dan de cockpit van een ruimteschip.

De beveiliging was bijzonder uitgebreid, zonder de juiste vingerafdruk wilde de motor niet eens starten.

De vrachtwagen zat vol verrassingen.

Er hingen schermen voor de bewakingscamera’s buiten. Bij iedere deur één en een camera naar voren en naar achteren. Een paar camera’s gaven een overzicht van het terrein om de vrachtwagen heen. Geen dode hoeken voor Ghost.

Een kast vol kleding, zodat ze in iedere gewenste rol kon stappen, met een assortiment aan pruiken en andere accessoires. Er was daar ook een éénpersoonsbed, maar Ghost was een slechte slaper en ze als ze sliep was het meestal in haar stoel.

Dat was dan ook een waar kunstwerk. Helemaal aan haar lichaam aangepast.

Nu ze haar doel geselecteerd had, had ze een plan gemaakt en was druk bezig met het vuurtje op te stoken.

Ze hoorde uit de afgeluisterde telefoongesprekken dat DelMonte steeds labieler werd en dat hij een grote aanslag aan het regelen was.

Ze liet daar wat van uitlekken aan de grootste roddeltante van De Familie.

De vrouw van Guiseppe, Maria. Guiseppe was een volle neef van DelMonte, hij was een knappe man van rond de vijftig. Met een dikke bos grijzend krulhaar en een lang, slank atletisch figuur was hij redelijk aantrekkelijk.

Het leek echte liefde te zijn tussen hem en Maria.

Hij was zeker niet bevriend met DelMonte. Meer concurrenten. Ze hadden regelmatig mot met elkaar over van alles en nog wat.

Maria was Guiseppes grote zwakte, ze was meer dan twintig jaar jonger en beeldschoon met lang zwart haar en donkerbruine ogen. Hij luisterde met genoegen naar haar stem en Maria praatte veel en graag. Maria had de roddels meteen aan Guiseppe door verteld en hij was De Familie aan het polsen over dit nieuws.

Een grote aanslag bracht hen onder de aandacht van de wetgevende macht en Guiseppe had net allemaal interessante dealtjes gaande. Hij zat niet op de aandacht van de politie te wachten. Of nog erger de FBI. Dat was mateloos irritant en slecht voor zaken. Kijk maar wat er gebeurd was met de Europese syndicaten.

Toen ze eenmaal onder de aandacht kwamen van de politie en ze zich tegen elkaar keerde was het snel gedaan met de zaken. En het grote geld.

Alles was door de regeringen van de diverse landen ingepikt en de meeste leden zaten in de bak. Hun macht was gebroken en ze waren nu blut. Hun vrouwen moesten werken om hun kinderen te voeden. Dat wilde je toch liever voorkomen.

Hij had er wel rekening mee gehouden dat zulke dingen gebeurden en hij had zijn geld goed verstopt.

Alleen Maria wist ervan. Geld had je immers nooit genoeg, een noodpotje was altijd een goed idee.

Dat Ghost alles van dat en andere potjes wist, daar had Guiseppe geen flauw benul van.

Ghost had contact gezocht met Maria en zij was op dit moment haar beste vriendin.

Ze hadden elkaar ontmoet bij de kapper en konden het onmiddellijk goed met elkaar vinden.

Ghost had haar haar een mooie goudblonde kleur gegeven. Ze had blauwe contactlenzen in en maakte een gezonde en gelukkige indruk.

Met alle lunches die ze had met Maria, zag ze geregeld kans om allerlei roddels te bespreken over de hele familie en DelMonte in het bijzonder.

Alles werd weer door verteld aan Guiseppe, die zich gaande weg steeds meer zorgen ging maken. Daarover belde hij dan weer met andere familieleden of mailde hij met ondergeschikten, waarover Ghost toezicht hield.

Zo kon ze goed zien of haar invloed effect had. Voorlopig liep dat als een trein.

Het ging eigenlijk een beetje te goed. Misschien moest ze wat gas terug nemen.

Wat wel een puntje van zorg was dat ze in de chatbox met Mariah een foto had ontvangen van zichzelf in haar cockpit. Duidelijk genomen met haar eigen webcam. Mariah was de afzender, maar hoe ze het gedaan had?

Ghost had de computer van Mariah gehackt en een beetje rond gekeken en daar ongeveer hetzelfde materiaal gevonden als zij zelf had, uit dezelfde bronnen, klaarblijkelijk.

Dat was niets bijzonders, maar Mariah had kans gezien om haar computer terug te hacken en een foto te maken, zonder dat ze dat gemerkt had en ze was aan het werk geweest op dat moment.

Ze had onmiddellijk haar camera afgeplakt. Een beginnersfout, die ze zich niet kon veroorloven. Ook kon ze geen bewijs vinden dat er iemand in haar bestanden was geweest.

Mysterieus en ongemakkelijk.

Gelukkig was het Mariah, die ze beschouwde als haar enige vriend en ze probeerde haar van uit de verte in de gaten te houden.

Nadat ze een eindeloze speurtocht gehouden had door haar bestanden en niets had kunnen vinden, besloot ze Mariah de eer te gunnen en een bericht te sturen dat ze zich gewonnen gaf. Ze wilde heel graag weten hoe ze dat gedaan had.

Ze was zeker geen onverdienstelijke hacker, maar Mariah was de creatieveling hier.

Ze moest haar beveiliging verbeteren. Ghost had het zich gaandeweg aangeleerd, als een noodzakelijke vaardigheid en ze richtte zich volledig op informatievergaring en niet op het saboteren van de computers die ze hackte.

Ze had informatie nodig om het tegen de misdaadsyndicaten te gebruiken, maar ook om de onschuldigen te beschermen. Niet iedere vrouw was zich van de baan van haar man bewust.

Of kon daar invloed op uit oefenen. Zij was ook zo iemand geweest.

Dat waren dus zaken die ze tot op het bot uitzocht en in kaart bracht.

Maria stond achter haar man en ze kwam zelf uit een misdaadfamilie. Ze was zich wel bewust waar het geld vandaan kwam en het kon haar geen lor schelen.

Ghost had een plan bedacht om Maria flink te laten schrikken, door haar auto op te blazen en net te doen dat het de bedoeling was dat zij en haar man erin zaten.

Dan kon ze de schuld naar DelMonte laten wijzen en ze hoopte dat Guiseppe in actie zou komen. Met een beetje mazzel was de onvrede zo groot dat er een interne oorlog zou uitbreken. Kortom ze had een lont in het kruitvat nodig. Ghost was van plan dat vuurtje nog eens flink op te stoken en dan alle bewijzen die ze nog steeds verzamelde af te leveren bij de FBI.

Anoniem natuurlijk of uit naam van een van de leden van het syndicaat. Daar had ze ook een slachtoffer voor. En dan zou ze de brand die ze aangestoken had, gewoon op natuurlijke wijze laten uitwoeden en zou ze weer vertrekken. Met een beetje geluk bleef die woedden, net als in Amsterdam en maakte al die gangsters elkaar af.

Ze had haar volgende doel al in zicht. Een motorclub die jonge meisjes verhandelde aan de andere kant van het land. Ze moest nog uitvinden waar die meisjes vandaan kwamen.

Maar eerst deze ‘familie’ onschadelijk maken.

 

De bom was geplaatst, gemaakt van dezelfde ingrediënten die DelMonte had gekocht om Safe Haven plat te branden. Er zat een ontsteker in, die geactiveerd werd door een telefoon.

Ghost hoefde alleen maar het nummer te bellen en de bom zou ontploffen.

Ze had gezellig geluncht met Maria en zoals gewoonlijk werd ze opgehaald door haar man. Hij vond het niet prettig dat ze alleen over straat ging.

Op het moment dat Guiseppe voor Maria de autodeur open hield kwam Ghost aan rennen.

‘Maria, Maria wacht even alsjeblieft, je hebt je telefoon vergeten.’

Maria liep haar tegemoet. Ze keek verbaasd in haar tas. Inderdaad haar telefoon zat er niet in.

Guiseppe stapte niet bij de auto vandaan.

Verdorie, dacht Ghost, kom hier heen, klerelijer. Je hebt nog een rol te spelen.

Met een gil liet ze zich vallen en met een klap kwam ze op de straat terecht. Ghost kreunde dramatisch. Maria gilde en Guiseppe kwam aan rennen.

Op dat moment drukte Ghost de belknop op haar telefoon in en twee seconden later ontplofte de auto.

De chaos was compleet. De auto kwam een meter van de grond en viel weer met een klap neer, een tweede klap volgde vrijwel meteen op de eerste, de benzinetank, die klap was nog harder als de eerste, en de auto draaide om zijn as voordat hij weer op straat dreunde.

Door de luchtdruk werd Guiseppe door de lucht gesmeten en Maria werd over Ghost heen gekwakt. De lucht werd met een klap uit Ghosts longen geslagen, haar oren rinkelde en haar knieën deden pijn.

Het effect was zo veel dramatischer dan ze had verwacht.

Guiseppe krabbelde overeind en rende naar zijn vrouw. Hij raapte haar op en gaf haar een dikke knuffel.

‘Ben je oké? vroeg hij, veel te hard, ook zijn oren tuitte na de ontploffing.

Maria knikte en verborg haar gezicht in de schouder van haar man.

Ze huilde van de schrik.

Ghost kwam langzaam overeind en gaf de telefoon van Maria met een trillende hand aan Guiseppe.

‘Wat een geluk dat je telefoon op tafel liet liggen, anders had je in de auto gezeten’ riep Ghost, haar lip trilde en ze hijgde hard ‘Gevaarlijke vriend ben jij.’

Ze wuifde naar Maria en vertrok snel. De kunst was altijd om op tijd te vertrekken.

Ze ging naar het hotel waar ze al die tijd gelogeerd had en waar ze een paar keer had gegeten met Maria.

Ze pakte haar koffer, checkte uit en vertrok. Ze nam een taxi naar het station en verdween daar in het toilet. Ze waste haar handen en gezicht.

Ze waren nog vuil van de ontploffing. In het hotel had ze niet de tijd genomen om zich wat op te knappen.

Ze trok een zwarte hoodie aan, zette een zwarte muts op en een joggingbroek over het moderne rokje en een paar gympen in plaats van hoge hakken.

Ineens zag ze er heel anders uit.

Ze leek een hele jonge tiener. Ze stopte oortjes in haar oren en liep de straat uit.

De koffer verborgen in een grote rugzak. De contactlenzen in haar zak.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 21

 

Na de bomaanslag op Guiseppes auto was de vrouw, waar ze een oog op hadden laten vallen en haar op internet alvast hadden verkocht, verdwenen. Ondanks alle trackers wisten ze ongeveer waar ze zat, maar ze konden haar niet meer vinden. Op de camera’s was te zien dat ze het toilet in ging op het station en dan hield het op. Het spoor liep nog een stukje verder naar een parkeerterrein bij een winkelcentrum. Haar koffer was daar gevonden, maar de vrouw was spoorloos. De trackers in de kleding gaven nog wel signaal, maar het versplinterde om de een of andere reden. Het leek of ze over een groot terrein verspreid was, of dat er overal kleding lag, maar er was niets te vinden.

Er bleef niets anders over dan regelmatig over het parkeerterrein te rijden in de hoop haar te zien lopen. Smith had de pest in. DelMonte had hem uit de bak gehaald en hem verteld dat er belangrijk werk op hem lag te wachten en nu zwierf hij bij een gesloten winkelcentrum. Lekker belangrijk. Als hij niet oppaste zat hij zo weer in de bak.

 

Terug in haar vrachtwagen, zette Ghost de computers aan om het telefoon verkeer in de gaten te houden en haalde haar kleding uit de koffer.

Het was een opvallend roze geval en ze moest er vanaf.

De vrachtwagen stond geparkeerd op een groot parkeerterrein vlakbij een winkelcentrum.

Het was druk op het parkeerterrein, er stonden nog veel meer vrachtwagens geparkeerd.

Ze stopte de opvallende roze koffer in een vuilniszak en liep naar de vuilcontainer achter een restaurantje.

Ze dumpte de koffer erin en liep om het houten gebouwtje heen en haalde een paar broodjes en een paar blikjes cola. Zo, nu hoefde ze voorlopig niet naar buiten.

Ze liep weer terug naar de vrachtwagen en klom erin. Ze luisterde naar de gesprekken van de telefoons.

Hysterische van Maria, naar haar familie en vriendinnen. En naar haar. Maar zij nam niet op.

Boze gesprekken van Guiseppe, met trawanten en een hele nijdige met DelMonte.

Vooral die met DelMonte was interessant, hij beschuldigde Guiseppe ervan dat hij zelf zijn auto had opgeblazen om aandacht te trekken en stoer te doen tegen zijn jonge vrouwtje.

Guiseppe was des duivels.

Ghost lachte hardop. Ze stond op en pakte spullen om haar knieën te verzorgen, ze had zich behoorlijk bezeerd toen ze zich op straat liet vallen.

Nadat ze daar klaar mee was, pakte ze een broodje en nam een hap.

Haar blik viel op een monitor die een beeld gaf van de vuilniscontainer waar ze net een uurtje eerder haar koffer in gedumpt had.

Twee mannen in zwarte pakken viste haar koffer eruit.

‘Wie zijn dat? En wat moet dat daar?’ mompelde ze, bedachtzaam.

Hoe konden ze weten dat haar koffer daar lag en waarom waren ze daar? Wie waren ze?

Een man draaide zich om zodat ze zijn gezicht goed kon zien. O jee, die kende ze toch?

Hoe heette die knakker ook weer. Hij had in de bak moeten zitten, dat wist ze dan weer wel. Het had iets met Mariah te maken.

Ze ging naar haar computer en begon naar dat gezicht te zoeken op in haar dossiers.

 

Nadat ze alles had gelezen over ene Peter Smith, het terrein van Safe Haven en de aangetroffen vrouwen besloot ze alles door te sturen naar Mariah. Ook het filmpje van Smith, met een tijdaanduiding. Verder had ze geen commentaar.

Veel later die avond zag ze dat er geregeld een zwarte auto over het parkeerterrein reed.

Wat stom dacht ze, alsof ik terug zou komen voor die koffer.

Ineens bedacht ze dat er misschien een tracker in de koffer gestopt was en dat ze daarom zo snel hier waren.

Waar hadden ze dan nog meer een tracker in gedaan? Iets van haar kleding, de telefoon?.

Ze begon de telefoon uit elkaar te halen en trok de batterij eruit, achter de batterij kwam ze een kleine chip tegen. Ze vloekte hardop.

Ze haalde diep adem. Blijf rustig. Niet in paniek raken.

De neiging om de motor te starten en er vandoor te gaan was groot.

Ze haalde diep adem om weer te kalmeren. Ze stuurde een uitgebreid bericht aan Mariah en legde het probleem uit.

Ze verwachtte voorlopig geen antwoord, maar Mariah antwoordde meteen.

‘Geef een locatie door en ik stuur iemand met een leuk speledingetje. Hij is zwartharig en knap en komt op een motorfiets. Hij heet Luke’

Ze gaf haar locatie door en zuchtte diep. Ze had nooit hulp nodig, wachten ging lang duren.

 

Luke had na het telefoontje van Mariah, het apparaatje opgehaald en was op zijn motor gesprongen. Hij was naar het winkelcentrum gegaan en was daarna langzaam over het parkeerterrein gereden.

Hij zag geen zwarte auto’s. Het terrein was bijna leeg. De winkels waren gesloten.

Achterin zag hij een oude vrachtwagen staan. Dat kon het toch niet zijn? Dat wrak?

Hij reed er langzaam omheen.

Op het moment dat de motor achter de vrachtwagen was, uit het zicht van het parkeerterrein, ging er een zijdeur open en licht viel naar buiten. Een smalle figuur, met een zwarte muts werd zichtbaar. Ze wenkte met haar hand en keek over haar schouder naar binnen.

Luke zette de motor uit en stapte af. Hij liep naar de vrachtwagen en ging door de deur naar binnen. De vrouw sloeg snel de deur dicht en zuchtte diep.

‘Ze hebben je net gemist’ zei ze ‘kom maar kijken’

Ze liep voor hem uit de cockpit in. Daar was het erg krap, er was nauwelijks plek voor hem. Alles stond vol met schermen en computers en allerlei andere apparatuur.

Hij keek bewonderend om zich heen. Hij kickte op techniek en elektronica.

De vrouw wees op een monitor. De parkeerplaats was donker.

Alleen een zwarte auto met geblindeerde ramen reed een rondje.

‘Dat doen ze de hele avond al, nadat ze mijn koffer uit de afvalbak hebben gehaald. Net alsof ze weten dat ik hier nog ergens ben, maar niet precies waar’

Ze rilde overdreven.

Luke grijnsde vrolijk en haalde Mariahs speledingetje te voorschijn.

‘Geef me je kleding, wat je aanhad en wat in je koffer zat.’

Hij genoot van dit soort zaken

‘Maar vertel me eerst je naam, voor ik door je kleding ga, ik heet Luke’

Hij grijnsde ondeugend.

‘Jij mag me Lucie noemen, ik zal het pakken, moment’

Ze liep weg en wierp een blik over haar schouder. Eerst op de monitor, daarna op hem.

Hij kon die blik niet duiden, maar een beetje nerveus werd hij er wel van.

Luke haalde het apparaatje over de kleding en vond in bijna ieder kledingstuk een tracker.

‘Jij hebt een aanbidder, iemand wil alles van je weten’

Luke grinnikte zachtjes.

‘Heb je een rugzak? Dan doen we de kleding daar in en zal ik zorgen dat ze heel het land door moeten rijden om je in te halen. Maar eerst stuur ik de signalen naar Mariah.’

‘Wat kan Mariah daar mee?’

Ghost keek een beetje verbaasd.

O, Luus, je kent Mariah toch, zij is zo nieuwsgierig dat het soms gewoon pijnlijk is.’

Hij belde Mariah.

‘Ja ik laat hem nog even aan staan, stuur maar bericht als je klaar ben. Laat je Luus ook nog wat weten? O, nou ze heet Lucie vandaag. Zal ik doen, oké. Tot straks.’

Hij stopte de telefoon weer in zijn zak. Hij keek Ghost aan met pretoogjes, charmante rimpeltjes in zijn ooghoeken.

‘Je moet de hartelijke groeten hebben van Mariah en ze vind Lucie een mooie naam.

Ze gaat voor je uitzoeken wie dit zijn en laat het weten in de chatbox. En ik moest je zeggen dat je voorzichtig moet zijn en als je een rustpunt nodig hebt je naar Safe Haven moet komen en je Lucie noemen, dan laten ze je door. Als je iets anders snel nodig hebt dan kan je Mariah bellen.’

Hij gaf haar een prepaid telefoon.

‘Zij is de enige met dit nummer, als iemand anders je belt moet je de telefoon dumpen.’

Hij begon de kleding in de rugzak te proppen.

‘Dat zie ik niet meer terug, zeker? Jammer.’ zuchtte ze, ‘dat was goeie kleding.’

Ze gaf hem haar oude telefoon, en hij stopte die bij de kleding in de tas, samen met de gevonden chip.

Hij keek haar nog eens aandachtig aan. Hij vond het aantrekkelijk wat hij zag.

Blond, bijzondere ogen, bruin met een groene rand om de iris, lang, slank en van een onbestemde leeftijd.

Haar gezicht leek jong, maar haar ogen leken ouder. Erg aantrekkelijk.

‘Wat?’ zei ze een beetje verontrust.

‘Mariah zei dat ik goed moest kijken, omdat je er de volgende keer weer heel anders uit ziet, zodat ik je kan herkennen. Dat ben ik aan het doen, dus, tot ziens.’

Hij bukte zich en gaf een kus op haar wang.

Hij draaide zich op zijn hakken om en keek naar de monitor.

De zwarte wagen reed het parkeerterrein af en Luke sprong de vrachtwagen uit en klom op zijn motor.

Hij startte en reed met een kalm gangetje van het parkeerterrein af, met een rugzak vol besmette kleding op zijn rug.

Hij reed langzaam naar het busstation, alsof hij een wandelaar was.

Hij belde met De Bunker en vroeg hun om een bus te vinden die nu nog vertrok.

En ze zochten het kenteken op van de wagen die nu heel snel weer terug reed, nu de trackers eindelijk in beweging kwamen. Weer een gestolen auto.

Luke kwam bij het station en zag de bus naar San Francisco al van verre staan. Het was de laatste die vanavond zou vertrekken.

Een ploeg mensen stonden om de bagageruimte heen om tassen en koffers daarin te verstouwen.

Hij parkeerde zijn motor een stukje verder en mengde zich tussen de mensen.

Het volkje was ongeduldig en prikkelbaar en wilde allemaal tegelijk hun bagage kwijt.

Hij drong naar voren en gaf de rugzak aan de overwerkte en bijzonder geïrriteerde chauffeur. Die pakte de rugzak aan en smeet hem de in bagageruimte. En dat is dat, dacht Luke tevreden.

Hij liep om de bus heen, stapte op zijn motor en reed langzaam weg, zodat de motor niet veel lawaai maakte.

Hij zag de zwarte auto met hoge snelheid aan komen rijden en Luke stopte in een parkeervak om te kijken.

Hij zag Smith uit stappen en vloekte zachtjes. De meiden hadden volkomen gelijk gehad.

Smith was op vrije voeten en deed het vuile werk voor.. tja Wie? Voorlopig volgden ze een dwaalspoor.

 

Guiseppe was des duivels, iemand had het lef gehad om zijn vrouwtje kwaad te doen en nu was ze bang. Ze had net ontdekt dat ze zwanger was en ze was volslagen overstuur.

Zijn verdenking dat DelMonte de dader was, werd met het uur sterker.

DelMonte was totaal niet geïnteresseerd in de hele bomaanslag.

Guiseppe wel, hij liet iedere auto waar hij mee reed controleren, en nog een keer door iemand anders.

Hij wilde het niet toegeven, maar hij was bang.

Ghost had inderdaad de goede persoon uitgezocht om de psychologische spelletjes mee te spelen. Guiseppe was achterdochtig. Hij vertrouwde bijna niemand en zeker zijn eigen mannen niet. Hij hield DelMonte verantwoordelijk voor de aanslag op zijn vrouw.

Hij was blind van woedde. Hij was niet meer voor rede vatbaar. Hij riep zijn mannen bij elkaar en belde nog wat handlangers.

Ook die durfden niet te weigeren. Met die ploeg keiharde criminelen togen ze naar DelMontes huis.

Daar troffen ze een paar volledig vernielden hekken aan, slachtoffers van een driftbui van DelMonte.

DelMonte zelf was niet aanwezig, maar wel een deel van zijn mensen, waaronder zijn nieuwe nummer twee. Guiseppe besloot iedereen in het huis af te maken.

Als DelMonte niet thuis was, dan zou hij er wel voor zorgen dat hij naar hem toe kwam.

Hij gaf opdracht en zijn mannen kweten zich nadrukkelijk van hun taak.

Ze openden het vuur en schoten ronde na ronde af op het huis. De ramen sneuvelden en het glas vloog in het rond. De deuren versplinterden en de gevel raakte zwaar beschadigt.

Toen er geen geweervuur meer terug kwam, renden Guiseppes mannen het huis binnen en schoten op iedereen die ze tegen kwamen.

Het maakte niet uit of het man was of vrouw was, gewapend of huishoudelijk personeel.

Niemand overleefde het geweld. Het was een bloedbad.

 

DelMonte kwam thuis en overzag het bloedbad. Hij had wel een lijstje van personen die hij er voor aanzag om dit op zijn geweten te hebben. Guiseppe stond boven aan zijn lijst.

Hij rende naar binnen en begon het restant van zijn mannen bij elkaar te roepen.

Gelukkig waren er niet veel in het huis geweest, de meeste waren op zijn kantoor, waar ze meestal waren.

Dit huis was privé, en had ook zo moeten blijven. Hij was koud van woedde. Zijn huis was totaal verwoest.

Hij reed met zijn mannen naar het huis van Giovanni en marcheerde zowat door de deur heen naar binnen. Hij sprak geen woord, maar opende het meteen het vuur op Giovanni’s vrouw. Ze was op slag dood.

Ook het dienstmeisje stierf door de kogels, die in het rond vlogen. DelMonte vuurde zijn magazijn leeg en verwisselde het voor een nieuwe. Ook dit magazijn schoot hij leeg op alles wat bewoog.

Giovanni raakte zwaar gewond, maar stierf niet. Het huis was een ravage.

DelMonte was de enige die een wapen had afgevuurd, zijn mannen hadden er alleen maar bij gestaan. Uiteindelijk had DelMonte vier magazijnen afgeschoten in het huis. Overal lagen hulzen, dode mensen en versplinterd hout.

Politiesirenes klonken in de verte en kwamen steeds dichterbij.

DelMonte draaide zich om en vertrok. Hij had geen woord gesproken.

 

 

 

Hoofdstuk 22

 

DelMonte was nu echt doorgedraaid, volkomen van God los, hij dorste naar wraak.

Hij gaf de bewoners van Safe Haven de schuld van alle tegenslag die hij de laatste tijd had. De dood van zijn bedienden hoorden daar ook bij. Niet dat hij zoveel gaf om die mensen, maar het werk dat het kostte om ze te vervangen en de schade aan zijn huis, schreef hij ook toe aan Safe Haven. Hij had een zondebok nodig en Safe Haven was de perfecte kandidaat.

Hij had zijn mannen verzameld en zonder goede voorbereiding ze naar de woonwijk gestuurd waar de weg naar Safe Haven begon. Ze hadden wapens en explosieven bij zich, maar geen plan. De mannen vonden het niet plezierig dat ze naar een plek werden gestuurd, zonder voorbereiding, in een woonwijk waar het barstte van de getuigen.

Ze konden moeilijk de hele woonwijk afmaken. Daar komt bij, dat je met een raketwerper en een raket behoorlijk opviel. Dat was behoorlijk onhandig.

Waarschijnlijk was de politie al onderweg, niet dat dat nou zo erg was, ze hadden behoorlijk wat agenten in hun zak zitten, maar de ergernis bleef er toch.

Ze kwamen met twee bussen aan en overmeesterde de wacht voordat er alarm geslagen werd. De lichten in het penthouse brandde, daar zou dat mokkel moeten wonen, volgens Spike. Ze was dus thuis.

 

Mariah volgde het spoor van de tracker. Ze werd hier nog handig in.

Ze zag de ontvanger achter de bus aan rijden, maar wie wilde weten waar Ghost heen ging.

Wie wist dat ze bestond? Ze was al jaren ondergedoken.

En waarom het volgen? Waarom niet meteen haar uit die bus halen? Ze vermeden normaal geen geweld. Ze had begrepen dat Smith één van de volgers was, dus hield ze een lijn open naar zijn telefoon. Hij zou daar vroeg of laat op gebeld worden.

Eerder vroeg, dacht ze, toen ze de telefoon hoorde gaan.

‘Pete’ zei Smith en zijn stem klonk kortaf

‘Hoi, Pete, heb je haar al te pakken? Ze is precies wat mijn klant verlangt. Ik begin haast te krijgen.’ De stem klonk koud.

Mariah schrok van dit gesprek. Ghost zat op de radar van een handelaar.

Ze begon het telefoonnummer na te trekken.

‘Ze is op een bus gestapt, ik denk dat ze heel erg geschrokken is van die ontploffing. Dat had je beter anders aangepakt.’ Smith klonk een beetje geërgerd.

‘Ik heb die auto niet laten ontploffen, ben je gek of zo. Hij is mijn zakenpartner. Ik ben niet levensmoe. Zoek dat wijf, ik wil mijn klant niet laten zitten.’

Wat een chaos heeft ze veroorzaakt, dacht Mariah. Laat dat maar aan Ghost over. Wat ze voor ogen heeft gehad is wel gelukt. Ze vliegen elkaar naar de strot en hebben het openlijk te druk voor ons.

Smith gooide de telefoon erop, ze hoorde hem nog net klootzak mompelen.

De computer piepte, het had het telefoonnummer gevonden van de beller. Ronald Brown.

Ze begon onmiddellijk alles te zoeken van Ronald Brown. Wat ze vond maakte dat ze zich zorgen begon te maken over Ghost. Brown was een bekende figuur in de onderwereld. Niet aan gesloten bij een van de syndicaten.

Ze zette alles wat ze had gevonden in de chatbox met de mededeling dat dit de figuur was die zo obsessief veel trackers in haar kleding had gedaan.

Met een bandje van het telefoongesprek. Misschien dat Ghost hem herkende.

 

Ghost kreeg een waarschuwing dat er een bericht op haar wachtte in de chatbox. Ze las wat Mariah haar gestuurd had. Ronald Brown kende ze wel.

Ze had een heel dossier van hem en hij was ook degen die de motorclub aanstuurde, waar ze van plan was heen te gaan.

‘Toeval bestaat niet’ mompelde ze tegen zichzelf. ‘Dus wat gaan we doen aan ome Ron? Voor nu even helemaal niets, misschien dat zijn klant hem vermoord als hij niet levert, als ik dat geluk toch eens had.’

Ze stuurde het complete dossier van Ronald Brown naar Mariah, zodat ze precies wist wat Ghost ook wist. Zal ik om hulp vragen, kijken of die lekkere Luke een poosje wil helpen? Ghost lachte, dat zal geen afleiding zijn. Duh.

Voordat ze vertrok zou ze haar dossiers naar de FBI sturen, dan konden zij puin ruimen, ook bij hun eigen organisatie. Dat was hard nodig.

 

Phil was aan het trainen en liep zijn 5 kilometer op de loopband. Hij was de hele dag al onrustig, hij kon zijn draai niet vinden. Sporten deed het ook niet voor hem vanavond.

Hij kwam van de loopband af en wiste het zweet van zijn voorhoofd.

Hij liep naar de badkamer om even te douchen, toen hoorde hij het kenmerkende gefluit van een raket, en de wereld verging. Hij hoorde en voelde een enorme knal en hij werd tegen de deur aan gesmeten van het trappenhuis, dat speciaal voor dit soort aanvallen was gebouwd.

Hij deed een beetje duizelig de deur open en meteen begon het brandalarm te loeien.

De noodverlichting begon te branden. Hij gooide de deur achter zich dicht en strompelde de trap af. Hij stond nog steeds te suizebollen, wat een klap was dat.

Zijn oren piepte. Zijn rug deed pijn van de val tegen de deur.

Langzamerhand kwam zijn gehoor terug, en hoe lager hij kwam, hoe meer mensen hij tegen kwam in het trappenhuis. Manuela en Beatriz, verder op strompelde Anna en Abelena, Eva liep daar achter, met een bloedend hoofd.

‘Is iedereen weg daar? De kinderen?’

Phil hoestte het stof uit zijn keel.

Boven klonk nog een enorme knal, het gebouw stond te trillen op zijn fundering, een volgende raket inslag en het pand stond nog steeds overeind.

Phil was daar beslist een beetje trots op.

‘De kinderen zijn in de kelder, ben ik blij dat ik ze daar heen verhuist heb.’

Manuela hoestte ook. Het trappenhuis stond vol met stof.

‘Eigenlijk zijn we het hardst geschrokken van het brandalarm, mijn god, wat is dat hard’

Ze strompelden verder de verdiepingen af en hoorde voetstappen gehaast de trap op komen, Drake en Dave kwamen naar boven stormen, beide zwaar bewapend.

‘Ze vallen het pand aan en zijn al op de begane grond. De kelders zijn verzegeld, je kan daar alleen nog komen door dit trappenhuis. De garage is ook verzegeld. Daar kun je helemaal niet meer in of uit. Dec staat op jullie te wachten om naar de veilige kamer te gaan. Hij zal jullie beschermen.’ riep Drake ‘blij je te zien, Phil’

Hij gaf hem een klap op zijn rug. Phil kromp in elkaar. Hij had zijn rug bezeerd toen hij tegen de deur op werd geblazen.

De vrouwen draafden naar beneden om snel te verdwijnen, voor de aanvallers de kelder bereikten. Niemand gilde, niemand bleef achter en niemand huilde. Stoere dames.

Dec stond bij de deur van de veilige kamer en liet de vrouwen binnen. Hij was aan het werk geweest op de nieuwe binnenplaats en had bij het geluid van de raket bijna een paniekaanval gehad. Hij had nog net de kelder gehaald, maar hij had het slecht. Het zweet stond op zijn voorhoofd en liep in dikke stralen langs zijn slapen. Hij stond te trillen op zijn benen. Maar hij hield stand, hij stortte niet in. Nog niet.

Hij keek de gang in om te zien dat er niemand achter bleef en sloot de deur. Hij smeet de zware grendels erop.

Apollo stond tegen zijn been aan gedrukt.

Atlas en Hercules lagen op wacht bij de deur.

 

In het kantoor waren Mariah en Dinda druk bezig om de commandopost te bemannen, ze hadden camerabeelden, behalve op de bovenste verdieping, maar de brandmelders gaven geen brand aan. De sprinklers waren in werking getreden. Ze droegen allebei een oortje.

Ze waren uitgebreid doorgezaagd door Phil over alle mogelijke voorzorgsmaatregelen en protocollen. De bediening van de beveiligingsapparatuur en alle mogelijkheden ervan.

Nu waren ze daar dankbaar voor. Ze hadden het overdreven en saai gevonden, maar hij had gelijk gehad.

‘Je moet toegeven dat het wel een gave beveiliging is, erg handig, ook, zo alles bij elkaar’ zei Dinda ‘Ah shit daar komt ie weer met z’n drone. Ik hoop dat hij niet nog meer bommen heeft en alleen de schade komt opnemen.’

 

Het kantoor van Mariah zat een verdieping lager dan de veilige kamer en de trap om daar te komen begon in de veilige kamer. Ze zaten dus goed.

‘Nu kunnen we uitproberen wat Luke heeft uitgespookt met mijn speledingetje, ik hoop dat het een speleding is geworden’.

Mariah begon als een gek op haar toetsenbord te hameren,

‘Ik heb hem, maar wat doe ik er nu mee. Ik weet niet hoe lang ik de besturing kan houden.’

Ze klonk paniekerig. ‘Ik wilde dat ik had kunnen oefenen, ik had moeten oefenen’

‘Stuur hem terug naar waar die vandaan komt’ zei Dinda droog en maakte het slot los in het trappenhuis van de verdieping waar hun mannen naar buiten wilden.

‘Phil ziet er trouwens helemaal heel uit, alleen een beetje stoffig’ en deed de deur weer op slot. Dave zwaaide even naar de camera.

‘AAW, dag schatje, wees voorzichtig’ koerde Dinda ‘ik hoop dat ze mijn beesten met rust laten, anders zal ik ze tot in de hel moeten achtervolgen.’

Dinda grinnikte zachtjes.

‘Niet schieten, dat is Boris’ riep ze in haar microfoontje, ze zag Boris op hoge snelheid door het beeld schieten. Mijn god, dacht ze, wat kan die vent rennen.

Mariah zat te zweten achter haar toetsenbord, ze ramde nog steeds met hoge snelheid op de toetsen.

‘Ik kon de bom niet laten vallen, dat lukte niet, maar ik laat hem neerstorten. Er staat een zwarte bus, ik weet niet of daar iemand in zit, maar ik hoop hem te raken.’ ze hijgde even van de spanning ‘en RAAK’

Mariah juichte.

Op een van de schermen was een grote ontploffing te zien, de bus vloog meters in de lucht en kwam met een klap weer terug op aarde. Een tweede ontploffing volgde meteen.

Dinda juichte ook, net toen Eva het kantoor binnen kwam.

‘Het is buiten een oorlog, zeg wat een knallen. Het gebouw gaat toch niet boven ons in elkaar storten, hoop ik. Waarom zijn jullie zo blij?’

Mariah glunderde ’Ik heb net hun bus op geblazen met hun eigen drone, dat heeft wel iets rechtvaardigs.’

‘Ik ga zijn rekeningen bevriezen en zijn telefoon vermoorden. Ik heb genoeg van die man. Ik ga hem vleugellam maken’

Eva keek ijskoud rond

‘Ik meen het serieus, ik heb mijn hoofd gestoten’

‘Ik zal je helpen’ zei Mariah breed grijnzend.

 

Ondertussen liepen de mannen voorzichtig over de eerste verdieping en gingen het trappenhuis naar de parkeergarage in. Ze keken om voorzichtig om iedere hoek.

Ze hoorde Dinda en Mariah praten door de oortjes, ze waren duidelijk vergeten dat de mannen ze konden horen. Dave zwaaide even naar de camera en hoorde onmiddellijk Dinda kwelen. Hij grijnsde tevreden.

In het trappenhuis hoorde ze rennende voetstappen, Dinda riep in hun oor,

‘Niet schieten, dat is Boris.’

Boris kwam de hoek om gerend en gebaarde naar beneden, hij stak een hand op met vijf vingers gestrekt.

Vijf man, achter hem. Boris rende door naar boven en de achtervolgers dachten dat de weg vrij was, ze renden zo snel mogelijk achter hem aan.

Onverwacht liepen ze in een muur van kogels en ze vielen als overrijpe appels.

Dat ging lekker. Vijf man neer.

Boris kwam weer terug geslopen en gaf Phil een mep op zijn schouder. Phil kromp weer in elkaar, hij kreunde zacht. Onhoorbaar liepen de mannen de trap af.

In de kelder hoorden ze gehamer tegen de zware stalen deur. Niet beseffend dat het alleen maar de deur was naar de parkeergarage. Die deur was hermetisch afgesloten na de eerste aanval.

‘Hier moeten die wijven zitten’ zei iemand

‘Dan verdienen we nog wat vanavond’ zei iemand anders. ‘Die krankzinnige betaalt geen reet en brengt ons alleen maar in moeilijkheden.’

‘Als we die fucking deur open krijgen, Jezus. Het lijkt wel een bankkluis’ De derde stem hijgde van de inspanning. Ze waren zo druk met de deur, dat ze vergaten op te letten.

Boris en Dave slopen naderbij.

Ze pakten tegelijk een man beet en sloegen hem met hun hoofd ergens tegen aan, Boris tegen de muur, Dave tegen het hek van de trap.

De mannen kreunden en sloegen tegen de grond.

Phil richtte zijn wapen op nummer drie, die hield het voor gezien en stak zijn handen in de lucht. Phil knikte tevreden.

 

In de dierenopvang waren Boris en Ricardo aan het werk geweest.

Er was een husky met twee gebroken poten en een zwaar verwaarloosde pup binnengebracht. Ook verschillende andere dieren hadden zorg nodig.

Waaronder Donk, de ezel. Hij had een gewonde poot en die moest gespoeld en weer verbonden worden. Dinda werkte veel met Mariah en Boris had weinig te doen zolang zij zich opsloot in haar bunker.

Hij had zich dus als vrijwilliger opgeworpen om voor de dieren te zorgen en Ricardo kwam geregeld een handje helpen.

De twee mannen hadden vriendschap gesloten en werkte nu vaak zij aan zij. Ze waren samen naar de schietbaan geweest waar Ricardo zich had ontpopt als een verbazingwekkend goede schutter, voor een burger.

Hij bleek competitie kleiduiven geschoten te hebben in zijn tienerjaren.

Bij het eerste gefluit van de raket, sprintte Boris naar het lichtknopje en begon het licht uit te doen. Hij pakte zijn geweer uit de keuken en een pistool en rende terug naar Ricardo.

Hij gooide zijn geweer naar hem en sprintte weg.

‘let op de dieren, wil je, en laat het licht uit!’

Ricardo ving het geweer en postte zich in het donkerste hoekje voor de opvang en wachtte af.

Boris rende naar het hoofdgebouw met de bedoeling De Bunker te bereiken om instructies te krijgen van Phil en om te zien of iedereen veilig in de kelder aangekomen was.

Hij was al halverwege het open terrein, toen de eerste raket insloeg. Hij hoorde de drone meteen daarna aan komen. Hij schoot er op met zijn wapen, maar de drone was te ver weg. Met zijn geweer was het misschien wel gelukt, maar niet met het pistool.

Hij rende onbesuisd naar binnen toen de tweede inslag kwam.

Hij schoot door de hoofdingang naar binnen, een kogel zoemde langs zijn oor en sloeg in de deurpost. Boris wierp een blik over zijn schouder en zag een man of vijf in de achtervolging gaan. Hij racete het trappenhuis in, naar de eerste verdieping.

Boven zich hoorde hij voetstappen en gehoest. Hij rende nog een versnelling harder de trap op en nam slippend de bocht. Zijn spieren begonnen zuur te worden en zijn ademhaling harder.

Verdorie, hij had zich laten verslappen en zijn conditie was achteruit gegaan.

De straf voor luiheid, en het gemakkelijke leven, dacht hij gelaten.

Om de volgende hoek zag hij Phil en Dave staan. Hij rende en gebaarde naar Phil hoeveel er achter hem aan zaten. Hij rende door.

Deze val hadden ze al eerder gebruikt en hij had er vertrouwen in dat zijn drie vrienden zijn achtervolgers zouden opvangen.

Toen hij de schoten hoorde, hield hij op met rennen.

Nadat de schoten stopten, liep hij wat rustiger terug naar beneden en gaf Phil opgelucht een klap op zijn schouder.

Phil kreunde.

 

In de veilige kamer gingen de zaken niet echt voorspoedig.

De ontploffingen hadden bij Dec een flashback veroorzaakt en nu had hij een paniekaanval.

Ook Anna nam het gevecht niet goed. Ze kreunde van angst en vloog Decs armen in.

Dec sloeg zijn armen om haar heen en klemde zich vast alsof hij aan het verdrinken was. Samen zaten ze te zweten, te trillen en te hijgen. Maar langzamerhand kalmeerden ze elkaar en werden rustiger. Ze bleven elkaar stevig vast houden.

Apollo drukte zijn lijf tegen de twee bibberende mensen.

Manuela troostte haar dochtertjes en Beatriz en Abelena hielden elkaars hand stevig vast. Alleen Eva was een verdieping lager gegaan om te helpen.

 

DelMonte was bij de bus gebleven. Dit pand was andere koek. Het zou niet zo simpel zijn als Guiseppes huis. Dit leek wel een bunker.

De raket had maar weinig schade aangericht. De bom die de drone had laten vallen, maar ietsje meer.

Misschien bij de derde bom, dat dat verrotte pand wilde instortten.

Hij ergerde zich groen en geel. Niets ging zoals het moest. Incapabel, allemaal!

Zijn mannen leken ook niet erg gemotiveerd om aan te vallen. Een paar waren naar binnen gerend, maar de meeste bleven lekker buiten. Geen zin in een pand betreden waar net een paar bommen op losgelaten waren. Verdorie, het stond niet eens in brand.

Net als bij Guiseppes huis leken de mannen het voldoende te vinden om alleen maar toe te kijken.

‘Ga naar binnen stelletje lafbekken en schiet iedereen die je vind dood of jullie zijn dood’ brulde hij woest.

Een paar mannen knikte en liepen om het gebouw heen.

DelMonte vroeg zich af of ze naar binnen gingen of dat ze er vandoor zouden gaan.

Hij beende achter zijn mannen aan om te zien wat ze gingen doen.

Als ze vluchtten dan schoot hij ze dood, beloofde hij zichzelf. Hij was klaar met dat slappe gedoe. Ze moesten hem serieus nemen. Hij hoorde de drone terug komen. Maar dat kon niet, hij had de derde explosie nog niet gehoord.

Het ding vloog een beetje wiebelig, alsof hij bestuurd werd door iemand die dat nog nooit gedaan had.

De drone vloog recht op zijn bus af. Met een grote boog viel de drone bijna uit de lucht. Het vliegtuigje leek de bus te gaan missen, maar op het laatste moment werd er nog een correctie gemaakt.

De bus werd geraakt en ontplofte. De bus die er naast stond ontplofte ook in een kettingreactie.

‘Niemand is meer capabel’ mompelde DelMonte en sloeg de hoek om. ‘Natuurlijk blazen ze mijn bussen op met mijn eigen drone.’

De mannen die nog voor het pand stonden te twijfelen keken elkaar aan en besloten het hazenpad te kiezen. Ze gingen ervandoor.

Ze renden naar de poort en werden daar onderschept door politie, brandweer en de bewoners van de wijk. Zij waren opgeschrikt door de ontploffingen.

Jackson had de mannen van de wijk opgeroepen om te komen helpen, er waren zoveel mensen uit de wijk aan het werk geweest, dat de laatste tijd dat de mensen zich loyaal aan Safe Haven begonnen te voelen. Het begon één grote gemeenschap te worden.

Ze wilde niets liever dan dat het zo zou blijven. Goed voor de economie en en de wijk.

DelMonte kon de mannen die de hoek om waren gegaan niet meer vinden. Ook zij waren er vandoor. Zij liepen in de handen van Ricardo bij de dierenopvang.

DelMonte verdween in het duister, zwerend om terug te komen om wraak te nemen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 23

 

 

DelMonte was ondergedoken een motel. Hij keek de armoedige kamer rond en vroeg zich af hoe het zo ver had kunnen komen. Zijn telefoon werkte niet meer, dus was hij verplicht om van een openbare telefoon gebruik te maken. Hij had een paar handlangers gebeld, maar die hadden meteen de verbinding verbroken toen hij zijn naam zei.

Een zakenrelatie had nog wel met hem gepraat, maar alleen om hem te vertellen dat hij diep gevallen was en er geen zaken meer te doen waren. Het was allemaal razendsnel gegaan

De FBI had in al zijn panden invallen gedaan. Ook bij een paar van zijn zakenrelaties. Dat werd hem niet in dank afgenomen.

Er waren vrouwen en kinderen bevrijd en er waren veel drugs en wapens in beslag genomen. De economische schade was enorm. Er waren arrestaties verricht en zijn mannen waren er vandoor gegaan. Er waren zelfs FBI mensen gearresteerd.

Er waren nog maar weinig mensen over die hij naar zijn hand kon zetten.

Hij kon alleen nog Ronald Brown bellen, maar dat deed hij liever niet. Hij was geen mens om schulden aan te hebben, Brown inde altijd. Ten koste van alles.

Zijn creditcards werkten niet meer en nadat hij in een internetcafé geprobeerd had om in zijn geheime rekeningen te komen, bleken ze niet meer te bestaan.

Hij wist wel wie zijn kwade genius was. Het waren die twee wijven, zij hadden alles verneukt. Ze hadden zijn organisatie een enorme schade berokkend.

Dit hotel kon hij ook niet lang betalen, hij was bijna blut. Dat was hem nog nooit overkomen. Dat ze zijn goede naam verkloot hadden daar kon hij eventueel wel mee leven, dat kwam wel weer goed, als hij maar hard genoeg terug sloeg, maar dat zijn geld en zelfs zijn noodfonds weg was, daar kon hij niet mee leven. Hij had hard genoeg gewerkt voor dat geld en het prestige.

Dat schreeuwde om wraak, hij zou ze te pakken krijgen en ze vreselijk laten lijden.

Dan was zijn naam ook weer gezuiverd. Hij moest dat terrein op zien te komen.

Dan kon hij zien wie er in de dierenopvang aan het werk was en als dat die kleine krullenbol was, dan zou hij zich uitstekend vermaken.

Hij had haar al eens een pak slaag gegeven en hij schroomde niet om het nog eens te doen. Daarna zou hij haar ruilen tegen toegang tot zijn eigen rekeningen, hij zou haar dood en onherkenbaar weer inleveren.

Maar eerst zou hij alles cash opnemen. Hij had hier wel van geleerd.

Niemand kon zich tegen Mariah beschermen.

God, wat zou die meid rijk kunnen zijn als ze haar kennis en talent eens goed zou gebruiken.

 

De volgende ochtend werd de schade pas goed duidelijk.

In het penthouse waren de ramen allemaal gebarsten. Het balkon was beschadigt en deels verbrand.

De blusinstallatie had zijn werk goed gedaan en de brand was niet uitgebreid, maar alles was kleddernat. De vloeren stonden bol en het meubilair droop.

Het was maar goed dat er niemand in het appartement was geweest ten tijde van de brand, want die was waarschijnlijk verdronken, zoveel water stond erin.

Mariah keek om zich heen en zuchtte diep.

Dit was het appartement wat Phil speciaal voor haar gebouwd had en ze had nog niet de hoop opgegeven dat ze ooit het lef zou hebben om er ook daadwerkelijk te wonen.

Die droom was voorbij. Ze zou het waarschijnlijk nooit meer durven.

Aan de andere kant was Phil hier boven geweest toen er een raket werd afgevuurd en hij had dat glorieus overleefd. Alle maatregelen hadden duidelijk effect gehad. Het pand stond nog overeind en alleen het penthouse had schade opgelopen.

Hoe langer ze er over nadacht, hoe bozer ze werd.

Er waren een hoop arrestaties gedaan de avond ervoor, maar DelMonte was daar niet bij.

Ze kon niet geloven dat hij omgekomen was in de ontploffing van de bus. Zo veel mazzel kon hij niet hebben. Ze draaide zich om en marcheerde weer naar beneden.

‘Wat ga je doen?’ vroeg Eva.

‘Ik ga DelMonte verder uitkleden, hij gaat geen plezier beleven aan zijn centjes’

Mariah klonk behoorlijk kwaad.

‘Van Phil moeten ze afblijven, hij is van mij’ mopperde ze binnensmonds.

‘Ach, mag ik helpen’ vroeg Eva, flapperend met haar wimpers naar de verdwijnende rug van Mariah.

Eva huppelde achter haar aan, al zingend ‘We gaan DelMonte een lesje leren.’

Phil en Dave keken de vrouwen na.

‘Je moet gewoon van ze houden, niets krijgt ze eronder, ze blijven komen.’

Phil zuchtte van bewondering.

‘Help me herinneren dat ik haar niet boos maak, volgens mij ga ik daar dan spijt van krijgen’

 

Eva en Mariah zaten achter hun computerschermen en overlegden wat ze wilden doen.

‘Ik wil zijn hele bestaan wissen. Geld weg, telefoon weg, identiteit weg, hij is niemand meer.’

Mariah keek behoorlijk wraakzuchtig.

‘Maar als we zijn identiteit weg halen, dan wordt hij ook niet meer gezocht door de politie.’

Eva keek een beetje boos bij het idee.

‘Dan komt hij er ongestraft mee weg’

‘Ik maak een ontsnapte gevangene van hem, met vingerafdrukken en al. Hij heeft moorden gepleegd, dus ik geef hem levenslang. Ik zal de rest zoveel mogelijk wissen en DelMonte is gewoon gestorven in de ontploffing; Mariah wreef in haar handen, boog en strekte haar vingers en liet haar knokkels kraken.

‘Maar er is altijd wel iemand die weet dat het niet klopt, de bewakers in de gevangenis weten het, de mensen die dagelijks met hem te maken hebben in de gevangenis, maar ook de mannen die voor hem werkten. Eva keek nadenkend naar het plafond.

‘Kunnen we hem niet al ons bewijsmateriaal door zijn strot duwen, ik bedoel, jij volgt hem al jaren, je moet een hoop over hem hebben.’

Mariah wreef een stevig over haar schedel, zodat haar haar nog woester zat. Zo dacht ze het beste na, het was alsof ze de gedachten er in los wreef.

‘Ik heb genoeg over de man om hem drie keer levenslang te geven, dat is een goed idee zeg. Subtiel, maar geniaal. Gisteravond hebben we zijn lopende rekeningen bevroren en de geheime rekeningen laten verdwijnen, dat geld gaat naar een goed doel, nu nog de genadeklap’

Mariah wreef in haar handen ‘Aan de slag’

 

De rest van de vrouwen en Dec waren samengekomen in het huisje van Dec.

Ze hadden allemaal behoefte aan frisse lucht en een beetje zon. Dat zonnetje scheen behoorlijk lekker.

Apollo bekeek de samengekomen mensen eens en vond ze maar somber. Hij hield niet van somber. Hij moest die mensen beter africhten en wel nu.

Zelfs de twee jonge meisjes zaten stilletjes op het trapje. Kinderen hoorden dat niet te doen in zijn opinie.

Alle muren van het huisje waren opengeschoven en het leek meer op een platform met een glazen dak, dan op een huis. Dec was er erg blij mee en elke dag waardeerde hij het huis en de zorgzaamheid waarmee het gebouwd was meer.

Hij had begrepen dat het speciaal voor hem ontworpen was en de liefde die het daardoor vertegenwoordigde, deed hem goed. Hij had lang geloofd dat hij alleen was, maar dat bleek niet waar, moest hij bekennen. Het was het fijnste gevoel ter wereld.

Dat maakte dat hij aan zijn problemen wilde werken.

 

Apollo vond het tijd voor actie. Hij liep naar de kennels en begon de sluitingen van de hokken open te doen.

De deurtjes draaiden één voor één open. Niet alle honden waren dapper genoeg om eruit te komen. De husky met de gebroken poten was bijna helemaal niet mobiel, maar begon toch met zijn twee overgebleven poten te kruipen.

Hij duwde zich vooruit met zijn achterpoten, terwijl zijn voorpoten, in het gips, vooruit staken. Zijn kont stak ervan in de lucht, zijn staart zwiepte als een vlag.

Hij manoeuvreerde net zolang tot hij bij de twee meisjes was.

Zijn tong slingerde als een roze lap uit zijn bek. Hij huilde alsof de wereld verging.

Dec keek een beetje lusteloos naar de husky.

Er kwam een hele magere pup aanstrompelen, hij struikelde over zijn eigen pootjes. Zijn lange flaporen hingen de hele tijd voor zijn ogen en hij probeerde de oren weg te vegen met zijn voorpootjes. Daarvoor moest hij iedere keer weer gaan zitten. De twee meisjes begonnen voorzichtig te lachen.

Een grote Duitse herder kwam op haar buik aanschuiven en keek met twee smekende puppieoogjes naar de twee meiden. Ze kon geen pruillip maken, anders had ze dat vast gedaan. In plaats daarvan blies ze haar bovenlip een beetje op.

Ze jankte zachtjes. De meisjes kwamen van hun trapje af en gingen bij de husky en de herder op de grond zitten. De herder rolde op haar rug. Al snel waren ze zowat bedolven onder de honden.

Dec zuchtte diep, kroop tussen de dieren en begon allerlei honden lekker te aaien. Al snel zat iedereen met een hond te knuffelen. Apollo keek tevreden toe.

Niets zo goed voor de ziel dan een hondenknuffel, of het moest iets te kauwen zijn.

 

Hoofdstuk 24

 

DelMonte zat op een bankje in een park. Hij overdacht zijn opties. Mariah was een gepasseerd station. Hij had alles geprobeerd, maar niets had gewerkt.

Irritant gewoon dat ze niet voor hem wilde werken. Het had zo mooi kunnen zijn.

DelMonte zuchtte verslagen. Nu zijn geld terug zien te krijgen.

Hij hees zich overeind en begon terug te lopen naar Safe Haven. Dat was nog een heel eind.

Onderweg kwam hij langs een kroeg, The Golden Coin. Het was vlakbij het terrein waar hij heen ging.

Hij keek een beetje verlangend naar binnen. God, wat had hij zin in een borrel.

Voorzichtig en ongezien deed hij de deur van het cafeetje open en keek naar binnen.

De televisie stond aan op het avondnieuws. Er hingen drie man en een paardenkop aan de bar. Op de grote televisie zag hij het gezicht van zichzelf, er onder stond een lijst van al zijn misdaden.

Er was geen woord gelogen bij, maar er was ook informatie bij die niemand zou kunnen weten.

‘Wat de fuck’ mompelde hij binnensmonds.

Hij liep stilletjes weer terug naar buiten en verdween in de duisternis.

Mariah, dacht hij, wat een bitch. Ze had al zijn geheimen op straat gegooid. Niets was meer heilig, dacht hij.

Zijn carrière bij De Familie was definitief voorbij. Hij was het lachertje van de onderwereld geworden. Niemand zou hem ooit nog serieus nemen.

Verslagen door twee onderdeurtjes van vrouwen.

Hij voelde de woede door zich bruisen, hij had het idee dat hij zou ontploffen. Hij liep voorover gebogen alsof er een loodzware last op zijn schouders drukte.

Hij zuchtte eens diep. Nee, hij ging het niet opgeven. Hij zou ze een pijnlijke dood laten sterven, al was het het laatste wat hij zou doen.

 

Het was al een paar dagen rustig geweest. Bens mannen waren druk bezig met het repareren van de bovenste verdieping, waar de meeste schade was.

Alles liep gesmeerd, behalve dan dat er ondanks de klopjacht op DelMonte er geen glimp van hem was opgevangen. Hij leek van de aardbodem verdwenen.

De vrouwen hielpen bij toerbeurt of in de keuken of in de dierenopvang.

Er waren allerlei dieren bij gekomen en sommige hadden extra zorg nodig.

Zo waren er een paar jonge geitjes, blijkbaar ontsnapt.

Ze waren loslopend aangetroffen in de stad, maar ze waren zo jong dat ze nog melk dronken. Ze moesten regelmatig een fles krijgen en er waren vrijwilligers genoeg voor die klus.

Ook was er een kat binnengekomen, via een bevriende dierenarts, die verbrand was door heet frituurvet.

Een restauranteigenaar had een pan heet vet naar het arme dier gegooid en het beestje ernstig verwond.

Vooral Anna bleek een talent te hebben om de ernstig verwondde kat te verzorgen.

Haar wonden moesten elke dag gespoeld, gezalfd en verbonden worden. Ze leek goed op te knappen en Anna knapte er zelf ook van op om nodig te zijn.

Elke keer dat Anna de kat kon helpen genezen, genas ze ook een plekje in de wonden in haar ziel.

Anna werd vrijer, hield haar hoofd hoger en lachte soms.

Iedere keer dat ze dat deed, werd haar hart een beetje lichter en haar hoop een beetje groter.

Elke avond verzorgde ze de kat, na haar werk in de tuin.

Soms was Dec bij haar, soms zelfs Boris. Ze was niet meer bang voor hem, maar beschouwde hem nu als één van haar beste vrienden.

Maar vanavond was ze alleen. Ze was niet bang meer om ergens alleen te zijn.

Om de dierenopvang stond nog steeds een hoog hek, zodat de dieren niet konden ontsnappen. Vooral Donk was een ware Houdini en kreeg bijna iedere sluiting open.

Anna was er van overtuigd dat als je Donk de tijd gaf, hij ieder slot open kon krijgen.

Een echte uitbreker.

Ze verzorgde de kat, die het gelaten toe liet, ook al moest de behandeling pijnlijk zijn.

Ze gaf nog wat dieren water en knuffelde nog even met Donk.

Ze liep een laatste inspectierondje en was van plan om Dec en Boris nog welterusten te wensen, voordat ze terug zou gaan naar haar kamer. Dat deed ze iedere avond.

Ze stapte naar buiten en er werd een zak over haar hoofd getrokken.

Een sterke hand werd om haar keel geslagen en kneep. Ze stikte zowat. De zak was stoffig en stonk naar pis. Ze kokhalsde, ondanks de hand om haar keel.

Ze werd mee gesleurd. Nee, dacht ze in paniek, niet weer.

Ze probeerde te gillen, maar dat lukte niet doordat die hand haar keel dichtkneep.

De vorige keer had ze de hoop gehad dat het allemaal goed zou komen als ze zich niet zou verzetten, dat was een vergissing geweest.

Ze had gruwelijke dingen meegemaakt. Deze keer zou ze het hen niet zo makkelijk maken. Pijn ging het zeker doen, ongeacht wat ze zou doen, daar twijfelde ze niet aan.

Ze begon tegen te stribbelen. Ze zette haar hakken in het zand en duwde terug.

De man gaf haar een klap en Anna liet zich in elkaar zakken en hield zich slap.

Ze glipte uit zijn handen, omdat hij niet verwacht had ze slap zou worden.

Hij vloekte zacht. Hij greep haar opnieuw vast, maar niet bij haar keel en ze begon te gillen.

Ze werd door bosjes getrokken en ze probeerde de zak van haar hoofd te trekken, zodat haar gegil niet zo gedempt zou worden.

Ze vocht zo hard ze kon en wist zich los te worstelen.

‘Wat is het toch met jullie, stomme wijven, dat jullie denken dat je maar kunt doen wat je wilt’ gromde de man en hij begon op haar in te slaan.

Ze krulde zich op tot een bal en incasseerde zo goed als ze kon de klappen en gilde de longen uit haar lijf.

Tot ze een trap tegen haar hoofd kreeg.

Alles werd zwart.

 

Dec vroeg zich af waar Anna bleef.

Altijd als ze in de opvang bezig was geweest kwam ze nog even welterusten zeggen en een praatje maken. Zou er wat mis gegaan zijn bij de dieren?

Dec was onrustig. Hij had een naar voorgevoel. De laatste keer dat hij dat gehad had, was bijna zijn hele team gedecimeerd en was hij zelf gevangen genomen.

Het maakte hem ongerust en bracht hem terug naar donkere tijden. Donkere tijden brachten hem van het rechte pad af.

Hij besloot om naar de dierenopvang te lopen om te zien hoe het met Anna was. Hij keek in de kennels en in de stal, maar kon haar nergens vinden. Zou ze bij Boris zijn?

Hij hoopte niet dat hij iets zou verstoren daar. Misschien dat er iets moois bloeide.

Hij zou het niet leuk vinden om dat te merken.

Hij had zelf gevoelens voor Anna, maar hij was nog niet op de goeie plek om daar wat mee te doen. Misschien ooit. Misschien nooit en tot die tijd kon ze doen wat ze wilde, met wie ze wilde.

Hij klopte op de achterdeur van het huis en Boris deed open.

‘Hoi, is Anna bij jou, ik kan haar niet vinden en ze gaat nooit weg zonder gedag te zeggen.’ Dec keek Boris ongerust aan.

‘Nee, ze is niet hier en ik heb haar ook niet gezien vanavond’ ook Boris keek ongerust. ‘wat zullen we doen, wachten we nog even of proberen we haar te vinden?’

‘Ik bel Mariah, dat is wat ik ga doen, misschien hebben zij en Phil een idee. Misschien had ze nog een plan.’

Dec pakte zijn telefoon en belde Phil.

Boris probeerde het nummer van Anna. De telefoon ging over, maar er werd niet opgenomen.

Hij liep naar buiten en belde nogmaals, hij luisterde intens om te horen of hij haar telefoon kon horen. Hij hoorde niets. Boris begon zich ernstig ongerust te maken.

Anna had genoeg meegemaakt en ze was soms net een bang muisje.

Eindelijk begon ze weer wat tot rust te komen en vertrouwen in haar omgeving te krijgen en dan moesten er geen vervelende dingen gebeuren.

Het leek erop dat dat nu wel gebeurde.

Dec kwam terug lopen,

’Mariah probeert haar telefoon te vinden, laten wij onder tussen het terrein uitkammen.’

Dec en Boris liepen richting het struikgewas en keken scherp om zich heen, Dec had zaklampen meegenomen uit de keuken.

Hij voelde zich daar net zo thuis als in zijn eigen huisje. Dec en Boris waren goede vrienden geworden en aten vaak samen. Boris was een verrassende goed kok.

Hij had in zijn leven al veel meegemaakt en kon zich goed inleven in de problemen van Dec. Veel van die dingen worstelde hij zelf ook mee.

Hij begon nu pas te leren dat praten ook voor hem werkte.

Hij had zich altijd verschrikkelijk alleen gevoeld en pas de laatste paar maanden had hij het gevoel dat hij familie gevonden had. Hij had zelfs een oma aan zijn lijstje toegevoegd.

Hij ging het niemand toe staan om zijn familie te schaden.

Ze onderzochten het struikgewas zorgvuldig. Boris wees naar een plek waar de takken gebroken waren en er sleepsporen te zien waren. Decs onrust nam zienderogen toe. Het hek was kapot geknipt. Phil kwam aanrennen van de overkant en had een apparaatje bij zich wat Luke en Mariah samen hadden ontwikkelt.

Het spoorde de telefoons op die een onzichtbare app ze op de telefoon hadden geïnstalleerd. Mariah had alle telefoons daar mee uitgerust nadat Dinda was ontvoerd.

Op die manier had bijna iedereen een tracker bij zich. Ze was ongelofelijk fanatiek wat dat betreft, ze wilde iedereen kunnen terugvinden. Het apparaatje gaf de richting aan waar Anna’s telefoon zich moest bevinden.

Dave kwam ook aangerend en deelden de kogelvrije vesten uit, die ze mee hadden genomen. Luke had een stapel wapens bij zich.

De rest van de ploeg was gewaarschuwd en het centrum was bemand met extra mensen.

De rest van de vrouwen zaten in het kantoor van Mariah. Het hoofdgebouw was hermetisch afgesloten.

‘Laten we dit varkentje maar eens wassen’

Phil keek strijdlustig en wierp een blik op het apparaatje. Het was een omgebouwde telefoon.

Phil begon te lopen en de rest volgde hem.

Boris was nog bezig zijn kogelvrije vest aan te trekken. Het was te klein en de sluitingen wilde niet sluiten. Hij gromde geïrriteerd en liet het vest uiteindelijk maar los hangen.

 

Anna kwam weer bij en haar hoofd bonsde verschrikkelijk. Ze lag op koud beton en het stonk.

Ze had een déjà vu, dit had ze al eens meegemaakt en dat was een van donkerste periode van haar leven geweest. Ze was doodsbang, maar was niet van plan om het dit keer zonder strijd te laten gebeuren. Ze stierf liever dan dit nogmaals mee te maken. Ze wist wat er ging volgen.

Maar nu had ze een beetje zelfverdediging geleerd en ze was van plan om alles te geven wat ze in zich had. Ze ging dit niet weer toelaten.

Ze zou sterk zijn. Doodsbang, maar sterk.

Ze ademde diep in en braakte bijna van de stank die er hing. Waar was ze in godsnaam?

Ze deed voorzichtig haar ogen op een kier. Het licht was gedempt. Het kwam van een kaars die op een krat stond. Bij de krat stond een man die ze herkende als DelMonte.

Ineens ging haar een licht op. Hij was ook verantwoordelijk voor de eerste keer dat ze ontvoerd was. Ze herkende de methode. Dat was in een andere stad geweest. Op een ander continent.

De zak over haar hoofd en de hand om haar keel die hard kneep. Ze werd woedend.

Voorlopig hield ze zich gedeisd en deed net of ze nog bewusteloos was.

DelMonte was iemand aan het bellen.

‘Je geeft me mijn geld terug, nu meteen en dan kom je hierheen, anders vermoord ik dat wijf. Je hebt mijn leven verwoest dus ik deins nergens meer voor terug.’

DelMonte stond met zijn rug naar haar toe. Hij had haar niet vast gebonden.

Fout nummer één, dacht ze, denk nooit dat ik ongevaarlijk ben omdat ik eerst bang was, nu ben ik wanhopig en boos, vooral boos.

Ze stond langzaam op en wankelde even. Haar hoofd deed ontzettend veel pijn.

Ze ademde rustig en onhoorbaar in, haar maag draaide, ze was zo verschrikkelijk misselijk.

Ze keek om zich heen of er misschien iets was dat ze als wapen kon gebruiken.

Ze was in een oude fabriek. Ze dacht eigenlijk dat ze nog op het terrein van Safe Haven was.

De ruimte stond vol met kisten van verschillende grootte. Van heel klein, naar enorm groot.

Ze sloop twee stappen achteruit en verdween achter een enorme kist.

Ze huppelde met hele licht pasjes door naar een andere stapel en verdween in de schaduw van weer een volgende grote kist.

Daar struikelde ze over een breekijzer. Het rinkelde zachtjes.

Het maakte genoeg lawaai om DelMonte te waarschuwen dat zijn ruilmiddel er vandoor was. Hij brulde van woede en keek achter de grote kist. Daar was het donker en hij zag niets. Hij pakte Anna's telefoon en deed de zaklamp aan om hem bij te lichten. Hij zag niemand.

Anna had het gebrul gebruikt om het breekijzer te pakken en heel snel en lichtvoetig een aantal kisten op te schuiven.

Dit was een bijzonder grote stapel en ze klom omhoog.

Ze probeerde niet te hijgen, of over te geven, maar haar hoofd deed verschrikkelijk veel pijn en haar maag draaide. Boven op de stapel ging ze liggen en hield zich muisstil.

DelMonte scheen in het rond en kon haar niet vinden. Hij keek overal achter en onder maar vond haar niet. Hij werd kwader en kwader.

Hij brulde naar haar.

‘Vuile hoer, ik vind je wel en dan ga ik je vreselijk veel pijn doen. Kom hier’

Ja dag, dacht Anna, zo stom ben ik nu ook weer niet.

Haar hoofd bonsde en haar maag draaide. Ojee, ik ga zo flauwvallen, dacht ze paniekerig, dat is geen goed idee.

Ze concentreerde op haar ademhaling, zoals ze van Dinda had geleerd, drie tellen in en twee tellen uit. Haar maag kwam tot rust en haar hoofd voelde iets beter. Ze bleef doodstil liggen boven op de stapel kisten. Beneden haar bleef DelMonte razen en tieren. Hij schreeuwde alles bij elkaar, langzaam kwam zijn stem dichterbij. Anna voelde een verlammende angst.

Ze dacht weer aan alles wat Drake en Dinda haar geleerd hadden om weer rustig te worden.

Ze concentreerde zich op zijn stem. Hij kwam dichter en dichter bij, bedreigingen uitbrakend,

Ze voelde een ongekende rust en haar hand omklemde het breekijzer.

Ditmaal ga ik niet zonder te vechten ten onder, dacht ze verbeten.

Ze dacht niet dat ze dit gevecht zou overleven, maar ze was van plan om hem zoveel mogelijk schade toe te brengen. Ze hoorde zijn voetstappen, DelMonte was stil nu en hij sloop rond. Ze hoorde hem op de kratten klimmen. Misschien wel om overzicht te krijgen in de grote hal.

Anna draaide zich langzaam op haar zij en hield het breekijzer klaar.

Op het moment dat ze de bovenkant van zijn hoofd zag, haalde ze uit, zo hard ze kon en sloeg hem boven op zijn kruin.

DelMonte slaagde een zucht en stortte naar beneden.

Anna kwam overeind en begon naar beneden te klauteren. Ze hield het breekijzer stevig in de hand.

Ineens werd er een hand op haar schouder gelegd, ze keek niet wie het was, maar reageerde meteen en ze wervelde rond en haalde uit met het breekijzer.

Dec blokkeerde de klap en sloeg zijn armen om haar heen.

‘Ssst,’ zei hij, ‘Alles is oké, rustig maar, ik ben het Dec.’

Ze ontspande niet in zijn armen, maar probeerde ook niet meer te slaan met het breekijzer.

‘Weet je wie ik ben? vroeg hij. ‘ik durf je niet los te laten voor je hebt gezegd wie ik ben.’

Ze sloeg haar armen om zijn middel en ademde langzaam uit.

‘Dec’ fluisterde ze en begon onbeheersbaar te trillen, ‘mijn hoofd doet zeer’ ze liet het breekijzer vallen. Dec tilde haar op en droeg haar naar buiten.

‘Ik ben zo onwijs trots op je’ fluisterde Dec in haar oor.

Phil en Drake tilden DelMonte op en knevelden zijn handen achter zijn rug. Hij was bewusteloos en had een bebloed gezicht. Hij had de meeste schade opgelopen door van de stapel kisten af te storten.

‘Bel een ambulance’ brulde Dec.

‘En de politie’ voegde Boris toe, hij liep achter Dec en Anna aan als een bezorgde moederkip.

 

 

 

 

Hoofdstuk 25

 

DelMonte zat in voorarrest en het zag er niet goed voor hem uit.

De Familie hadden hun handen van hem afgetrokken en hij stond er alleen voor.

In zijn val had hij vele leden van de organisatie met zich mee getrokken.

Justitie was nog wel even bezig met alle informatie en bewijzen te verwerken.

DelMonte had op dit moment meer vijanden dan vrienden.

Giovanni lag in het ziekenhuis, hij had een hersenbeschadiging en nog het een en ander.

Hij was geraakt door vier kogels. Op zijn beveiligingscamera was goed te zien wie de trekker had overgehaald.

Het was nog maar de vraag of Giovanni veroordeelt zou worden of dat hij als een kasplantje door het leven zou gaan. Zijn zaken waren ontmanteld en alle ‘koopwaar’ bevrijd. Het tijdperk DelMonte was voorbij, maar het was niet gezegd dat de oorlog gewonnen was.

 

Anna werd in het ziekenhuis nagekeken en bleek een hersenschudding te hebben.

DelMonte had haar erg hard tegen haar hoofd geschopt. Ze moest een nachtje voor observatie blijven en Dec en Boris wierpen zich op als haar lijfwacht.

De verpleegkundigen vonden het maar een rare bedoening en ze waren eerst een beetje bang voor Boris.

Ze hadden al gauw door dat de reusachtige man een hard van goud had en eigenlijk een grote teddybeer was. Hij was al snel mateloos populair

Gelukkig mocht Anna de volgende dag gewoon weer naar huis.

Manuela stortte zich op haar om haar te bemoederen en Anna liet het zich allemaal lekker aanleunen. Ze was allang blij dat dit keer iemand haar was komen zoeken, en dat ze het overleefd had. Ze had niet geweten dat het hele team Safe Haven had afgezocht naar haar.

Gelukkig had DelMonte haar telefoon niet uitgezet, dat had het veel gemakkelijker gemaakt om haar te vinden, ze was verrassend dicht bij geweest.

In de oude glasfabriek.

Het bleek achteraf een geluk, dat Mariah DelMontes telefoon had afgesloten, daarom had hij Anna’s telefoon gebruikt om zijn eisen kenbaar te maken. Zonder dat hadden ze haar niet zo snel kunnen vinden.

In al die kratten en kisten bleken glas te zitten. Allemaal glasplaten in verschillende kleuren.

‘Laat maar even staan’ besloot Phil, ‘totdat we het pand gaan opknappen. Er is vast wel iemand gelukkig met dat glas, ooit’

‘Anders zetten we het gewoon op eBay’ Mariah lachte vrolijk.

 

Spike was op het vliegtuig gestapt en had de VS verlaten. Hij was klaar met de criminelen daar en het aanhoudende geweld.

Hij wist best dat hij deels verantwoordelijk was voor de gepleegde moorden, maar hij had het altijd gehouden bij criminelen. Daar had hij geen bezwaar tegen, maar bij gewone burgers en zeker bij vrouwen of kinderen trok hij de grens.

De Familie was steeds dieper in het moeras van de mensensmokkel gezakt.

Spike trok een grens en daar zou hij niet overheen stappen. Hij had het doorgegeven aan de eerste die belde, dat was Brown geweest. Hij ging er van uit dat hij niet meer mensen hoefde in te lichten over zijn pensionering. De meeste van zijn opdrachtgevers zaten in de bak of hadden elkaar afgemaakt, dus dat was goed.

Hij had Pauwel gedwongen om de grond van het afgebrande gebouw aan hem te verkopen en hij had een advocaat erop gezet om een goede afwikkeling te garanderen.

De advocaat was van onbesproken gedrag, dus het zou wel lukken allemaal. Hij had zijn eisenpakket neer gelegd en hij was ervan overtuigd dat ze in Safe Haven wel akkoord zouden gaan.

Hij zou een vinger aan de pols houden van Save Haven. Hij vond het een goed instelling en hij zou zorgen dat dat zo bleef. Maar eerst had hij een beetje vakantie verdiend.

Hij zou over een poosje wel weer terug komen. Europa had zijn charme voor hem verloren toen zijn vrouw overleed. Maar nu ging hij even lekker uitwaaien op een tropisch eilandje.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Safe Haven

 

Ariënne Eekhof

 

Ariënne Eekhof

 

 

Safe Haven

 

deel 1

 

 

 

 

 

Bevat de de delen:

 

boek 1 Beter een goede vriend dan een slechte buur

boek 2 Ik ben de wraak

boek 3 Rechts voor zijn raap

boek 4 Rotte appels

 

 

 

 

 

Boek 1

 

 

 

Beter een goede vriend dan een slechte buur

Proloog

 

Ze liep nietsvermoedend over straat en dacht na over haar vader.

Hij had zich in de problemen gewerkt met de grootste misdaadbaas in de stad. Hij had haar aangekeken met zielige puppieogen. Hij had op haar geweten gewerkt door zielig te smeken om zijn leven.

Zijn leven of het hare? Hij had het hare verkocht, zoveel had ze wel begrepen.

Nu moest ze kiezen. Zijn leven of het hare, wat was meer waard? Waar hechtte ze meer aan?

Haar moeder had hem een waardeloze zak genoemd, dus als ze het nog aan haar moeder kon vragen was het vrij duidelijk hoe de keus lag. Maar ze kon het niet meer vragen. Op deze momenten miste ze haar moeder het meest.

Ze had er over gepraat met haar vriendinnen. Die drie meiden was wat het meest op familie leek. Alle drie hadden ze, onafhankelijk van elkaar, gezegd dat ze hem niets verplicht was. Ze wisten precies wat haar vader was, een alcoholist, een gokker die de dood van haar moeder had veroorzaakt door een kroeg te verkopen die niet van hem was.

Dat had ze pas later ontdekt en ze had het hem niet vergeven. En nu had hij haar verkocht. Een leven dat niet van hem was.

 

Een busje stopte recht voor haar voeten, twee mannen sprongen eruit, grepen haar en sleurde haar in de witte bus. Ze droegen allebei zwarte kleding en een bivakmuts op hun hoofd, één van de mannen richtte een wapen op haar hoofd en hield een vinger voor zijn lippen.

De lippen die ze niet kon zien. Ze kon natuurlijk wel op hun ogen letten. Eén paar helder blauw, één paar bruin. De man met de blauwe ogen had een opvallende tatoeage op zijn pols. Het leek of je het inwendige van zijn pols en een stuk van de bovenkant van zijn hand kon zien. Er was een verzameling onderdelen zichtbaar, zodat het een robothand leek.

Het was bijna levensecht. De tatoeage verdween in de mouw van zijn shirt. Vermoedelijk besloeg het zijn hele arm. De tatoeage was een meesterwerk.

De man met de bruine ogen droeg een paar grote ringen met een doodshoofd aan zijn rechterhand. Hun kleding was hetzelfde. Zwarte cargobroek, gevechtslaarzen en een zwart shirt met lange mouwen. Bivakmuts.

De bus scheurde weg en sloeg snel een paar keer af. Niemand volgde blijkbaar, want de bus vertraagde naar een normale snelheid om niet op te vallen.

Wat nu, dacht ze bezorgt. Ze wist wie er achter de ontvoering zat.

De schuldeiser van haar vader. Ze had weinig trek om zijn schulden te betalen. Waarschijnlijk zou ze nooit meer vrij komen. Ze moest iets bedenken om te ontsnappen.

Ze werd een een beetje misselijk van het idee om aan een ketting gelegd te worden. Aha, ze kreeg een briljant idee..

‘Had je niet even kunnen douchen vanochtend’ zei ze, terwijl ze een hand om haar neus legde. ‘Ik word kotsmisselijk van die lucht van je. Ze keek geen van beide mannen duidelijk aan en ze voelde zich allebei aangesproken. Boos keken ze naar elkaar.

‘Ik zei toch dat je stinkt’ gromde de man met de tatoeage ‘die smerige aftershave van jou, ze kunnen je in de hel nog ruiken,’

‘Je bedoelt te zeggen dat je wel eens wat schoner op jezelf mag zijn’ snauwde de man met de bruine ogen. Dit gaat heel goed, dacht ze, dit gaat lekker zo. Ze begon te kokhalzen en keek met een wanhopige blik om zich heen, terwijl ze een hand over haar mond geslagen had.

‘Pas op, ze gaat kotsen’ gruwde bruinoog. ‘stop de bus, anders zitten we nog tijden in die stank.’

De chauffeur stopte de bus. Van hem had ze alleen de achterkant gezien, met een zwarte muts. Bruinoog gooide de deur open en ze barstte naar buiten, al kokhalzend alsof ze ieder moment enorm zou gaan overgeven. Ze rende naar een prullenbak en keek om zich heen waar ze precies terecht was gekomen.

Ze stonden bij een kerk waar net een bruiloft begon. De gasten verzamelden zich voor de deur in afwachting van het bruidspaar. Ze lachten vrolijk en praatten allemaal door elkaar. Het was een chaos van vrolijke blije mensen. Bruinoog was een beetje achter gebleven. Hij hield de mensen in de gaten en niet zozeer haar.

Een oudere dame boog zich over haar heen, ze had kort, keurig gekapt, grijs haar en vriendelijk bruine ogen. Ze droeg een vrolijke jurk en nette schoenen. Ze was klaar voor een feestje.

‘Gaat het, liefje? vroeg ze vriendelijk.

‘Die mannen hebben me te pakken, kun je me helpen? vroeg ze dringend, terwijl ze nog dieper over de prullenbak boog. De vrouw keek over haar schouder en knikte begrijpend toen ze de bivakmutsen zag, die wel omhoog geschoven waren om niet op te vallen, maar nog steeds herkenbaar. Ze knikte nogmaals en wendde zich naar een paar kinderen en een opgeschoten tiener. Ze fluisterde hem wat in het oor en hij begon breed te lachen. Zijn te lange zwarte haar piekte onder zijn petje uit en zijn blauwe ogen glinsterden.

‘Oké Oma’ fluisterde hij. Hij riep zijn broertjes en neven en nichtjes. Ze waren met z’n achten. De leeftijd varieerden van een jaar of negen tot zeventien. De kinderen begonnen rond te rennen en tikkertje te spelen. Gaandeweg renden ze steeds meer tussen haar en bruinoog. Tatooman mengde zich verderop tussen de gasten, haar de weg naar de straat afsnijdend.

De kinderen gilden en joelden en renden stoeiend rond. Een paar vaders bemoeiden zich ermee en probeerden hun kinderen weer in het gareel te krijgen. De vrouw trok haar mee in de chaos die ontstond en leidde haar de kerk in. Ze liepen gehaast door naar de achterkant en ze bedankte de vrouw uitbundig. Ze maakte zich snel uit de voeten en rende zo snel ze kon naar de metro.

Volgende keer beter opletten, dacht ze, dit scheelde maar een haar.

Hoofdstuk 1

 

 

Dat stinkwijf, dacht DelMonte, heb ik haar weer gemist, zo te horen met 5 minuten. Hij liep onrustig zijn kantoor op en neer en mompelde verwensingen. Zijn mannen hadden zijn prooi in het vizier gehad en kwamen vijf minuten te laat.

Zijn vogeltje was alweer gevlogen. Het was de zoveelste keer dat ze hem ontglipte.

Gek werd hij ervan en een lachertje bij zijn mannen. Hij joeg nu al twee jaar op haar en nog had hij haar niet te pakken. Hij hield haar bedrijf in de gaten, maar hij kon niet eens uitvinden of hij het goede bedrijf wel had.

Je werd niet de grootste criminele baas van de stad door je als een sukkeltje te gedragen.

En dat is wat ze van hem maakte, een sukkeltje. Een miezerig klein stinksukkeltje.

Hij kon het zich niet veroorloven om zwak over te komen. Hij had een nieuwe zakenrelatie op het oog en daar kon hij goede zaken mee doen. De mogelijkheden waren ongekend. Maar niet als hij zwak was. Nooit als hij zwak was. Het maakte hem krankzinnig van woede.

Hij gooide zijn telefoon door het kantoor. Het viel in stukken uit elkaar toen het de muur raakt. Hij zuchtte diep.

 

Mariah was onderweg naar een van haar beste vrienden, Dinda had een dierenopvang op een oud en versleten industrieterrein aan de rand van de stad. Het terrein was donker, slecht verlicht. Het was al laat op de avond, ze had Dinda niet gewaarschuwd dat ze kwam.

Toen ze de bocht om kwam zag ze een auto staan met het groot licht aan, schijnend op het hek dat de opvang scheidde van de openbare weg. Glasscherven lagen op de weg. Een groot gat zat in het raam in de voorgevel.

Mariah doofde haar koplampen en pakte haar telefoon om de politie te bellen. Ze wachtte nog even af. Haar vriendin was klein, net als zij, maar niet bang aangelegd. Ze was een pitbull in miniformaat.

Mariah zag Dinda aan komen lopen. Haar blonde krullen stonden alle kanten op als teken van haar geagiteerde staat. Twee van haar grote gemene honden in haar kielzog. Ze gebaarde minachtend naar de mannen. De honden kwijlden en lieten hun tanden zien.

Dinda maakte aanstalten om het hek open te doen. De honden namen een paar stappen naar voren, aan hun houding was te zien dat ze gromden. Gespannen schouders, opgetrokken lippen, blikkerende ogen. De vier mannen sprongen in hun auto en scheurden weg. Ze reden Mariah voorbij, ze zagen haar niet eens, zoveel haast hadden ze. Ze lachte uitbundig.

 

Mariah was van plan om het terrein te kopen samen met haar twee andere vrienden. Eva en Moragh. Met zijn vieren waren ze al jaren onverslaanbaar.

Nu had ze een oplossing bedacht voor haar huidige problemen, maar eerst moest ze met Dinda overleggen. Als haar plannen doorgingen, dan zou het leven voor Dinda niet eenvoudiger worden, maar ze zouden de problemen met zijn vieren het hoofd bieden in plaats dat het iedere voor zich was.

Zo was het momenteel en dat was nooit de bedoeling geweest. Maar Mariah was door haar vader verkocht aan een grote baas van een misdaadsyndicaat. Ze was nu twee jaar op de vlucht en sliep geen nacht op dezelfde plek. Dat begon haar gezondheid te beïnvloeden.

Ze was zo verschrikkelijk moe, dat ze fouten begon te maken. Ook in haar werk.

Met de meiden hadden ze een bedrijf dat softwareoplossingen verkocht, daar kon ze zich geen fouten veroorloven. Het meeste van haar werk ging om beveiliging, maar in principe kon ze alles schrijven wat iemand nodig kon hebben. Software voor een geavanceerde wagen tot een lerende schaakcomputer. Gaf Mariah haar computers en een rustige plek om te werken en in een mum van tijd had ze de wagen leren schaken. Maar daar liep het fout. Een rustige plek en een beetje tijd. Precies hetgeen wat ze niet had. Ze belde Dinda.

 

Nu is het genoeg, dacht Dinda geschrokken, nadat het gerinkel van glas was opgehouden.

Haar hart bonsde. Ze was niet erg bang, ze had wel erger dingen in haar leven meegemaakt.

Zij was een overlever. Als vechten of vluchten haar keuze was, dan werd het vechten. Altijd. Ongeacht de consequenties.

Maar ze had de pest aan schrikken. Dan beet ze gewoonlijk terug.

Ze stapte dus voorzichtig over de glasscherven heen die door de klassieke steen door de ruit veroorzaakt waren. De grote ruit in de voorgevel was gesneuveld. Dat werd weer een duur zaakje om het ding te repareren. En kon ze de rekening naar die klojo sturen? Ze dacht van niet.

Een zwarte auto stond voor haar huis. Een paar mannen stonden erbij. Twee hadden honkbalknuppels in de hand en zwaaiden ermee in de rondte.

Ze snelde door de achterdeur naar buiten en ze rende naar de hondenkennels, recht naar het verblijf met de gemeenst uitziende hond.

Zijn kop zat vol met littekens en een oor was gescheurd. Zijn lip was gespleten zodat hij een permanente grijns op zijn snoet had. Zijn scherpe hoektand stak erdoor. Hij was zwaar gespierd en overdekt met littekens. Hij zag eruit als een vechtjas. Het was de grootste angsthaas en knuffel die je kon voorstellen.

Ze deed de deur open en zei tegen de pitbull,

'Ik weet dat je niet zo heldhaftig bent, maar vandaag zal je de brokken in je bak moeten verdienen met vriendelijk naar de mannen lachen. Met zoveel mogelijk tanden en liefst een beetje kwijl. Doe maar gewoon alsof’

De hond stapte kwispelend naar buiten. De buurhond keek twijfelend toe. Ze gaf een hoopvolle blaf.

'Jij ook?' vroeg ze en deed het hok van de reusachtige boerboel open.

Ook zij stapte eruit. Ze had een brede grijns om haar zwarte snoet. Een stijve roze tong stak naar buiten en ze hijgde. Haar staart sloeg tegen de deur van haar kennel, het voelde aan als een aardbeving. Ze kwispelde opgewonden. Hier viel iets te beleven.

De rest van haar zwaargebouwde lijf was lichtbruin. 55 kilo pure spieren.

Beide honden liepen achter Dinda aan naar buiten. Het heeft zijn voordeel om een dierenopvang te hebben. Voor het hek stond een zwarte wagen met de mannen die de steen hadden gegooid. Het waren er vier.

Eén stond voorop en de andere drie er schuin achter, ze straalden onderdrukt geweld uit. Twee hadden een honkbalknuppel in de hand. Drie mannen waren lang en de voorste een stuk kleiner. Ze hielden hun armen gekruist voor hun borst in een poging om intimiderend over te komen. Hun dikke buiken verraadden dat ze meer van het goede leven hielden dan van trainen in de sportschool. Of eventueel andere lichamelijke activiteiten.

Ze dacht dat ze drie keer om hen heen kon rennen voordat ze een arm hadden opgetild. Ze kon onderweg nog pauze nemen, ook.

Dinda liep naar het hek. Beide honden liepen aan weerszijde met haar mee, alsof ze dit jaren hadden geoefend in plaats van vandaag voor het eerst. De honden waren gisteren pas in de opvang aangekomen.

Eén van een illegaal hondengevecht, de pitbull, en één van een machteloze baas, die een veel te sterke hond had gekocht. Leuke pup, maar niet zo schattig meer als zij te groot wordt, de boerboel. Dat werkte niet in een klein appartementje.

'Je had natuurlijk ook even kunnen aanbellen, Smith’ zei Dinda sarcastisch ‘Kijk dat is dát zwarte knopje bij het hek' Ze wees overdreven met een vinger.

'Ik hoef niet te bellen' zei Pete met een gemene glimlach ‘als je de boel aan mij verkoopt. Dit is niets voor zo'n klein vrouwtje, je kan je wel bezeren met die valse honden.'

Hij was ongeveer 40 jaar oud. Een paar centimeter langer als Dinda, maar zo gemeen als een rioolrat. Een paar centimeter langer betekende dat hij amper één meter zestig was.

Mager en tanig met diepe groeven in zijn gezicht, blond strak achterover gekamd haar en een paar hele lichte grijze ogen, voor de rest zag hij eruit als een keurige heer.

Strak in het pak.

Zo koud als een vis, dacht ze. Ze was laaiend.

De honden begonnen diep in hun keel te grommen alsof ze een onhoorbaar commando hadden gehad. De boerboel kwijlde lange draden uit haar bek. Ze likte haar neus en liet opvallend haar tanden zien. Haar neus rimpelde. Ze was indrukwekkend.

De pitbull gromde laag en aanhoudend, hij trok zijn neus hoog op en door de gespleten lip zag hij eruit als een duivel. Hij liet zijn ogen vervaarlijk flikkeren.

'Ik koop jouw pand wel' zei ze 'dan kan jij oprotten. Veel te moeilijk voor zo’n klein mannetje, al die kapotte autootjes. Ga weg, of ik laat mijn liefjes op je los, ze moeten nog eten, weet je en ze hebben trek.’

Ze maakte aanstalten om het hek te openen.

Smith sprong in de auto, zijn maten volgde hem snel. Doodsbang voor de twee grote grommende honden. En misschien ook wel voor het hele kleine, hele boze vrouwtje.

‘Pas maar goed op je huisdiertjes, Pop, een ongeluk zit in een klein hoekje’ riep hij nog. Met slippend banden spoot de auto weg.

'Goed gedaan, jongens' zei ze grinnikend.

De lach verdween snel van haar gezicht toen ze bedacht dat een steen door de ruit heen gooien ongeveer het minste was wat die halve gare criminelen konden doen met haar onschuldige hondjes.

Dood schieten, afbranden of vergiftigen. Ze zag hem er voor aan.

 

Dinda stopte de honden weer in hun kennel na een uitgebreide knuffel en gaf ze wat lekkers.

'Ik noem jou Hercules ' zei ze tegen de pitbull 'en jij heet, uh, Atlas, Jullie zijn geweldig, echte goden’ De honden kwispelden trots.

Na de andere dieren gecontroleerd te hebben en alles goed op slot te hebben gedaan ging ze naar haar kantoor.

De telefoon rinkelde, een onbekend nummer. Waarschijnlijk was het Mariah.

Zij lag al tijden met haar vader over hoop en hij had de neiging om allerlei schimmige types op haar af te sturen. Haar vader had haar in de steek gelaten toen ze nog een klein meisje was. Hij was pas in haar leven gekomen toen ze al lang en breed volwassen was en een goedlopend bedrijf had. Hij had geld geroken en dacht dat er wel wat te halen viel bij Mariah. Ze voelde zich helemaal niet verplicht om haar vader te helpen. Ze had er even over getwijfeld of ze hem wat geld zou geven. Ze had zeker geen positieve gevoelens voor hem en dus had dat had ze uiteindelijk niet gedaan.

Vervolgens had hij de baas van een criminele organisatie wijs gemaakt dat hij Mariah kon gebruiken en had haar verkocht.

Mariah had voor de eer bedankt. Maar toen had hij een ontvoering georganiseerd om haar te dwingen. Ze was ternauwernood ontsnapt. Mariah was niet van plan om zich aan dat contract te houden.

Door prepaid telefoons te gebruiken hoopte ze wat minder snel gevonden te worden.

Ondanks dat bleef ze constant in beweging en sliep bijna geen nacht op dezelfde plek.

Mariah was weer dakloos, maar nu uit een noodzaak. Het was ongekend lastig om een bedrijf te runnen als je niet op één plek kon blijven, gelukkig dat Eva de lopende zaken en contact met klanten kon regelen.

Dinda nam de telefoon na de eerste rinkel al op.

'Hee' zei ze 'hoe gaat het.

'Hoe weet je dat ik dat ben?, normaal weet ik altijd alles, ik hack iedereen, zelfs de mensen die ik aardig vind' lachte Mariah

'Brutaaltje, brutaaltje' grinnikte Dinda ‘Gelukkige gok?’

‘Is je bezoek weer weg?’ Mariah lach klonk nog na in haar stem.

‘Smith kwam langs vanavond en gooide mijn ruit in, ik moet het glas nog gaan opvegen. Die man wordt een probleem'

Dinda was niet verbaasd dat Mariah had geweten dat ze bezoek had gehad van Smith. Ze leek altijd alles te weten.

‘Dat wordt hij zeker' zei Mariah bedachtzaam 'Heb jij misschien behoefte aan een gevaarlijke buurvrouw? Een die de problemen aantrekt als een magneet?’

'Hoe bedoel je gevaarlijk? Jij toch niet zeker? Jij bent niet gevaarlijk, je bent nog kleiner dan ik en ik ben al niet veel' lachte Dinda. 'Samen zijn we niks en nog minder'

Dat was hun bijnaam geweest op school. Dinda haalde amper de één meter zestig.

Mariah was een paar centimeter kleiner dan Dinda, maar verder leken ze in het geheel niet op elkaar.

Waar Dinda blond was en lange krullen had, die als kurkentrekkers alle kanten op stonden, had Mariah kort stekelig zwart haar. Blauwe ogen tegen bruin.

Smal tenger lijf tegen vrouwelijke rondingen en stevige borsten.

'Nee' zei Mariah serieus nu ‘ik ben niet gevaarlijk, maar wat in mijn kielzog meekomt misschien wel.’

'Wat heb je in gedachten?'

'Ik dacht misschien het hele terrein te kopen van miss Julia, ook dat stukje van Pete. Dan gooien we hem er uit en klaar.’

‘Zou het echt zo simpel zijn?’ vroeg Dinda zich hard op af ‘Oh, wat grappig, ik heb hem daarnet mee gedreigd.’ ze lachte hardop.

'Ik hoop dat je me als buur wil, want ik heb eigenlijk al een bod gedaan op het land. Projectontwikkelaars hebben hun hebberige blik op het terrein laten vallen en zetten het arme mens onder druk. Miss Julia wil geen dure huizen hier en dat wil ik ook niet, en ik heb een plek nodig die ik goed kan beveiligen, ik heb een kantoor nodig om te werken, ik heb de grootste plannen en ik ben er moe van om de hele tijd te verkassen. Dus... 'zuchtte Mariah,'Wat vind je ervan?'

'Wat ik ervan vind?' juichte Dinda 'Ik vind het geweldig, ik wil meedoen, ik heb een paar fantastische investeringen gedaan, ik barst van de poen.'

'Alle hulp is welkom' zei Mariah. ‘We kunnen morgen wel overleggen en ik heb een hoop papieren die we dan moeten doornemen. Miss Julia heeft nogal wat eisen. Ze wil het huis ook in de verkoop doen, maar er als huurder blijven wonen. Ze wil invloed houden op wat er gebeurt en welk bedrijven er komen en blabla. Lastige tante.'

'Miss Julia is een schatje, lastig, maar toch een schatje. Tot morgen dan' zei Dinda ' Ik ben de hele dag thuis, mijn auto is weer gesloopt.’

'Ik sta voor je deur' zei Mariah' misschien moet je even opendoen. Ik kom logeren, ik heb morgen overleg met miss Julia en met Moragh.'

Gillend gooide Adinda de deur open en sleurde Mariah naar binnen en gaf haar een stevige knuffel.

'Je gaat je vestigen, zijn je problemen met je vader opgelost? vroeg Dinda

‘Nee, zuchtte Mariah ‘en ik denk niet dat dat op korte termijn gaat gebeuren als het al ooit zover komt. Hij maakt steeds meer schulden, en hij schuift ze nog steeds af op mij en ik ga ze niet betalen. De schuld loopt op en op en op. Daar kom ik nooit meer vanaf. Zolang zijn schuldeisers denken dat ze bij mij kunnen innen, het liefst in natura, zeg maar, ben ik nergens veilig. Ik heb besloten om me in te graven en een bunker te bouwen. Ik wordt er gestoord van om de hele tijd maar in beweging te zijn. Als de boel van ons is kunnen we Smith weg jagen. Hopelijk. En de boel goed beveiligen. Ik heb werk te doen'

'Willen ze nog steeds dat je hun administratie doet? vroeg Dinda.

‘Jazeker en nog wel een beetje meer ook’ lachte Mariah ‘maar ik hack altijd de mensen die me bedreigen. Zoals DelMonte en ook Smith. Die zit ook in mijn lijstje en al zijn connecties ook. Maar om daar effectief wat mee te kunnen en om mijn werk goed te kunnen doen heb ik iets meer nodig als een laptop en een internetverbinding bij McDonald's.’

'Je kan mijn kantoor gebruiken, dan regel ik wat bewakers met hele scherpe glimlach, ook erg effectief.' Dinda grinnikte gemeen. ‘dat heb ik vanavond ontdekt’

'Ik ben bezig met nieuwe software, ideeën zat, maar daar heb ik ook de rust en ruimte voor nodig om er aan te werken. Kantoren zat hier. Maar eerst de boel kopen en dan een betrouwbaar bedrijf zoeken die de beveiliging kan doen. En een aannemer.’

‘Zal ik je auto verstoppen achter het huis?, vroeg Dinda?, dan ga ik het hek open doen.’

‘Heb je Appeltaart?' vroeg Mariah, smachtend naar een lekker stukje taart.

'Appeltaart en wijn, kom kletsen we lekker bij. Hoe gaat het met Moragh? En Eva?’ vroeg Dinda ‘Oh, eerst glas vegen en hout voor het raam spijkeren. Auto naar binnen. Laten we eerst even ons ding doen en dan kunnen we bijpraten.’

 

 

 

Hoofdstuk 2

 

DelMonte belde Smith. Hij wilde weten wanneer die kleine krullenbol vertrok. Smith had nu weken de tijd gehad om haar weg te pesten, zodat hij voor een prikkie het terrein kon overnemen van haar. Hij had niets aan de rest, als hij haar stuk ook niet had.

Smith moest hem teleurstellen, het lukte hem niet die kleine opdonder te intimideren, hoe hard hij ook zijn best deed, hij werd de meeste tijd gewoon genegeerd. Dat kon hij niet uitstaan. Ze was kleiner dan hij en als hij indrukwekkend deed moest ze gepast onder de indruk zijn. En niet hem negeren of nog erger uitlachen. Ze was niet van plan om te vertrekken en dat had ze goed duidelijk gemaakt. Misschien moest hij met grover geschut komen.

En daadwerkelijk een overval op haar plegen. Misschien wat beesten doodschieten, zoals die ezel. Die klonk altijd of hij hem stond uit te lachen. Nee, dat was allemaal nog niet zo gemakkelijk. De man zat vol met smoesjes.

DelMonte hing teleurgesteld op.

 

Peter Smith, was een kleine, misschien niet zo kleine, crimineel. Hij had een garage, waar auto’s gerepareerd zouden moeten worden, maar er waren alleen maar auto’s, geen klanten. De enige mensen die Dinda daar ooit zag, als ze langs reed, waren de gorilla’s van Smith. Ze liepen intimiderend rond en gooide geregeld stenen en blikjes met frisdrank naar haar auto. Ze reed zo snel voorbij als ze kon. Ze had geleerd om nergens voor te stoppen en haar geweer altijd opvallend bij zich te hebben.

Hij deed daar allerlei zaken die het daglicht niet konden verdragen. Dinda was er van overtuigd, er moest een reden zijn waarom hij probeerde haar weg te jagen, de man was een crimineel.

Hoe harder hij probeerde, hoe koppiger Dinda werd. Haar ramen waren ingegooid, haar auto was vernield, dieren waren losgelaten. Allemaal drama en ellende.

Smith wilde geen getuigen en geen bemoeienis met een dierenopvang, waar misschien wel veel mensen heen zouden komen. Vrijwilligers en potentiële hondenbezitters, nieuwe poezenmoeders en wat nog meer voor aanloop ze wilde aantrekken. En die moesten allemaal langs die garage rijden. Een eerlijk bedrijf zou dat een voordeel vinden.

Maar Smith niet. Hij smoorde ieder initiatief in de kiem.

Smith wilde geen vreemde ogen in zijn zaak, hij wilde geen nieuwe klanten of aandacht voor zijn bedrijf. Smith wilde dat ze wegging.

En voorlopig lukte het hem om bijna alle bezoekers weg te jagen, als ze de weg vroegen stuurde hij ze de verkeerde kant op. Maar meestal liepen zijn mannen zo intimiderend rond, dat potentiële adoptieouders meteen terug reden en niet bij de dierenopvang terecht kwamen. Ze hadden al het lef gehad om door de wijk heen te rijden en werden dan geconfronteerd met Pete en zijn trawanten. Dat was vaak de druppel.

Tot Dinda’s grote frustratie werden borden die ze plaatste meteen weer weggehaald.

Bij de oude dame die in het grote huis woonde, kwam vrijwel nooit bezoek, Dinda ging er geregeld langs om haar te helpen met boodschappen. Ze had een zoon en die kwam twee keer per jaar heel snel langs. Even de erfenis controleren. Al was hij er de laatste tijd wel wat vaker.

 

Het garagebedrijf van Smith was op het industrieterrein gevestigd, aan de oever van Het Zuidelijke Kanaal. Vlak achter de wijk Markerton Bay.

Het wijkje was zwaar verpauperd en net als het industrieterrein stond een groot deel leeg. Vervallen en ongewenst, op het uiterste zuidelijke randje van de stad.

De meeste mensen vonden een achterbuurt onaantrekkelijk om te wonen. Werkgelegenheid was er weinig en de levensstandaard was laag. Het wijkje werd met sloop bedreigt, een aantal projectontwikkelaars hadden er hun begerige oog op laten vallen. Grond aan het water was onbetaalbaar, als de juiste huizen erop zouden staan

Het was onbekend wat er dan met de overblijvende bewoners ging gebeuren.

Maar Dinda was hier geboren, ze had hier de eerste twaalf jaar van haar leven gewoond en ze hield van het wijkje. En van de mensen in de wijk, de meeste dan.

Een angstig kind was ze geweest toen haar moeder overleed.

Amper twaalf jaar oud, maar niet echt onschuldig, dat kon ook niet met een moeder als de hare. Haar moeder was verslaafd aan drugs en alcohol en had weinig besef meer van de wereld om haar heen. Ze joeg alleen nog op het volgende shot of de volgende fles met goedkope wodka.

Allerlei mannen kwamen s' nachts over de vloer en Dinda had al jong geleerd dat je bed geen veilige plek was. Dan verloor je je onschuld vrij snel.

Ze had zich zelf naar school gestuurd en er voor gezorgd dat alles zo normaal mogelijk verliep, zodat jeugdzorg er niet achter kon komen. Bij een vreemde geplaatst worden leek haar het meest afschuwelijke dat je kon overkomen. Ze had dan ook haar uiterste best gedaan om dat te voorkomen. Mensen die je niet kende waren gevaarlijk had ze al jong geleerd. Soms nog gevaarlijker dan degene die je wel kende.

Dat was allemaal opgehouden toen haar moeder overleed.

Ze was vermoord door een van haar vriendjes en ze was niet zonder slag of stoot gegaan. Ze had gevochten tot ze niet meer kon vechten. Ze was overleden in een grote plas bloed.

De politie was erbij gekomen en de chaos was compleet geweest. Het gegil en gekrijs spookten nog steeds bij tijd en wijlen door Dinda’s dromen.

Dinda was in een crisisopvang terecht gekomen en de eerste beste nacht dat ze daar sliep was er, midden in de nacht, een harige vent in haar bed gekropen. Ze had erop gerekend dat zoiets zou gebeuren. Ze was paranoïde geweest, ze had aangekleed in bed gelegen en had niet kunnen slapen.

Dinda was er onmiddellijk aan de andere kant uitgerold, onder het bed naast haar door geschoven en als een spook in de nacht verdwenen.

Later die nacht was ze terug naar haar oude huis gegaan, om haar spullen op te halen.

En dat was dat. Einde bemoeienis instanties. Dinda was onvindbaar.

Op straat had ze al snel geleerd dat als je ergens om huilen of om lachen kon, lachen een betere optie was. Huilen hielp niet. Lachen maakte je sterk. Een grote bek hielp ook. Dinda was klein, maar haar mond was groot genoeg, met een stalen hart om het te ondersteunen.

Angst was een emotie die vrijwel niets toevoegde, alleen maar behoedzaamheid. Het zorgde er alleen maar voor dat je alert bleef op je omgeving, maar verder niets.

Waakzaamheid kon ook zonder angst. Zielig in een hoekje gaan zitten huilen had nog niemand geholpen.

Een paar maanden later was ze Mariah in een winkelcentrum tegen gekomen en zij had Dinda mee naar huis genomen als een verdwaalt zwerfhondje. Daar was een hele wereld voor haar open gegaan. Ze had nog nooit in een huis gewoond, waar je rustig naar bed kon gaan en slapen tot de volgende ochtend.

Mariah’s moeder had een kroeg vlakbij de wijk waar ze vandaan kwam. Zo kon ze af en toe haar oude wijk bezoeken.

Er waren veel mensen geweest, in het woonwijkje, die haar lot hadden aangetrokken en eten hadden afgegeven, of kleding toen haar moeder nog leefde.

De hulp van die mensen hadden haar het leven een stuk gemakkelijker gemaakt en ze dacht daar vaak met dankbaarheid aan terug. Het was een van de redenen dat ze uiteindelijk hier beland was.

 

In de paar maanden dat ze terug was, was het een en al gedonder met Pete Smith.

Omdat er op het industrieterrein zo veel leeg stond was het de ideale locatie voor haar dierenopvang, waarvan de honden wel het grootste deel vertegenwoordigde, maar in principe was ieder dier welkom. Zo was er een ezel, een enorme lastpak, en een koppel ganzen.

Ze had uiteindelijk een aanzienlijk stuk van het terrein gekocht, waarvan een groot deel ruige begroeiing was. Lawaai was geen bezwaar.

Het industrieterrein bestond uit een stuk of 6 bedrijfspanden en loodsen. Met bij behorende parkeerterreinen.

Een huisje voor de havenmeester en een oude kade, bekroonde het geheel.

Op dit moment waren er maar twee panden in gebruik. Pete’s garage en de dierenopvang.

Er liep maar één toegangsweg van noorden naar zuid op het terrein en die weg slingerde langs de bedrijven helemaal naar de zuidpunt en het grote huis. De toegangsweg liep dwars door de woonwijk.

In noorden lag het garagebedrijf van Peter Smith en de woonwijk.

De Oostkant van het terrein lag aan Het Zuidelijk Kanaal en was woest begroeid met wilgen, hoog gras en alle soorten onkruid die je maar kan bedenken. Tussen al het onkruid en bomen lag een grote poel, daar woonden de ganzen en een paar eenden. Aan de oostkant zat de dierenopvang van Dinda.

Het Zuidelijk Kanaal klonk kleiner dan het in werkelijkheid was, het was een grote rivierarm die om de zuidkant van de stad kromde. Het scheidde het wijkje van de grote stad en je moest een brug over om het centrum te bereiken. Om het wijkje heen lag nog wat stedelijk gebied met hoge flats en winkelcentra, maar de rand van de stad was niet ver weg meer.

Vroeger was het een druk bevaren kanaal geweest, maar tegenwoordig was dat een stuk minder.

Alleen nog wat jachten en zeilboten. De bedrijven waren allemaal verdwenen.

Wat wel gebleven was, was het fenomenale uitzicht op het kanaal en de stad daarachter.

Het uitzicht over het kanaal was fantastisch, vooral met de lichtjes van de stad in de verte.

De kade was niet zo vervallen als je zou verwachten, met het huis van de havenmeester er vlak bij. Ook dat huis was er minder erg aan toe. Dinda had in eerste instantie haar oog op dat terrein laten vallen.

Miss Julia had dat huis niet aan Dinda willen verkopen, maar alleen het stuk wat ze nu had.

Dat was een vervallen loods geweest met een opzichterswoning.

De woning had Dinda zelf gerenoveerd en de loods had ze laten afbreken en vervangen door kennels en een stal.

In het middenstuk lag een verlaten staal fabriek. Het was een enorm bakstenen gebouw met een hoog middenstuk en twee wat lagere vleugels, zodat het een gigantische u vormde.

De binnenplaats die zo gevormd werd lag vol met rommel.

Het westen van het terrein werd begrensd door een hoog flatgebouw van 6 verdiepingen. De staalfabriek lag precies tussen het flatgebouw en de opvang in.

Verder zuidelijk stond nog een kleine glasfabriek en een flink aantal loodsen.

In het zuiden liep het land uit in een punt en daarop stond het mooiste huis wat je maar kon bedenken. Groot, wit en majestueus. Een tikje verveloos, maar nog steeds schitterend.

Het zuidelijk kanaal stroomde er deels omheen, zodat er een soort schiereiland ontstond.

Een wildernis omringde het huis, een behoorlijk verwaarloosde tuin. Het moest vroeger een grandioos gezicht zijn geweest. Vergane glorie, net als het industrieterrein en de woonwijk.

In het huis woonde een oude dame.

Miss Julia.

Zij was de eigenaar van het land waarop het industrieterrein was gebouwd en van haar had Dinda haar stukje gekocht.

De garageman huurde.

 

 

Hoofdstuk 3

 

‘Zoek Tommy en breng hem om’ gromde DelMonte ‘Of hij moet zijn dochter hier morgenochtend afleveren.’

‘We kunnen hem niet meer vinden, ik denk dat het te heet werd onder zijn voeten en dat hij gevlucht is.’

‘En zij? Kun je haar dan vinden?’ DelMonte keek zijn medewerker koud aan.

‘Zij is ook verdwenen, maar ik denk dat ze nog in de buurt is’ de man keek naar de grond, het angstzweet liep over zijn rug. ‘Ik zal harder zoeken’

‘Dat is je geraden’ gromde DelMonte.

 

Phil Morgan had behoorlijk de pest in. Hij liep grommend het kantoor rond. Hij sloeg op zijn bureau en schopte tegen een stoelpoot. Het nieuws van de huisbaas dat hij het pand ging afbreken en nieuw ging bouwen was slecht gevallen. Natuurlijk konden ze in het nieuwe gebouw huren, over een jaar, tegen een drie dubbele huur. Veel te duur. Dus wat nu? Veel tijd om te verkassen kregen ze niet. Over een maand moest het pand leeg zijn.

Verhuizen was aan de orde nu, maar wat had hij een hekel aan verhuizen. Je had veel te veel troep na vier jaar op dezelfde stek. Dat moest je op zijn minst uitzoeken.

Tenminste, dat is wat zijn moeder zou zeggen. Hij kwam in de verleiding gewoon alles in te laten pakken en te verplaatsen. Maar waarheen?

Zijn jongere broers kwamen het kantoor binnen en ploften op de bank. Ze waren een identieke tweeling. Alle broers leken enorm veel op elkaar.

Lang, gespierd met krachtige kaken en een brutale glimlach.

Zwart haar en ondeugende blauwe ogen. Het lange gespierde lijf van hun vader en haar en de opvallende ogen van hun moeder. De stevige neus van hun vader. Het was een aantrekkelijk geheel. Drie heel erg knappe mannen.

‘We moeten verhuizen’ zei Phil somber

‘Och' zei Drake

‘Oh, waarom' vroeg Dave

'Dit pand wordt afgebroken, we mogen over een jaar terug komen'. Mokte Phil

'En waar blijven we dat jaar? Op de stoep?' grijnsde Dave

'Niemand die het weet. Ander pand zoeken. Huren? Kopen? Waar? Ik heb het er te druk voor, ik heb er geen zin in. Ik heb er vooral geen zin in' zuchtte Phil. ‘Wil één van jullie misschien..?

'Ha nee', zeiden de mannen in koor.

'Waar heb je het zo druk mee?' vroeg Drake

'Nieuwe klant. Bodyguard nodig voor een dame van een dierenopvang. Zij wordt bedreigt door een buurman. Dus, wie wil. Zou appeltje eitje moeten zijn.'

'Dat is een werkje voor Dave’ zei Drake meteen ‘Die houd van appeltjes en eitjes, dan zal ik ondertussen wat makelaars bellen om te zien wat onze opties zijn. Een beetje groter als dit zou leuk zijn.' Drake was goed in dingen regelen, daar hield hij van. Van de drie broers was hij de regelneef. Afkeurend keek Drake om zich heen. Het kantoor was klein en armoedig. Maar vooral klein.

Toen ze met Morgan Security begonnen zat de tweeling nog bij de Navy Seals en hielpen Phil tussen missies door. Phil was gestopt bij de mariniers.

Na tien jaar gevochten te hebben was hij er klaar mee. Hij was gedesillusioneerd door zijn jaren in dienst. Hij had gehoopt dat hij een verschil maakte, maar niets was minder waar.

Niets veranderde ooit, het diende geen enkel doel. De teleurstelling en desillusie waren groot geweest. Evenals de trauma’s die hij had opgelopen. Na een enorme worsteling en veel therapie was hij klaar voor iets nieuws geweest.

Hij was begonnen met Morgan Security, zodat hij zelf de zaken in de hand hield.

Nu pas had hij het gevoel dat hij verschil maakte. Veel van zijn klanten waren bekende rijke mensen, die voor de een of andere reden bewaking nodig hadden. Maar hij had ook zaken van minder bekende mensen. Die vond hij persoonlijk veel interessanter. Dat vergde veel meer van zijn skills als gewoon een bodyguard. Sinds twee jaar draaiende de tweelingbroers full time mee en de zaken gingen steeds beter. Tegenwoordig haalden ze er een heel aangenaam inkomen uit.

Veel van hun oude teamgenoten hadden ze in dienst genomen en ze hadden een goede naam opgebouwd. Het pand liep daarbij achter, maar ja, Phil hield niet van veranderingen en verhuizen was een verandering.

 

Dave keek op het adres wat hij had gekregen. De navigatie kon het niet vinden.

Het industrieterrein was leeg en bouwvallig. Overal graffiti en zo te zien slaapplekken van daklozen. Grote gaten in de weg. Autowrakken en grote machines langs de kant van de weg en in de struiken. Afval en aftakeling. Metershoog onkruid. Om depressief van te worden.

Hij was net een garagebedrijf gepasseerd en de zware jongens daar nodigde niet uit om de weg te vragen. Dat zou eerder op een vechtpartij uitdraaien, dan ordentelijke aanwijzingen om de weg te vinden. En daarbij, hij was een man en een soldaat, die vragen de weg niet, maar gebruiken navigatie en als die het niet weet verdwalen ze. Hij grinnikte zachtjes in zichzelf. Als zijn moeder die redenatie hoorde, had hij meteen een klap voor zijn kop gehad. Warme oren krijgen noemde ze dat altijd. Ze kon dat machogedrag niet uitstaan.

Ondertussen had hij nog steeds die dierenopvang niet gevonden. Hij floot opgewekt tussen zijn tanden. Hij hield van dit soort zaken, zo kwam je nog eens ergens. Grinnikend keek hij om zich heen.

Het ene bouwvallige pand na het ander, toch kon hij wel de potentie zien. Misschien was het wel wat voor Phil. Veel ruimte voor verbetering, dan konden ze het in één keer goed doen en dan hoefde ze niet meer te verhuizen. Vooral veel ruimte.

Vriendje Ben was net een aannemersbedrijf begonnen en kon wel wat klanten gebruiken.

Win win, dacht Dave. Hij stuurde Phil een tekst met zijn idee. Hij was er zelf enthousiast over. Hij reed nog een stukje door, een hoek om, om een groot gebouw heen, nog een hoek en zag het gebouw dat hij zocht meteen.

Het was een langgerekt wit houten gebouw. Geheel gerenoveerd en keurig in de verf. Een vriendelijke huiselijke uitstraling. Voor de deur van het huis stond een gebutste wagen geparkeerd met kapot gesneden banden. Het deed onmiddellijk af aan de uitstraling van het pand. Een veranda aan de voorkant met potten bloeiende planten. Boven de voordeur hing een bord met in krullerige letters

Safe Haven.

 

Als een vlag op een modderschuit paste het geheel niet in de vervallen omgeving.

Het terrein achter het huis was omheind met een hoog hek van zeker twee meter, het sloot aan op het huis, zodat de achterkant binnen het hek viel. Hij hoopte dat het huis goed beveiligd was. Het had niet zoveel zin om een hoog hek neer te zetten als je door de voordeur zo naar binnen liep. Hij liep naar de voordeur, daar hing een briefje wat hem naar het hek verwees.

Een raam was afgetimmerd met een plaat hout. Dat was dan wel weer jammer, vond hij.

Achter het huis lagen speelveldjes en kennels, zag hij door het hek heen glurend.

Hij zag een belknopje naast het opengaande deel van het hek, met een bordje erboven met het woord BEL en een pijl naar beneden, hij drukte op het knopje.

In de verte hoorde hij een bel gaan. Een heel hondenkoor werd hoorbaar. Hoorde hij nou ook een ezel balken? En ganzen?

Een poosje gebeurde er weinig, maar toen zag hij een klein vrouwtje aan komen lopen.

Ze had een blonde krullenbol met kurketrekkerkrullen. Ze droeg een zwarte, strakke spijkerbroek en een hemelsblauwe trui. Aan haar voeten had ze een paar zware laarzen.

Ze was net een klein elfje vond Dave. Hij wachtte totdat ze dichterbij was. Ze liep met een gedecideerde pas en grote stappen. Haar krullen dansten alle kanten op. Ze was van dichtbij net zo leuk als van een afstandje.

Ze had de mooiste blauwe ogen die hij ooit gezien had en nadat hij de boze vonk had gezien, besloot hij dat ze meer op een woest elfje leek als lief en klein.

Hij vroeg zich af hoe ze eruit zou zien als ze ondeugend was en lachte. Of als ze opgewonden was. Zijn hart begon te bonzen. Zijn gedachten dwaalden een heel verkeerde kant op.

'Als je van Smith komt, kun je wel weer gaan. Wat hij ook voorstelt het antwoord is nee' zei ze op een toon alsof ze het tegen een achterlijk kind had.

Het elfje keek met een kwaad gezicht tussen de tralies door. Lief stond niet in haar woordenboek vandaag, dat was duidelijk.

‘Ik vertegenwoordig Morgan Security en ik ben op zoek naar Adinda Holbrook’ Dave glimlachte vriendelijk naar haar.

'Holbrook, dat ben ik' viel ze hem in de reden 'Sorry voor de ontvangst. Noem me Dinda' Haar stem klonk nog steeds kortaf, maar een fractie vriendelijker.

Ze had in ieder geval het fatsoen om een beetje beschaamd te kijken. Ze keek in die blauwe ogen en voelde haar wangen warm worden.

'Jij bent mijn bodyguard, maar je bent veel te knap om een bodyguard te zijn' flapte ze eruit en ze bloosde heftig. Ze had ineens zweterige handen.

Arg dacht Dinda, waar kwam dat nou ineens vandaan? Ik moet nodig mijn mond leren houden. Blozen ik? Dat is jaren geleden. Maar wat een ongelofelijk lekker ding.

Ze moest gewelddadig de neiging onderdrukken om zichzelf geen klap in het gezicht te geven.

‘Bedankt voor het compliment, maar ik moet nog steeds eten, dus werken, ben jij altijd zo direct? ' zei Dave nuchter en stak zijn hand uit. Er vonkte een brutaal lichtje in zijn ogen. Hij had de onuitgesproken uitdaging aangenomen.

'Dave Morgan, aangenaam' hij genoot enorm van haar rode wangen.

Aanbiddelijk, dacht hij.

'Ah, meneer Morgan zelf, zeer vereerd' zei ze en pakte zijn hand ‘de oppergod zelf.' Nee kreunde ze inwendig, houd je mond, houd je mond, houd je mond.

Haar wangen werden nog een tintje roder.

'Nee, helaas, een mindere god, mijn oudere broer Phil is de opperste god.' lachte Dave en hield nog steeds haar hand gevangen door de tralies van het hek 'maar ik ben natuurlijk knapper' Zijn blauwe ogen twinkelde ondeugend’. Er leek een elektrische stroom door haar hand te gaan. Ze begon te zweten.

Een beetje vochtig handje, dacht hij, dit stond wel prettig. Hij kon haar hartslag goed voelen. Het klopte als een razende.

Ze trok aan haar hand, maar hij wilde niet los laten. Hij hield haar steviger vast.

Ze trok nog een keer aan haar hand, hij liet nog steeds niet los. Zijn grijns werd steeds breder.

'uh, als je me los laat, dan kan ik het hek voor je opendoen. Dan kan je aan deze kant komen en doen waarvoor je komt. Mijn lijf bewaken'

Zuchtend liet Dave los en vond het zonde.

'Jammer” zei hij met een lief lachje ‘ik stond best lekker, krijg ik je hand weer terug als ik door het hek heen ben?’

'Ik dacht van niet' mompelde Dinda, hoog rood. Haar hand voelde warm aan, haar vingers tintelde.

Dave genoot.

 

Dinda pakte een sleutel uit haar zak en begon het hek van het slot te draaien. Haar hand trilde een beetje. Het zweet stond op haar rug.

Belachelijk, dacht ze, jaren over straat gezworven en nu stond ze te trillen als een natte poedel. Voor een man ook nog, bizar. Maar wel een hele mooie. Een hele hele mooie, dacht ze, een beetje weemoedig. Ze zuchtte. Haar wangen brandde nog steeds.

Ze kneep haar ogen even tot smalle spleetjes.

Terwijl ze het hek openzwaaide, hoorde ze gierende autobanden de hoek omkomen.

Dave reageerde in een flits, wierp zich tegen het hek aan, naar binnen, greep Dinda bij haar arm en sleurde haar uit het pad van de auto en begon tegelijk het hek te sluiten.

Het hek viel vanzelf in het slot. Dinda stond even te duizelen en was gedesoriënteerd van de snelle actie van Dave. Hij had een arm om haar heen en had haar een beetje achter zich geschoven alsof hij haar beschermde tegen rondvliegende kogels.

De auto ging vol in de remmen en stond op een haarbreedte van het hek stil.

Vanuit de geopende ramen kwam keiharde rap en luid gelach.

‘Dat flikken ze nu iedere keer, en iedere keer weer schrik ik me rot' mopperde Dinda ‘je zou zeggen dat je eraan zou wennen, niet dus'

Dave sloeg zijn andere arm ook om haar heen in een troostend gebaar.

Dinda vond het stiekem een prettig gevoel, al zou ze dat nooit toegeven, zelfs niet aan zichzelf. Daves borst was als een rotswand van spieren, alleen een stuk warmer als rots.

Ze voelde zijn hart bonzen. Ze leunde even tegen hem aan en snoof zijn geur op. Hij rook lekker.

Hij hield haar stevig vast, hij voelde een gespierd lijf tegen zich aan. Dave keek een beetje verbaasd op haar neer. Ze leek zo een klein en breekbaar poppetje, maar ze was veel sterker dan je dacht.

'Je buurman?’ vroeg hij.

'De buurman' zuchtte ze ‘het etter'

Hij liet haar weer los en Dinda huiverde. Koud, dacht ze, zo zonder lekkere warme vent. O, wat ben ik diep gezonken. Knuffelen met mijn bodyguard. Nu al, hij is er net. hoe snel kun je iemand bespringen. Ze grinnikte zacht voor zich uit.

De auto vertrok weer met gierend banden.

Dave keek de zwarte SUV na met samen geknepen ogen na. Hij keek naar het kenteken.

'Het kenteken heb je niets aan' zei ze ‘Een vriendinnetje van mij heeft ze na getrokken. Of ze bestaan niet, of ze zijn gestolen. De grote baas weet van niets, zegt hij en heeft altijd getuigen dat hij een brave, eerlijke ziel is.’ ze lachte spottend.

'Dus jij hebt vriendinnetjes die kentekens kunnen natrekken.' Dave trok vragend een wenkbrauw op.

'Ze kan nog wel wat meer als kentekens natrekken' mompelde Dinda 'maar ze is wel de reden dat je hier bent. Koffie? Dan leg ik je alles uit'

 

 

Hoofdstuk 4

 

DelMonte zat in zijn bureaustoel en keek in zijn glas met dure whiskey.

Hij bepeinsde dat de zaken niet helemaal naar wens gingen. Hij kon haar niet vinden.

Hij hoorde zijn mannen wel lachen op de achtergrond.

Het mens was drie turven hoog en hij kon haar niet vinden. Hij nam nog een slok. Hij liet de whisky bedachtzaam door zijn mond wentelen. Dat smaakte naar meer.

Er moeten dingen veranderen hier, besloot hij. Ik ben veel te lief geweest, dacht hij vol wrok. Hoe kon ik er in trappen, een vrouw kopen, dat heb ik nog nooit gedaan, ik heb altijd gewoon genomen wat ik hebben wilde. Ik heb me laten verblinden door de mogelijkheden die ze bied.

Ik had er op moeten staan dat Tommy leverde. Ik had zijn smoesjes niet moeten geloven. Ik ga het anders aanpakken, geen zoet broodjes meer, keihard erin. Slachtoffers maken, dat ga ik doen. Niet goedschiks, dan maar kwaadschiks. Je moet DelMonte niet kwaad maken.

Hij toostte tevreden naar het plafond en nam weer een slok.

 

In de keuken keek Dave om zich heen.

De keukenkastjes waren wit gelakt. Het aanrecht was brandschoon. Een grote tafel stond voor het raam. Het raam keek uit op de achterkant en op een speelveldje waar een paar honden aan het ravotten waren. Twee grote lelijke gespierde honden.

Eigenlijk was het gebouw één grote ruimte.

Er hingen gezellige gordijnen voor de ramen, met zonnebloemenmotief. Erg huiselijk, allemaal.

Hij keek vanuit de keuken zo het kantoor in en naar de voordeur.

Hij lette speciaal op de voordeur, hij telde zo al vier grendels en de deur had een slot en camerabewaking. Daar was niets mis mee.

Er was links naast de voordeur een trap naar boven. Rechts zat ook nog een deuropening, dwars op de voordeur. Er was geen huiskamer. Zou ze hier wonen? vroeg Dave zich af, of was dit alleen maar werkruimte?

Op het bureau stonden twee laptops en op de keukentafel één.

Een andere klein vrouwspersoon kwam door de deuropening heen. Op de achtergrond hoorde hij stromend water.

Toilet, dacht hij.

De jonge vrouw was nog kleiner dan Dinda. Ze droeg een blauwe spijkerbroek en een grijze slobbertrui. Een paar roze gympen maakte de outfit af. Ondanks haar lengte had ze een paar stevige borsten.

Ze had kort zwart haar, dat alle kanten opstond alsof ze er met haar handen doorheen gewreven had.

En dat was precies wat ze had gedaan, realiseerde hij zich, toen ze beide handen stevig over haar schedel haalde.

'Mariah’ zei ze en stak haar hand uit, trok hem weer terug voordat hij hem kon pakken, inspecteerde haar handpalm en stak haar hand weer uit.

Blijkbaar was haar hand goed gekeurd en ze schudde zijn hand. Haar grip was verrassend stevig.

‘Fijn dat je zo snel kon komen’ zei ze ‘maar is één persoon niet een beetje weinig? Ik had meer mensen verwacht.’

Ze dirigeerde hem naar de grote eettafel,wees op een stoel en plofte zelf op een andere.

‘Dave Morgan, weinig voor wat?’ Dave vroeg zich af waar ze het over had.

‘Aha, je bent nog niet op de hoogte. Ah oké Ja, beginnen bij het begin.’ Mariah zuchtte diep.

‘Ik heb bescherming voor mezelf gevraagd, tegen Smith’ zei Dinda ‘ik wilde dat niet voor jou over de telefoon doen, officieel ben je niet hier, oké? Voor het geval dat iemand mijn telefoon afluistert.’

Mariah knikte begrijpend.

‘Mijn vader is een gokker, niet bepaald een briljante, vrees ik. Hij maakt overal schulden bij meestal louche figuren. Hij belooft die mensen dat ik zijn schulden betaal. Is het niet met geld, dan is het wel met diensten. Ik heb een nogal speciaal talent met computers.’

Ze haalde eens diep adem.

‘Dit duurt nu al een poosje en ik ben al een tijd constant in beweging om die mannen te ontwijken. Dat is slecht voor mijn eigen zaken.’

Ze haalde weer diep adem, alsof het haar moeite kostte om hem dit te vertellen. Dave vroeg zich af waar dit heen zou gaan.

Mariah praatte verder

‘Nu ben ik het zat en ik heb vanochtend samen met Dinda, Eva en Moragh dit terrein gekocht. Het hele industrieterrein, het grote huis en een deel van de woonwijk. Dat was voor ons ook een verrassing. Dit hele terrein moet bewaakt worden totdat we het goed kunnen beveiligen.’

‘Wie verwacht je dan die op bezoek komen?’ vroeg Dave, een tikje overdondert.

‘Ach ik weet het niet precies. Smith, de buurman, in ieder geval, misschien nog wat zware jongens uit de stad. De zoon van miss Julia, die zal ook pissig zijn dat ze de boel aan ons heeft verkocht en niet aan die projectontwikkelaars. De projectontwikkelaars’

Mariah haalde haar schouders op.

‘We zijn van plan om de boel op te knappen en soort wijkplaats te maken voor vrouwen in de problemen. Een opvang, soort van, maar ook een plek waar ze veilig kunnen leren en werken. Dus we hebben meer mankracht nodig, ik heb iemand nodig die plannen kan maken om de boel te verbouwen en te beveiligen, ik heb een betrouwbare aannemer nodig.’

Dave was een beetje overdonderd over de snelheid waarop de informatie op hem werd afgevuurd.

Hij moest even nadenken over wat ze allemaal vertelde. Hij krabbelde nadenkend in zijn haar.

Intussen had Dinda drie grote mokken koffie op tafel gezet en liep terug voor lepeltjes, suiker en melk en drie grote stukken appeltaart. Het water liep hem in de mond. Versgebakken appeltaart. Mm

‘Dus dit hele terrein moet beveiligt worden. Ook de garage? De wegen, het huis. Hoe had je dat gedacht?’

‘We hadden eigenlijk bedacht dat we een toegangshek zouden willen en het hele terrein als privéterrein te bestemmen. Met een mannetje aan de poort of zo.’

Dinda's stem stierf weg, een beetje onzeker

‘Maar voor nu moet je op Mariah passen, zij loopt het meeste gevaar.’

‘En Pete moet vertrekken, natuurlijk. Hij is een crimineel. Geen criminelen hier.’ glimlachte Mariah.

Dave tikte nadenkend met zijn nagels op de tafel.

‘Voorlopig blijf ik hier,’ zei hij ‘het beste wat ik kan doen is mijn broers bellen. Phil is de baas, hij beslist wat we doen. Dit is groter dan verwacht. Ik ga mijn auto binnen het hek zetten en even een paar telefoontjes plegen. Heb je een sleutel van het hek voor mij?’

Dinda knikte en ging op zoek naar een sleutel.

 

Een paar uur later waren ook Phil en Drake in de dierenopvang gearriveerd. Eerst hadden ze wat rond gereden en de boel bekeken.

Met z'n drieën hadden ze boven de plattegrond gehangen. Ze hadden plannen gemaakt en weer verworpen.

Ze hadden Morgan Security een plekje in de plannen gegeven, ook al moesten ze dat nog overleggen met de meiden. Ze kenden er maar twee van de vier.

Toen Phil Mariah voor het eerst zag dacht hij, voor mij. Zijn hart klopte in zijn keel en zijn handpalmen werden vochtig. Hij moest krachtig de neiging onderdrukken om zijn handen aan zijn broek af te vegen.

Dat was hem nog nooit overkomen. Hij was een getrainde soldaat, godbetert, en had de onderkant van de maatschappij gezien. En dan zo’n reactie?

Hij was diep onder de indruk van het kleine vrouwtje.

Ze bruiste van de energie en de plannen die ze aan het maken waren. Van haar standvastigheid en lef om het tegen een misdaadbaas op te nemen.

Hij schrok van zijn eigen bezitterige gedachten, maar hoe meer hij keek naar dat kleine vrouwtje, met al die rondingen en die ogen, hoe meer hij naar haar toegetrokken werd.

Die bruine ogen met de kleur van een goede whiskey. Van mij, dacht hij weer, bezitterig.

Hij haalde diep adem en gaf zichzelf een schop onder zijn kont. Laat je niet afleiden, dacht hij. Hij had haar hand iets te lang vast gehouden. Mm dat voelde goed. Zijn vingers tintelde.

Hij legde zijn andere hand over die van haar, zodat hij haar hand in beide handen hield.

Ze trok haar hand los, jammer. Oké, aan het werk. Phil zuchtte diep.

Het was lang geleden dat hij achter een vrouw had aangezeten. Hij hoopte dat hij nog wist hoe het moest.

Hij wist niet zeker of hij het lef nog wel had. Hij was niet geheel onbeschadigd uit zijn diensttijd gekomen.

Meestal was hij onbevreesd, er kon op hem geschoten worden en hij had er geen moeite mee om daar op te reageren, maar de interactie met vrouwen was lastig. Zeker nu hij zich zo bezitterig voelde.

Met deze vrouw was hij wel bereidt het nog een keer te proberen. Ook al stond het zweet in zijn nek. Hij gaf haar een knipoog.

‘Deze twee panden zou ik helemaal afbreken’

Phil wees ze aan op de kaart ‘Ze zijn dermate slecht dat het gevaarlijk is.’

Hij keek Mariah aan. Zij had zich bij de mannen gevoegd om hun mening te horen.

‘Dit gaat veel geld kosten’ zei hij ‘Weet je zeker dat je dit wilt? Het is heel veel werk’

Voor Mariah kon antwoorden, zei Dave

‘Ik ga Dinda even helpen met de honden, ik hoor later wel wat er besloten is’

En hij maakte dat hij weg kwam.

Hij had Mariah ingeschat als klein, maar fel en hij voelde de spanning.

Al was hij er niet helemaal zeker van wat voor spanning het was. Of ze gingen zo meteen vechtend over de vloer of ze deden geheel iets anders op diezelfde vloer.

Daar wilde hij hoe dan ook niet tussen zitten.

Hij had zich voorgenomen zo ontspannen mogelijk door het leven te gaan en als hij stress kon vermijden dan zou hij dat niet laten. Dinda was zo veel leuker.

Drake keek grinnikend toe, hij genoot van het ongemak van Phil. Dat had hij lang niet gezien.

Mariah zuchtte ongeduldig. Ze keek naar de lange man met het zwarte haar en de blauwe ogen. Ze taxeerde zijn brede schouders en het strakke kontje, die had ze uitgebreid bekeken toen hij over de kaart heen boog.

Hij moest het begrijpen. Hoe kon ze hem het laten begrijpen.

‘Ik ben nu alweer twee jaar onderweg, ik slaap geen nacht op dezelfde plek. Ik heb werk te doen en ik krijg het niet gedaan. Ik heb een veilige, rustige plek nodig om te werken.’ Haar stem klonk niet vriendelijk.

Phil gaf haar een grote grijns, hij moest haar milder zien te stemmen om zijn idee te verkopen. Het was een heel goed idee geweest van Dave en dit terrein was echt iets voor Morgan Security. Dan moest hij het nu niet verpesten

‘Ik heb een voorstel voor je. Wij zoeken een nieuwe thuisbasis. Ons pand wordt afgebroken voor nieuwbouw. Ik zie de potentie hier.’ Phil krabde zijn kin, zodat de baardharen een raspend geluid maakte.

Mariah huiverde.

‘Ik wil een verdieping van het grote pand’ hij wees op de kaart ‘huren of kopen en daar mijn nieuwe hoofdkantoor vestigen. Als jij een verdieping daarboven neemt zit je altijd veilig. Ik ken een aannemer, Ben, legermaatje van me, betrouwbaar en snel. Zal ik hem bellen?’

'Ja doe maar,’ zuchtte Mariah.

Verdorie werd die arrogante soldaat haar nieuwe buurman? Wel een lekker ding.

Veel te groot voor haar, natuurlijk, hij stak een ruime kop boven haar uit. Maar, ja het oog wil ook wat. Hoe hou je je handen thuis als hij zo dicht bij is? Mariah had geen idee.

Ze had Morgan Security uitgebreid nagetrokken. Sinds het gedonder met DelMonte had ze zich aangewend om iedereen die op haar pad kwam na te trekken.

En Mariah deed haar werk grondig. Ze had een compleet dossier over Phil en zelf zijn meest geheime missies stonden daar in.

Ze had het goed opgeborgen. Alleen zij kon erbij. Ze wist precies wat voor man hij was en alles over vorige relaties, al waren dat er niet veel.

Phil pleegde een telefoontje met zijn vriend Ben. Naderhand probeerde hij uit te leggen wat voor plannen hij had.

‘Ik zal een tekening maken voor wat ik in gedachte heb’.

Hij tekende met grote halen een streep op de kaart.

‘Hier een hek, en daar een poort met portier, zoals jullie wilden, hier camera's met infrarood. Bewegingsmelders hier en hier.’

Hij markeerde verschillende plekken op de kaart.

'Die woestenij wordt opgeruimd, zodat er beter zicht is op insluipers van die kant.

Hij keek Mariah aan,

'Is dat wat, liefje?’ vroeg hij.

'Noem me geen liefje, dat is wel wat. En het grote pand?’

‘Het grote pand verdelen we. Begane grond wordt overdekte parkeergarage, dan komt Morgan Security. Daarboven maken we een verdieping met een aantal woningen, voor de dames in nood. Bovenin een penthouse met kantoor en balkon voor jou. Feedback, schatje?’

Ze vond geweldig dat hij aan de opvang had gedacht en dat hij de meest veilige plek had gevonden.

‘Noem me geen schatje’ zuchtte Mariah ‘Klinkt goed. Behalve dat penthouse. Te hoog, te kwetsbaar? Ik weet niet, mm, voelt niet goed.’

‘Kogelvrij glas is een optie, lieverd, er zit nergens een raam in op het moment. We moeten nog praten over het budget.’

‘Noem me geen lieverd’ Mariah begon haar geduld te verliezen met de lange man.

Hij leek alles veel te gemakkelijk te vinden. Hij overal een weerwoord op.

‘Maar ik maak me zorgen over de flat die er staat. Die kijkt uit op het dak en iemand met een geweer heeft vrij zicht, of een raketwerper’ overdreef ze.

‘Mm, ik snap je punt, heb je zulke gevaarlijke vijanden? Verwacht je zulke types hier?’

Hij krabde weer over zijn kin. Misschien moest hij nog eens goed nadenken over de beveiliging van dat pand.

‘Je hebt geen idee.’

Ze klonk een beetje kribbig. Ze werd gek van dat raspende geluid.

‘Dit wordt een hele kostbare klus, gaan jullie dat redden? Ik heb ook nog wel wat te investeren.’ stelde Phil voor.

‘Dat moet ik overleggen met Dinda, Eva en Moragh, misschien moeten we er een hele andere bedrijfsstructuur van maken, dat weet Moragh wel’

Het viel Mariah op dat hij zijn koosnaampjes niet gebruikte op het moment dat het serieus over zaken ging. Zoveel respect had hij nog wel.

‘Ben komt morgen langs en dan inspecteren we het hele terrein. Ga jij ook mee? Ik zal wel op je passen.’ na een korte stilte ‘kleintje’ Hij grinnikte.

De diepe bas van zijn lach sprak Mariah wel aan.

Heel zijn serieuze gezicht lichtte op als hij zo ondeugend was. Zijn ogen glinsterden.

Mariah zuchtte diep en melodramatisch.

Hoofdstuk 5

 

Hij had een slechte dag gehad. Een hele slechte dag. En een nog slechtere avond.

Zijn nieuwe zakenrelatie had een hoop vragen gesteld over die vrouw, hij wilde weten wanneer hij haar kon ontmoeten. Hij wilde haar kopen. Hij was veel te geïnteresseerd geweest. Die aandacht was niet goed. Aan zaken waren ze ternauwernood toegekomen.

Hij kon die vrouw natuurlijk niet laten zien, ze ontsnapte hem steeds, maar dat kon hij niet toegeven.

En hij wilde haar ook niet verkopen.

DelMonte had wat smoesjes verzonnen en hij was bang dat dat doorzien was. Daar ging zijn goede naam. Met het terroriseren van zijn huishoudster kwam hij er niet. Dat was duidelijk.

Hij gooide met zijn glas naar zijn huishoudster en met zijn telefoon naar zijn Nummer Twee.

Nummer Twee dook op tijd opzij, in plaats van de telefoon te vangen. De telefoon knalde tegen de muur en viel in stukken uit elkaar, alweer.

Nummer Twee sloop weg. Hij was niet gediend van het gedrag van zijn baas, maar tegensputteren kon je het leven kosten. DelMonte was een levensgevaarlijke man.

 

Met z’n drieën liepen ze door het grootste pand op het industrieterrein. Het was een kolossaal groot gebouw, daterend uit de vorige eeuw. Er was een staalverwerkingsbedrijf in gevestigd geweest.

Het was van rode baksteen gebouwd. De fundering van het gebouw was zwaar en stevig uitgevoerd en nog in goede staat.

De grote walsen waren weg, wat enorme lege hallen en hoge plafonds opleverde.

De ramen waren gigantisch groot, verdeelt in secties zodat er grote blokken ontstonden. Ze waren bijna allemaal kapot. Er waren reusachtige roldeuren in de twee vleugels. Je kon de weg van het ijzer nog volgen. De takels tegen de zoldering. De enorme funderingen van de ovens waren er nog. De ovens ontbraken.

De twee vleugels van het gebouw vormden een hoek met het hoofdgebouw, zodat er een ruime binnenplaats ontstond, met één open kant. De binnenplaats lag vol met rommel en schroot.

Het gebouw was heel ruim, drie verdiepingen hoog, terwijl de verdiepingen op zich ook hoog waren, wel meter of tien. Aan de buitenkant waren grote pilaren en bogen ingemetseld, die de contouren van het gebouw volgde. Het middengedeelte had een puntdak, met zwarte dakpannen, de zijvleugels waren plat en iets lager als het middengedeelte en duidelijk van latere datum.

Aan de voorkant van het gebouw was een grootse entree, een elegante trap, breed van onderen, smaller uitlopend naar boven met aan weerszijden een dubbele gemetselde pilaar.

De trap liep uit in een dubbele deur.

Overal lag troep. Graffiti op de muren. Mariah kon toch de charme en de potentie wel zien.

Ondanks de rommel was het een klassiek gebouw met mooie lijnen. De oude gratie was nog goed te zien.

‘Je kan wel zien dat de laatste renovatie niet al te lang geleden is, de kozijnen zijn nog goed, ondanks het gebroken glas.’zei Ben, al prikkend met een mes in de kozijnen. ‘het heeft z’n, voordelen, dat het bijna casco is. Er hoeft niet al te veel gesloopt te worden.’

Ben was een grote blonde vent, met een gespierde lijf en enorme biceps. Hij had een opvallende tribal om zijn bovenarm, wat verdween onder het shirt wat hij droeg op de militaire cargobroek. Die broeken leken wel een uniform voor deze mannen.

Hij had ondeugende donkerblauwe ogen en een korte blonde baard. Hij had een aanstekelijke grijns.

Hij was een teamgenoot van Phil geweest en net zo’n Pietje precies als het om veiligheid ging.

Hij vertelde dat een deel van zijn ploeg, zijn maten uit het leger waren.

‘Ik heb wel een vriendje die architect is, hij kan het snel ontwerpen’ Phil pakte zijn telefoon.

‘Ik heb wel wat ideeën om in de muren te stoppen’ zei Ben ‘Ik heb begrepen dat je wordt gezocht door wat onfrisse types? Heb je enig idee waartoe die in staat zijn?’

‘Ze zijn in staat tot alles wat je kunt bedenken en dan nog een beetje erger.’ zei Mariah.

Ze trilde bij de gedachte.

‘Ik denk niet dat ik ze nog kwijt ga raken, dat probeer ik al twee jaar. Ik ben al tijden niet zo lang op één plek gebleven.’

Ze zag er moe uit. Ze was hier nog maar een paar dagen en ze had al in tijden niet goed geslapen.

‘We hebben al een hoop voorzorgsmaatregelen genomen, camera's, bewegingsmelders, infrarood en meer van dat leuks, voorlopig beveiligen we eerst de opvang en dan later de rest van het terrein. Je moet voorlopig maar bij Dinda blijven logeren, meis. Zij woont toch in de opvang?’ Phil bekeek haar bezorgd.

Het stond hem niet aan dat vermoeide gezichtje. Ze moest beter voor zichzelf zorgen. Daar zou hij voor zorgen als hij de kans kreeg.

‘Ja, ze woont hier’ zei Mariah.

Ze kreeg de bibbers van Phil, die zo dicht bij haar stond dat zijn aftershave kon ruiken, terwijl het toch een subtiel geurtje was. Hij was deels verantwoordelijk voor haar slaapgebrek. Als ze aan hem dacht, dan sliep ze niet.

Hij legde een hand op haar rug, als om haar te leiden, maar voornamelijk om haar even aan te raken.

Hij zou bijna wensen dat hij zo vrijmoedig was als zijn broer Dave. Die had Dinda’s hand gepakt en niet meer losgelaten.

Mariah trilde onder zijn hand. Wat zou ze hem graag mee sleuren om een beetje lol te maken. Dat was veel te lang geleden. Die hand voelde goed.

‘Dit is een groot project.’ zei Ben peinzend.

‘Ik vraag me af of we het kanaal kunnen gebruiken voor de aanvoer van materialen, zodat dat niet door de wijk hoeft? Is dat een belangrijke reden waarom de bedrijven hier zijn gesloten?'

‘Er komt geen zware industrie meer hier, meer ateliers en kantoren’ knikte Mariah.

‘Een veilige plek om te werken’

‘Dat kanaal is een optie, moeten we wel kijken hoe diep het is, maar daar komen we wel achter. Ik ken wel iemand’ zei Phil en pakte zijn telefoon.

Hij begon iemand een berichtje te sturen. Mariah begon zich te realiseren dat Phil altijd wel iemand kende die iets voor hem kon regelen, of aan de juiste informatie kon komen. De man had een uitgebreid netwerk en een nog grotere vriendenkring.

‘Ik heb een plek nodig om materialen op te slaan en om van uit te werken’ zei Ben.

Mariah knikte om zich heen.

‘Plek zat, zoek maar uit.’

Ben wees naar een klein betonnen pandje aan op de kade. Het was een functioneel vierkant betonnen gebouw, met aan de voorkant een kantoor en aan de achterkant woonruimte. Het was niet groot, maar wel onbeschadigd.

‘Kantoor van de havenmeester’ zei hij en liep er heen om het te inspecteren. De deuren zaten op slot met grote zware fonkelnieuwe hangsloten. Mariah haalde een sleutelbos uit haar zak.

‘Ik denk niet dat ik daar een sleutel van heb’

Ze gaf de sleutelbos aan Ben. ‘misschien handiger als jij die bij je houdt’

Ben spitte door de bos heen en stak hem in zijn zak.

‘Geen huurcontract op dit pand? Eigendomsrecht of iets anders?’

‘Nee' zei Mariah. ‘Alles is van Save Haven Inc. Het zou leeg moeten zijn. Dus breek maar open.’

Ben liep terug naar zijn truck en pakte een betonschaar en een breekijzer.

‘Realiseer je je wel dat hier misschien iets illegaals ligt?’ vroeg Phil

‘Jazeker' zei ze ‘Ik ben blij dat jullie bij me zijn, als hier sinistere dingen gebeuren kunnen we dat maar beter weten, niet waar?’

‘Zeker weten, moppie, ik zal je altijd beschermen’ knipoogde Phil.

Mariah wist wel wat Phil aan het doen was, hij probeerde de spanning te breken, zodat ze niet in paniek zou raken of bang zou worden. Maar ze had genoeg mee gemaakt om hier niet bang voor te zijn, ongerust misschien, dat wel.

Ze had twee grote mannen bij zich, die ook nog getraind waren in gevechten.

Nee, alleen in een donker steegje in je auto overnachten, dat is pas verontrustend, wetend dat een paar hele gevaarlijke mannen naar je op zoek zijn. Het was ook beangstigend als er mensen je moeder naar het leven stonden omdat ze het spelletje niet mee wilde spelen.

En nog alarmerende werd het als het ze lukte en de kroeg en het enige thuis wat je kende, afbrandde met je moeder er nog in.

Dus nee, dit was niet genoeg om bang te worden.

‘Noem me geen moppie.’ zei ze enigszins gecharmeerd dat hij iedere keer weer iets anders wist te verzinnen.

Met een hoop lawaai brak Ben de sloten van de deur af en deed hem open.

De ruimte was donker. Ben zocht naar een lichtknopje en het licht ging aan toen hij het knopje vond.

De ruimte was goed verlicht, schoon en droog. Niet direct wat je verwachtte in een verloedert bedrijfspand.

Het stond vol met dozen.

Phil sneed voorzichtig één van de dozen open. De doos zat vol met dvd's, waarschijnlijk illegale. Ook Ben opende een paar dozen, ook dvd's. Hij zag een paar bekende titels.

‘Politie bellen?’ vroeg Ben.

‘Ik ben niet heel gek op de politie, die zijn corrupt’ mompelde Mariah ‘in ieder geval te veel zijn corrupt. Laat me even denken. Dinda is hier opgegroeid, misschien heeft zij ideeën’

Mariah pakte haar telefoon en belde Dinda.

Intussen inspecteerden Ben en Phil de rest van het pandje. Het bleek in verrassend goede staat. Zelfs de badkamer was acceptabel.

‘Dinda zegt dat we contact moeten opnemen met William Connor, Oom Bill. Hij is zeg maar de patriarch van de wijk. Hij moet inspraak in hebben wat er met de spullen gebeurt en of er politie bij betrokken wordt.

Ze zijn waarschijnlijk van een bewoner van de wijk. Ze zegt dat het altijd beter is de mensen in de wijk mee te hebben als tegen je. En dat we moeten bedenken dat het niet vol met drugs of wapens ligt. dvd's zijn relatief onschuldig. Ik ben het met haar eens’ zei Mariah, nadat ze de telefoon heeft opgehangen.

‘Heeft ze ook gezegd waar we hem kunnen vinden? Adres of telefoon nummer?’ vroeg Phil.

‘Een kroeg. The Golden Coin. Die weet ik wel te vinden.’ zei Mariah.

Ben deed zorgvuldig de deur weer dicht.

 

Markerton Bay was een wijk waarin de teloorgang al jaren bezig was. De spiraal ging alleen maar sneller neerwaarts.

Ooit was het een welvarende wijk geweest met een florerend industrieterrein. Veel inwoners werkten in de staalfabriek en in de glasfabriek op iets bescheidener schaal.

Er waren wat kleinere bedrijven die langzaam groeiden. De bewoners van de wijk waren niet rijk, maar welvarend genoeg om hun kinderen naar een goede school te sturen.

Er was een school, een supermarkt, een bakker en een café. Nog wat andere kleinere winkels waren aan het pleintje gevestigd.

Het was een kleine, maar gezellige groene wijk.

Toen de staalfabriek verhuisde, gingen een aantal werknemers mee, maar een groot deel bleef achter en sommige vonden elders werk, maar een aantal ook niet.

Ook de glasfabriek sloot zijn deuren, dit bedrijf ging failliet en langzaam maar zeker verdween alle activiteit op het industrieterrein. Het verval zette in en de bewoners van de wijk werden steeds armer. Sommige verhuisden en de onderlaag kwam ervoor terug.

Huisjes melkers kochten die huizen en verhuurde ze, maar pleegden geen onderhoud.

Dit was het geval voor het flatgebouw, wat uitkeek op Safe Haven. De mensen die er nu nog woonden hadden geen enkel vooruitzicht meer. Ellende en ziekte waren een dagelijkse gang van zaken, hetzelfde met verslavingen aan alcohol en drugs. Geweld en criminaliteit gingen hand in hand met de ellende van de bewoners.

Jackson deed wat hij kon om ongewenste elementen uit de wijk te houden en om de mensen die hulp konden gebruiken, die ook te bieden. Het was wachten op projectontwikkelaars totdat die hele wijk plat zouden gooien.

Maar waar zouden de bewoners dan heen moeten? Alleen de straat bleef over, dit was al een eindstadion geworden.

In de stad waren de huren hoog en de huizen klein.

Het was een onoplosbaar probleem en Jackson maakte zich grote zorgen. Ook zijn eigen café ging langzaam ten onder.

Hij had er nog een baan bij, zonder dat kon het cafeetje niet blijven bestaan. Het zou allemaal nog veel erger worden, voor het beter werd.

Het kroegje lag op het pleintje. Het was haveloos net als de rest van de wijk.

De ramen waren vuil. En paar beroepsalcohollisten hingen aan de bar.

De vloer plakte, de wanhoop straalde van het pandje af. De zaken gingen slecht.

De barman leunde lui onderuit en deed iets met zijn telefoon. Hij keek niet op, toen ze binnen kwamen.

Aan een van de tafeltjes zat een donkere man met kort geknipt staalgrijs kroeshaar.

Hij had een gegroefd gezicht met een grote neus. Hij leek een jaar of zestig, maar dat leek hij al jaren. In zijn zwarte ogen glinsterden pretlichtjes. Hij had een krant voor zijn neus en een kop koffie. Mariah liep zonder schroom naar hem toe. Ze kenden elkaar nog van vroeger. Ze had samen met Dinda de wijk soms onveilig gemaakt. De kroeg van haar moeder had hier niet zo ver vandaan gelegen.

Het bleef trekken voor Dinda naar het wijkje waar ze was opgegroeid. Ze waren geregeld op bezoek gekomen.

‘Oom Bill, kent u me nog?’ vroeg ze.

‘Kleine Mariah, dinnetje van Dinda, lang niet gezien. Kom even bij me zitten.’ zei William Connor vriendelijk.

‘Gaan jullie maar even aan de bar hangen, jongens’ zei Mariah tegen Phil en Ben. ‘Dan kan ik even met Oom Bill praten.’

De mannen liepen zonder tegen te sputteren naar de bar.

Phil fronste. Hij was niet van plan om haar ook maar een moment uit het oog te verliezen. Hij ging met zijn rug naar de bar staan en hield Mariah zorgvuldig in de gaten.

Oom Bill keek de twee mannen met een bedachtzame blik na.

‘Een vriendje en een bodyguard’ zei hij. ‘Heb je dat nodig? Hier in mijn wijk.?’

‘Twee medewerkers, die een beetje op me passen, jammer genoeg is dat nodig. Oom Bill, we moeten even praten. Het industrieterrein, het grote huis en de halve wijk is verkocht. Wist je dat?’

‘Ja’ zei Bill, ‘Dat wist ik, aan Save Haven Inc. Ik moet alleen nog uitvinden wie daar achter zit en wat hun plannen zijn. Dat blijkt gecompliceerd'

'Zoek niet verder, Safe Haven Inc. Dat zijn Dinda en ik. We gaan de boel opknappen. Weer bedrijven vinden die daar willen zijn, geen zware industrie, maar kantoren en ateliers. Dat is het basisplan. De huizen knappen we ook op. Wat denk je, oom Bill?’

‘Werkgelegenheid voor de wijk?’

De werkeloosheid was hoog in de wijk. De wijk was een vergaarbak geworden van de onderste laag van de bevolking en de spiraal omlaag draaide nu lang genoeg. Bill maakte zich zorgen over de bewoners van de wijk, als alles afgebroken werd en er dure huizen voor terug gebouwd werden. Nu Mariah het had gekocht in plaats van projectontwikkelaars, was er nog een kans dat het weer de goede kant op zou gaan.

‘Zeker, er gaat veel opgeknapt worden. Ook in de wijk. We hebben personeel nodig. Dinda houdt van deze plek. Maar nu loop ik tegen een probleem aan. Mag ik die aan je voorleggen?’

‘Zeker’

‘We waren de panden aan het bekijken, wat is te redden en wat afgebroken moet worden. Vinden we toch een berg dozen met films. Wat moet ik nu, oom Bill? Politie bellen? Ik hou niet van politie. De boel weggooien? Maar dat is iemands kapitaal. Dus ik dacht ik ga raad vragen, ik wil geen gedoe.’

Bill trok een peinzend gezicht.

‘Ik denk dat dat pand morgen wel leeg is, dan heb je geen zorgen meer.’

‘Zorgen heb ik zat. Dat zal nog wel een poosje zo blijven,’ zei Mariah ‘maar bedankt.’

‘Jij bedankt’ knipoogde Bill ‘Ik heb gehoord over je problemen. We zullen wel een beetje opletten. Heb je een nummer wat ik kan bellen?’

Mariah gaf hem Phils nummer. ‘Hij gaat over de beveiliging, hij heet Phil.’

‘Tegenwoordig is Jackson de baas hier, ik ben met pensioen. Hij komt zich nog wel voorstellen.’ zei Bill

‘Sorry’ zei ze, ‘dat wist ik niet. Ik hoop niet dat ik hem voor het hoofd heb gestoten?’

‘Nah’ zei Bill. ‘Hij overleefd het wel.’

Hij knipoogde naar haar.

Toen ze de kroeg weer uit waren en in de truck waren gestapt praatte Mariah de twee mannen weer bij.

Ze waren niet erg enthousiast over Connors oplossing, maar legden zich erbij neer.

‘Gaan we verder met de inspectie? We hebben de woonwijk ook nog te doen’ vroeg Ben. ‘Dan kunnen we daarna het budget bespreken.’

 

 

 

Hoofdstuk 6

 

Hij zat in zijn favoriete restaurant en at zijn favoriete maaltijd. Het leven was goed op dit moment. Hij had een paar mooie deals lopen en verwachtte binnenkort veel geld te verdienen.

De enige doorn in zijn vlees was dat kleine monster. Ze was nog steeds niet gesignaleerd.

Nummer twee zat bij hem aan tafel en at spaghetti.

Zijn telefoon lag op tafel en begon te trillen. Nummer twee keek op de telefoon en lachte tevreden.

‘Ze is gezien. In Markerton Bay. Op het oude industrieterrein. In gezelschap van twee mannen. Mijn mannetje dacht dat het bodyguards waren. Ze heeft het terrein niet meer verlaten. Is dat niet het terrein waar die kleine krullenbol die dierenopvang heeft?’

DelMonte keek tevreden, vandaag kon niet meer beter worden.

Hij bromde een beetje terwijl hij nadacht.

‘Laat ze vannacht ophalen, als ze daar niet is moeten ze het blondje meenemen.’

Nummer twee knikte en begon een tekst te versturen.

 

Dinda was lekker aan knuffelen met Atlas, Dave keek een beetje jaloers toe.

Ze droeg een strakke spijkerbroek en een simpel wit shirt. Haar haar stond alle kanten op.

Ze zag er lekker uit. En lief.

Ze hadden samen de kennels schoon gemaakt en de beesten gevoerd. Haar shirt was een beetje nat geworden. Net als gisteren. En de dag daarvoor.

Hij werd gek van die billen in die strakke spijkerbroek. En die borsten. Hij zuchtte diep.

De stallen waren schoon, hij had inderdaad een ezel gehoord, maar er waren ook ganzen, kippen en eenden.

De ganzen en eenden huisde helemaal achterin het terrein bij een poel.

Dave, Dinda en Atlas zaten op de binnenplaats, die gevormd werd door de achterkant van het huis, de voorkant van de stal en de kennel.

De gebouwen vormden een aaneengesloten blok, aan één kant open.

En nu was ze met de hond aan het knuffelen, ze zou beter met hem, uh.

Hij zuchtte weer. Dave wist dat hij die gedachte diep moest begraven, die fantasie zou hem wel eens zwaar in de problemen kunnen brengen. Vrijen met een klant, niet heel slim.

Dus troostte hij zich ermee eens kwaad naar de hond te kijken.

De hond keek terug met een verheerlijkte grijns op haar brede kop. Haar roze tong hing uit haar bek.

‘Ben je niet bang voor haar?’ vroeg Dave een beetje mistroostig.

Ze moest haar hand zo over hem halen en niet over die hond. Hij was verdorie jaloers op een hond. Hoe diep kan je zinken.

‘Nee, waarom? Ze is een schatje, ik denk dat ik deze maar hou.’ zuchtte ze

‘Ze ziet er helemaal niet uit als een schatje’ zei Dave ‘lekkere smaak heb jij’

‘Ik heb een uitstekende smaak, ik vind jou leuk’

Dat laatste stukje mompelde ze, hopend dat hij dat niet gehoord had. Het was haar ontglipt voor ze het tegen kon houden. Hoe oud was ze eigenlijk?

Ze leek wel een puber. brrr. Geen filter, blijkbaar. Vlinders in haar buikje.

Ze voelde zich een beetje verlegen, wat vreemd was, ze had geen verlegen bot in haar lijf, nooit gehad ook.

Ze was altijd behoorlijk direct in wat ze wilde of niet wilde. Maar nu niet. Nu werd ze nerveus van Dave.

Ze haatte dit. Die onzekerheid. De zenuwen.

Ze had zich nooit onzeker gevoeld op het gebied van mannen.

Ze had op school geen dates gehad, dat was te ingewikkeld geweest, nadat ze een soort van geadopteerd was door Mariah. Maar ondanks alles woonde ze daar illegaal, Martha zei altijd dat ze haar nichtje was.

Martha, Mariahs moeder, had het goed gevonden dat ze bleef op voorwaarde dat ze naar school ging en goed haar best deed. En dat had ze gedaan, ze had hoge cijfers gehaald.

Ze had hard gewerkt voor een studiebeurs. En verschillende, slecht betaalde baantjes om de rest te financieren. Baantjes waar ze zich nu voor schaamde. Maar toen moest er brood op de plank komen en een studie betaald. Tegen die tijd was Martha al overleden, maar Mariah en zij waren beiden achttien en vielen niet meer onder jeugdzorg.

Al was het overlijden van Martha een klap geweest, ze waren samen geweest. Samen hadden ze getreurd om Martha.

Eerst hadden ze in een kraakpand gewoond en daar hadden ze de andere meiden leren kennen.

Samen waren ze gaan studeren, ze hadden een huis gedeeld. Dinda studeerde economie en Mariah en Eva informatica, Moragh studeerde rechten.

En nu deed ze de administratie van hun bedrijf, White Hat Interventions, dat behoorlijk hard groeide.

Ze werkten samen met de twee andere meiden Moragh en Eva.

Ze hadden elkaar allemaal leren kennen toen ze in hetzelfde kraakpand verbleven.

Later hadden ze met z’n vieren een huis gehuurd.

Dinda had haar eerste winstgevende investering gedaan en dat was alleen maar meer geworden. Een laptop en een internetverbinding waren genoeg voor haar.

Met het geld dat ze verdiende met de verschillende suffe baantjes had ze een paar geweldige investeringen gedaan en met het geld dat ze daar weer aan verdiende nog een paar betere.

Wat Mariah kon met computers, kon Dinda met geld. Dinda had er een neus voor om winstgevende investeringen te doen. En ze was een meester in het vinden van een zwendel in de cijfers. Cijfers praatten tegen haar, ze zongen hun eigen lied, zei ze altijd.

Een dissonant haalde je er zo uit. Het was gewoon een kwestie van goed luisteren.

Nu had Mariah een idee dat hun skills combineerde.

Het werd een stuk makkelijker om malversaties boven water te krijgen, met het nieuwe programma.

Mariahs ideeën waren stuk voor stuk goud waard en vermoedelijk miljarden in de verkeerde handen.

Ze hadden de avond ervoor zitten brainstormen over hoe je in de administratie kon terug vinden of er gemanipuleerd werd en hoe je de verantwoordelijken kon vinden.

Dinda had vertelt dat als ze iemands administratie controleerde, dat ze altijd op zoek ging naar kleine veranderingen in het routinematige.

Ze had eens mee gemaakt bij een bank, dat een van de medewerkers bij alle overboekingen, betalingen en gepinde betalingen, maar één cent stal en liet over maken naar zijn eigen rekening. De gestolen bedragen waren zo klein dat het meestal niet eens gemerkt werd, maar er waren zoveel acties dat de man in korte tijd een miljoen dollar bij elkaar had .

De man was vertrokken en zijn gesjoemel kwam boven water. Nooit meer wat van gehoord.

‘Leuk hè? ‘grijnsde Dave. ‘Goeie smaak. Zullen wij dan even knuffelen?’

‘Nee, dank je, ik heb al een god in mijn armen, He? Atlas?’ koerde ze tegen de hond.

Ze keek hem ondeugend aan en beide schoten in de lach.

De hond grijnsde mee, met haar tong hangend uit haar bek. Zij had haar mens gevonden en bij haar zou ze blijven. Dinda stond op om haar terug in haar kennel te stoppen, maar ze ging op haar rug liggen en weigerde om op te staan.

‘Kom op, overeind jij’ Dinda trok aan een slappe poot, zo groot als een bord. ‘dan kan je in je hok.’

De hond hield zich nog slapper.

Dinda probeerde haar te verslepen, gleed uit en viel op haar kont. Atlas gaf geen centimeter mee.

‘Aaaw, ze wil met jou mee’ zei Dave ‘Net als ik. Laat haar toch, ik kan me zo goed voorstellen wat ze doormaakt’

‘Nooit geweten dat veteranen zulke zachte hartjes hadden’ zei Dinda plagend.

‘Ik zal je wat zachts laten zien’ dreigde Dave.

Hij had er genoeg van. Hij greep Dinda bij haar nek en drukte een kus op haar lippen.

Dinda humde achter in haar keel en kuste hem terug. Dave kuste haar harder.

Er leken vonken tussen hen heen en weer te schieten.

Hij trok zich langzaam terug. Ze smaakte verrukkelijk.

‘Zo onverstandig’ zei hij ‘kussen met klanten, dan vergeet ik op te letten. Zo, zo onverstandig’

Hij verstrengelde zijn vinger in haar haar. Hij keek haar diep in haar ogen. Het blauw spetterde hem tegemoet.

‘Maar wel lekker’ zei Dinda ademloos en drukte haar lippen weer op de zijne.

Ze drukte haar lijf tegen hem aan en sloeg haar armen om zijn middel.

Hij sloeg zijn armen om haar heen. Een hand in haar nek, een arm om haar middel.

Hij kuste haar harder en gaf haar zijn tong. Dinda humde weer. Hij trok haar dichter naar zich toe. Een hand gleed om haar billen. Een hand gleed om zijn billen. Er sloegen vonken over en weer.

‘Wat is dit’ vroeg Dave met zijn mond tegen haar lippen ‘voel jij het ook?’

‘Ja, ik voel het ook’ zei ze stilletjes.

Atlas, ondertussen, had gemerkt dat de focus van haar mens verschoven was van haar naar een andere mens. En dat beviel haar niets.

Zij stond op en schoof haar grote neus in het kruis van de man en ademde hard uit.

Grroef.

Dave schoot naar voren, struikelde en begon te vallen, samen met Dinda.

Hij zag kans om hen in de lucht om te draaien zodat hij niet op haar zou landen en ze smakten met een onelegante plof op de grond. Ze was diep onder de indruk van zijn reflexen. Die draai was razendsnel gegaan.

‘Oef, neem een hond zeiden ze’ pufte Dave, de lucht uit zijn longen geslagen.

‘Dat is leuk zeiden ze’ giechelde Dinda ‘Ik heb je nu precies waar ik je hebben wilde.’

‘En waar is dat?’ vroeg Dave, grijnzend, haar stevig vasthoudend.

‘Onder me’ lachte ze.

Dave greep haar steviger beet en draaide haar om zodat ze onder hem kwam te liggen.

Hij kuste haar, op zijn gemak haar mond verkennend, grondig.

‘Dit bevalt me ook heel goed’ glimlachte Dave.

Atlas legde voorzichtig twee poten op de rug van Dave en ging liggen.

‘Ooh’ pufte Adinda ‘dat is zwaar.’

Dave hees zich overeind en nam Dinda met zich mee.

Hij tilde haar op totdat ze oog in oog waren. Haar voeten bungelden boven de grond.

Hij keek in haar mooie blauwe ogen,

‘We kunnen dit beter later en binnen doen, zonder hond die zich ermee bemoeit. Kom je vanavond in mijn camper eten? Uitgaan is een beetje moeilijk, op dit moment. Vanavond? Als ik niet op hoef te letten en me door jou mag laten afleiden?’

‘Oké’ zei Dinda. ‘Vanavond, dat is beter dan hier in het stof te liggen rollen.’

Dave zette haar weer op de grond en stofte haar grondig af, vooral haar billen.

 

Mariah keek uit het raam en zag Dinda en Dave door het stof rollen.

‘Daar bloeit wat moois’ zei ze tegen Phil, die een tekening stond te bestuderen.

Phil keek naar buiten en grinnikte.

‘Rommelen met klanten, daar gaat hij nog wat van horen’

‘Ah, wees lief. Ik heb Dinda in tijden niet zo veel zien lachen als vandaag. Ik zie haar graag gelukkig.’

‘Ach, snoepje, ik ben altijd lief, laten we nog even blijven focussen op ons werk, Ben is bijna klaar met het hek en wil verder met het hoofdgebouw. Ik heb je uit gelegd wat we in de muren gaan stoppen zodat zelf een raket het niet laat instorten. Als ze een raket op je afsturen is alles wel kapot, maar het stort niet in. Dat zou veilig moeten zijn toch? Wist je dat er een kelder onder dat pand zit?’

Zuchtend wende Mariah zich af en keek weer naar de tekening.

‘Noem me geen snoepje. Hoe lief kan je zijn, dan?’ vroeg ze uitdagend.

Phil keek haar schuin aan

‘Ik kan heel lief zijn, lieverd’ zei hij en haalde diep adem. Ik moet gewoon de moed vinden om het te doen, dacht hij stilletjes. Ik ben marinier, verdorie.

Hij werd waanzinnig door haar aan getrokken, hij droomde van haar en ze haalde al zijn beschermende en bezitterige gevoelens naar boven.

Van mij, dacht hij iedere keer dat hij naar haar keek. Hij vond het zelf ook wel een beetje eng. Zo bezitterig. Hij herkende zichzelf amper.

Hij had zich nog nooit zo gevoeld en dat maakte hem onzeker.

‘Heel erg lief, zelfs’ zei hij een beetje knorrig.

Mariah zuchtte weer

‘Maar zij krijgt alle kusjes en knuffels, ik alleen maar mooie praatjes.’

Phil legde voorzichtig zijn hand in haar nek en trok haar langzaam dichterbij

‘Ik ben geen neanderthaler die zijn slachtoffer bespringt, Snoesje’ fluisterde hij. ‘Ik doe het wat subtieler.’

‘Maar ik misschien wel’ fluisterde ze terug. ‘Ik hou niet zo van subtiel.’

Ze sprong omhoog en sloeg haar armen om zijn nek en kuste hem vol op zijn lippen.

Hij pakte haar stevig beet met beide handen om haar billen en kuste haar vol overtuiging terug.

 

 

 

Hoofdstuk 7

 

DelMonte hoorde tevreden de plannen aan die zijn nummer twee gemaakt had, de mannen waren geïnstrueerd, de wagens stonden klaar en de ketting voor Mariah was aan de muur geklonken.

Hij was niet van plan om dat glibberige kleine vrouwtje los te laten rondlopen voor hij haar getemd had. Er stond nog steeds iemand op wacht bij de uitgaande weg in de woonwijk, zodat DelMonte zeker wist dat ze daar nog was.

Het was jammer dat hij niet op het terrein zelf kon gluren, maar dat viel veel te veel op. Als ze gealarmeerd werd, was ze zo verdwenen. Hij had zijdelings iets gehoord over een bedrijf dat de bewaking ging doen, maar hij had niet de indruk dat het iets bijzonders was.

Gewoon een relatief klein bedrijf zonder bekende namen. Geen bedrijf dat bij hem op de loonlijst stond.

Misschien tijd dat dat geregeld werd.

Nu had hij niemand daar. Maar hopelijk was het niet meer nodig en had hij haar vannacht te pakken.

Dan kon hij weer overgaan op zijn zaken die langzamerhand stagneerden. Het was maar goed dat hij verschillende goede werknemers had die de lopende zaken draaiend hielden. Hij liet zich veel te veel afleiden door die vrouw.

 

Dinda was een beetje nerveus over de afspraak die avond. Ze wist niet goed wat Dave van haar verwachtte. Ze wist niet goed wat ze zelf wilde.

Wel seks of toch maar niet. Haar laatste vriendje was alweer een tijd geleden.

Hij was met één van haar vrienden in bed gedoken, inderdaad een man, en daar had ze hen gevonden.

Ze hadden haar nog uitgenodigd om erbij te komen, maar dat had voor haar niet gewerkt. Ze was niet van het delen. Ze leken elkaar trouwens leuker te vinden dan haar.

Dat was een klap voor haar zelfvertrouwen geweest en het had best even geduurd tot ze zich daarvan had herstelt.

Ik kan natuurlijk altijd vragen of hij ook op mannen valt, dan valt het niet zo tegen, dacht ze, stilletjes lachend. Misschien heb ik gewoon dat effect op mannen.

Zachtjes klopte ze op de deur. Dave deed open en trok haar naar binnen.

Hij sloeg zijn armen om haar heen en gaf een stevige kus op haar lippen.

'mmmmmm’ humde hij, 'helemaal van mij’

Hij keek haar ondeugend aan en lachte zijn brutale lach.

‘Voor nu dan’ zei hij. ‘kom verder dan kun je me alles vertellen over Adinda Holbrook.’

‘Er valt niet zoveel over haar te vertellen.’ lachte ze ‘28 jaar en geen familie. Mariah, Eva en Moragh zijn mijn familie. Vader onbekend, moeder overleden. Dat was het wel zo'n beetje’

Ondertussen had Dave haar verder de camper ingeleid en haar een plekje op de bank gegeven. Dinda ging zitten en keek om zich heen.

De camper had een kleine kookhoek, een bank met een tafel en een bed boven de cabine.

Een kast en een toilet maakte het af.

‘Het is niet groot, maar groot genoeg als je aan het werk bent.’ zei hij.

‘En ben je nu aan het werk?’ vroeg ze

‘Nee’ zei hij, ‘ik kan me naar hartenlust laten afleiden vanavond. In verband met de veiligheid kunnen we beter op het terrein blijven, dus dan is dit mijn thuisbasis. Ik heb ook nog een appartement. Ik denk erover om die te verkopen en hier op het terrein te gaan wonen. Kan ik ook een beetje investeren in Safe Haven. Anders had ik je wel meegenomen naar mijn huis. Ik heb een erg lekker en groot bed.’

Dave grijnsde ondeugend.

Hij liep zijn keukentje in en begon in een pan te roeren,

‘Bij gebrek aan een groot fornuis wordt het een roerbakje vanavond. Ik hoop dat je dat lekker vind?’

‘Het ruikt heerlijk’ zei ze. Haar maag rommelde als op bevel. ‘en ik heb trek’

‘Vertel me over Dave Morgan, hoe is het om een van een tweeling te zijn?’

Al pratend schonk Dave een glas wijn voor haar in en zette borden en bestek op tafel.

Het was zo klein, dat Dave zich alleen maar hoefde uit te rekken om bij de spullen te kunnen.

‘Val je ook op mannen?’ vroeg ze ineens abrupt.

Ze schrok van haar eigen vraag, maar het was haar ontglipt voor ze het tegen kon houden.

Dave staarde haar een moment verbaasd aan.

‘Nee, alleen op jou’ zei hij, ‘maar je moet me wel uitleggen waar dit ineens vandaan komt.’

Dus vertelde ze hem alles over haar beide vrienden, die nu allebei exit waren.

‘Ik zal je nooit bedriegen en altijd eerlijk tegen je zijn’ beloofde Dave ‘ik weet niet precies waar dit heen gaat, maar als ik denk dat het voorbij is, zal ik je dat vertellen. Ik hou niet zo van vreemdgaan. Ik ben nu geïnteresseerd in jou, dan zal ik ook niet met iemand anders rommelen. Zelfs al wordt het niets. Dat verwacht ik ook van jou’

Dinda werd warm van binnen, ze vond hem erg, erg leuk

‘Ik wil graag met jou zien waar dit heen gaat’ zei ze en nam nog een slokje wijn.

 

Een paar uur later liepen ze samen in het donker over het terrein.

Ze gingen nog even bij de dieren kijken. Ze hadden gegeten, gelachen en gekust. Maar ook gepraat en elkaar over hun jeugd vertelt.

Dat was altijd een moeilijk onderwerp voor Dinda, maar Dave maakte het makkelijk door alleen maar goed te luisteren en geen oordeel te hebben. Aan de vragen die hij stelde was goed te merken dat ook echt luisterde.

Het was gemakkelijk om met Dave te praten, hij had ook het nodige mee gemaakt en dingen gedaan waar hij niet trots op was. Soms had hij nachtmerries over zijn tijd bij de marine.

Soms werd hij getriggerd door geluiden of situaties en kreeg hij een flashback of een paniekaanval, al zou hij dat niet snel toegegeven.

Veel dingen waren geheim en kon hij niet vertellen, maar hij kon wel vertellen hoe hij zich gevoeld had, dat had hij geleerd tijdens therapie. Hij had daar vooral leren praten.

En hij had altijd zijn tweelingbroer om mee te praten, hij had dezelfde missies gedaan en wist wat er allemaal gebeurd was. Dat hielp. Zijn broer worstelde met dezelfde issues.

Onder het overhangende dak van het terras kuste hij Dinda uitgebreid. De ganzen verder op maakte een heidens kabaal. Opeens verstijfde ze.

Dave keek op en in haar ogen.

‘Hoor je de ganzen?’ fluisterde ze. ‘er komt iemand aan vanaf die kant, daarom maken ze zo’n herrie, het is echt het allerbeste bewakingssysteem.’

‘Verdorie’ fluisterde Dave terug ‘Ga naar binnen en doe de deur op slot. Doe pas open als je zeker weet dat ik het ben of mijn broers.’

Dinda schoot naar binnen en deed de deur op slot. Ze wist wel beter dan tegenspreken.

Maar ze ging niet binnen zitten bibberen in een hoekje. Oh nee. Zo werkte dat niet.

Ze liep regelrecht naar de slaapkamer op de bovenverdieping en schudde Mariah wakker.

Atlas liep kwispelend achter haar aan.

‘Bezoek’ fluisterde ze en dook haar kast in.

In een verborgen vak lag haar geweer en een pistool.

Ze gooide het pistool naar Mariah.

Mariah was uit bed gesprongen en had zich snel aangekleed.

Ze was direct wakker en alert. Je overleefde de straat niet als je daar te lang over deed. Het was niet de eerste keer dat zoiets als dit gebeurde.

Ze hadden het licht niet aan gedaan. Voorzichtig schoof Dinda het gordijn open.

Zachtjes opende ze het raam.

Ze richtte haar geweer en wachtte.

 

Dave rende terug naar de campers, die keurig in het gelid geparkeerd stonden.

Hij klopte Phil en Drake uit bed en haalde snel zijn wapens uit zijn camper.

Hij stuurde een berichtje naar de man die aan de weg op wacht stond, zodat hij alert was en op zijn post bleef, aan de voorkant van het huis.

Zijn beide broers waren snel in positie, onmiddellijk in gevechtsmodus.

De drie mannen verdwenen in de schaduwen.

 

Phil droeg een infrarood nachtbril en hield de boel in de gaten. Hij had snel oortjes uitgedeeld en wachtte af.

Na verloop van tijd werden de ganzen weer rustig.

De nacht was heel stil. Te stil.

Geen geritsel van nachtdieren. De broers hadden geduld geleerd en wachtte kalm.

Waren er wel overvallers of was er een ander roofdier geweest die de ganzen verontrust hadden?

Dave zat in de schaduw bij de achterdeur, Drake hield een oogje op de stal en de kennel. En Phil keek in de duisternis.

Ineens zag hij wat bewegen. Drie menselijke vormen begonnen zich los te maken uit het kluwen van grassen en wilgen. Toch roofdieren op twee benen.

Hij hoorde zacht gevloek toen hij een van de mannen zag struikelen. Ze hadden niet de makkelijkste weg gekozen. En ze hadden geen infrarood brillen. Phil grijnsde.

‘Daar komen ze. Drie man rechterhoek.’ fluisterde hij in zijn microfoon.

De tweelingbroers klopte op hun oortje als bevestiging. Stilte was van belang.

Ze hadden de verrassing in hun voordeel. Dat moest zo lang mogelijk zo blijven.

Hij vroeg zich af wie die mannen waren, hij gokte op Smith van het garagebedrijf.

Hij had de opzegging van de huur gehad en was daar vast niet blij mee. Het was een van de panden die ze wilden afbreken.

Peter Smith was een alfamannetje en liet dat niet over zijn kant gaan. Door twee van die kleine vrouwtjes. Nee, dat kon natuurlijk niet.

In het donker begon een van de indringers het vlakke stuk tussen de stal en woonhuis over te steken.

BANG.

Een geweerschot echode tussen de gebouwen en de man stortte gillend ter aarde. Hij was in zijn been geraakt.

Zijn maat probeerde hem te hulp te schieten en rende naar hem toe.

Wie schiet er, dacht Phil verward. Ineens zag hij een flits uit het raam boven komen.

BANG.

Een tweede schot en de tweede man werd geraakt. Deze keer was het zijn schouder.

Ook hij viel en gilde nog harder als nummer een.

Nummer drie wilde er van door gaan en liep recht in de armen van Phil.

Die gaf hem een enorme klap op zijn kaak en man nummer drie deed zijn ogen dicht en ging liggen.

‘Hoeveel zijn er, Dave?’ riep Dinda, ‘Ik heb er twee te pakken.’

‘Ik heb er een’ riep Phil terug. ‘Meer zie ik niet.’

‘Zal ik het licht aan doen?’ vroeg Mariah.

Phil schoof snel zijn bril op zijn voorhoofd. Ineens gingen er schijnwerpers aan die de binnenplaats fel verlichtte. Twee mannen lagen bloedend te kermen.

De derde man was stil.

Phil bond zijn handen achter zijn rug met tyraps.

En daarna zijn enkels ook. Zo, die ging nergens meer heen.

‘Politie bellen?’ vroeg Mariah, ze leunde ver uit het raam ‘dan blijf ik even uit zicht.’

‘Nou, lief’ zei Phil ‘laten we ze eerst maar vragen wie ze zijn en wat ze dachten te komen doen. Wie schoot er eigenlijk. Eerste klas schot, zeg maar’

‘Maak haar nou niet nog arroganter, vriend, ze is nu al niet te harden’ zei Mariah.

‘Schatje, was jij dat?’ vroeg Dave, ‘ Da's mijn liefje’ zei hij trots tegen Drake.

‘Zo’ zei Drake ‘jullie zijn het eens. Dat vind ik wel een beetje walgelijk klef. Heb je haar vertelt dat ze er twee krijgt voor de prijs van een?’

Hij klonk behoorlijk pesterig.

Dinda had nog niet veel te maken gehad met Drake.

Hij had rond het terrein gereden om te zien waar de camera's moesten komen en meegelopen met de bewakingsronden.

‘Ik heb genoeg aan een’ riep Dinda opgewekt tegen Drake, ‘dus ik krijg korting, maar als ik jou erbij moet nemen dan doe ik dat wel, dan zet ik je meteen te koop. Als je net zo leuk bent als je broer ben ik je zo kwijt.’

Drake lachte een volle lach.

‘Ik vind jouw schatje leuk.’ zei hij zachtjes tegen Dave.

‘Ik ook’ zei Dave zachtjes terug.

‘Welkom in de familie, schoonzus, heb je ook nog een zus voor mij? Toevallig een van een tweeling? Nee? Da's nou jammer.’

De Morganbroers lachten allemaal dezelfde smakelijke lach.

 

Ondertussen lagen de neer geschoten mannen te kreunen.

‘Hee’ riep er één ‘gaan jullie nog een ambulance voor ons bellen?’

‘Nou’ zei Phil ‘zou je dat graag willen dan?’

'Heel graag’ zei de man ‘Ik lig hier te bloeden als een rund, mijn maat is al bewusteloos.’

Hij kreunde overdreven en nadrukkelijk.

‘Vertel me eerst eens wat je eigenlijk kwam doen?’

Phil had daar wel ideeën over, maar hij zou dat graag bevestigd zien. Daar hield hij van.

De man zweeg koppig en kreunde van de pijn.

De andere man had het bewustzijn verloren en man nummer drie was ook nog niet bij.

‘Wil hij niet?’ vroeg Dinda hoopvol ‘Wacht Atlas helpt wel. ATLAS’

De grote hond kwam kwispelend aangedraafd. De grond dreunde. Een sliert met kwijl droop uit haar lip.

‘Hallo liefje’ kweelde ze ‘Laat jij het mannetje eens praten, geef hem maar kusjes.’

Atlas sloop dichterbij en zette een grote poot, keurend, op het been van de man.

Precies op de plek waar hij was geraakt. Hij kreunde luid.

‘Goed zo schatje’ prees Dinda de hond en toen vragend aan Phil ‘Wat wilde je precies weten?’

‘Wie hen gestuurd heeft, wat ze kwamen doen, wie is hun baas?’

De schurk klemde koppig zijn kiezen op elkaar en keek schuins naar de grote kop van de hond.

Twee heldere bruine ogen keken terug, terwijl een lage grom zijn been deed vibreren.

De kop was op zijn been gelegd. Witte tanden blonken toen Atlas haar kop optilde en harder begon te grommen. Ze trok haar lip op.

Dinda boog zich over naar de onverlaats oor en fluisterde zacht.

‘Zij heeft nog niet gegeten vanavond’

Ze wees Atlas naar de mans kruis en Atlas schoof gehoorzaam op en sloot langzaam haar bek om de kroonjuwelen.

‘Ze is dol op worstjes’ vervolgde ze.

De man piepte benauwd.

‘Ik zal het zeggen, ik zal het zeggen’ kreunde hij zachtjes, om de hond niet te verschrikken, nu zij haar tanden om zo'n delicate plek had gevouwen.

‘Het was DelMonte. Dat blondje weet de verblijfplaats van Mariah.’ ratelde de man snel. ‘ach, nu ben ik dood’

‘Ah, shit’ zei Dinda, snel denkend ‘Hoe moet ik weten waar ze is? Ze is constant in beweging, elke dag ergens anders.’

‘Ze is hier geweest en niet vertrokken’ zei de man kreunend, ‘roep die hond terug’

‘Oh,nee, je hebt nog steeds mijn huis aangevallen, daar hou ik niet van.’ gromde Dinda.

‘Hoe dan ook, Mariah is hier één nacht geweest, dus komt ze de komende zes maanden niet meer. Zinloos gesprek dit’ zei ze daarna tegen Phil ‘Bel de politie maar om ze op te komen halen.’

Phil keek naar Dave

‘Weet je zeker dat ze niet te veel voor je is? Dat is veel vrouw in een klein pakketje.’

Dave grijnsde alleen maar gelukkig.

‘Ik weet het’ mompelde hij, ‘Ik weet het. Ik ben een mazzelaar.’

Een gedenkwaardige eerste Date.

Hoofdstuk 8

 

Hij vroeg zich af waar zijn mannen waren gebleven.

Hij had van Jake Wessex gehoord dat Mariah over het industrieterrein had rondgereden met twee mannen en daarna had hij vernomen dat het terrein was verkocht.

Hij had er zijn zinnen opgezet en nu piste hij naast de pot. Hij had zwaar de pest in.

DelMonte was een mager mannetje van een jaar of zestig. Hij had strak achterovergekamd zwart haar, wat al flink grijs begon te worden.

Hij was al jaren de baas van De Familie in de stad.

Hij had een praktisch karakter, maar was ook trots.

Hij hield er niet van om ook maar iets te verliezen, dat hij als het zijne beschouwde.

Mariah beschouwde hij als zijn eigendom, net als het industrieterrein.

Het terrein waarover hij nu aan het peinzen was, was verkocht aan een bedrijf wat Safe Haven Inc. heette, maar het was moeilijk te ontdekken wie daar achter zat.

Verschillende naamloze bv's, met anonieme aandeelhouders, maar een echt persoon aanwijzen was lastig. Nu moest hij uitzoeken,wie hij onder druk moest zetten om het terrein over te nemen.

Het was een buitenkansje, een terrein aan het water, waar verschillende projectontwikkelaars in geïnteresseerd waren. Dat kon een mooie winst opleveren.

Een stukje van het terrein was verkocht aan dat mens van die hondenkennel, maar die zouden ze nog wel weg jagen.

Maar de rest van de grond was van dat oude lijk geweest, in dat grote huis. Hij had dat huis voor zichzelf bestemd, maar zij wilde niet verhuizen, maar het huren zolang ze nog leefde.

Hij was daar vierkant tegen geweest en had haar willen intimideren om te vertrekken. De oude heks was veel taaier gebleken dan verwacht.

De verkoop was afgeketst en nu wilde ze niet eens meer met hem praten.

Sterker nog, ze had het snel aan iemand anders verkocht.

Had hij haar maar vermoord, dan had hij met de erfgenaam van doen gehad. Maar daar was het nu te laat voor. Hij moest nodig met haar zoon spreken, die het aan hem beloofd had, maar hij kon niet leveren.

Ondanks dat die man daar dik voor betaald werd om zijn moeder onder druk te zetten en haar over te halen om de boel aan hem te verkopen. Ook weer zo iets.

Waren er nog eerlijke mensen op deze wereld, die deden wat ze beloofden of waar ze voor betaald werden?

Dat bracht zijn gedachten weer op Mariah.

Zij deed precies wat ze beloofde, niet voor hem werken of wat dan ook.

Maar Mariah was daar geweest en hij had nog verschillende diensten van haar te goed.

De schulden die haar vader had waren aanzienlijk.

Hij had zich vergist in de loyaliteit die Mariah voor haar vader moest voelen, blijkbaar geen. Want dreigen hem te vermoorden had haar niet in het nest gebracht, waar ze thuis hoorde.

Hij wilde een slaafje die goed was met de administratie, waar hij een hekel aan had.

Een klein vrouwtje, volledig in zijn macht, om te neuken als hij daar zin in had en te slaan als dat zo uitkwam. Iemand die boog voor al zijn lusten, niet klaagde over de lasten.

En het werk deed waar hij een hekel aan had. En mooi stond aan zijn arm.

Mariah voldeed op bijna alle punten.

Het was een erekwestie geworden. Als hij haar maar te pakken kreeg. Ze was alleen een stuk glibberiger dan verwacht. Het bleek verrekte lastig om haar te pakken te krijgen. Twee jaar probeerde hij haar nu vast te pinnen. Twee keer had hij haar in handen gehad. Twee keer was ze er weer uit geglibberd. Om gek van te worden.

Hij werd langzamerhand het lachertje van De Familie en dat was gevaarlijk met al die familieleden die net zo makkelijk de macht konden grijpen als hem uitlachen.

Zijn macht wankelde. En hij had een belangrijke zakenrelatie waar hij aan moest denken. Die zaken gingen over heel veel geld. Als hij tegenwoordig aan Mariah dacht werd hij woest.

Soms dacht hij dat het eenvoudiger zou zijn om haar gewoon te vermoorden. Om een contract op haar af te sluiten en niet meer om te kijken.

Maar hij werd langzamerhand het lachertje van de onderwereld, omdat hij een vrouwtje van amper een meter zestig niet te pakken kreeg. Ze liep altijd twee stappen op hem voor.

Dat de mannen die hij gestuurd had niet terug kwamen was een veeg teken.

Hij belde nogmaals met het nummer van Henry. De telefoon ging naar Voicemail.

Hij startte zijn computer en logde in met zijn duimafdruk. Hij kreeg een melding dat een update gereed was en dat de computer opnieuw ging opstarten.

Ongeduldig trommelde hij met zijn vingers op het bureau. Dat was vreemd, die melding had hij nog nooit gehad. Hij pakte zijn telefoon en belde naar zijn computerman.

De telefoon ging naar voicemail. Hij trommelde weer op het bureau. Vincent nam altijd op. Mm vreemd.

Hij belde meer nummers. Zijn Nummer Twee. Voicemail.

Het restaurant waar hij regelmatig at, Voicemail.

Het alarmnummer, in gesprek.

Hij wist niet dat dat kon met het alarmnummer.

Daar nam altijd iemand op. Langzamerhand begon hij in paniek te raken. De computer gaf een piepje, update gelukt, computer gestart.

Voorzichtig drukte hij een toets in. Alles leek normaal te werken. Hij checkte zijn mail.

Scrolde door bestanden, ook degene die hij liever geheim hield, maar zag niets bijzonders. Zelfs de bestanden die hij beveiligd had met een wachtwoord.

Tot zover, alles normaal.

DelMonte checkte de telefoon en belde zijn Nummer Twee. De man nam direct op.

‘Nog wat gehoord van Henry?’ vroeg hij. ‘Waar is Vince?’

‘Nee en geen idee’ zei Nummer Twee.

‘Bah’ zei DelMonte en hing weer op. Weer belde hij met Vincent.

Voicemail.

Verslagen leunde hij achterover in zijn stoel en schonk een whiskey in en sloeg het in een keer achterover.

 

Mariah zat achter het bureau waar behoorlijk meer apparatuur op stond dan de twee laptops waar ze mee begonnen was.

Nu ze niet meer constant hoefde te verplaatsen kon ze meer apparatuur neerzetten en waren wat haar betrof de mogelijkheden onbeperkt. Ze had nog veel meer in bestelling.

Moragh zou het ophalen en hier heen brengen.

‘Dus zo ziet een kantoor van jou eruit, schatje, als je iets langer op een plek blijft’ lachte Phil en keek naar alle draden die kris kras, als een bos spaghetti, van het bureau hingen.

‘Een beetje meer ruimte zou leuk zijn’ mompelde Mariah.

Ingespannen typte ze op haar toetsenbord.

‘Hebbes’

Met een zucht leunde ze achterover in haar stoel.

‘Dus, baby ‘ zei Phil. ‘Wat ben je precies aan het doen?’

Mariah keek naar zijn biceps en kwijlde een beetje.

Hij leunde gezellig tegen haar bureau aan en was dus heel dicht bij. Hij droeg een zwart shirt en een zwarte cargobroek.

Zijn zwarte shirt spande strak om zijn lijf en bovenarmen. Hij kon het hebben.

‘Ik ben geld aan het opnemen aan de andere kant van de stad, dus ik ben niet hier’ zei ze

‘Ik moet nu maar een poosje binnen blijven, anders zijn ze morgen weer terug. Maar dan misschien met meer. Noem me geen baby.’

‘Ik moet een groot kantoor aan de tekening toevoegen’ mijmerde Phil, ‘volgens mij is het huidige plan te klein.’

Hij keek naar de aan elkaar gekoppelde verlengsnoeren en vervolgde,

‘Veel stopcontacten, heel veel. Misschien op een werktafel? Aparte groep, onafhankelijke stroom? Mm, ik wil niet weten wat ze doet als de stroom uitvalt’ mompelde hij in zichzelf.

‘Heb je de bank gehackt, popje?’ vroeg hij haar en gluurde tersluiks naar haar borsten. Heel mooi, dacht hij

‘Natuurlijk, domme vraag. Voer je altijd twee gesprekken tegelijk? Een met mij en een met jezelf?’

‘Drie gesprekken als je heel eerlijk bent, twee met jou en een met mezelf. Ja dat gebeurt wel vaker.’ zei Phil lachend. ‘Ik kwam laatst mezelf tegen en toen hebben we een goed gesprek gehad’

‘Flauw.’

Mariah grinnikte.

‘Oh en noem me geen popje’ zei ze voor de vorm ‘Een groot kantoor met heel veel stopcontacten, hemels.’ vervolgde ze dromerig.

‘Beter als een bos bloemen, knapperd?’ vroeg hij, met een lach in zijn stem.

‘Veel beter, zo romantisch’ zuchtte ze. ‘hoe gaat het met bouwen?’

‘Het gaat goed, lieverd. Het kanaal is geschikt voor aanvoer, er is vandaag een kraan neergezet. Het materiaal is gekocht en de schepen zijn in aantocht. Het kan niet beter. Zolang hier allerlei werklui rondlopen krijg je je eigen bodyguard. Hij heet Boris. Ik denk dat je hem wel zal mogen.’ Phil keek tevreden. ‘Ik verwacht hem ieder moment.’

‘Boris hmm’

Mariah keek op haar scherm en klikte iets aan. Daarna schreef ze een regel code en klikte weer met de muis.

‘Wat doe je, suikerbeestje?’ Phil grinnikte bij die laatste.

Ze was van tegenstribbelen overgegaan tot het negeren van de koosnaampjes,

Maar die laatste was zo erg, die kon ze niet negeren.

Mariah maakte een braakgeluid. Phil lachte harder.

‘Je hebt gelijk, die was te erg. Maar wat ben je aan het doen?’

‘Ik ben bezig met een applicatie, die fraude aan het licht moet brengen. Acties die buiten het normale zijn, in kaart brengen. En ik leg een database aan van mensen die of rommelen, of op andere manieren opvallen. Als het mogelijk is neemt de computer een foto. Het is een beetje als vissen. Nu ik meerdere computers kan laten draaien kan ik het eindelijk afmaken. Ik speel al eeuwen met het idee.’

‘Ik dacht dat je een hacker was, liefje?’ vroeg Phil.

Mariah wreef met twee handen over haar schedel, zodat haar haar recht overeind

stond.

‘Ben ik ook, in principe, maar ik verdien mijn geld met hackers buiten de deur houden. De beste manier om een dief te vangen is met een dief. Dus nu werk ik aan een stukje software, dat werkt een beetje als vissen. Een stukje aas en een lijntje om de vis binnen te halen. Of om de hacker te traceren. Het lukt me wel, ik ben er bijna. Ik heb het grondwerk gedaan op mijn laptops, maar voor het echte werk heb ik stabiel internet nodig en veel rekenkracht. Morgen komt nog wat speelgoed.’

‘Dan heb je nog wat verlengsnoer nodig en een tafel. Het wordt wel wat vol hier met die beveiligingscamera's erbij. Uh, ja, mm, Boris moet ergens slapen, dus hadden we bedacht dat Dinda bij Dave slaapt, jij bij mij en Boris hier. Is dat oké, kanjer?’

Hij dacht als ik het snel zeg, hoort ze misschien niet wat ik zeg.

‘Bedoel je te zeggen dat ik seks ga hebben vanavond?’ vroeg Mariah met een uitgestreken gezicht.

Ze trapte er duidelijk niet in.

Phil wangen werden een beetje roze.

'IIIIII’ gilde Mariah , ‘ik heb een marinier laten blozen’

Ze kwam niet meer bij van het lachen,

Phil stormde op haar af, plukte haar uit haar stoel en drukte haar tegen de muur, zo dat ze oog in oog waren, met zijn hele lijf strak tegen haar aan. Haar voeten bungelden boven de vloer.

‘Ja’ gromde hij ‘jij hebt seks vanavond’

‘Met jou?’ piepte ze

‘Met mij’ en hij kuste haar totdat ze haar naam niet meer wist.

 

Er werd op de deur geklopt en Phil haalde zijn mond van haar af.

‘Boris’ Zijn stem was schor.

Met een diepe zucht zette hij haar op de grond en ging de deur opendoen. Boris kwam binnen.

Hij was de grootste man die ze ooit gezien had.

Een Reus. Ruim twee meter. Blond haar dat alle kanten op stond. Vriendelijke bruine ogen en een markant gezicht met een haviksneus, overal spieren, zag ze, en twee keer zo breed als zij.

Ze liep naar hem toe, stak een hand uit naar zijn kolenschop en legde haar hoofd in haar nek om hem in de ogen te kunnen kijken.

‘Het is bijna niet te geloven dat we van de dezelfde soort zijn, de wolfshond en de chihuahua. Aangenaam Mariah’

Boris pakte voorzichtig het handje en keek omlaag.

‘Weet je zeker dat ze echt is en geen popje?’

Zijn stem rommelde zwaar. Vragend keek hij naar Phil.

Ze schoten tegelijk in de lach.

‘Ha’ zei ze nog na gniffelend ‘Deze hou ik. Als ik ooit iets voor je kan doen, op computer gebied dan, moet je het maar zeggen. Koekjes bakken kan ik niet, nooit geleerd.’

Ze haalde nonchalant haar schouders op.

‘Dat geeft niet, dat kan ik zelf.’ Boris lachte naar haar.

‘Dus ik moet op dit onderdeurtje passen? Ik mag wel voorzichtig zijn anders breekt ik haar per ongeluk.’

Mariah hoorde een heel licht accent. Iets Europees, Russisch?

Dat zou je aan de naam wel zeggen.

‘Waar kom je vandaan ?’ vroeg ze nieuwsgierig.

‘Ergens uit de Russische bossen.’ was het norse antwoord.

Boris keek met een dreigende blik naar haar. Jammer genoeg was Mariah niet erg onder de indruk.

‘Dus,’ zei ze ' Voornaam, achternaam, geboortedatum, dan kan ik je even natrekken, dat doe ik altijd met mensen die ik niet ken.’

‘Heb je dat ook met mij gedaan, liefje?’ vroeg Phil verbaasd.

‘Ik heb een heel dossier over jou, alle geheime missies incluis, dus duh’

Ze rolde met haar ogen en leek zo erg op een brutaal keffertje, dat beide mannen in de lach schoten.

‘Hup Boris’ zei ze, ‘kom op met de informatie.’

Boris keek Phil aan met een vragende blik.

‘Ze vind het toch wel uit, dus vertel het maar gewoon, voor Mariah bestaan er geen geheimen.’

‘Ik heb een voornaam, die is Boris. Maar ik heb geen achternaam. Tegenwoordig ben ik bekend onder de naam Petrov, maar die heb ik verzonnen. Ik heb geen geboortedatum. Ik ben nooit ergens ingeschreven. Ik weet niet hoe mijn moeder heette, ik noemde haar mama.

Ik weet niet wie mijn vader was. Ik ben nooit door haar naar school gestuurd. Ik weet dat ze mij geheim hield, omdat ze heel erg bang voor mijn vader was. Ze is overleden in een brand toen ik vijf jaar oud was. Ik heb een beetje rondgezworven, ben gevonden en verkocht. Ontsnapt en uiteindelijk weer gevonden door Drake. Hij heeft me een baan en een huis gegeven en valse papieren. Daar ga je niets vinden, want ik besta niet.’

Hij zuchtte diep.

‘Ach’ zei ze peinzend, ‘maar als je kon kiezen, wie zou je dan zijn?’

‘Een hele gewone man, met misschien wel een vrouw en een paar kindjes, een baan en een huis.’

Hij keek even naar het plafond en wreef met zijn handen door zijn haar, een nog grotere chaos veroorzakend.

‘Maar ik ben wie ik ben en vertel mij eens, waar is de tv?’

Het verhoor was duidelijk voorbij.

‘O, die is er niet, het is niet mijn huis, dus sla me niet.’

Mariah grijnsde brutaal naar de twee mannen.

Ze keek verlangend naar haar bureau en zei:

‘Ik ga maar eens aan de slag.’

Boris zuchtte diep en leek verdrietig bij het gebrek aan een tv.

 

Hoofdstuk 9

 

 

DelMonte belde met Nathan, de zoon van dat oude kadaver. Hij wilde weten waarom ze de boel had verkocht. Om precies te zijn, ze had het niet aan hem verkocht. Daar was DelMonte behoorlijk gepikeerd over.

Er viel veel geld te verdienen aan dat land en nu leek het aan zijn neus voorbij te gaan. Hij had dat land al doorverkocht aan zijn nieuwe zakenrelatie en die had hij nog niet verteld dat de deal niet doorging. Misschien kon hij de nieuwe eigenaars vinden. Nadat hij had afgerekend met Nathan. Nate ontkende in alle toonaarde dat het land verkocht was.

‘Ik rijd nu naar mijn moeder en ik zorg ervoor dat het vanmiddag nog geregeld wordt.’ beloofde Nathan.

‘Dat is precies wat er gebeuren gaat want anders is dat het laatste wat je verkloot hebt’

DelMonte brieste gewoon van nijd. Het mocht een wonder heten dat hij nog geen hartaanval had gehad.

 

Miss Julia liep onrustig door de kamer.

Haar benen deden zeer, maar dat was de leeftijd. Kwaaltjes hoorden erbij.

Waar ze regelrecht tegenop zag, was dat ze Nate moest vertellen dat ze alles had verkocht.

Er viel voor hem alleen nog geld te erven. Hij was zo hebberig en dwingend dat ze zich zorgen maakte dat hij door het lint zou gaan.

Ze had het land en de gebouwen ver beneden de waarde verkocht, zodat ze in haar geliefde huis kon blijven wonen. Alle andere gegadigden wilden het huis afbreken.

Ze was geboren en getogen in dit huis. Het was gebouwd door haar grootvader.

Het was haar grootvader die het staalverwerkingsbedrijf begonnen was. Haar vader had het uiteindelijk verhuist en verkocht.

Het was al verdrietig genoeg dat ze de grond had moeten verkopen, maar op deze manier hield ze nog enigszins een vinger in de pap.

Haar visie en de visie van de vrouwen van Safe Haven kwamen wonderwel overeen.

Ze wist best wel dat ze haar een moeilijk mens vonden, met veel eisen en wensen, maar dat kon haar weinig schelen. Ze was altijd iemand geweest die precies wist wat ze wilde.

Ze was geboren in een rijke familie en haar vader had haar geleerd om haar eigen zaken te regelen. Daar was ze hem altijd dankbaar voor geweest.

Haar zoon had altijd al een hekel aan dit huis gehad. Hij had haar ook gehaat, al had ze nooit goed begrepen waarom. Hij was haar enige kind en ze was zo enorm trots op hem geweest.

Maar ergens waren ze elkaar kwijt geraakt.

Het was moeilijk geweest toen haar man overleed, ze had zoveel van hem gehouden.

Het was een klap geweest dat hij omkwam in een auto ongeluk. Hij werd aangereden en was op slag dood. De dader werd nooit gepakt.

Nathan had zich bezorgt en liefhebbend opgesteld en had alle zaken van haar willen overnemen. Het had wat onnatuurlijk aangevoeld.

Ze had altijd zelf voor haar zaken gezorgd, in tegenstelling wat haar zoon dacht, en ze had geweigerd. Sindsdien was de verstandhouding nog meer verslechterd.

Nu sprak ze hem bijna nooit meer en zij kwam bijna niet meer buiten de deur.

Met de komst van de vrouwen van Safe Haven was er weer allerlei activiteit op het terrein.

Bouwvakkers liepen af en aan en ook aan haar huis werd er van alles gerepareerd. Het dak was weer waterdicht en lekkende kranen waren in orde gemaakt.

Dat had ze ook wel zelf kunnen regelen, maar ze zag altijd op tegen vreemden in haar huis. Maar nu leek het wel allemaal vertrouwd en veilig. Ben, de aannemer was een schatje.

Er konden geen vreemden zomaar op het terrein komen, nu er bewaking was. Ze realiseerde zich nu pas hoe alleen ze zich had gevoeld en hoe angstig ze was geweest.

Ook realiseerde ze zich dat ze bang was voor haar zoon. Ze besloot één van de vrouwen te bellen voor raad en ze belde degene die ze het beste kende. Adinda.

Zij was regelmatig langsgekomen de afgelopen maanden en had een beetje op haar gelet. Soms had ze wat boodschappen voor haar gedaan.

Ze had haar gezelschap geapprecieerd. Ja, ze ging haar bellen en voegde daad bij het woord.

 

Dinda had onmiddellijk ingegrepen en had een beest van een man gestuurd met de verzekering dat het een grote lieverd was en dat er geen reden was om bang voor hem te zijn. Hij was gewoon in huis om een oogje in het zeil te houden.

Ook had Dinda gevraagd of ze niet liever permanent iemand in huis wilde. Dat kon niet Boris zijn, die mocht ze alleen maar een paar uurtjes lenen, maar Dinda bood aan om iemand permanent te te zoeken voor haar. Dat kon eventueel ook een vrouw zijn.

Gewoon voornamelijk voor de gezelligheid en een beetje voor de veiligheid. Ze woonde alleen en was op leeftijd. Ze had beloofd erover na te denken.

Ze was op dit moment blij dat Boris er was.

Nathan kwam het huis zonder te kloppen binnenstuiven, ze zag in één oogopslag dat hij pissig was.

‘Ik moest me legitimeren om hier heen te kunnen, ze moesten jou bellen om toestemming, moeder, wat heb je gedaan?’ snauwde hij, getergd.

Zijn moeder moest goed begrijpen dat hij de dienst uitmaakte en niet zij. Hij was al ver gevorderd om haar onder curatele te stellen en haar zaken over te nemen.

Zij zou naar een psychiatrisch ziekenhuis verdwijnen en zich nooit meer ergens mee bemoeien.

‘Ik heb de boel verkocht, dat leek me makkelijker voor jou. Dan hoef je je niet bezig te houden met die griebel, zoals je het hier altijd noemt.’

Miss Julia keek tevreden.

Ze wist best dat Nathan woest zou zijn.

Wat hij zich niet realiseerde was dat hij een haartje verwijdert was van onterving.

‘Je hebt WAT?’ brulde hij en hij hief zijn hand om haar een mep te geven. Hij hoorde een keel schrapen achter zich en keek om. Hij liet verbijsterd zijn hand weer zakken.

Achter hem stond de grootste vent die hij ooit gezien had.

De man wuifde met zijn wijsvinger heen en weer in een vermanend gebaar. Verder zei hij niets.

‘Wie is hij? Stuur hem weg Moeder.’

Nathan wierp een boze blik op zijn moeder, die kleintjes in haar stoel zat. Het werd makkelijker om haar te domineren nu ze ouder werd.

Ze had altijd zo formidabel geleken, maar uiteindelijk was nu maar een oud mensje.

‘Ik heb de boel verkocht, ik huur dit huis nu. Er is hier niets meer te halen voor jou’

Eigenlijk had ze een beetje leedvermaak nu ze hem zo verslagen zag.

‘Moeder, je weet niet wat je hebt gedaan, ik heb nu zoveel moeilijkheden, ik heb contracten afgesloten op dit land. Waarom nu?’

Nathan kreunde vertwijfeld.

‘Omdat ik weet wat jij gedaan hebt, ik heb het eindelijk uit gepuzzeld. Het heeft me wat tijd gekost om te geloven wat je hebt gedaan, maar ik kan het niet over mijn kant laten gaan. Ik wil mijn enige kind niet naar de gevangenis sturen, maar ik wil je ook niet meer zien of horen. De geldkraan is bij deze dicht en je zal in je eigen onderhoud moeten voorzien. Het is niet aan jou om contracten af te sluiten op dit land.’

Nog nooit was Miss Julia zo blij geweest dat ze de boel aan Safe Haven had verkocht en ze had ook nooit verwacht dat ze gebruik zou moeten maken van waar ze voor stonden.

Uiteindelijk de bescherming van vrouwen tegen wat dan ook.

Al was dat hun eigen familie. Het was een klap geweest om er achter te komen dat haar eigen zoon, zijn vader had vermoord. Maar het bewijsmateriaal was overweldigend geweest.

Het leek haar niet prettig om zo paranoïde in het leven te staan als Mariah deed, maar nu was ze er dankbaar voor. Mariah trok echt iedereen na waarmee ze te maken kreeg en was op alle vuile was van haar zoon gestuit. En ja, ze was ook op de hoogte van zijn poging om haar onmondig te verklaren om aan haar vermogen te komen.

Mariah had het moeilijk gevonden om het haar te vertellen, maar ze had het toch gedaan. Ze was er dankbaar voor, een gewaarschuwd mens telde voor twee.

Nathan balde zijn vuist en stak hem omhoog in hulpeloze woedde en gromde.

‘Bedankt Moeder, je hebt mijn dood veroorzaakt. Nu ben ik genoodzaakt om te verdwijnen omdat ik dingen heb beloofd die ik nu niet na kan komen.’

Hij draaide zich om en marcheerde de deur uit.

‘Opgeruimd staat netjes’ mompelde ze en een traan liep over haar wang’

Boris knielde voor haar neer en plaatste voorzichtig twee overmaatse handen op haar magere knieën.

‘Ik ben trots op je, Miss Julia’ zijn stem rommelde diep ‘Ik weet dat het moeilijk voor je was’

‘Hij was het laatste wat ik had aan familie, nu ben ik echt alleen’ ze zuchtte diep.

‘Nee, Miss Julia, je hebt een hele familie in Safe Haven, weliswaar geen familie door bloedbanden, maar wel uit keuze. Veel mensen hier hebben geen familie dus we kunnen altijd wel een oma gebruiken. Daarom klitten we zo samen, anders zijn we zo alleen. Wij allemaal.’ Boris keek haar recht aan met zijn warme bruine ogen. Ondanks dat hij op zijn knieën zat, stak hij nog boven haar uit. Ze boog voorover en kuste hem op zijn wang.

‘Ik zou vereerd zijn met een kleinzoon als jij’ zei ze geëmotioneerd.

‘Mooi’ zei Boris, ‘ik ook met een oma zoals jij, dus laten we elkaar adopteren, maar je moet me één ding beloven. Je moet me beloven om me niet in je testament te zetten, zelf niet voor het kleinste dingetje, dan raak ik in grote moeilijkheden’ en hij vertelde uitgebreid hoe het kwam dat hij niet bestond.

Omdat oma’s hoorden te weten wat er gebeurde in het leven van hun kleinzoons.

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 10

 

 

Hij wreef in zijn handen en feliciteerde zichzelf, hij had succesvol Pete voor zijn karretje gespannen. Daar verwachtte hij veel van.

Pete was een slim mannetje en hij zou het wel voor elkaar krijgen.

Die ellendig wijven zorgden ervoor dat een rechtgeaarde zakenman zijn werk niet goed kon doen, ook al was dat soms een beetje illegaal werk.

Hij had veel vertrouwen in Pete

 

Het bouwen ging voorspoedig. De ramen zaten er al in. Valse ramen aan de kant waar het flatgebouw op uitkeek. Aan de buitenkant leken het keurige kantoorramen, met gordijnen ervoor. Maar iets verder de kamer in zaten zware stalen platen en gewapend beton.

Van die kant zou niemand beschoten worden.

Phil had lang over de beveiliging na gedacht, en er van uitgaande dat vrouwen die hier in de opvang terecht kwamen net zulke gevaarlijke vijanden hadden als Mariah, dan moest het gebouw een atoombom of een raket kunnen overleven.

De kant van het gebouw die uitkeek op de dierenopvang en het kanaal had grote ramen.

Al het glas was kogelwerend van de hoogste klasse. Getint zodat inkijk onmogelijk was.

De hallen waren zo hoog geweest, dat er extra etages waren gecreëerd. Wat uiteindelijk een parkeerlaag en vijf verdiepingen opleverde.

De bovenste verdieping was wel iets bijzonders aan het worden.

Het was speciaal voor Mariah ontworpen.

Dus was er een keuken, twee slaapkamers en een huiskamer gemaakt, maar wat het bijzonder maakte was het enorme kantoor met een groot inpandig balkon.

Ook had Phil opgelet bij het eindeloze geklaag dat veel in de keuken te hoog was voor zijn moeder en in overweging nemend dat Mariah kleiner was, had hij de keuken aangepast op haar lengte. Misschien iets te laag voor hem, maar perfect voor Mariah.

In Phils visie zag hij een balkon waar grote planten de sfeer bepaalden.

Hij vond dat Mariah veel te weinig buiten kwam.

Logisch, ze zat hier ondergedoken, maar toch. Op het balkon kon ze veilig een frisse neus halen.

Op de eerste etage kwam het kantoor van Morgan Security en woonruimte voor de broers, al hoopte Phil dat hij boven kon wonen. Er was een enorme gemeenschappelijke keuken.

De liften en trappen waren zo ontworpen dat je,vanaf de begane grond, altijd bij de balie, op de eerste verdieping, uit kwam.

Daar kwam een bewaker te zitten. Ook de trappen gingen niet verder.

Vanaf de eerste verdieping gingen trappen en liften verder omhoog, maar vanaf een ander punt, naar de andere verdiepingen, waar vooral woonruimte was.

Grote gezamenlijke huiskamers en keukens, en een persoons- en twee persoons- slaapkamers. Sommige met tussendeuren voor eventueel kinderen.

In het midden van het pand liep een zwaar verstevigt trappenhuis naar beneden van de bovenste etage naar de kelder.

Het trappenhuis was bombestendig.

Deze trap was niet bedoelt voor dagelijks gebruik, maar in geval van nood.

Op de deuren stond alarm en als je de deur open deed ging het brandalarm af met veel lawaai.

Het pand bleek te beschikken over een grote kelder met twee verdiepingen omlaag.

Onder aan de trap was een veilige kamer gemaakt. Zwaar beveiligd. Brand en bombestendig. Ondergronds.

Het was de bedoeling dat er slaapplaatsen kwamen en eten en drinken werd opgeslagen.

Op die verdieping was er ook een ziekenboeg met een aantal bedden en een controleruimte. Alle beveiliging werd daarvandaan geregeld en alles was hermetisch af te sluiten.

Op de onderste etage was de stroomvoorziening geregeld.

Het gebouw was niet afhankelijk van elektriciteit van buitenaf, maar draaide op zonnepanelen en accu's en generators als noodstroom.

De uitlaten van de generators liepen door het bombestendige trappenhuis naar het dak.

Die kelders waren zwaar beveiligt. Overal in het pand waren camera's, behalve in de badkamers, maar ze waren bijna niet zichtbaar.

De parkeerlaag had alleen ingangen aan de kant van de dierenopvang.

Zodat iedereen die in de flat was geen zicht had op het komen en gaan van de bewoners van het pand.

Nu was het tijd om na te denken over de buitenboel.

De straten waren er slecht aan toe en moesten worden opgeknapt.

Zou het overdreven zijn om tunnels onder de grond te maken?

 

Ondertussen was Peter Smith laaiend.

Iedere keer moest hij zijn legitimatie laten zien als hij naar zijn eigen bedrijf wilde.

Kentekens werden nagetrokken, wat niet prettig was als de hoofdmoot van de auto's gejat was. Geregeld wilden ze zelfs in de auto’s kijken en gezien de handelswaar die hij vervoerde was dat geen goed idee.

Buitengewoon onprettig.

Aan het pand zelf werd niets meer gerepareerd, het werd immers afgebroken.

De huur was opgezegd, de chaos was compleet en hij wist niet of hij dat nog kon veranderen. Hij had nog koopwaar die hij niet meer kon verplaatsen. DelMonte was een maatje van hem en hij had gezegd dat de oplossing was om Mariah uit de vergelijking te halen en ontvoeren leek de makkelijkste oplossing.

Ze was maar drie turven hoog. Je stopte haar zo in je broekzak, zei DelMonte

Het grootste probleem was dat hij Mariah nooit had gezien. Hij had haar zeker weten nooit op het terrein gezien. Ze was klein. Dat was alles wat hij wist.

Maar dat mens van de opvang was ook klein. Of zou hij haar bedoelen?

Zij heette toch geen Mariah, maar hoe ze wel heette wist hij niet.

Ondanks al het gepest van de afgelopen maanden had hij nooit haar naam gehoord.

Wat was dat mens hardnekkig. Niet weg te jagen.

En met het verschijnen van dat beveiligingsbedrijf was zijn kans verkeken.

Als hij de mogelijkheid kreeg, dan gooide hij haar in de achterbak van zijn auto en hoopte er maar het beste van. Alleen die honden. Brr

 

Boris en Dinda waren een paar honden aan het uit laten, terwijl Phil op Mariah paste.

Nou ja, oppassen.

Even lekker knuffelen, dacht Boris.

Hij was zowat weggekeken daar en nou liep hij lekker buiten. Het was erg plezierig om even uit te waaien.

Dave was een beveiligingsprobleem aan het oplossen en zou later weer terug komen.

‘Heb je het nog een beetje naar je zin bij Mariah?’ vroeg Dinda. ‘Ik heb je klacht over de tv gehoord, maar ik kijk vrijwel nooit, sorry.’

Atlas liep naast haar en duwde zijn kop tegen haar been.

‘Dat maakt niet uit, ik kijk wel op mijn laptop.’ gromde Boris.

‘Word je niet gillend gek van al dat binnen zitten?’ Dinda grijnsde naar hem.

‘Ja nou, vroeger was ik meestal buiten, ik heb nog nooit op zo'n huismus gepast.’ zuchtte hij.

‘Ze is heel hard aan het werk, ik weet niet precies wat ze aan het doen is, maar Moragh klaagt ook al dat ze overal spullen moet ophalen.’ zei Dinda

Ineens kwam er een auto de hoek om scheuren, die frontaal op hen in reed. Boris zakte door zijn benen en sloeg tegen de grond. Hij stootte hard zijn hoofd en was even van de wereld.

Ook Atlas had een klap op gelopen en Dinda was zelfs door de lucht gevlogen van de duw die ze van Atlas had gekregen. Ze lag te suizebollen.

Voordat iedereen weer bij zijn positieven was, sprong Smith uit de auto, raapte Dinda op en smeet haar in de achterbak. Hij scheurde meteen weer weg.

Boris schudde zijn hoofd en keek de wagen na, het bloed liep over zijn gezicht.

Hij wierp een blik op het kenteken en belde naar de poort.

Daar was de bewaker bezig met het sluiten van het hek, toen de wagen er vol gas doorheen scheurde. Hij kon nog net opzij springen.

Hij sloeg onmiddellijk het alarm in, maar de auto verdween om de hoek en was weg.

 

‘Het spijt me’ zei Boris, terwijl hij het bloed van zijn hoofd veegde. ‘Ze waren weg voordat ik weer overeind was, het ging te snel. Ik schaam me dood.’

Dave ging door met het verbinden van zijn been, Boris had echt een harde klap gemaakt.

Dave knarste met zijn tanden en zei niets.

Dat kon hij niet, hij had het gevoel dat hij ieder moment kon ontploffen. Zo woest was hij op de ontvoerder.

Atlas was een beetje gekreukeld, maar mankeerde verder niets. Zij had de klap voor Dinda opgevangen en iedereen had een goede hoop dat ze verder ongedeerd was.

Het kenteken had niets opgeleverd, behalve dat de auto gestolen was, en het vermoeden dat de garageman er iets mee te maken had.

‘Ik denk dat het DelMonte is’ zei Mariah. ‘Misschien hebben ze ons door elkaar gehaald of wil hij ruilen. Ik ga in zijn computer kijken en zijn telefoon checken om te zien of ik iets kan vinden.’

Ze verdween mompelend achter haar computers.

Dave was bleek en stond te schudden in zijn laarzen. Hij was woest.

Niet op Boris, hij zag wel dat de man het slecht had, maar op de ontvoerder.

‘Die man moet van het terrein, morgen ga ik zijn toko afbreken’ gromde Dave.

‘Eerst Dinda terug en dan grijp ik hem. En DelMonte ook. Als hij haar maar een haartje in de war brengt dan dan dan is de stad te klein om je in te verbergen.’

 

Een paar uur later zei Mariah verbaasd

‘Verdomd als het niet waar is, ze hebben haar bij een computer in de buurt gelaten. Ze moet bonnetjes invoeren.’

Mariah begon te lachen.

‘Oh, wat een sukkels. Je wil Dinda niet in je administratie hebben als ze boos op je is, je bent zomaar een paar miljoen kwijt als je even niet oplet.’

‘Hoe dan?’ vroeg Dave.

'Jouw meissie is een whizzkid met geld, en administratie is niet meer dan schuiven met geld. Dinda's woorden, niet de mijne. En nu laat hij haar bonnetjes invoeren. Ze mailde me stiekem. Ze is oké Ze weet niet precies waar ze is. Ik ben bezig het IP adres te vinden.

Ik mail meteen terug, dat als ze herrie hoort, ze onder het bureau moet kruipen of zo. En ik stuur een paar huisdiertjes mee. Voor op die computer.’

Mariah zat als een razende te typen.

Ze was in de weer met een flashdrive en een oude laptop, die normaal gesproken nooit aangesloten stond.

Op die laptop stond haar jarenlange verzameling met virussen. Na verloop van tijd zuchtte ze eens diep en leunde terug in haar stoel.

‘Nu maar wachten tot alles op zijn plek staat.’

‘Heb je een adres?’ vroeg Dave.

‘Ja, dat heb ik, maar als je even wacht kan ik DelMontes beveiliging uitzetten en dan heb je de verrassing aan je kant.’

‘Ik wacht niet’ zei Dave ‘Ik ga wat mannen bij elkaar roepen en ons klaarmaken om te gaan, geef haar een oortje en ga mee Phil.’

‘Ik ga ook mee’ zei Boris. ‘Ik heb nog een heel zuur appeltje met ze te schillen.’

‘Ik roep Ben even hier en pak een paar honden en dan beloof ik dat ik hier blijf zitten, oké? Ga Dinda halen!’ zei Mariah. Ze kreeg een snelle kus van Phil en hij rende de deur uit.

 

Dinda vond zich zelf terug in de achterbak van een auto. Het was benauwd daarbinnen en haar hoofd deed zeer. Haar rug zat vast onder de blauwe plekken van de buiteling die ze gemaakt had. Het was ontzettend oncomfortabel.

Dinda overlegde met zich zelf of dit het moment was om bang te worden, ze besloot van niet. Angst ging niet helpen, als ze dood ging, ging ze dood.

Wat jammer zou zijn, want ze was nog lang niet klaar, ze had nog dingen te doen.

Maar soms is het niet anders. Maar ze zou niet gaan zonder gevecht. Nooit.

De auto reed een poosje en stopte, reed nog een stukje verder door en stopte weer.

Ze hield zich klaar. Ze hoorde een portier slaan en de kofferbak ging open.

Ze schopte naar degene die zich over de kofferbak boog. Hij kreeg een voet in zijn gezicht, maar deinsde niet terug.

‘Hier,trut’ hij haalde uit met zijn vuist en sloeg haar midden in haar gezicht.

Haar neus begon te bloeden. Ze was meteen tam. Haar hoofd suisde weer.

Hij pakte haar beet bij de band van haar broek en bij de kraag van haar shirt en droeg haar zo het huis in, als een vieze hond, die hij liever niet wilde aanraken.

Ze stikte zowat van de kraag van het shirt, die in haar keel sneed.

Hij gooide haar op de vloer aan de voeten van een man, die ze herkende als DelMonte.

Mariah liet haar vrienden niet in het ongewisse over mensen die gevaarlijk konden zijn.

Dinda duizelde nog van de klap die ze had gehad. Hoestend bleef ze liggen en krulde zich in foetushouding.

‘Dit is Mariah niet’ brulde DelMonte laaiend.

Hij gaf haar een schop. Ze kreunde en rolde zich verder op.

‘Dit is die vriendin, die is nutteloos’ en hij gaf haar weer een schop.

Dinda kreunde weer, ze kon het niet binnen houden al probeerde ze dat nog zo hard. Die trappen deden echt zeer.

‘Zij kan ook je bonnetjes verwerken en misschien kan je wel ruilen. Mariah is niet op dat terrein. Ik weet niet waar ze is.’

Smith keek zowaar verontschuldigend.

DelMonte leek iets te kalmeren, bij het idee dat hij in ieder geval één slaafje had die het rot werk voor hem kon doen en, bedacht hij opgevrolijkt, als hij Mariah had, dan had hij twee slaafjes. Ze pasten goed bij elkaar, die twee.

Even groot of klein, hoe je het ook bekeek, blond en donker. Jammer dat deze van die kleine tieten had.

Hij zag zich al lopen, met aan iedere arm een vrouw. Dan ging hij indruk maken op zijn nieuwe zakenrelatie.

‘Ga je me helpen?’ schreeuwde hij terwijl hij zich naar de vrouw op de grond boog.

‘Nee’ kreunde Dinda, ‘natuurlijk niet, achterlijk figuur.’

DelMonte haalde weer uit.

 

 

 

Hoofdstuk 11

 

DelMonte wreef in zijn handen. Hij had die kleine krullenbol te pakken, ze was lekker aan het werk gezet door hem.

Ze had wat aansporing nodig gehad van hem, maar tenslotte had ze het licht gezien en had gedaan wat er gezegd werd. Uiteindelijk gehoorzaamden ze altijd.

Hij hield van vrouwen die plooibaar waren.

Hij nam een slokje van zijn whiskey, de beste natuurlijk die voor geld te koop was.

Misschien was het tijd voor een welverdiend tukje.

 

Tegen de tijd dat de mannen alles hadden ingeladen, wapens, explosieven en een hele boze Dave en op de plaats van bestemming waren aangekomen, had Mariah het systeem gehackt, de beveiliging overgenomen en de telefoons onklaar gemaakt.

Ze had ondertussen ook nog een hoop bij geleerd van Luke, die van alles wist over beveiligingscamera’s, en ze hadden op de valreep een methode bedacht om op de camera’s in te breken. Zo konden ze zien wat er binnen gebeurde. Altijd handig.

Reuze interessante materie, had ze gedacht, ze moest vaker praten met Luke.

Zelf zat ze in de vluchtauto buiten het hek te wachten, Moragh zat aan het stuur.

 

Dinda had zich opgesloten in het toilet, nadat ze door Mariah gewaarschuwd was dat reddingsploeg buiten was.

Dat veroorzaakte nogal wat tumult omdat haar bewaker vond dat ze eruit moest komen en Dinda vierkant weigerde. De deur bleek van een buitengewoon goede kwaliteit te zijn en gaf niet toe aan het gebeuk van de mannen.

DelMonte werd er bij gehaald en het gebrul werd oorverdovend. De afleiding was fenomenaal, de mannen konden het niet beter hebben.

Dinda’s hoofd had geklopt van de val die ze had gemaakt, en van de klappen en schoppen die ze had gehad omdat ze Mariah niet was en omdat ze niet wilde meewerken.

Uiteindelijk had ze maar toegegeven, toen het tot haar doordrong dat ze op een computer moest werken.

Internet was beveiligt en ontoegankelijk, maar je was niet bevriend met Mariah zonder wat trucjes op te pikken. Mariah was altijd vrijgevig als het ging om delen van kennis.

Die beveiliging was kinderspel. En daarna had ze lekker met Mariah zitten mailen en haar sporen weer uitgewist. Ze had Mariah toegang gegeven om in de computer in te breken en ze had wat geld verschoven naar hoekjes waar DelMonte dat niet snel zou vinden.

De limiet van zijn creditcards was overschreden omdat die limiet ineens heel erg laag lag.

Ze had wat betaalrekeningen geblokkeerd en een of twee rekeningen in het geheel laten verdwijnen. Ze had wat wachtwoorden veranderd. Niets onoverkomelijk, maar wel irritant.

Ze had zich uitstekend vermaakt, niets zo leuk als de administratie te verkloten van iemand waar je een hekel aan had.

DelMonte zou haar nooit meer aan het werk zetten.

Ze had een linkje naar de belastingdienst gestuurd, waar ze zijn schaduwboekhouding konden vinden.

DelMonte zou nog weken nodig hebben om de boel weer in orde te krijgen.

Ze had een doos met bonnetjes gehad, en af en toe had ze een bonnetje van de ene naar de andere stapel gelegd, alsof ze een braaf aan het werk was.

Ze had van alles gedaan met zijn boekhouding, behalve bonnetjes invoeren.

Niet te geloven dat een gehaaide crimineel zo ontzettend dom kon zijn.

 

Mariah had alles gehackt wat ze kon hacken en was tot haar verbazing ook nog sporen van een oude bekende tegen gekomen, Ghost. Die kende ze nog uit haar hackerdagen. Ghost deed wel eens werk voor haar.

Als er programma's getest moesten worden dan deed Ghost dat vaak. En nu was Ghost in de computer van de grootste gangster in de stad geweest.

Dat was wel iets om over na te denken.

Was Ghost vriend of vijand?

Dat was voor een later tijdstip om uit te vogelen.

Ondanks dat haar vriendin ontvoerd was, was Mariah bijzonder content. Alles liep op rolletjes.

 

DelMonte woonde in een groot landhuis aan de rand van de stad. Een stuk noordelijker dan Safe Haven.

Het was een groot terrein met een hoog hek eromheen en overal bewakingscamera’s. Het was zwaar bewaakt.

Het kantoor van DelMonte, in de stad, had nog zwaardere bewaking.

Het landhuis zelf was een bijzonder mooi gebouw.

Twee verdiepingen hoog had het zo in het zuiden kunnen staan. Gejaagd door de wind had er zich af kunnen spelen. Grote kolommen bij de voordeur, balkons en luiken bij de ramen. Alles keurig in de verf. Om het huis heen lagen goed onderhouden tuinen.

Het tegenovergestelde van de bende die Safe Haven nog was.

Dave sloop door de achterdeur naar binnen. Hij was iets minder content dan Mariah. Hij maakte zich zorgen over Dinda. Hij had haar nog maar net gevonden en wilde haar graag houden.

Ze sliep ieder nacht bij hem en daar genoot hij enorm van.

Maar ook van haar gevoel voor humor, haar directheid, bij het botte af en haar intelligentie. Ook haar liefde voor de dieren in de opvang trok hem aan. Hij hield van haar kracht.

Onverstoorbaar vond hij haar. En lief.

En nu deed iemand haar pijn.

Hij was woest.

En een woeste Dave, was een gevaarlijke Dave.

Mariah had hem verteld waar Dinda zich verschanst had. Zijn primaire taak was haar vinden. Hij kwam in een bijkeuken, door een deuropening zag hij de keuken.

In de bijkeuken waren een wasmachine en droger en verschillende kasten. Bij de achterdeur een kapstok en een laarzenrek.

In de keuken hoorde hij stemmen van de koks die druk bezig waren met de voorbereiding van het eten. Hij hoorde het geluid van hakkende messen.

Voorzichtig gluurde hij om de deurpost naar binnen. Hij zag twee koks, met hun rug naar hem toe, een enorme stapel groente snijden. Hun messen gingen zo snel dat je ze amper kon zien.

Het was wel iets voor DelMonte, niet één kok, maar twee.

Een klein stukje verder zag hij weer een deuropening. Lichtvoetig snelde hij door de keuken en stond stil achter de koks.

Bijna teder vouwde hij een hand om ieder hoofd en sloeg ze met een klap tegen elkaar. Geruisloos zakten de koks in elkaar,de messen vielen op het aanrecht.

Dave legde ze buiten bereik. Dit was Dave op zijn best.

Hij sloop door de deuropening. Hij keek snel om zich heen en bepaalde de richting.

Hij wist in welk toilet Dinda moest zijn. Een gang leidde naar een hal.

Met grote passen snelde hij door de hal en de keek voorzichtig een andere gang in.

In de verte hoorde hij tumult.

Het boze geschreeuw van een man.

‘Dan blijf je verdorie daar maar zitten’ brulde hij ‘Timmer die deur dicht.’

Binnensmonds mopperend over onhandelbare onderdeurtjes stormde hij boos de hal en de trap op.

Dave werd niet opgemerkt.

Da's DelMonte, hij heeft een koppige Dinda in handen, dacht Dave, gerechtigheid, hij lachte stilletjes.

Als hij zich niet zo veel zorgen maakte over Dinda, had hij veel plezier in de woede van DelMonte gehad.

Hij liep verder de gang in en een man stormde uit het toilet.

‘Verdomme, wie ben jij nou weer’ gromde hij.

‘Het vriendje van je ergste nachtmerrie’

Dave lachte vriendelijk voor dat hij hem een harde klap op zijn hoofd gaf.

De man ging onmiddellijk liggen. Dave bond zijn handen op zijn rug met tyraps.

Dave keek voorzichtig het toilet binnen, de ruimte was groot en bevatte twee wastafels en twee toilethokjes. De deuren waren van massief hout en er leunde een man tegenaan met zijn voorhoofd. Zijn houding drukte wanhoop uit.

Deze man zag er niet uit als een bewaker, maar meer als een boekhouder.

‘Schatje, kom eruit alsjeblieft, voordat je daar voor eeuwig wordt opgesloten’ kweelde hij met zijn allerliefste stemmetje.

‘Als DelMonte ziet wat ik met zijn administratie heb gedaan, breekt hij hoogst persoonlijk die deur weer open.’

Dinda lachte smadelijk

‘Tot die tijd laat ik hem lekker dicht.’

Het idee dat Dave dicht bij was gaf haar moed.

Dave besloop de man van achter, terwijl de man zijn voorhoofd verslagen tegen de deur leunde, en fluisterde in zijn oor.

‘Er is een soort vrouw die je echt niet boos wil maken, dit is er een van.’

Hij pakte de mans hoofd stevig beet en sloeg hem tegen de deur aan.

De man zakte in hoop in elkaar.

‘Schatje, doe je die deur wel open voor mij? Of moet ik hem uit de hengsels lichten?’

‘Dave? Ben jij dat?’

De deur vloog open en Dinda lanceerde zich in zijn armen, ondanks alle blauwe plekken en gekneusde ribben. Door de adrenaline voelde ze er niets van.

Dave greep haar stevig beet en tikte op zijn oortje en zei. ‘Target gevonden. Extractie begint’

Hij pakte voorzichtig haar kin beet en bekeek haar gezwollen gezicht en de blauwe plekken. Hij schudde zijn hoofd afkeurend.

‘He? Wat?’

Dinda keek verward

‘Ik ben echt heel blij om je te zien, hoor.’

‘Ik ben ook blij om jou te zien, klaar om te gaan?’

Hij zette haar weer voorzichtig op de grond, nam een hand stevig in de zijne en trok haar mee naar de deur.

Hij trok zijn kogelvrije vest uit en trok het Dinda aan, het vest was loodzwaar en kwam bijna tot haar knieën.

Voorzichtig keek hij de gang in.

‘Heel stil’

fluisterde hij in haar oor en trok haar mee richting de voordeur.

Aan de achterkant van het huis waren geweerschoten te horen.

Mensen schreeuwden. Overal waren voetstappen te horen van mensen die wegrenden, maar ook van mensen die er naar toe renden.

Huishoudelijk personeel en bewakers.

Dave en Dinda bereikten ongehinderd de voordeur.

Ze slopen naar buiten, daar was niemand. Iedereen was achter bezig.

‘We doen een sprintje’

zei Dave en nam haar hand steviger in de zijne.

‘klaar?’

Dinda knikte en daar gingen ze.

Zo snel ze konden rennen. Recht op het hek af, wat op wonderbaarlijke wijze voor ze openging en recht op een auto af die klaar stond.

Ze sprongen erin en de auto begon langzaam te rijden. Moragh zat aan het stuur.

Mariah zat op de bank met een laptop op haar schoot en zei in haar oortje

' Oké, jongens wegwezen, we hebben waar we voor kwamen.'

Dinda keek om naar het huis waar ze net vandaan kwamen en bewonderde het beeldschone huis. Jammer dat er zo'n monster woonde.

Ze knuffelde lekker tegen Dave aan en hij kuste voorzichtig de blauwe plekken in haar gezicht. Voorzichtig sloeg hij zijn armen om haar heen.

Er renden een paar mannen door het hek. Ze herkende Phil, Drake en Boris en nog een paar die ze niet kende.

De hekken gingen dicht.

De bewakers van het huis haalde het net niet om ook door het hek te komen. Ze brulden van woede en losten schoten op de vluchtende mannen.

Die sprongen in een auto en reden snel achter hen aan.

‘Ziezo’ zei Mariah innig tevreden

‘Knappe jongen die het hek weer open krijgt. Dat zit op slot en ik heb de code om het weer te ontsluiten’

Moragh gaf gas.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 12

 

DelMonte knapte bijna uit zijn vel van woede.

Schreeuwend stormde hij door zijn huis en iedereen bleef zoveel mogelijk uit zijn buurt.

Zelfs Charles, zijn Nummer Twee, keek bedrukt.

Hij had een enorme buil op zijn voorhoofd. En knallende pijn in zijn hoofd. Het geschreeuw hielp niet.

'Wie kwam op het fantastische idee om die heks hier heen te halen,' brulde DelMonte

Charles had van niets geweten, ze was er ineens, en zat al aan het bureau te werken.

Hij had niet eens geweten wie ze was.

'Nou' brulde DelMonte.' Wie?'

Charles zei niets, op die vraag had hij geen antwoord. Of dat had hij wel, maar het leek hem ongezond om die vraag te beantwoorden.

Het leek wel of DelMonte steeds labieler werd.

'Heb je gezien wat ze heeft uitgespookt? En mijn hek is kapot. Het was veel te makkelijk om haar hier weg te halen, wat een incompetente bende. Verdomme. ' DelMonte brulde weer.

Charles wreef over zijn voorhoofd en vroeg zich af of dit het allemaal wel waard was.

Het geld was leuk, de vrouwen ook, maar dat geschreeuw was vreselijk'

DelMonte keek vuil naar Charles.

'Kan het je eigenlijk wel schelen?' vroeg hij iets rustiger.

Charles kreeg kippenvel in zijn nek.

Een boze onbeheerste DelMonte was gevaarlijk, maar een rustige, kille DelMonte was dodelijk.

'Zeker kan het me schelen, ik ben weken bezig om het allemaal weer goed te krijgen, waar ik geen tijd voor heb omdat de belastingdienst langs gaat komen.' mompelde Charles

'Jij denkt alleen maar aan je eigen belang' DelMontes stem klonk koud ‘maar niet aan het mijne, jij hebt dat mens binnen gehaald.'

'Nee,’ zei Charles boos, 'Dat heb je zelf gedaan. Jij en die eikel van een Smith. Jij met je obsessie voor Mariah. Je had haar vader gewoon moeten dood schieten in plaats van je een vrouw te laten beloven, die je niet te pakken kan krijgen.'

Hij was zo klaar met dat gezeur. DelMonte liep paars aan.

Even dacht Charles dat hij een beroerte ging krijgen, maar DelMonte haalde eens diep adem.

'Dus zo denk je over mij' zei hij heel rustig en haalde zijn pistool te voorschijn en schoot een kogel recht in het voorhoofd van Charles.

'Verdomme, wie breid nu mijn cijfers recht' gromde hij en belde de schoonmaakploeg

 

Vandaag was het verhuisdag.

Ben had geweldig werk geleverd en alles in hoog tempo gereed gemaakt.

Aan veel appartementen was nog werk te doen, maar het penthouse was klaar.

Het kantoor van Morgan Security en het De Bunker waren klaar.

Het kantoor van de beveiliging waar alle monitors hingen en alle alarmen waren, werd De Bunker genoemd.

Mariah had zich bemoeit met de software van de beveiliging en dus was dat ondoordringbaar en niet beïnvloedbaar.

Alleen als je de inlogcodes had en de juiste vinger, dan kon je erin om dingen te veranderen.

En dat hadden alleen Mariah en Phil.

Moragh had een auto vol met apparatuur gebracht voor Mariahs kantoor. De beide vrouwen waren druk met installeren van computers, modems en allerlei rand apparatuur.

Ook had het kantoor een kluis, op speciaal verzoek van Mariah om haar bijzondere laptop in op te bergen.

Op die laptop stond een scala van virussen die ze in de loop van de jaren verzameld had of zelf ontwikkeld.

Ze had een speciaal brokje codering geschreven voor DelMonte en hij kon geen scheve schaats rijden of Mariah kreeg bericht en kon meekijken met wat DelMonte zat te beramen.

Dat stukje codering werkte zo goed dat Mariah besloot om er een heel programma om heen te bouwen.

Strikt voor eigen gebruik. Commercieel was dit veel te gevaarlijk.

Iedere gebruiker kon er een bankrekening mee manipuleren of gewoon stomweg in de gaten houden. Het was meer een virtuele robot, die in staat was te leren. Mariah had een AI ontworpen.

Mariah had haar De Waakhond genoemd, het was mogelijk De Waakhond opdrachten te laten doen of alleen maar informatie te verzamelen over de gebruikers van de computers.

Mariah was er druk mee om De waakhond los te laten in iedere computer die ze kon traceren in connectie met DelMonte. Zodat het beest kon leren.

 

Phil had zonder met Mariah te overleggen zijn spullen in het appartement opgeborgen en zijn meubels neergezet.

Hij was bij haar ingetrokken en hij vroeg zich af of ze het zou merken. Hij lachte in zichzelf.

Mariah was vaak erg in haar werk verdiept.

Misschien was het een beetje vreemd om gewoon bij een vrouw in te trekken, zonder er over te praten, maar om het gewoon te doen. Dat kon hem niet veel schelen, hij was meer het type om het te doen en niet om iets te vragen of om op toestemming te wachten.

 

Dinda zette een enorme blad met broodjes op de nieuwe tafel en riep door het appartement'

‘Komen jullie eten? Schiet op meiden anders is alles op' en zachter, meer tegen zichzelf

‘Wanneer hebben die gasten voor het laatst gegeten?'

De mannen waren als hongerige wolven op de broodjes gedoken en met veel gelach betwistte ze elkaar ieder broodje.

Dinda pakte een paar borden en bracht een aantal broodjes in veiligheid.

Ze gromde naar iedere vent die naar haar broodjes gluurde.

'Het is hier bij de wilde konijnen af,' zuchtte ze

Moragh en Mariah kwamen bij de tafel zitten en keken naar het slagveld wat de mannen hadden aangericht onder de broodjes.

'Hier' zei Dinda ‘Pas er goed op, hoor, je bent zo beroofd,’ Ze lachte erbij.

De meiden stortte zich net zo hard op de broodjes als de mannen hadden gedaan.

'Wanneer hebben jullie voor het laatst gegeten?' vroeg Dinda een beetje ongerust 'jullie zorgen toch wel goed voor jezelf?

Met een frons keek ze iedereen aan.

'Uuhm, zei Phil,' Ik heb mijn huis verkocht en het appartement was nog niet klaar, dus uh.' Hij keek een beetje beschaamd.

De rest van de mannen waren heel stil geworden en ook de twee meiden keken naar de grond.

'Kom op' zei Dinda een beetje ongeduldig ‘Hoe hulpeloos zijn jullie?'

'Iedereen is gewoon een beetje druk geweest, schatje' zei Dave' als jij niet voor me gezorgd had, had ik hier net zo beschaamd en hongerig gezeten.'

'Dat moet anders' zuchtte ze ‘welke keuken is klaar?' ze keek naar Ben.

'Die grote op de eerste' zei hij

‘Oké, ontbijt, lunch en diner, in die keuken, voor iedereen die hier werkt, verplicht bij te wonen. Ik kook en iedereen die even tijd heeft helpt in de opvang of in de keuken, totdat we iets anders hebben bedacht. Oké?’

Dinda keek iedereen streng aan. Iedereen knikte gehoorzaam.

'Wie niet komt of te laat is zonder geldige reden, mag stront ruimen in de opvang' Dinda keek streng, maar met een twinkel in haar ogen.

'Ik moet een tafel en stoelen gaan bestellen' mompelde ze tegen zichzelf.

‘Dat regel ik wel en ik zorg voor boodschappen' zei Drake

Hij stond op en liep weg.

Met in iedere hand een broodje. Dat dan weer wel.

 

Drake had zijn werk goed gedaan.

Hij had niet alleen een tafel gekocht waar wel twintig man aan kon zitten, hij had ook voor een complete keukenuitrusting gezorgd, waar een chef-kok jaloers op zou zijn.

En hij had de voorraadkast, de koelkast en de vriezer gevuld.

Hij had met de bakker in de wijk afspraken gemaakt over leveringen van brood en met de supermarkt over de rest van de spullen. Beide winkeliers waren blij met de klandizie.

Er werkte een aantal mannen uit de wijk op de bouwplaats en ook die bleven eten.

Jackson, de baas in de wijk, was langs geweest en had zich voorgesteld en hulp toegezegd waar dat nodig was.

Op mysterieuze wijze was het gebouw van de havenmeester leeg gehaald en schoongemaakt. De deur was weer keurig gerepareerd en afgesloten. De sleutel had in het slot gestoken.

Ben had daar al snel zijn intrek genomen en had het enorm naar zijn zin. Hij had de timmerman opgespoord die de deur gerepareerd had en hem ter plekke in dienst genomen. Het was vakwerk die deur.

Dave had het iets minder naar zijn zin. Drake en Dave hadden samen een kamer betrokken en de campers uitgeleend aan hun beveiligers.

Het gebrek aan privacy was moordend. Boris maakte nog steeds gebruik van Dinda's huis. Dinda logeerde bij Phil en Mariah in het penthouse.

Bleef alleen de kennel nog over, wat niet erg comfortabel was.

Maar Dave had een plan. Hij moest het alleen nog even met Phil kortsluiten.

 

Drake wist niet zeker of dit nieuwe plan over het eten niet te veel was voor Dinda, hij had het idee dat ze altijd voor iedereen zorgde, behalve voor zich zelf.

Hij was ondertussen bijzonder gesteld geraakt op zijn nieuwe schoonzussen.

Hij had het met Dave besproken en die was helemaal niet enthousiast en had dezelfde zorgen gehad.

Het idee op zich was goed, maar de uitvoering mankeerde wat aan.

Ze zochten iemand die op het complex wilde wonen en iedereen onder haar hoede wilde nemen. Ook de toekomstige bewoonsters van de kamers.

Een vrouw leek hun het beste, ook vanwege de vermoedelijk meestal vrouwelijke gasten die gebruik wilde maken van het centrum.

Al was het in principe open voor iedereen die hulp nodig had. Maar ze moest wel betrouwbaar zijn. En daar kwam Jackson van pas.

Hij kende zijn wijk van haver tot gort en hij kwam met Manuela op de proppen.

Manuela was nog jong. Ze was halverwege de twintig en ze had twee kleine meisjes.

Ze had de grootste problemen met haar ex, de vader van haar kinderen, die er op aandrong dat ze haar mooie meisjes de prostitutie in zou sturen. Hij kon daar veel geld mee verdienen.

Ze verzette zich daar hevig tegen, maar ze was heel bang dat hij haar kinderen zou ontvoeren en verkopen.

Jackson maakte zich al een tijd ongerust over de meisjes.

De politie kon niets doen voordat er iets gebeurde en Manuela wilde haar kinderen daar niet aan bloot stellen. Iedere avond barricadeerde ze de deur van haar flat. In het complex zouden ze veiliger zijn.

Nu was het zaak om Mariah en Dinda daar van te overtuigen.

Mariah was overtuigd na een uitgebreide achtergrond check en Dinda ging overstag nadat Manuela de lunch had verzorgt. Eva en Moragh vonden alles best als ze maar niet hoefde te koken. Samen met Ben hadden Manuela en Dinda, Manuela's spullen bij elkaar gepakt en hadden alles naar een van de appartementen verhuist.

Ben had daar een paar van zijn mannen ingezet om het snel af te maken.

Mariah had een paar uur op de meisjes moeten passen en nu konden de meisjes eenvoudige programma's hacken.

Skills, vond Mariah, die ieder meisje moest hebben.

 

Ben had een oogje op Manuela, hij had ervoor gezorgd dat het appartement klaar was, maar hij had ook voor meubels gezorgd omdat Manuela die niet had.

Hij had nog nooit zo’n knappe vrouw gezien.

Manuela had een Latijns Amerikaanse achtergrond en had het bijbehorende zwarte krullende haar en de donkerbruine ogen. Ze was niet heel slank, maar ook niet dik. Manuela had rondingen. Ze had een hartelijk, maar temperamentvol karakter.

Manuela was erg blij met haar appartement, haar twee dochters van zes jaar hadden voor het eerst in hun leven, een eigen kamer.

Ze verdiende een aangenaam loon en betaalde geen huur. Dus nu kon ze sparen voor de opleiding van de meisjes. En het allerbelangrijkste, ze waren veilig.

En dan was er Ben nog. Ze vond Ben erg aantrekkelijk. Dat lange lijf, de spieren en het blonde haar. Ze wist alleen niet zeker of hij haar dochters er ook wel bij wilde hebben.

De tijd zou het leren.

Manuela was gelukkig, voor het eerst in jaren.

 

 

Hoofdstuk 13

 

DelMonte ontplofte zowat van ingehouden woedde.

Het kostte hem bijna alles wat hij had om de man tegenover hem niet te vermoorden.

Het was dat het zijn neef was en familie ging nog altijd boven alles, maar het kostte moeite. Heel veel moeite.

Zijn neef hield een heel pleidooi voor matigheid en onopvallendheid.

Hij had de aandacht getrokken door zijn acties om Mariah in handen te krijgen en niet alle politieagenten stonden op hun loonlijst.

Zijn neef had handeltjes gaande die een beetje onder de radar moesten blijven.

Maar DelMonte vond dat geen reden om het op te geven. Uiteindelijk had hij veel betaald voor dat mens en hij had al veel te verduren gehad, dus hij vond dat hij recht had op die vrouw.

En daarmee basta.

 

Mariah werkte nu een paar weken in haar nieuw kantoor en voelde zich nog steeds niet thuis. Te open ? Ze voelde zich te zichtbaar?

Ze kon haar vinger er niet op leggen, maar ze werd er behoorlijk onrustig van.

Concentratie was nul. En dat had ze nou net hard nodig. Het werk aan haar waakhond vorderde gestaag.

Haar telefoon ging.

Het was de bewaker bij het hek.

‘Verwacht je iemand? Eva Michels? Met een bus vol spullen?’

‘Ja, ja, laat maar door’ Mariah sprong opgewonden op, nog meer speelgoed, hoera.

Eva kwam binnen en bekeek het kantoor en het open balkon. Ze was op reis geweest naar diverse klanten en had veel tijd op het hoofdkantoor doorgebracht, ze was nog niet hierboven geweest nadat het was opgeleverd.

Het was een mooie dag dus de schuifdeuren stonden open.

Een briesje kwam het appartement binnen, de lange gordijnen wapperden langzaam.

Het was aangenaam daarbinnen.

Eva huiverde, kippenvel kroop over haar rug en nek. Voortekens die ze had leren herkennen.

Altijd als ze op die manier kippenvel kreeg, klopte er zaken niet of lag er onheil in de toekomst. Eva huiverde nogmaals.

‘Ik kan niet hier blijven’ zei ze een rilling van zich afschuddend,

‘Het voelt niet goed, ronduit fout zelfs, lager, je moet omlaag.’

Mariah keek sip.

‘Phil heeft het speciaal voor mij ontworpen, hij zal teleurgesteld zijn’

‘Beter teleurgesteld, dan dood. Je slaapt toch niet hier?’ Eva leek geschokt.

‘Uh, jawel en ik geloof zelfs dat Phil bij me introkken is, zonder dat ik dat heb gemerkt. Is dat normaal?’

Mariah was een beetje onzeker over de huidige omstandigheden.

‘Wat? Dat Phil hier woont? Lijkt me best normaal, als je een relatie hebt’ Eva lachte.

‘Nee, ik bedoel dat ik het niet heb gemerkt, dat hij hier woont of dat we een relatie hebben, hij was er ineens. Is dat gek?’

Mariah leek een beetje beschaamd.

‘Als ik zie wat een werk je verzet hebt de afgelopen tijd, dan snap ik dat je dat allemaal gemist hebt, wat jammer is want je moet niet vergeten om van je leven te genieten. Praat met hem, geniet van hem en neem hem niet voor lief. Maar, serieus, je moet omlaag. Kunnen we een beetje rondlopen?’

Mariah knikte.

‘Ik zal je een rondleiding geven. Heb je alleen een slecht gevoel hier of in het hele pand? Dat zou jammer zijn, de mannen hebben zo hard gewerkt.’

Terwijl ze het pand bekeken, praatte de meiden ook bij.

Samen met Moragh hadden ze WHI en Eva was het gezicht van het bedrijf, terwijl de ideeën van Mariah kwamen. Eva was echter heel sterk in het opsporen van problemen en het herstellen ervan, dus de vrouwen vulde elkaar perfect aan.

Moragh deed de juridische kant en Dinda het financiële aspect. Samen waren ze een onverslaanbaar kwartet.

 

In de kelder aangekomen werd Eva op slag verliefd op de onderste verdieping,

Naast alle voorzieningen die daar waren, was er nog een grote ruimte over.

De ruimte was keurig opgeknapt door Ben. De muren waren gestuct en de verlichting in orde.

‘Ideaal’ zei Eva ‘Stroom is dicht bij, er gaat geen data verloren bij een aanslag, kunnen we meteen terugslaan door hun bankrekening te legen, wat zeker een eitje wordt met die nieuwe applicatie. Kunnen we al proefdraaien? Bijna onbereikbaar bij een aanval, iedereen denkt dat je boven zit. Ideaal.’

‘Hoe voelde je bij de rest van het pand?’ vroeg Mariah bezorgd ‘Ik kan daar geen mensen laten wonen als het gevaarlijk is.’

‘Vooral de bovenste verdieping voelde fout, de rest viel mee en hoe lager we komen, hoe beter het voelt. Wil je alsjeblieft overwegen om in ieder geval je kantoor naar beneden te verhuizen. Alsjeblieft?’ Eva keek smekend en trok puppieogen.

‘Ik denk dat ik geen keus heb, je werkt op mijn zenuwen en nu kan ik me helemaal niet concentreren na die waarschuwing van jou. Ik ga Phil opzoeken, ik wil hem niet kwetsen.’

Ze pakte haar telefoon en belde hem.

 

Phil zat in zijn kantoor en wachtte op Mariah.

Ze had hem nog niet eerder in zijn kantoor opgezocht en vroeg zich af wat er aan de hand was.

Mariah kwam binnen met een lange blondine in haar kielzog.

Ze had iets bekends, waar kende hij haar van?

Mariah stelde haar voor

‘Dit is Eva Michaels, mijn compagnon in WHI en Save Haven en een van mijn beste vrienden.’

Mariah leek een beetje onzeker.

‘Aangenaam’ zei Phil en schudde Eva's hand.

‘Ik ken je ergens van, maar ik weet even niet waarvan.’

‘We hebben op de zelfde school gezeten’ lachte Eva ‘kleine wereld, zeg.’

‘Ja nu weet ik het weer, na dat we geslaagd waren was je in een keer verdwenen. Waar was je gebleven? Een vriend van mij heeft je nog gezocht, maar je was spoorloos.’

‘hum tja, soms gaan die dingen zo.’

Eva werd een beetje rood, ze vroeg zich af wie die vriend was. Ze kon zich niet voorstellen dat die spichtige, te magere tiener op iemand indruk had gemaakt of dat ze gemist werd.

‘Phil, ik moet even met je praten. Mijn kantoor is fantastisch, maar te hoog, te open. Ik wordt er nerveus van, maar Eva raakt ervan in paniek en ze kan daar niet werken. Ben je erg boos en teleurgesteld als we het kantoor verhuizen?’

‘Wil je daar helemaal niet wonen, liefje?’

Phil was wel een beetje teleurgesteld en hij vroeg zich af of dat door zijn aanwezigheid kwam,

‘Of wil je liever dat ik verhuis?’

Mariah verschoot helemaal.

‘Nee, nee, Jij moet bij me blijven, ik wil niet dat je weggaat.’ zei ze paniekerig, ‘Het gaat alleen over het kantoor, we hebben ons zolang verstopt dat we ons daar voelen alsof we in een etalage zitten, Sorry,’ zei ze kleintjes.

Phil sloeg opgelucht een arm om haar heen. Ze wilde niet dat hij wegging. Pff

‘Niets om sorry voor te zeggen, waar moet het kantoor heen, mop’ vroeg hij

‘Ruimte naast de generators, onderste verdieping.’

‘Aha’, zei Phil, ‘de verdieping die niet bestaat, daar had ik een commandocentrum van willen maken in het geval van calamiteiten.’

‘Dat kan toch, de ruimte is groot genoeg, we kunnen toch gezellig delen?’

Nu was het Mariahs beurt om puppieoogjes te trekken, met een lipje erbij.

Phil ging meteen door de knieën. Hoe moest hij iets weigeren als ze zo naar hem keek.

‘Lekker alle elektronica bij elkaar’.

‘Ik bel Ben wel, de stroomvoorziening moet worden aangepast en er moet een vloer in. Haal je spullen maar zoveel mogelijk uit elkaar, poesje. Dan hoor je het wel als we klaar zijn.’

Phil pakte zijn telefoon.

‘Dan zal ik alle spullen die ik in de bus heb liggen, maar meteen naar beneden verhuizen. Ik heb ook een paar tafels bij me en een paar bureau stoelen’

Eva keek nog steeds een beetje bedrukt.

‘Ik zou ook een poosje willen logeren als het mag van jou. Ik heb een stalker en daar moet ik ook nodig even voor gaan zitten, maar thuis voel ik me zo bekeken. Op kantoor ook’

‘Natuurlijk kan je blijven. Gezellig zelfs. Ik kan je ook helpen met dat gevoel. Moet ik wel iemand langs je gebouw sturen, die moet iets voor mij meten. Een kunstje die ik pas heb opgepikt bij DelMonte. Hoe ik camera's kan signaleren en dan inpikken of afkijken, net wat ik wil.’

Mariah wreef vol vreugde in haar handen, ze leefde voor dit soort dingen.

Eva was niet beledigt door Mariahs vreugde, ze wist dat dat niet ging over haar ellende, maar over Mariahs mogelijkheden om te helpen. En vooral het geknutsel met elektronica.

Mariah keek naar Phil.

‘Bel Luke, kitten’ zei Phil ‘en geef hem je speledingetje. En het adres.’

 

Nadat Luke bij Eva's appartement was geweest en daar een heel scala aan signalen had gevonden, was hij in een koffietentje recht tegenover Eva's appartement gaan zitten.

Het was verbazingwekkend hoe goed dat apparaatje, het speleding zoal Mariah het noemde, werkte.

Dat was een vruchtbare samenwerking geweest. Het apparaatje dat hij bij zich had zag eruit als een telefoon en hij kon net doen alsof hij alleen maar met zijn berichtjes of mail bezig was. Bijna iedereen die daar zat, was bezig met zijn telefoon, dus hij viel niet op.

Hij stuurde de signalen door naar Mariah, die druk bezig was die signalen te identificeren en in te delen in verschillende apparaten.

Luke dronk op zijn gemak zijn koffie en voelde zijn telefoon trillen. Hij kon niet opnemen, want twee telefoons zou wel een beetje raar zijn. Na een poosje stopte hij het apparaatje in zijn zak bij zijn telefoon en haalde even later zijn telefoon eruit. Hij bekeek het berichtje. Mariah was klaar.

Luke liep naar zijn motorfiets, zetten zijn helm op, startte zijn Harley en reed weg.

Vrijwel meteen reed een auto weg bij het trottoir.

Luke keek in zijn spiegel en sloeg een paar keer af. De zwarte wagen was er nog steeds. Luke lachte.

‘Waar zullen we es heen rijden, vrienden. Gewoon om te zien wie jullie zijn.’ mompelde hij.

De zwarte auto had donkere geblindeerde ramen, zodat je niet kon zien wie erin zat.

Bij een stoplicht stonden ze stil en Luke verbond snel zijn telefoon met zijn helm.

Hij belde Phil. Het licht sprong op groen en Luke reed met een kalm gangetje weg.

Phil nam op.

‘Zeg het maar’ Phil hield niet van de telefoon en was vaak erg kort.

‘Ik heb gezelschap’ zei Luke' en noemde het kenteken op.

Phil begon meteen te typen in een van de programma's die Mariah op zijn computer had gezet. In een razend snel tempo kwam de eigenaar van de auto, zijn foto en allerlei andere informatie boven water. De auto was gestolen.

Phil gaf alles door aan Luke.

‘Probeer maar of je de rollen kan omdraaien. Ik schakel je door met De Bunker, die moet nu werken, daar is Drake, die kan je volgen.’

Beide mannen waren in legermodus geschoten en de zwarte wagen werd behandeld als vijandig, tot het tegendeel bewezen was.

Het was een goed moment om De bunker te testen.

De Bunker was tot Bunker gedoopt omdat het zo diep onder de grond lag en zo moeilijk bereikbaar was van buitenaf.

Luke gaf gas en schoot een smalle steeg in, sloeg af, weer een smalle steeg, de hoek om naar een bredere straat.

Hij reed snel een parkeerterreintje van een kleine winkel op.

Hij zette de motor uit het zicht en bleef op zijn gemak zitten.

De zwarte auto kwam met hoge snelheid aanrijden en stoof het parkeerterreintje voorbij.

‘De auto zit nu voor me,’ zei Luke tegen Drake ‘Ik ga er rustig achteraan.’

‘Waar zit je precies?’ vroeg Drake ‘Ik stuur twee auto's jouw kant op. Die kunnen het van je overnemen. Jij valt te veel op, met die lawaaibak van je.’

Luke kon gewoon de gemene grijns in Drakes stem horen.

Luke vertelde hem zijn locatie. Hij liet zich nog verder naar achteren zakken zodat er nog meer auto's tussen zaten. Ze reden in een kalm gangetje door de stad.

De zwarte wagen cirkelde rond, in een poging hem weer terug te vinden. Ineens zag Luke een van de mannen van Morgan Security naast hem rijden.

Hij herkende John's grote glimlach. John wees op de auto en maakte een handgebaar.

Luke liet zich nog verder naar achteren zakken en John nam de achtervolging over. Dit zouden ze over een paar straten weer met een andere auto doen. Luke keerde zijn motor en ging op weg naar Safe Haven. Er nauwkeurig op toeziend dat hij niet gevolgd werd.

 

Ondertussen was Mariah druk met analyseren van de datastroom die Luke gemeten had.

Het duurde even, maar toen had ze de camera's te pakken en begon de beelden terug te volgen naar de ontvanger.

Dat lukte niet, ze werd omgeleid en kwam in Polen terecht, wat locatie betreft.

Aha, dacht ze, perfect om een proefje te doen met mijn nieuwste bedenksel. Ze liet een klein bestandje achter bij de beelden van de camera's . Keek de gluurder naar de beelden, dan liftte dat bestandje mee naar de computer van ontvangst.

Het bestandje pakte zichzelf uit en begon met het lampje van de camera uit te zetten, voordat er een foto werd gemaakt van de persoon die aan het toetsenbord zat.

Deze foto werd met een locatie en een IP adres, terug gestuurd naar een computer van Mariah. Deze computer was daar speciaal voor geïnstalleerd en had extra beveiliging en was niet aangesloten op Mariahs netwerk.

 

De camerabeelden waren inderdaad van Eva's appartement, zelfs in de badkamer hing een camera.

Eva keek bezorgd mee met Mariah.

‘Ik ben een soort van opgelucht dat ik niet gek ben, maar dat ik echt bekeken wordt. Maar aan de andere kant, is dit heel erg luguber.’

Eva wreef het kippenvel van haar armen.

‘Ik maar denken dat mijn appartement goed beveiligd was.’

‘Blijf voorlopig maar hier, totdat we weten wie dit is en als je toch weg moet neem je een van de mannen mee als bodyguard. DelMonte is nog niet onschadelijk gemaakt, al is hij op dit moment wel een beetje blut.’ Mariah lachte vol leedvermaak.

Eva wierp een vragende blik op haar vriendin.

'Hij heeft Dinda een beetje boos gemaakt.’ zei Mariah vol leedvermaak.

Eva trok een gezicht.

‘Dat kost je altijd’ zei Eva. ‘Zit hij nu achter mij aan?’

‘Wie weet?’ Mariah haalde haar schouders op. ‘waarschijnlijk’

Ze vond het naar dat haar vrienden in gevaar gebracht werden, maar geen van de meiden had een veilig leven geleid. Ze gingen voor elkaar door het vuur.

Ze hadden al jong geleerd dat ze samen sterker stonden.

Ze waren niet zover gekomen door het hoofd te buigen voor intimidatie.

 

De computer gaf een harde piep. Blijkbaar was een camera geactiveerd, de beelden werden geladen.

Mariah reed haar stoel erheen en draaide de laptop naar zich toe.

‘Ken je deze dame?’ vroeg Mariah.

Het gezicht op de foto was van een vrouw met blond haar in een elegant bobje.

Haar ogen waren niet te zien omdat ze ingespannen naar haar telefoon keek. Haar oogleden waren neergeslagen.

Eva keek, ze trok een vragend gezicht.

‘Nee, wie is dat?’

‘Dat’ zei Mariah ‘is degene die de camerabeelden bekijkt van jouw appartement. Ik ga gezichtsherkenning er op los laten.’

Ze scande de foto op virussen en andere onverwachte verrassingen en laadde het programma. ‘dat kan nog wel even duren’ zei Mariah

‘De locatie is hier in de stad, ach, bij de hamburgertent, dat helpt niet. Openbare wifi, bah’ mopperde Mariah. ‘Dat moest verboden worden.’

‘Heb je een karretje, dan haal ik vast zoveel mogelijk spullen uit elkaar.’ vroeg Eva, ze wilde nu echt zo snel mogelijk naar beneden. Het gevoel van haast was overweldigend.

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 14

 

 

Spike twijfelde over de opdracht die hij had gekregen.

Hij werd geacht een vrouw dood te schieten. Hij had het altijd weten te voorkomen dat hij vrouwen of kinderen dood schoot. Dat was tegen zijn principe, maar schijnbaar vonden zijn opdrachtgevers het normaal om daar aan voorbij te gaan, ondanks dat hij het ze wel gemeld had bij het begin van zijn dienstverband. Hij had zo de pest aan mensen die niet naar hem luisterden, maar deden of hij een goed afgerichte hond was.

En nu werd er van hem verwacht dat hij op dat terrein iemand ging liquideren. Een vrouw, alsof dat niets was. Hij wist dat het nutteloos was om tegen te spreken.

Ze zouden niet luisteren. Als hij bij haar had kunnen komen, had hij haar aangeboden om haar te laten verdwijnen, dat had hij met wel meer slachtoffers van DelMonte gedaan. Nu hadden ze een veilig en vredig leven.

Maar hij kon niet bij haar komen en hij dacht niet dat ze het aanbod zou aannemen.

Ze vocht haar eigen oorlogen wel uit. Ze was koppig en niet bang. Hij had bewondering voor haar.

Voor dat blondje had hij nog meer bewondering. Hij had de schade gezien die ze had aangericht. Diep in zijn hart was hij erg trots op die twee vrouwen.

Ze hadden meer lef in hun kleine pink als menig man die hij kende. Nee, hij ging niet gericht schieten. Hij zou wat schade aanrichtten en dan maken dat hij weg kwam.

 

Ben had een paar van zijn beste mensen op de kelder los gelaten.

Hij had er een vloer ingelegd die voor een andere ruimte bestemd was, maar het paste precies alsof het er voor gemaakt was.

Er was extra bedrading getrokken. Voor de computers van Mariah en voor de schermen en communicatiemiddelen van Phil.

De tafels waren in elkaar gezet. De mannen hadden alle spullen weer verhuist van het kantoor boven, naar het kantoor in de kelder. Eva begon langzamerhand tot rust te komen. Terwijl ze samen met Mariah de computers aan het aansluiten was, kropen er nog mannen over de vloer om plinten te maken en verlichting aan te sluiten.

Dinda kwam ook in kelder kijken.

‘Ik kon je boven niet vinden, heel je kantoor leeg. Zit je helemaal beneden, verder weg van je oorspronkelijke punt kan je niet.’ lachte Dinda. ‘Hoi Eva, zit jij hier achter?’

‘Ja’ zei ze, ‘ik werd hypernerveus daarboven, je weet hoe ik ben.’ Eva lachte een beetje zuur.

'Ik weet het, dan kunnen we maar beter luisteren, anders krijgen we er alleen maar spijt van. Tenslotte zijn we door schade en schande wijs geworden.’

Dinda leek ineens vreselijk serieus.

Opeens was er een hoop herrie boven. Geroep van mannen en geweervuur.

De werkmannen die er nog waren, trokken een wapen en gooiden de deuren dicht.

‘Het was nog leuker geweest als er een slot op had gezeten. Ricardo jij let op de dames, wij gaan kijken of ze boven versterking nodig hebben. Mariah check de camera's. Dan kun je misschien zien wat er gebeurt.’

Met die woorden was de voorman uit de kelder vertrokken met mede neming van al zijn mannen behalve een. Blijkbaar was dat Ricardo.

‘Ik ben de burger hier, tussen al die legermannen’ zei Ricardo ‘ik voel me bijna minderwaardig omdat ze me hier achterlaten.’

Hij lachte blij.

‘Gelukkig weet je beter’ zei Dinda lachend. ‘Kom op, Mariah, met die camerabeelden.’

Op de beelden was te zien dat een paar mannen richting het flatgebouw stormden onder dekking van de schoten die ze hoorden.

Het flatgebouw stond net buiten het terrein van Safe Haven. Een sloot zat tussen het terrein van Safe Haven en het flatgebouw. Er over heen lag een plank, als een een brug. Het onkruid stond erg hoog op de slootkant.

Het was een behoorlijk verloederd gebouw, waarvan een heleboel flats leeg stonden.

Kapotte ramen en graffiti. En heel veel afval. Er waren appartementen opengebroken en sommige waren dicht getimmerd.

Plotsklaps zagen ze geweervuur vanaf een van de bovenste verdiepingen komen.

Hier beneden konden ze de knal niet horen. De meiden keken elkaar bang aan.

‘Dit is serieus niet goed’ zei Dinda met een bibberende stem, ‘onze mannen zijn daar buiten. Is er een manier om uit te vinden wie dit doet?’

Ze was nog nooit zo bang geweest.

Mariah staarde peinzend naar het plafond.

Ik kan de telefoons bekijken van DelMonte, of van Smith, dacht ze. Ze brak liever haar hersens over dit soort problemen, dan dat ze nadacht over het kwijt raken van Phil. Ze realiseerde zich ineens dat ze verliefd op hem was en dat het leven maar koud en kil was zonder hem.

Ze moest hem inderdaad niet voor lief nemen, maar hem vertellen hoe ze zich voelde. Misschien wat minder werken? Als ze de kans nog kreeg.

Nee, ze ging niet in een hoekje zitten huilen, dat had nog nooit wat opgelost.

Ze kwam overeind en begon de rest van de computers op te starten.

'Meiden we zijn bij elkaar en jullie weten wat een vuurkracht we hebben als we samen werken. Aan de slag. Monitor het telefoonverkeer van DelMonte en Smith.

En verder iedereen die we kunnen bedenken. Ik check de financiën en de mail.'

'Wat zal ik doen?' vroeg Ricardo.

'Dat is duidelijk' zei Mariah. 'Jij bewaakt de deur.'

 

Ondertussen bestormde de mannen van Morgan Security het flatgebouw. Phil vervloekte zichzelf dat hij het gebouw niet verder onderzocht of beveiligd had.

Hij was zich ervan bewust dat het uitzicht had over een groot deel van het terrein.

Het liefst zou hij het afbreken. Maar daar loste hij het probleem nu niet mee op.

Het schieten was gestopt op het moment dat de eerste mannen het gebouw bereikte.

Maar het was niet mogelijk om de man te pakken te krijgen als hij op een andere verdieping gewoon in een huis ging zitten en deed of hij een bewoner was.

Hij hoopte op een vluchteling. Dan had hij een kans om hem te pakken te krijgen.

Twee mannen controleerden de liften. Eén lift was buiten werking. Eén lift stond op de bovenste verdieping.

De mannen drukte op het knopje om het naar beneden te roepen en de lift begon langzaam te dalen.

Dat leek normaal. Ze wachtten ongeduldig op de lift.

Toen de deur eindelijk open ging wezen ze met de loop van hun wapen naar binnen, de lift was leeg.

Twee mannen renden het trappenhuis in en begonnen voorzichtig de trap te beklimmen.

Er kwam niemand naar beneden. Het was verdacht rustig in het gebouw.

En twee mannen renden om het gebouw heen en begonnen de brandtrap te beklimmen.

Boven aan gekomen kwamen de mannen van Morgan Security elkaar tegen zonder verder iemand te zien.

Zes mannen naar binnen, zes mannen boven. Niemand te zien.

Na inspectie van het dak bleek er een touw aan de reling te hangen en zagen ze een man abseilen langs de blinde muur, die een kant van het gebouw vormde.

De man stormde naar een zwarte auto, sprong erin en scheurde weg.

Te laat, dacht Phil en keek woest naar de wegscheurende auto. Iemand had de auto’s moeten controleren.

Hij raapte vier kogelhulzen op met een doekje en stopte dat veilig weg.

Misschien konden ze nog wat met vingerafdrukken, dacht hij vaag.

'Kom mannen terug naar de basis, tijd voor een plan voor dit gebouw.’ zei Phil chagrijnig.

 

Phil, Dave en Drake zaten met Dinda, Eva en Mariah in Mariah' kantoor.

Ze luisterde naar de telefoongesprekken die de meiden hadden opgenomen toen het schieten was begonnen.

De schade viel mee, want die kant van het gebouw had een valse facade.

In de gesprekken was duidelijk te horen dat Smith en DelMonte samen spanden om een hoop onrust te veroorzaken en hopelijk Mariah of Dinda dood te schieten. Of het liefst allebei.

DelMonte had klaarblijkelijk afgezien van zijn plan om de meisjes als huisdiertjes te houden.

Hij was woest over de ravage in zijn administratie, het kwijtraken van ettelijke miljoenen, die hij niet kon terug vinden en nog zo het een en ander meer wat hij de meiden verweet.

Ook het overlijden van zijn nummer twee. Die hij zelf in zijn drift had dood geschoten.

Dave brieste van nijd.

‘Ik heb Smith ruim de tijd gegeven om zijn rotzooi op te ruimen, morgen ga ik het pand afbreken en gooi ik hem van het terrein af. Nooit meer erop.’

Hij gromde. Dinda sloeg een arm om hem heen en hij werd wat rustiger.

'Jij houd me niet tegen’ knorde hij tegen haar.

Dinda lachte lief naar hem en hij werd nog weer wat milder.

‘Nee,’ zei ze, ‘maar je doet wel je kogelvrije vest aan en je gaat niet alleen. Of je neemt wat mannen mee of ik ga op je rug passen.’

‘Natuurlijk gaat hij niet alleen, wat denk je nou?’ gromde Phil beledigt ‘Ik pas altijd op mijn broertjes.’

Mariah zat dicht tegen hem aan en dat beviel hem best.

‘Ik heb extra bewaking geregeld, laten we nu wat gaan slapen. Morgen moeten we uitgerust zijn als we die kakkerlak gaan verwijderen.’

Phil kuste Mariah teder.

 

John en Sam meldden zich, nadat de zwarte auto die ze volgden, bij een huis de garage in was gereden.

Het was een vrijstaand huis, aan een stille straat, dus hadden de mannen besloten om door te rijden.

Mariah had het adres nagetrokken en het bleek het huis te zijn van Nummer Twee. De dode compagnon van DelMonte.

Phil pleegde een anoniem telefoontje met de politie om de locatie door te geven van een gestolen auto.

De Bunker had goed gewerkt, ondanks de aanval.

De politie had een onderzoek gestart na de melding van Phil. De politieagenten hadden de gestolen auto op de oprit aangetroffen.

De twee mannen die in het huis van de vermoorde man aangetroffen werden hadden niet verwacht dat er politie voor de deur zou staan.

Ze hadden geen reden om in dat huis te zijn en ze hadden niet gedacht dat ze een smoes moesten verzinnen.

Ze hadden het lijk niet gedumpt, maar gewoon in de kelder laten liggen. Door het gestuntel aan de deur, maar vooral door de identiteit van de bewoner, Charles was een bekende van de politie geweest, kregen ze een huiszoekingsbevel voor het pand.

De twee aanwezigen mannen waren al in de boeien geslagen. Een van de twee werd door de politie gezocht en de andere werd voor de zekerheid geboeid.

Ondanks het dreigen met advocaten, lieten ze hem niet los. Het was meteen over toen het lichaam van Charles werd ontdekt. In het huis vonden ze nog veel meer bewijsmateriaal, Charles was behoorlijk nauwkeurig geweest in het bewaren van belastend materiaal.

Verzekering voor de toekomst had hij het altijd genoemd, alleen veel toekomst bleef er niet over… voor DelMonte

 

Phil en Mariah lagen samen in bed, lekker tegen elkaar aan geknuffeld.

‘Ik was echt heel bang vandaag,’ zei Mariah met een klein stemmetje.

Ze rilde een beetje. Phil knuffelde haar steviger.

‘Het was niet echt gevaarlijk, baby’ troostte hij. ‘we hebben de schutter niet eens gezien’ Hij kon het niet uitstaan dat de man was weggekomen.

‘Misschien niet, maar dat is achteraf gepraat.’ Mariah kwam overeind om hem in zijn ogen te kijken.

Ze bloosde een beetje. Hij had dat nog niet eerder bij haar gezien en het stond haar goed.

‘Op dat moment wist je dat nog niet, ik vind het erg dat jij en je mannen in gevaar komen door mij. Ik hou van je Phil en ik zou het verschrikkelijk vinden als je dood zou gaan. Dus als je je wil terugtrekken dan begrijp ik dat.’

‘Ik wil niet terug trekken, maar ik wil terug slaan, schatje. Ze kunnen niet ongestraft de vrouw waar ik van hou aanvallen. Ik hou ook van jou Mariah. Het leven was maar saai zonder jou.’

Hij kuste haar vol overgave en zij kuste hem terug.

 

Dinda knuffelde Dave hartstochtelijk.

‘Vandaag was echt akelig’ zei ze.

Ze duwde tegen Atlas aan die een been verpletterde.

Ze zaten samen in het gebouw waar de hondenkennels in ondergebracht waren en probeerden Atlas in een kennel te krijgen, zodat ze een keer echt samen waren.

Atlas had de onaangename gewoonte opgevat om een koude neus in Daves bilspleet te stoppen en dan keihard uit te ademen. Ze was jaloers.

Maar iedere keer dat ze haar probeerden op te sluiten, ging ze als een slappe dweil op de grond liggen en wilde niet meer lopen. Ze was te zwaar om zomaar te tillen en dan lieten ze het maar weer.

Vandaag waren ze afgeleid door elkaar en waren een lekkere knuffel en zoensessie begonnen.

Dinda zat bij Dave op schoot en ze kusten elkaar, Atlas had geprobeerd om bij Dinda op schoot te klimmen.

Ze bromde tegen Dave en Dave duwde haar weg.

'Hoepel op, jij’ zei Dave en grinnikte in Dinda's mond.

Hij dook op uit de kus en zei tegen Dinda.

‘Die was voor Atlas bedoelt, niet voor jou. Van jou wil ik meer en meer en meer. Ik weet niet of dit veel te vroeg of te snel is, maar ik hou van jou. Alles is zoveel lichter als jij er bent, ik slaap zoveel beter als jij naast me ligt. Mijn hoofd is zoveel rustiger als jij er bent.'

Hij keek haar intens aan en kuste haar weer, ze kreeg geen tijd om te antwoorden.

Dinda blies uit in zijn mond en Daves adem schokte.

Hij trok zijn hoofd een beetje terug.

‘Dat was een raar gevoel, doe nog eens’

Dinda schudde haar hoofd.

‘Je kan niet je ziel en zaligheid bij me neer leggen en me dan de mond snoeren’

Ze lachte lief naar hem.

Hij was haar sardonische lachjes wel gewend, maar deze lach liet ze niet vaak zien en alleen maar aan hem.

Zijn hart ging er van bonzen.

‘Ik hou ook van jou, dat wilde ik even gezegd hebben. Ik vind het heerlijk dat je me elke dag helpt met de beesten, ook met de smerige klussen, zonder te klagen. Ik vind het echt geweldig dat je voor me in de bres springt en zelfs je leven waagt om het mijne te redden. Ik ben nooit bang als jij naast me staat. Ik wil met je vrijen en ik zou niet weten waar we heen zouden kunnen. Boris heeft mijn huis ingepikt, ik snap het en vind het oké, maar de campers zijn in gebruik voor de bouwvakkers en jij deelt een kamer met je broer. Ik slaap op de bank bij Mariah. Ik wil ook wat privacy.’

Ze knuffelde tegen hem aan.

‘Dat komt goed uit ‘ gromde Dave ‘een beetje privacy zou leuk zijn en laat ik daar nu al een poosje over hebben nagedacht en aan gewerkt. Ik wil je wat laten zien. Hij kwam overeind en nam Dinda met zich mee en duwde Atlas uit de weg. De hond veerde overeind en liep met Dinda mee. Een neus tegen haar bovenbeen aan geduwd,

Samen liepen ze naar het grote gebouw waar het kantoor zat van de Morgan Security.

Hij liep naar de eerste verdieping, naar de vleugel waar de appartementen voor de broers waren. Hij liep de eerste deur door en draaide haar rond.

‘Dit is Phils appartement, dit is klaar. Hij gaat er geen gebruik van maken,want officieel woont hij boven. In werkelijkheid hebben ze zich verschanst in de kelder. Daar gaat hij een slaapkamer en badkamer laten bouwen en meer hebben ze niet nodig. Eten doen ze gezamenlijk met de rest en meestal zitten ze op kantoor. Stelletje workaholics.’

Dave grinnikte vrolijk.

‘Dus ik heb met hem afgesproken dat ik in zijn appartement trek. Ik heb mijn spullen er al ingezet en de jouwe ook. Het appartement boven wil niemand voorlopig gebruiken na die waarschuwing van Eva. Zij slaapt in een van de kamers van Het Centrum. Ze is onze eerste gast.’

Hij keek een beetje beschaamd. 'Ik weet dat dat een beetje..

Zijn woorden werden gesmoord toen Dinda hem besprong en haar lippen op zijn mond drukte. Hij greep haar snel beet voor ze kon vallen. Ze sloeg haar benen om zijn middel.

Hij vond het altijd heerlijk als ze dat deed. Hij vouwde zijn handen om haar billen.

‘Wat een geweldig idee’ mompelde ze tegen zijn mond.

‘Heb ik jou ooit eens horen opscheppen over je bed? Die wil ik wel eens zien.’

‘Alleen maar zien?’ gromde hij ‘of zullen we hem ook eens uitproberen?’

Hij schoot in de lach.

‘Ik was nog niet helemaal zover en mijn bed staat nog in onderdelen. We zijn hier een beetje te vroeg.’

Ze lachten allebei zo hard dat ze op de grond terecht kwamen.

Atlas stortte zich ertussen en lachend knuffelde ze met z'n drieën.

Ze hadden in ieder geval privacy. De vorige keer lagen ze op de binnenplaats in het stof te rollen. Dinda was tevreden.

Het appartement was mooi geworden. Het was een grote open ruimte, de keuken bij de grote ramen.

Het appartement was licht en luchtig met mooie hardhouten vloeren.

Er stonden maar een paar meubelstukken in. Erg mannelijke meubelstukken, blijkbaar van Dave.

‘Ik wist niet goed op welk meubilair je gesteld bent, ik ken je nog maar kort, dus dat vind ik nog wel uit, dat heb ik voorlopig laten staan. Je moet maar aanwijzen wat er verhuist moet worden. Maar de spullen die bij Mariah lagen, liggen nu hier. Waarschijnlijk moeten we nog wel wat bij kopen.’

Hij gooide zijn matras op de grond, terwijl hij praatte en zocht er lakens bij. ‘Ik heb nog nooit met een vrouw samen gewoond, dus uh’

‘Ik ook niet,’ lachte Dinda ‘met een man dan, met vrouwen wel. We zoeken het wel uit, hoe het moet. Ik heb er vertrouwen in.’

Hij pakte Dinda beet en gooide haar op het matras, hij ging lekker op haar liggen en begon haar op zijn gemak te kussen.

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 15

 

 

Intussen liep DelMonte razend van woede rond.

Hij dacht dat zijn hoofd uit elkaar zou barsten als hij niet snel wat druk van de ketel zou halen. Hij brulde weer.

‘Die rot wijven, die heksen, alles is een puinhoop.’ DelMonte blies hard uit.

Zijn mannen hielden hun hoofd omlaag en waren stil.

‘Hoe kan het dat je niet eens schade hebt gemaakt?’ schreeuwde hij ietsjes rustiger,

‘Dat is toch onmogelijk met zo'n groot kaliber, dan moet er toch iets kapot?’

‘Niet als alles gepantserd is alsof de derde wereldoorlog gaat uitbreken, ik denk dat dat pand onverwoestbaar is. Zelfs met een raket krijg je dat nog niet stuk’

Spike bleef naar de vloer kijken. Niet aankijken dacht bij zichzelf, een dolle hond kijk je ook niet in de ogen. Als ik dit overleef ben ik met ingang van nu met pensioen.

‘Raket hè? Mm’

DelMonte trok peinzend aan zijn lip. Dat was een optie. Hij had wel vriendje die er waarschijnlijk een hadden liggen.

Zijn nieuwe nummer twee kwam de kamer in met papieren in zijn hand en keek bedrukt.

‘Kan ik je even spreken, Baas, onder vier ogen’ vroeg hij zacht.

DelMonte keek naar hem en dacht, nee, hij heeft het niet, hij is te zwak, ik moet hem vervangen.

‘Oké, kom mee dan, iedereen eruit.’

DelMonte fronste.

De mannen vertrokken stilletjes, allang blij dat ze deze ronde overleefd hadden.

‘Wat is er aan de hand?’ vroeg DelMonte veel rustiger, dan hij zich voelde.

Het kolkte nog steeds in hem en de woede zat dicht onder het oppervlak.

‘Iemand besteelt ons, er verdwijnt geld. Ik kan alleen niet goed ontdekken hoe dat gebeurt. Ik tel en ik reken en ik kom er niet uit. Die teef heeft een chaos achtergelaten. Het spijt me.’

Zijn stem bibberde een beetje, zo bang was hij.

Het irriteerde DelMonte mateloos. Een bange Nummer Twee had hij geen reet aan.

Maar als hij hem ter plekke dood schoot, dan had hij geen vrijwilligers meer om hem te vervangen.

En dan wist hij nog niets over wat er mis ging met de cijfertjes. Stomvervelend, maar belangrijk.

DelMonte zuchtte diep,

‘Laat zien die papieren’ zei hij en hij begon zich te verdiepen in zijn administratie, waar hij zo gruwelijk de pest aan had.

 

De volgende ochtend verzamelde Dave zijn wapens en zijn kogelvrije vest en ging naar het Centrum. Daar wachtten al verschillende leden van het Morganteam op hem. Doel was Smith van het terrein gooien en zijn pand afbreken.

Niemand verwachtte dat dat zonder slag of stoot zou gaan. Alle Morganbroers waren aanwezig. Ook Ben was er, hij zou in de graafmachine rijden die ze wilden gebruiken om het pand af te breken.

Ze namen nog een keer de plannen door en vertrokken naar het garagebedrijf van Smith.

Volgens de portier was alleen Smith op het terrein en niemand van de mannen die daar normaal rondhingen. Dat op zich was al vreemd.

Ze kwamen bij het pand aan. Er stond maar één auto voor de deur geparkeerd.

Een deur stond open, uit de deur klonk een gil die door merg en been ging.

Zonder ook maar een moment van aarzeling rende Dave en Drake naar binnen.

Phil kwam er langzamer achteraan.

De werkplaats was zo goed als leeg. Pete had zijn spullen blijkbaar al verhuist.

Achterin stond een deur open, verborgen achter een gereedschapsbord als de deur gesloten zou zijn.

Er klonk een smekende vrouwenstem, gesnik en dan een schot.

Stilte.

Een andere stem begon te smeken. Meerdere stemmen vielen in.

Dave rende stilletjes naar de deur en gluurde om de hoek. Wat hij zag deed zijn bloed in zijn aderen bevriezen.

Aan de muur waren vijf naakte vrouwen vastgeketend.

Ze zagen er vermagerd en ongewassen uit. Ze zaten onder de schrammen en blauwe plekken.

Twee vrouwen lagen doodstil,in een grote plas bloed, op de grond. Twee andere kropen zover mogelijk weg van Pete, die met een wapen over een derde vrouw gebogen stond.

Hij had haar haar beet en trok met één hand haar hoofd achterover, hij drukte met de ander de loop van zijn wapen op haar voorhoofd.

De vrouw sloot haar ogen en was stil. Een andere vrouw jammerde.

Het was een betonnen hok, de vrouwen zaten aan een muur vast met kettingen en hangsloten. Naakt op een koude betonnen vloer, geen daglicht en zo te zien geen voedsel of water en sanitaire voorzieningen.

De stank was mensonterend.

Dave rende geruisloos naar binnen, snel en stil, en duwde Smith met een zijwaartse, snelle beweging op de grond.

In de zelfde beweging greep hij het wapen, stak zijn duim in de trekker en duwde de loop naar beneden. Smith was overdondert en liet zich het wapen afnemen.

Hij had hem niet horen aankomen. Voor hij een keer met zijn ogen had geknipperd lag hij op zijn buik op de grond en met zijn handen op zijn rug.

Hij brulde van woede. Hij begon te worstelen. Dave zette een knie tussen zijn schouderbladen en trok zijn handen verder omhoog. De brul van woede ging over in een gil van pijn.

Phil kwam als laatste binnen en keek om zich heen, walgend, dit was te erg.

Hij liep naar de vrouwen en controleerde de stil liggende lichamen.

Helaas, ze waren dood. In het hoofd geschoten.

Dus dit was de handel van Peter Smith, vrouwenhandel en nu was hij bewijsmateriaal aan het vernietigen.

Hoe lang zaten die vrouwen hier al?

Phil schaamde zich diep dat ze niet eerder waren gekomen.

‘Politie bellen’ zei hij met een schorre stem.

Drake knikte en belde de politie. Phil belde zelf met Mariah en vroeg om hulp voor de vrouwen

Ze deinsden ook terug voor hem en zijn broers.

Ze huilden angstig, behalve de vrouw die het wapen op haar voorhoofd had gehad. Zij zat nog steeds in dezelfde positie, met haar hoofd achterover en haar ogen gesloten. Een traan liep over haar wang.

 

Dinda en Manuela waren er al snel. Ze hadden dekens meegenomen en flessen water. Ze probeerden met de overgebleven vrouwen te communiceren. Manuela kwam het verst met Spaans. Twee vrouwen spraken Spaans. Zij werden al snel rustiger.

'Kijk eens of Smith een sleutel bij zich heeft? vroeg Dinda.

Smiths zakken werden binnenste buiten gekeerd, maar geen sleutels. Hij was niet van plan geweest om hen los te maken.

Dinda struinde de garage in en kwam terug met een stuk ijzerdraad. Ze prutste wat in het slot en met wat gewrik sprong het open.

Dinda lachte tegen de vrouw en hielp haar overeind. Meteen ging ze door naar de volgende en begon weer met het slot te prutsen. Ook dit had ze snel open. De derde vrouw had eindelijk haar ogen opengedaan, maar geen geluid gemaakt en ook niet gereageerd als er tegen haar gepraat werd. Ze trilde.

Dinda pookte weer in het slot en het sprong open.

Op het moment dat de ketens los waren, nam ze een sprint en probeerde te vluchten. Phil ving haar om haar middel en hield haar voorzichtig vast. Ze spartelde en gilde hysterisch, het werd haar allemaal te veel en ze viel flauw.

In de verte hoorden ze de sirenes van politie en ambulance.

Manuela zei zachtjes ‘Ik hoop niet dat het de corrupte agenten zijn, maar de goeie.’

Ze zuchtte diep, ‘anders zitten ze zo weer ergens aan een muur geketend.’

‘Gelukkig heb ik nog wat nuttige relaties, ik heb al gebeld. Hij is zo hier’ Phil grijnsde breed. ‘FBI is soms wel ergens goed voor, even Mariah bellen dat ze uit het zicht blijft’ en hij voegde daad bij het woord.

Al snel waren de vrouwen naar het ziekenhuis afgevoerd en Smith naar het politiebureau.

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 16

 

Het was onmogelijk werken met Vince de computerman, dacht DelMonte, mokkend.

Zijn computer gedroeg zich alsof het ding gek geworden was. Het was een lijdensweg om het normale werk gedaan te krijgen.

Maar de problemen oplossen? Ho, maar.

De belastingdienst had een bedankbrief gestuurd over de ontvangen informatie en deelde meteen een datum mee dat ze langs kwamen. De brief kwam niet van de normale belastingman. Die stond al jaren op de loonlijst en gaf geen problemen. Maar dit was een volkomen onbekende. Hij had geprobeerd iets over hem te vinden, maar dat was niet gelukt. Bah, bah, bah, dat werd een vrije oefening. Het leven zou zo veel simpeler zijn als hij wat smerigs zou vinden over die belastinginspecteur. Maar hij kon niet eens de persoon vinden op internet. Frustrerend.

 

Er begon een zeker routine te ontstaan in Safe Haven. Iedereen had zo zijn werk.

Morgan Security floreerde, Drake vertrok naar Parijs om een paar weken op een filmster te passen. Ze had last van een stalker, ze moest in alle rust een film kunnen draaien in Frankrijk. Het was een grote opdracht en als die tot een goed einde gebracht kon worden dan was dat goed voor het bedrijf. Phil was het liefste zelf gegaan, maar met de ontwikkelingen in Safe Haven en met zijn nieuwe liefde bleef hij thuis, Drake ging in zijn plaats.

Dinda hielp Manuela geregeld in de keuken en de beide vrouwen ontwikkelde al snel een warme vriendschap. Dinda was gek op beide kleine meisjes, ook een tweeling.

De meisjes gingen iedere dag naar school, ze werden gebracht door Manuela en Ben, die zich al snel tot beschermer van de meisjes had uitgeroepen. Verder hielden de mannen in de wijk een oogje in het zeil.

Ook waren ze vaak in de kelder te vinden, waar ze spelenderwijs heel veel leerden over computers.

Ook Mariah was gek op beide meisjes. Ze had speciale kettingen voor ze ontworpen met een tracker erin, zodat ze altijd terug te vinden waren. Ze had beide meisjes op het hart gedrukt de ketting met het hartvormige hangertje altijd te dragen, zodat ze te vinden waren, het was hun grote geheim. Zelfs Manuela wist van niets.

 

De bouwwerkzaamheden schoten lekker op. De aanvoer over water verliep vlekkeloos. Op de kade stonden steeds meer containers, die langzaam een beschermende muur begonnen te vormen langs de waterkant.

Er was een wegenbouwer langs geweest om te praten over het opknappen van de weg.

De wegenbouwer was van onbesproken gedrag.

Het maakte groot verschil dat hij met zijn vrouw samenwerkte en dat ze samen langs waren gekomen om de offerte te bespreken.

Er waren offertes aangevraagd van hoveniers.

Mariah trok alle achtergronden na en tot nu toe waren alle hoveniers om de een of andere reden afgewezen.

'Dan wachtten we gewoon nog even' zei ze 'de goeie komt vanzelf voorbij.

Phil liep te mopperen dat het een bende was buiten.

Hij wilde het zo snel mogelijk klaar hebben. Mariah wilde nog even wachtten. Ze kibbelden wat af over de buitenboel, maar uiteraard won Mariah.

In de kelder waren het kantoor, slaapkamer en badkamer af. Phil sleepte Mariah twee keer per dag naar buiten om een beetje zonlicht te zien. Hij wilde een besloten een patio maken met een zwembad, zodat ze buiten kon werken en zich toch veilig voelen.

Het grote balkon was voorlopig een mislukking geweest, maar hij had het nog niet opgegeven om Mariah naar buiten te lokken.

Ben had de muren al klaar waar de patio en zwembad moest komen. Vandaar dat hij een beetje haast had.

Mariah vond dat ze in jaren niet zo vaak overdag buiten was geweest en ze begon zelfs een beetje kleur te krijgen.

Phil sleepte haar geregeld mee naar de gym die hij had gemaakt in het ongebruikte penthouse. Ze begon zelfs zoiets als spieren en conditie te krijgen.

Dave en Boris hadden het op zich genomen om alle dames zelfverdediging te leren, met wisselend succes.

Het was voor de mannen altijd al belangrijk dat iedereen zich kon verdedigen en met een vijand als DelMonte werd het nog belangrijker.

Dinda bleek een speciale aanleg te hebben voor martial arts. Schieten kon ze al als een scherpschutter en nu kwamen daar nog meer skills bij.

Ze trainde elke dag met Dave of met Boris.

Drake had een keer geprobeerd haar in de maling te nemen en van identiteit te wisselen, maar ze was er ongeveer drie milliseconden in gestonken en had hem een blauw oog geslagen. Dave had een week gelachen. Hij was mateloos trots op zijn schatje.

Drake had die dag een belangrijke les geleerd. Dinda had een harde rechtse.

Mariah had allerlei programma's op DelMontes computer geïnstalleerd en hield hem op die manier in de gaten.

Omdat ze toch toegang had, gebruikte ze de computers ook om allerlei programma's uit te testen. Geregeld kwam ze in die computers sporen tegen van een andere hacker “Ghost.”

Ghost had ze online leren kennen en ze waren vrienden geworden.

Mariah had Ghost een aantal jaren geleden aan een nieuwe identiteit geholpen en soms communiceerden ze via een chatroom, die Mariah zelf ontworpen had. Alleen voor hun tweeën. Daar had ze dan ook een berichtje achtergelaten over de op handen zijnde problemen met DelMonte.

Ze had nog geen reactie gehad. Ze wist dat Ghost tot haar taak had uitgeroepen om alle misdaadfamilies uit te roeien, maar Mariah dacht dat dat zich beperkte tot Europese syndicaten. Blijkbaar niet. Ze wilde niet dat Ghost tussen twee vechtende partijen terecht zou komen, vandaar de waarschuwing.

 

En dan was er nog een doorn in Phils oog, een groot verloederd flatgebouw. Daar moest wel wat mee gebeuren, daar had Phil wel gelijk in.

Mariah had eerst eens uitgezocht wie het in bezit had.

Dat was een groot bedrijf, maar uiteindelijk bleek het eigendom te rusten bij Mani Pauwel. Dat was een verrassing. Hij was een belangrijk lid van de Familie.

Mani was niet van plan om het te verkopen, het bracht nog aardig wat op aan huren en hij gaf niets uit aan onderhoud. Hij had het hoog verzekerd en was van plan het in brand te steken op een nader te bepalen moment. Ongeacht wie in dat pand zou wonen.

Ook was hij op zoek naar een tweeling, die in het pand hadden gewoond, maar ze waren met hun moeder vertrokken en hij wist niet waarheen. Hun vader wist het ook niet. Mani had een groot bedrag aan hem belooft als hij de meisjes zou leveren.

Ook waren die panden een goede plek om kinderen te vinden, die hij verkopen kon.

De ouders hadden het vaak zwaar en waren veel weg om te werken of ze waren verslaafd aan het een of ander. Dat beïnvloedden hun waakzaamheid, soms kon het hen gewoonweg niet schelen.

Ook was het hem geregeld gelukt ouders er van te overtuigen hun kinderen aan hem te verkopen. Soms met de belofte van een beter leven.

Kinderen waren een stuk gemakkelijker dan volwassenen. Kinderen werd dan wel iets harder naar gezocht, maar ze konden ook zo lekker spoorloos verdwijnen.

Dus nee, hij had weinig trek om het pand te verkopen, maar na aan houdend getreiter van Moragh, besloot hij de hele boel toch maar weg te doen.

Op een avond brandde het pand tot de grond toe af. Er waren een paar doden te betreuren, zij waren niet op tijd ontsnapt aan de vlammen. Een onderzoek volgde.

Een groot deel van de bewoners werden opgevangen in de wijk, alle ongewenste elementen werden door Jackson de wijk uit gezet.

Moragh probeerde de grond te kopen, maar kwam tot de ontdekking dat de grond al aan iemand anders was verkocht, vlak na de brand.

Na afronding van het onderzoek, waar de bewakingsbeelden van Morgan Security als bewijs gebruikt waren, werden er een paar mensen gearresteerd. Er kon niet aangetoond worden dat Pauwel er bij betrokken was. Hij inde zijn verzekeringspenningen.

Na een paar weken meldde een advocaat zich bij de poort met papieren die Safe Haven betroffen.

Mariah en Phil ontvingen hem in Phils kantoor op de eerste verdieping.

Hij had te melden dat er een anonieme schenking was gedaan aan Safe Haven in de vorm van de grond, waar het afgebrande gebouw had gestaan. Er waren geen voorwaarden aan, behalve dat de schenker anoniem wilde blijven en dat er buiten de poort een plek gecreëerd moest worden om daklozen op te vangen en ze een slaapplek en een maaltijd aan te bieden. Een geld bedrag was daar beschikbaar voor gesteld.

Mariah en Phil waren sprakeloos. Dit was allemaal legaal.

Maar omdat ze niet wisten wie de schenker was, had Mariah bedenkingen. Zou dit iemand macht geven over het reilen en zeilen in Safe Haven?

Moragh werd er bij gehaald en zij gingen over de papieren met de advocaat van anonieme schenker.

Mariah ondertussen trok de advocaat na of hij geen criminele connecties had, maar hij bleek advocaat in bedrijfsrecht en deed alleen legale zaken.

Ze konden niet anders dan de schenking aanvaarden. Ze begonnen plannen te maken om het gebouw neer te zetten waar de schenker om had gevraagd. Ben combineerde dat meteen met een aantal goedkope woningen, zodat een deel van de inwoners van de wijk weer woonruimte had en de daklozen die misschien een ander leven wilden en de hulp wilden aanvaarden, opties hadden.

Er werd een beheerder gezocht en een aantal personeelsleden om de boel draaiend te houden. Jackson kreeg de supervisie en leverde ook de personeelsleden, allemaal bewoners van de wijk, die een baan goed konden gebruiken.

De bedoeling was dat het onafhankelijk van Safe Haven zou functioneren.

 

Eva werkte steeds vaker vanuit Safe Haven, ze voelde zich veilig daar en het was heerlijk om met Mariah samen te werken.

Eva bekeek peinzend de foto van de vrouw die haar appartement met camera’s had volgehangen.

Ergens had ze wat bekends, maar ze kon haar vinger er niet opleggen. Blond haar in een elegant bobje. Misschien als ze haar ogen kon zien, dat dan het kwartje viel. Ze brak haar hersens zowat, maar het wilde haar niet te binnen schieten.

Gezichtsherkenning kwam ook niet met een optie. Ze had al problemen genoeg, dacht ze zuchtend, ze hoefde er niet meer bij. Er was iets aan de hand in het bedrijf, ze kon haar vinger er niet opleggen, maar alles voelde fout.

Ze zuchtte weer diep en krabbelde aan haar hoofd.

Ze sloot haar ogen, als ze maar kon slapen, maar haar gedachten maalden maar door, ze was zo moe.

‘Kan ik je helpen? vroeg Mariah, die zich ongerust maakte over haar.

‘Ik kan het verdorie niet uitleggen, maar alles voelt fout. Ik voel me alsof iemand constant over mijn schouder kijkt’

Ze schudde zich als een hond en rilde.

‘Ik kan het niet van me afschudden.’

Eva liet verslagen haar schouders zakken.

‘In welk opzicht voelt het fout?’

Mariah wilde nu het naadje van de kous weten, in het verleden waren Eva voorgevoelens met een ongelofelijke precisie uitgekomen.

Als Eva onrustig werd, dan gingen er dingen gebeuren en meestal waren het geen goede dingen.

‘Is het dit gebouw of deze locatie of misschien de mensen die hier wonen?’

Eva dacht even na voor ze antwoord gaf, ze had nog niet eerder geprobeerd om haar gevoelens te kanaliseren.

Als ze dacht aan het project Safe Haven voelde niets dan rust en positiviteit. Dat was het dus niet.

Ze dacht aan de mensen en de mannen in het leven van haar vrienden in het bijzonder. Rust en vrede en zorgzaamheid. Dus nee, dat was het ook niet.

Daarna dacht ze aan WHI en de knoop in haar maag begon te vormen. Maar alles liep daar gesmeerd, toch?

‘Het is White Hat, denk ik, ik weet alleen niet waarom. Maar iets daar geeft me de kriebels, terwijl alles op rolletjes loopt.’

Mariah keek naar het plafond en dacht diep na. Iedereen die Bij WHI werkte vertrouwde ze. Het zou naar zijn als er iemand misbruik van dat vertrouwen zou maken.

Ze kon natuurlijk haar Waakhond op haar computers loslaten. Ze had de waakhond nog niet geïntroduceerd bij WHI, al kwam dat meer door de interruptie van DelMonte, dan door iets anders.

Maar omdat ze het niet wisten, kon ze De Waakhond misschien wel gebruiken. Of zou het een van de projecten zijn waar WHI zich mee bezig hield?

Eva zuchtte weer diep.

‘Heb ik je verteld over De waakhond?’

vroeg Mariah ‘ Ik weet het niet meer precies, het is de laatste tijd zo chaotisch geweest’

Ze begon het idee uit te leggen en Eva was onmiddellijk enthousiast.

‘Ik weet alleen niet goed of dit commercieel te maken is, ik denk dat we dan constant voor de rechter staan’ zei Eva ineens bedachtzaam.

‘Oh, maar ik ga het niet verkopen, het is gereedschap om allerlei types in de gaten te houden. Het zou ook heel goed gebruikt kunnen worden om de bewegingen binnen WHI in kaart te brengen. Het is sowieso een goede test voor Mijn Hond’

Mariah lachte zachtjes.

Ze begon te typen op haar toetsenbord en liet De waakhond los in het netwerk van White Hat Interventions. En nu maar wachten.

 

De vrouwen uit de garage van Pete woonden ondertussen ook in Save Haven.

In het ziekenhuis had iemand geprobeerd ze mee te nemen en het FBI vriendje van Phil had ze terug gebracht naar Safe Haven.

Sam moest een poosje undercover, vertelde hij, en omdat hij de mensen hier kende, kon hij wel vertellen wat hij moest gaan doen.

Hij moest de belastinginspecteur spelen en de boeken controleren bij DelMonte.

Mariah had hem onmiddellijk allerlei wachtwoorden gegeven en vertelt waar hij de interessantste informatie kon vinden. En ze had hem verteld dat hij een praatje moest maken met Dinda.

 

Elke dag kwam er een psychologe langs die met de vrouwen praatte.

Ze waren alle drie getraumatiseerd. De twee Spaans sprekende vrouwen heetten Abelena en Beatriz.

Ze kwamen uit Mexico. Ze wilden niet terug, daar wachtte hun niet veel goeds.

Ze konden het goed vinden met Manuela en hielpen al snel mee in de keuken en om het pand schoon te houden. Manuela was erg blij met hun hulp. De twee vrouwen waren nog erg jong en toen Mariah vertelde dat ze een opleiding konden volgen als ze zover waren en ondertussen betaald werden voor het werk dat ze deden, werkten ze nog harder en waren nog trotser dan voorheen.

De derde vrouw was nog steeds heel stil. Ze sprak geen woord en probeerde zo onzichtbaar mogelijk te zijn. Ze was ouder dan de twee andere vrouwen.

Aangezien niemand echt wist welke nationaliteit ze had, spraken ze gewoon Engels met haar.

Mariah had ook gebarentaal geprobeerd, voor het geval ze doof zou zijn. En verschillende geschreven talen op de computer.

Maar òf ze verstond het niet, òf ze wilde niet reageren.

Ze was een blonde, lange, veel te magere vrouw, ze hadden haar voorlopig Anna genoemd.

Ze trok vooral naar Dinda en de dieren toe.

Lekker buiten.

Hercules de pitbull was stapelverliefd op haar geworden en zij op hem.

Dinda had geprobeerd duidelijk te maken dat ze Hercules bij zich mocht houden. Sindsdien liep hij de hele dag achter haar aan.

Zij snapte het misschien niet, maar Hercules wel.

 

Dinda had al jaren de vreemde hobby om een bekend kinderliedje in verschillende talen te zingen. Het was een soort verzameling geworden. Ze begon in het Engels, daarna Frans, Duits en Zweeds. Onlangs had ze het liedje in het Nederlands gevonden. Ze had veel moeite gehad met de uitspraak, maar ze dacht dat ze het nu wel onder de knie had.

Terwijl ze met Anna de kennels aan het soppen was, begon ze het liedje te zingen. Tot haar verbazing zong Anna het liedje in alle talen mee en ging nog even verder met een Spaanse versie. Dinda lachte verrukt.

'Welke taal wil je spreken ?' vroeg ze aan Anna. ‘En wil je me jouw versie leren?

Anna keek haar nietszeggend aan.

'Ach, kom op. Je moet op een keer met me praten. Op een dag moet je beslissen waar je heen wil, of dat je hier blijft. Dat kan ook. Of wat voor hulp je nodig hebt. Daarvoor moet je praten. Niemand hier staat je naar het leven. Maar als je wil dat we je helpen, dan moet je met iemand praten’

Dinda trok puppieoogjes naar Anna. Ze deed er nog een pruillipje bij.

Anna zuchtte diep.

'Oké, je hebt wel gelijk.' zei ze in het Engels.

'Spreek je al die talen? Of net als ik alleen dat liedje? vroeg Dinda

'Alle talen, ik heb er talent voor' zei Anna en keek een beetje verlegen.

‘Ik dacht als ik niets zeg, dan denkt iedereen dat ik ze niet versta en dan kom je veel te weten over waar je bent. Ik was zo in shock, dat ik in het begin letterlijk geen woord kon uitbrengen, later leek het me beter om niets te zeggen. Maar je hebt wel gelijk, als ik hulp wil en dat wil ik, moet ik praten'

Dinda piepte van opwinding en gaf Anna een dikke knuffel.

'Waar ben ik eigenlijk?' vroeg Anna.

' Je bent bij ons in Safe Haven. Opvang, bedrijven terrein, safe house. Wat je maar nodig hebt. Je kan hier veilig wonen of werken. We zijn net een paar maanden geleden begonnen en jullie zijn bijna onze eerste gasten. Eva was de eerste, maar die telt niet echt want ze is ook eigenaar.'

Dinda lachte blij.

‘Misschien wil je je verhaal vertellen?

‘Nee, nu niet.' zei Anna terneergeslagen. 'Later als ik het maar één keer hoef te vertellen. Wie is de baas hier, wie moet ik overtuigen?'

'Dat zou dan Mariah moeten zijn, denk ik. Zij doet de administratie, als je het zo wil noemen.'

Dinda grinnikte bij zichzelf. Wat zou Mariah vloeken als ze dat hoorde.

'Ik kan wel een afspraak voor je maken? '

Ze keek Anna vragend aan.

'Dat is misschien een goed idee, Ik hoef toch niet iedereen te vertellen wat er gebeurt is?'

'Alleen als je dat zelf wil, maar Mariah moet je alles eerlijk vertellen' beloofde Dinda.

 

In een gesprek onder vier ogen met Mariah vertelde Anna haar verhaal. Ze vertelde haar ware identiteit.

Ze besloten gezamenlijk dat het beter zou zijn om voorlopig Anna te blijven, zodat haar verleden wat makkelijker daar zou blijven waar het hoort, in het verleden.

Ook vond Mariah het een goed idee dat Anna haar verhaal pas zou vertellen als ze er zelf aan toe was.

Anna was nog veel te getraumatiseerd om er makkelijk over te praten en haar demonen, uit het verleden, waren nog lang niet verslagen.

Het was aan Anna om te beslissen wanneer ze bereidt was om te praten.

Wel beloofde ze om met de psychologe te praten, die regelmatig langs kwam.

Tot Mariah grote vreugde had Anna in een botanische tuin gewerkt en had ervaring met ontwerpen en planten van tuinen. Mariah had haar lang gezochte hovenier gevonden.

Om haar een project te geven kreeg Anna de opdracht om een veilige, besloten patio te ontwerpen.

De veiligheidseisen moest ze opnemen met Phil en Mariah besloot om een medewerker voor het zware werk voor haar te zoeken.

Na overleg met Phil hadden ze de perfecte kandidaat voor Anna gevonden, alleen Phil moest hem nog wel even vinden en overtuigen.

Declan, een van zijn teamleden was aan het dwalen geraakt, hij dronk te veel en sliep te weinig.

Phil hoopte dat zwaar werk in de buitenlucht en een dame in nood hem uit de neerwaartse spiraal kon halen.

Als hij hem kon overtuigen.

De eerste stap was om hem te lokaliseren, de tweede om hem te overtuigen en de derde om hem thuis te brengen. Al zou Dec dat waarschijnlijk niet zo zien.

 

Phil had zijn mannen opgeroepen om uit te kijken naar Dec, maar om hem niet aan te spreken.

Dat wilde hij zelf doen.

Hij was een tijd de bevelhebber van Dec geweest en hoopte daardoor nog wat overwicht te hebben.

Al was hij niet meer in dienst, toen alles misliep voor Dec.

Toch voelde hij zich verantwoordelijk voor hem.

Het was voor Dec erg moeilijk om binnen te zijn.

De muren kwamen al snel op hem af. Dus werken in de buitenlucht was waarschijnlijk het beste voor hem.

Ben kreeg opdracht om één van de buitenkennels in de dierenopvang gereed te maken voor menselijke bewoning, maar er zo min mogelijk muren in te zetten.

Hij had de kennels bekeken en alles afgekeurd. Ben wist het een en ander over wat Dec was overkomen en een kennel was niet geschikt vond hij.

Hij was geheel overnieuw begonnen en had woonruimte gecreëerd met een slaapkamer, badkamer, keuken en huiskamer.

Met een glazen dak en muren die naar behoefte weg geschoven konden worden. De enige muren die niet verplaatsbaar waren, waren die van de badkamer. Die lag precies in het midden van het huisje en de rest lag daar als punten van een taart omheen.

Het geheel was licht en luchtig geworden. Zonder toeters of bellen, maar wel comfortabel met koud of slecht weer.

Ze hadden het spaarzaam gemeubileerd. Ben was zo als altijd razend snel geweest met ontwerpen en bouwen en was bijna klaar, toen er bericht kwam dat Dec gesignaleerd was.

Phil sprong in zijn auto en ging op zoek.

Ben en Dinda werkte uit alle macht om het huisje op tijd klaar en uitnodigend te hebben.

Phil dacht niet dat makkelijk zou zijn om Dec te overtuigen. Dec was een trotse man en zou niet geneigd zijn om hulp te aanvaarden.

 

Phil trof Dec aan voor de kroeg waar een van zijn mannen hem gesignaleerd hadden.

Hij was aan het knokken met vier vechtersbazen. Phil bleef op zijn gemak staan kijken.

De Dec die hij gekend had, zou met vier man geen moeite hebben gehad, maar hij had Dec al in geen maanden gesproken en had geen idee of hij het zou redden.

Maar hij zou pas ingrijpen als het nodig was en hij zou niet weggaan zonder Dec.

Voorlopig ging Dec lekker. Hij deelde klappen uit alsof het koekjes waren en vocht, als Phil het goed zag, op halve kracht.

Twee mannen vielen tegelijk aan en een van hen zag kans om een klap uit te delen.

Dec wankelde en draaide zich om naar hem, greep hem beet en gooide hem opzij alsof het een baal katoen was.

Phil realiseerde zich ineens dat Dec zo dronken als een tor was en hij kwam wat dichterbij om hem in de rug te dekken.

Dec greep de andere twee mannen en sloeg ze met de koppen tegen elkaar en gooide ze op een hoop met de eerste man. De vierde man hief zijn handen op in overgave en liep langzaam achteruit.

Dec draaide zich agressief om naar Phil.

‘Wat moet je?’ vroeg hij met dubbele tong. Dec lachte een hatelijke lach toen hij Phil herkende.

' O, Degoedheiligman is er. Ach man flikker toch op'

Dec draaide zich om en begon weg te lopen.

Phil bewoog zich bliksemsnel en sloeg hem zachtjes achter zijn oor. Dat was samen met de alcohol in zijn bloed genoeg om hem in slaap te helpen. Hij was toch niet voor rede vatbaar.

Phil tilde hem over zijn schouder en legde hem voorzichtig in zijn wagen.

'Dat gaat nog wat worden' mompelde Phil tegen zichzelf en grijnsde tevreden.

'Kip ik heb je en zie maar weer eens los te komen.’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 17

 

 

Hij was diep teleurgesteld. Smith had goede handel in zijn garage gehad en was helaas te laat geweest met het weg te brengen. De controles bij de ingang waren te streng geweest.

Nu was Smith gearresteerd en de vrouwen vrij. Dat was de bedoeling niet, ze konden tegen hem getuigen en ze wisten te veel.

Sommige zaten al een tijd in het circuit en kenden veel namen en plaatsen.

Hij wist niet eens precies wie het overleefd hadden en welke er dood waren.

Stomme nonchalante Smith.

Hij moest maar regelen dat Smith weer vrij kwam en dan moest hij maar voor iemand anders gaan werken.

Hij wist wel iemand aan wie hij die sukkel kwijt kon. Ook was er nog een vrouwtje die verschalkt moest worden. Ze voldeed precies aan de wensen van een klant.

Bah, die rotvrouwen, er kwam niet goeds van vrouwen. Als hij maar niet aan Mariah dacht dan kon hij het nog een beetje rustig houden. Hij begon al weer te koken.

 

Dec werd langzaam wakker en begreep niet waar hij was.

Het bed waar hij op lag was comfortabel en rook schoon en fris. Maar hij voelde de buitenlucht om zich heen waaien.

Harder als een briesje dat door een raam of deur kwam. Het voelde aan als buiten.

Hij hoorde allerlei dierengeluiden. Geblaf van honden, het gebalk van een ezel? Een ezel, dat verwacht je niet in de stad. Het gehijg van een hond. Dichtbij.

Moeizaam deed hij een oog open.

Hij keek recht in een bek vol scherpe witte tanden, een roze tong hing schuin eruit.

Een bruin en blauw oog keek hem aan. De roze lap draaide rond en veegde nat en kwijlerig over zijn gezicht. De hond likte zijn neus en begon weer te hijgen. De stank uit de bek was niet te harden. De mondhoeken zo hoog opgetrokken als maar mogelijk was.

De hond trok een blij gezicht. Dit was te veel vrolijkheid voor Dec. Hij deed zijn oog weer langzaam dicht.

Zijn hoofd bonsde, zijn maag draaide en zijn gezicht voelde goor aan na de enorme lik.

Maar het bed lag lekker.

Plotseling hoorde hij een vrouwenstem.

‘Pol waar ben je? Pol, Polly, kom dan liefje.’

De heldere vrouwenstem sneed door zijn hoofd als een mes door boter. Hij kreunde.

‘Ah nee, Apollo, je hebt hem wakker gemaakt. Kom hier, laat hem met rust’

De stem snerpte door zijn hoofd en Dec kreunde weer.

De hond sprong bij hem in bed en begon te grommen naar de vrouw, ze was dichterbij gekomen om de hond te halen.

‘Nou, geweldig zeg, ik red je leven en dan ga zo beginnen. Zoek het lekker uit dan.’

Ze klonk een beetje beledigd.

Hij hoorde de voetstappen verwijderen.

‘Oh, Dec,’ riep de stem ‘pijnstillers en water staan naast je bed. Eten kun je in de keuken. Boris heeft eieren voor je’ De stem klonk steeds verder weg.

Decs maag draaide bij de gedachte aan eten. Nog even niet.

Liever helemaal niet bewegen.

Wat was een Boris? Wie was zij? Zijn hoofd bonsde, ah, bah, zijn hersens lagen los in zijn schedel.

De hond kroop met zijn lijf tegen hem aan naar boven en in zijn armen. Een diepe zucht en hij voelde het hondenlijf ontspannen. Van de weeromstuit voelde hij zijn eigen lijf ook ontspannen. Wel lekker zo'n warm beest tegen je aan, dacht Dec vaag en viel weer in slaap.

 

Na een poos werd Dec weer wakker. Hij had een droge mond, maar de misselijkheid was weg. De hond lag nog precies zoals daarvoor.

Hij keek eens beter om zich heen en zag de fles met water en het potje pillen. Pijnstillers had hij niet nodig, maar het water was welkom.

De hond was groot en zwart. Duidelijk een bastaard. Hij had grote hangende flaporen.

Hij aaide de hond over zijn grote kop. Die knipoogde naar hem en begon te hijgen.

Hij voelde zich niet opgesloten. Ook al was hij blijkbaar binnen en niet buiten.

De muren waren grotendeels opengeschoven en door het glazen dak kwam zonlicht binnen.

Moeizaam kwam hij overeind. Hij keek nog eens beter om zich heen. Hij kon dit huisje wel waarderen. Hij keek naar buiten om te kunnen achterhalen waar hij was.

Hij zag een paar open hondenkennels en een gebouw wat eruit zag als een stal, een ezel stak zijn kop naar buiten. Hij balkte lawaaierig en probeerde de staldeur kapot te bijten.

De ezel schudde opstandig met zijn kop, hij knabbelde aan de sluiting van de staldeur.

De deur zwaaide open en de ezel stapte luid balkend naar buiten.

Het klonk als honend gelach. Een klein blond vrouwtje kwam naar buiten gerend.

‘Donk' riep ze bestraffend ‘Doe nou niet, stomme ezel, als de dokter nou zegt dat je op stal moet blijven met dat been, doe dat dan.’

Ze rende achter de ezel aan.

Dec herkende de stem direct, alleen sneed het nu niet meer door zijn hoofd. Haar stem was eigenlijk best aangenaam. Ze pakte de ezel bij zijn halster, de ezel deed zijn hoofd omhoog. De vrouw was klein en kon niet meer bij de grond. Ze hield hardnekkig vast, de ezel begon te lopen.

‘Verdorie’ zei ze hardop

‘Boris’ brulde ze en spartelde met haar benen, ‘Boris, kom helpen’

Dec schoot overeind en rende naar het tweetal toe en greep het halster. Hij duwde de ezelskop naar beneden en het vrouwtje landde weer op haar voeten. Haar blonde krullen staken alle kanten op.

‘Dat flikt hij me iedere keer, hij weet gewoon dat hij groter is’

Ze keek hem aan en hij zag een paar grote blauwe ogen.

Ze stak haar hand uit en zei,

‘Welkom in Safe Haven, ik ben Dinda'

‘Dec’ zei Dec. ‘Save Haven? Ik kan me niet goed herinneren hoe ik hier terecht ben gekomen.’

Hij greep vluchtig haar hand.

‘Dat klopt’ zei ze ‘Je was bewusteloos’ ze lachte vrolijk.

‘Ga even douchen, je ruikt naar een brandewijnfabriek en kom dan eten in de keuken.’

Ze wees op het woonhuis een stukje verderop.

De hond die in zijn bed had gelegen leunde tegen zijn been aan. Hij keek naar de hond en dan vragend naar Dinda.

‘Je bent geadopteerd door Apollo’ grinnikte ze vals ‘sorry, niets meer aan te doen’

Het klonk alleen niet verontschuldigend, maar meer als leedvermaak.

Hoe bedoelde ze, hij was geadopteerd door de hond?

Hij schudde in verwarring zijn hoofd.

Ze draaide de ezel om en liep weer terug naar de stal. De ezel balkte weer, het klonk boosaardig, maar liet zich toch weer opsluiten in de stal, dit keer deed Dinda een hangslot op de deur. Donk zou die dag niet meer ontsnappen.

Dec besloot maar gewoon te doen wat het vrouwtje had voorgesteld, eerst douchen en dan eten. Hij vond in het huisje schone kleding en een handdoek. Dat ging wel lukken zo.

 

Phil zat op Dec te wachten in de keuken van de dierenopvang, hij dacht dat dit een plek zou zijn waar Dec zich wel thuis zou voelen.

Boris had een groot ontbijt gemaakt met eieren en spek. Hij hoefde niet op Mariah te letten omdat ze zich verschanst had in haar kantoor in de kelder.

Dec voelde zich duizendmaal beter na een douche en schone kleding. Hij krabde de stoppels op zijn kin. Scheren was nog beter geweest.

‘Ach, ik had moeten weten dat jij hier achter zit, ik zag de hekken, zit ik opgesloten?’

Dec fronste naar Phil.

‘Nee, die hekken zijn voor de dieren. Je hebt de ezel toch gezien? Dan zijn die hekken geen overbodige luxe.’

Phil grinnikte.

‘Waar ben ik en waarom ben ik hier’

Dec keek boos naar het bord met eieren dat Boris naar hem toe schoof. Hij keek een beetje geïntimideerd naar Boris. God, wat een boom van een kerel. Boris lachte vriendelijk en zijn hele gezicht veranderde erdoor.

‘Je bent in Save Haven.’ zei hij

Daar werd Dec niet veel wijzer van.

‘Je bent hier omdat ik je hulp nodig heb’ zei Phil.

‘Ik kan dat soort werk niet meer’ zei Dec, ‘Je kunt me niet meer vertrouwen.’

‘Dat weet ik, maar dit gaat om iets anders. Ik heb iemand nodig die het zware werk kan doen bij de aanleg van een tuin en meteen een beetje op de dame kan passen die de tuin aanlegt. Ze zit in de problemen. Maar het is gewoon hier op het terrein. Dus is er verder weinig aan de hand. Jij kan in het huisje verblijven waar je wakker werd. Dus wat denk je? Phil keek vragend naar Dec.

‘En wie ben jij?’ vroeg Dec aan Boris, Phil geheel negerend ‘en wat is Safe Haven.?

‘Ik heet Boris’ zei Boris ‘Safe Haven is in principe een bedrijventerrein dat we aan het opknappen zijn, het is een gesloten terrein omdat Mariah wat onvriendelijke kennissen heeft en omdat er een vrouwenopvangcentrum wordt gerealiseerd. Dit hier, waar je nu bent, is de dierenopvang van Dinda. Dinda is dat kleine blonde onderdeurtje.'

Boris lachte smakelijk omdat Dinda precies binnen kwam toen hij dat zei.

‘Je weet dat ik een geweer heb?’ vroeg ze liefjes aan Boris ‘en dat ik daar raak mee schiet, zeker op zo'n groot doel?’

Boris lachte nog harder.

‘Boris, pest mijn vrouwtje niet zo’ zei een zware stem bij deur.

Dave kwam binnen en tilde Dinda op en gaf haar een kus. Hij zette haar zachtjes weer op haar voeten.

‘Beter voor mijn rug’ lachte hij tegen haar.

Dinda gromde wat binnensmonds, pakte een bord met eieren voor zichzelf en begon te eten. Beide mannen vuile blikken toewerpend.

‘Dave, dat is lang geleden’ zei Dec, hij had met grote ogen de woordenwisseling gehoord tussen Dinda en de twee mannen en wist even niet wie hij moest beschermen, de mannen of de vrouw.

Hij was volslagen in de war van alle namen die langs waren gekomen die hij niet herkende. Eigenlijk was hij wel blij met de aanwezigheid van Phil en Dave. Dat was tenminste bekend terrein.

Het zorgde ervoor dat zich niet zo alleen voelde.

Phil had al vaker geprobeerd om hem te helpen, maar hij had hem alleen maar weg geduwd. Als Phil deze keer wilde helpen, besloot hij, zou hij de hulp aanvaarden.

Hij had de bodem van de put bereikt en kon niet dieper vallen.

‘Goed je te zien, man’ zei Dave en pakte Decs hand beet en gaf hem een duw met zijn schouder. ‘Wat vind je van Phils voorstel?

Dec keek peinzend. ‘Ik weet niet, man, of dat wel iets voor mij is. Ik maak tegenwoordig overal een zooitje van.’ Hij haalde verslagen zijn schouders op.

‘Weet je’ zei Dave ‘Het is geen schande om hulp aan te nemen als je dat nodig hebt, je staat er niet alleen voor, al voelt dat soms wel zo. Je kan het toch gewoon proberen? We hebben hier mensen met allerlei problemen. Ik heb zelf nog steeds nachtmerries.’

Dinda keek hem aandachtig aan.

‘Al gaat tegenwoordig wel een stuk beter’ ging Dave verder ‘Maar het is niet iets waar ik me voor schaam, niet meer. Met de juiste bezigheden en veel geduld kan het alleen maar beter worden. Wat heb je te verliezen?

Daar had Dave wel een punt, bedacht Dec. Zijn verstand was hij al lang geleden verloren.

‘Geen gevechtssituaties? Want dat kan ik niet meer.’ vroeg hij Phil.

‘Ik moet eerlijk zijn, dat kan ik niet garanderen, we hebben hier een paar dames die wat onfrisse types in hun kielzog hebben en we hebben al een sluipschutter op bezoek gehad. Ik kan je wel beloven dat ik je niet het veld instuur en je niet bewust in gevaarlijke situaties zal brengen. In het geval van een aanval zal ik je eerder achterlaten om onze gasten te beschermen. Niet om de schutters te pakken te nemen.’

‘Dat is goed genoeg’ besloot Dec, hij had toch niets beters te doen.

De tijd lag eindeloos leeg voor hem en misschien was het wel verstandig om wat nuttigs te doen. Beter dan al die drank. Dat hielp ook niet erg en het scheelde hoofdpijn.

‘Een tuin aanleggen hè? Das weer heel wat anders, ik weet niets van tuinen.’

‘Maar dat weet Anna wel’ zei Phil ‘Je moet wel een beetje lief zijn voor haar, ze heeft echt afschuwelijke dingen meegemaakt, gewoon rustig aan.’

 

Anna was niet erg enthousiast over het plan dat een onbekende man haar zou gaan helpen met de tuin.

Het maakte haar doodsbang. Aan de andere kant een paar spierballen zou misschien wel handig zijn. Ze hoopte maar dat het geen engerd was. Ze werd zenuwachtig bij het idee alleen al, dat ze moest samenwerken met een man. Wie weet wat hij zou doen.

Ze vond het vreselijk dat ze zo niet gedacht zou hebben voor de ontvoering, toen had ze nog vertrouwen gehad in haar familie en omgeving. Nu niet meer.

Hier was het rustig. Veilig.

Toch schrok ze van ieder onbekend geluid of van iedere onverwachte ontmoeting.

Ze was extreem bang voor Boris, hij was zo groot, hij kon haar met twee vingers breken als hij dat wilde. Ze durfde hem amper in de ogen te kijken en ze probeerde onzichtbaar te worden als hij in de buurt was.

Hij at iedere avond in de gemeenschappelijke keuken. Boris had wel door dat ze bang was voor hem en hij negeerde haar compleet in de hoop dat ze wat zou ontspannen. Dat was tot dusver niet gebeurd.

Deze avond zat er nog een vreemde vent in de keuken.

Hij praatte voornamelijk met Dave en negeerde Phil en Boris compleet. Hij keek niemand recht aan en had een opgejaagde blik in zijn ogen. Vreemd genoeg een blik die ze wel herkende.

Die zag ze iedere ochtend in de spiegel en ze haatte het oprecht om die bij hem te zien.

Ze herkende de vrouw in de spiegel niet meer. Ze vroeg zich af of die man zichzelf nog herkende. Ze hield haar hoofd gebogen boven haar bord en gaf alleen antwoord als Dinda wat vroeg. Stiekem bespiedde ze hem vanuit haar ooghoek. Ze vroeg zich af wie hij was. Ze was nieuwsgierig. Maar ze vroeg niets. Ze had al snel door gehad dat je hier niet snel iets vroeg over iemands verleden. Dat was fijn want ze wilde zelf ook niets vertellen.

Het was gezellig met zoveel mensen aan tafel te zitten.

De mannen hadden iedere avond een verbale strijd. De opmerkingen vlogen over en weer.

Testosteron pissen noemde Mariah dat, maar ze lachte er liefhebbend bij en deed net zo hard mee. Het was net een hele grote drukke familie. Anna dacht dat ze niet opviel tussen al die grote lawaaierige mannen en de paar vrouwen die zich aan de strijd waagden.

Dinda en Mariah streden om het hardst met de mannen, wat enorm grappig was omdat ze vaak twee keer pasten in de man waarmee ze de strijd aangingen.

Twee kleine keffertjes in een roedel Deense doggen.

De vreemde vent kwam op haar aflopen toen iedereen opstond om te gaan opruimen en stak haar zijn hand toe.

‘Dec’ zei hij en probeerde niet te nors te klinken, het was een poosje terug dat hij sociaal gedaan had en het had hem moeite gekost om hier te zijn vanavond. Hij zat bijna aan zijn limiet van wat hij kon verdragen. ‘Je hulpje in de tuin, aangenaam’

Anna legde een trillende hand in de kolenschop van Dec

‘Anna’ Haar stem bibberde een beetje.

‘Je hoeft voor mij niet bang te zijn, ik doe je geen kwaad.’ Dec keek haar een beetje gekwetst aan. ‘Jij bent de baas, ik alleen maar de domme kracht’

Hij draaide zich om en liep weg. Anna schaamde zich een beetje, maar ze had helemaal niets tegen hem gezegd. Alleen maar gebibberd. Die reactie kon ze niet beheersen.

Ze liep snel achter hem aan,

‘hé Dec, wacht es even.’

Dec was snel vertrokken, dus Anna moest rennen om hem in te halen.

Decs benen waren een stuk langer dan die van haar. Dec was alweer lang genoeg binnen geweest en werd er een beetje paniekerig van. Hij was bang dat hij een paniekaanval zou krijgen. Hij begon te zweten en rende snel de trap af en naar buiten. Hij haalde diep adem en kalmeerde een beetje. Anna kwam snel de deur door rennen en had niet verwacht dat Dec daar stil zou staan. Met een dreun liep ze tegen hem aan en ze stuiterde terug tegen Decs harde lijf. Hij kon haar nog net opvangen.

‘Sorry’ zei ze hijgend ‘ik kan het niet helpen als ik zenuwachtig wordt van mensen die ik niet ken. Maar als we samen moeten werken dan zal dat wel overgaan, denk ik’

‘Het is oké,’ zei Dec een beetje ademloos ‘het is nou ook weer niet zo dat ik geheel probleemloos door het leven ga’ Dec lachte een beetje besmuikt.

Hij had er wel bewondering voor dat ze toch het lef had om achter hem aan te komen, ondanks dat hij kon zien dat ze bang was.

‘Wil je zien wat we gaan doen?’ vroeg ze een beetje aarzelend.

‘Graag, ik ben benieuwd, ik weet niets van tuinen, behalve dat ze buiten zijn’ grijnsde Dec.

‘Maar we moeten toch eerst weer naar binnen, om daarna naar buiten te gaan.’

Ze lachten allebei om die logica. Anna ging voor, door de deur naar binnen en door een lange gang door een grote dubbele deur naar buiten. Dec lachte hardop, maar zei niets.

Ze keken over een ruime binnenplaats uit, ongeveer zo groot als een voetbalveld.

Bestaande uit de twee vleugels van het gebouw en een nieuwe metershoge muur.

‘Hier moet een zwembad komen en een plek om te relaxen of te werken vooral voor Mariah, zij zit heel veel binnen te werken en Phil vind dat niet gezond. Het dakappartement is voor haar, maar ze vind het te onbeschut en ergens heeft ze nog gelijk gekregen ook. We hebben al bezoek gehad van een sluipschutter. Het is nu een sportzaal. Mariah woont nu ergens meer beschut, maar ze moet ook naar buiten kunnen.’

Anna wees waar ze het zwembad had gepland en sprak over welke planten om het terras zouden komen.

Ze vertelde dat ze een lijst met beveiligingsmaatregelen had gekregen van Phil en ze spraken af dat ze de volgende dag de tekening zouden bekijken.

 

Hoofdstuk 18

 

Ze zat in de kroeg, ze zat godbetert gewoon in de kroeg, alsof niet de halve criminele gemeente naar haar op zoek was. Wat een lef.

DelMonte ontplofte zowat, hij voelde de druk in zijn hoofd toenemen en hij gaf een keiharde brul om de boel wat te ontlasten. Hij moest rustiger worden, anders kreeg hij nog een beroerte of een hartaanval. Hij kon voelen dat zijn bloeddruk door het plafond ging.

Dat gemene kleine secreet, ze maakte zijn hek stuk, zette hem voor gek en nu ging ze gewoon met haar kleine bevriende krullenbol stappen.

Weliswaar een kroeg vlak bij huis, blijkbaar, in ieder geval voor het blondje.

Woonde Mariah daar nu, op het terrein met de hekken, die hij op het oog had gehad om lekker duur door te verkopen aan projectontwikkelaars? Is dat nu van haar?

Hij voelde zijn bloeddruk nog een beetje verder omhoog gaan. Weer een plan dat getorpedeerd was door die kabouter. Hoeveel tegenwerking kon hij nog verdragen?

Hij schonk met een trillende hand een borrel in en nam beverig een slok. Dat mens word mijn dood nog, dacht hij. Hij moest even nadenken over wie nu zijn nummer twee was, hij ging in hoog tempo door zijn mannen heen. Hij moest hoog nodig ophouden om ze om te brengen als ze iets zeiden wat hem niet aanstond.

Hij pakte zijn telefoon en ging bellen. Dat kleine monster moest niet denken dat ze ongestraft uit haar holletje kon kruipen.

 

Mariah, Dinda , Eva en Moragh zaten in ‘De Golden Coin’ en hadden reuze lol.

Ze waren mee gelokt door Phil, Dave en Boris en nog een paar werknemers van Morgen Security.

Het was een verademing om eens gewoon lol te maken en niet aan het werk te zijn of op de vlucht. Mariah had met Phil gedanst en ze was er bepaalt opgewonden van geworden. Haar wangen waren hoog rood.

Het was druk in het kleine kroegje. Er waren veel mensen uit de wijk en een groot aantal van Morgan Security.

Het was gewoon lekker om even stoom af te blazen.

Dinda was intiem aan het doen op de dansvloer met Dave .

Boris hing met Luke aan de bar en bekeek het stel als een trotse vader. Jackson was aan het verbroederen met Dec. Het was voor Dec een prettige verandering om gewone, onzingesprekken te voeren, die feitelijk nergens over gingen, maar wel onderhoudend waren.

De mannen waren allemaal alcoholvrij met watertjes en cola. Er moest op een kostbare schat gepast worden.

De meiden zaten aan een lekker zoet mixje, iets wat oom Bill speciaal voor ze verzonnen had. Het was in tijden niet zo druk en gezellig geweest in het kleine kroegje.

Het industrieterrein had veel werk voor de inwoners van de wijk en die gunstige invloed begon je langzamerhand te merken.

De mensen van de wijk hadden weer wat meer te besteden en waren trots op hun baan. De meiden waren trots op hun werknemers.

Dinda was bij hun tafeltje afgeleverd door Dave met een lief kusje op haar wang.

Dave ging weer bij zijn broer aan de bar zitten. Ze keken waakzaam de kroeg rond.

Twee mannen kwamen het kroegje binnen en gingen naast Boris aan de bar staan. De twee nieuwkomers keken geconcentreerd naar de vier vrouwen die aan een tafeltje zaten te lachen. Moragh had net een gore mop vertelt en het viertal kwam niet meer bij. Ze waren niet dronken, maar meer uitgelaten dat ze even los gelaten waren.

‘Dit wordt mijn Stamkroeg’ brulde Mariah

‘Nee, dat kan niet, het is al de mijne en van mijn stamkroegen blijf je mooi af’ giechelde Dinda.

Samen met Mariah vielen ze zowat van hun stoel af van het lachen.

Phil en Dave keken tevreden toe. Niet alleen buitenlucht en beweging was gezond, maar een keer flink lachen ook.

Boris keek nog steeds naar de vrouwen en toen zijn blik viel op de twee mannen die nog steeds strak naar de vrouwen keken.

‘Zit er wat voor je bij?’ vroeg hij nieuwsgierig.

‘Nah, allemaal te klein, ik moet alleen even praten met die kleine donkere.’

De man haalde zijn schouders op. Hij was lang en goed geproportioneerd, met zwart haar en donker grijze ogen. Hij had kleine sproetjes op zijn neus.

‘Misschien moet je even praten met hem, daar’ Boris wees met zijn kin naar Phil.

‘Ik denk niet dat je haar benaderen kunt zonder twee Navy Seals en een marinier op je dak te krijgen.’

‘Dat had DelMonte niet gezegd, ik haat dat.’

De man keek bedachtzaam naar het plafond, alsof daar het antwoord te lezen stond. Hij trok eens aan zijn oor.

‘Wie ben jij?’ vroeg hij toen.

‘Boris’ zei Boris ‘en Jij?’

‘Spike’ zei de man en trok weer aan zijn oor.

‘Oké, ik praat met hem’

Spike stond op en liep naar Phil. Hij stak zijn hand uit en stelde zich voor.

Hij boog zich voorover naar Phil die nonchalant aan de bar hing en Phil verstijfde.

Dave schoot overeind en hield het tweetal scherp in de gaten. De spanning steeg.

Spike vertelde een heel verhaal aan Phil en Phil ging steeds rechter op zitten. Hij keek naar de vrouwen en knikte bedachtzaam. Hij stak zijn hand uit en schudde die van Spike.

Spike vertrok en nam zijn maat met zich mee. Phil keek hem achterna. Hij krabbelde aan zijn kin en draaide zich naar zijn broer.

‘Dat was de ‘crisismanager’ van DelMonte,’ zei hij enigszins verbaasd.

‘Hij is met pensioen, zegt hij, alleen DelMonte gelooft hem niet, hij heeft nu opdracht gegeven om Mariah om te brengen om zijn geloofwaardigheid te bewaren. Spike heeft besloten dat we goed werk doen en kwam liever waarschuwen, dat is het verhaal in een notendop’

Dave en Luke keken hem stomverbaasd aan. Wie had dat gedacht.

‘En die vent die hij bij zich had?’ vroeg Drake.

‘Dat was een crisismanager in opleiding, hij zou het regelen. Dat belooft niet veel goeds voor hem’

Phil grijnsde, nog steeds een beetje van zijn stuk gebracht.

‘Wat doen we nu?, terug naar huis?’

Dave zou het liefst onmiddellijk vertrekken.

‘Nee, laat ze nog maar even lol trappen, vanavond gebeurt er niets meer’ Phil haalde zijn schouders op. Vreemd genoeg vertrouwde hij de crisismanager van DelMonte.

 

Spike en zijn makker verlieten de kroeg en zijn maat vroeg zich af waarom ze zelfs geen poging hadden gedaan om de vrouw mee te nemen. Ze was maar drie turven hoog en haar vriendinnen waren niet veel groter. Dat moest toch een makkie zijn. Aan de andere kant was het onverstandig om Spike tegen de haren in te strijken.

Dan waren zijn reacties altijd onvoorspelbaar. Zou hij het durven om te vragen? Of was hij dan levensmoe?

‘Spike’ begon hij aarzelend.

‘Als je wilt leven, houd je je bek hermetisch gesloten’

Spikes stem klonk kortaf, kil.

Ruben sloot zijn mond met een klap en besloot dat hij nooit in die kroeg was geweest en dat hij nooit van Mariah had gehoord. Misschien was het zelfs tijd om te verhuizen.

Spike vroeg zich af waarom hij niet gewoon zijn opdracht had uitgevoerd.

Een van de redenen was dat DelMonte hem steeds meer tegen begon te staan. Na de dood van zijn vrouw was hij op drift geraakt en bij DelMonte terecht gekomen.

Er was niet veel wat hem kon schelen op dat moment, maar vrouwen en kinderen waren in zijn ogen heilig.

Er was voor hem niemand geweest die hem beschermde toen hij nog een kleine jongen was en hij kon mensen die dat wel deden alleen maar toejuichen.

Hij had erg veel van zijn vrouw gehouden en ondanks dat ze maar kort de tijd hadden gehad voordat ze overleed aan kanker, waren ze gelukkig geweest. Zij had hem iets gegeven wat hij nooit in zijn leven had gevoeld. Liefde. Hij was kapot geweest toen ze overleed.

Als hij alleen maar criminele concurrenten moest ombrengen was hem dat om het even, die mensen waren allemaal even slecht, maar langzamerhand had DelMonte zich in de mensenhandel begeven en dat kon Spike niet goed velen. Na zijn laatste opdracht, die hij toch al niet van harte had uitgevoerd, had hij er genoeg van om DelMontes probleemoplosser te zijn. Hij had zich voorgenomen om met pensioen te gaan. Hij had dat DelMonte ook gemeld, maar die had verkozen om in lachen uit te barsten en het verder te negeren.

Spike haatte het als mensen dachten dat hij hun eigendom was, als een goed afgerichte hond. Hij had stiekem weg al heel wat onschuldigen weggesluisd uit de invloedssfeer van DelMonte, terwijl DelMonte dacht dat ze omgelegd waren.

Spike was niet alleen maar de beul, maar ook de rechter, al had DelMonte dat nooit gerealiseerd. Spikes motto in dit was ‘altijd zelf blijven denken.’

Spike had wel bewondering voor iemand die niet toegaf aan DelMontes dwang. Mariah bleef hem ontlopen en was hem constant te slim af.

Maar nu had hij het probleem van zijn maat. Ging die zijn bek houden of was het beter om hem het zwijgen op te leggen? Voor hij een beslissing kon nemen, ging de telefoon.

DelMonte belde ziedend. Spike nam de telefoon op en voor hij zijn naam kon zeggen brulde DelMonte scheldend zijn gal. Spike was er klaar mee. Hij hing de telefoon op en stopte de wagen. ‘Uitstappen jij’ zei hij tussen opeen geklemde kaken.

Zijn maat stapte verbluft uit en Spike volgde hem. Voor zijn maat had kunnen vragen wat er aan de hand was, had Spike hem zijn nek gebroken. Hij smeet hem in een greppel.

‘Probleem opgelost’, mompelde Spike, stapte weer in zijn auto en verdween.

Hoofdstuk 19

 

 

DelMonte zat achterover in zijn bureaustoel en keek peinzend naar het plafond.

Daar werd hij ook niet vrolijk van, wat een bende. Hij had een sigaar in zijn ene hand en een glas whiskey in het andere. Ze dachten dat hij het gefluister niet hoorde en dat hij het niet door had, dat de aasgieren zich verzamelden. Ze dachten dat hij zwak was geworden, om dat hij die wijven niet te pakken kreeg. Hij had veel geld betaalt voor die kleine brunette, maar er was niet geleverd en nu was die ouwe van haar ook al weg.

Dat blondje had hem compleet voor paal gezet. Ze dachten dat hij het niet gemerkt had, maar hij had best door dat er meer van zijn mensen verdwenen waren.

Spike en Ruben.

Weggelopen, dacht iedereen, maar misschien waren ze gewoon vermoord.

Hij had zich enorm opgewonden en nu was het tijd voor reflectie. Tijd om na te denken.

Hij nam nog een slokje van zijn drankje en daarna een hijs van zijn sigaar.

Wat is nu een goede koers om te varen? vroeg hij zich af.

Die wijven moeten dood, zo spectaculair mogelijk. Ik moet laten zien wie hier de baas is.

Ze moeten een lesje leren. Jammer dat oppikken en martelen geen optie is. Een voorbeeld stellen. Hij dacht weer terug aan wat Spike gezegd had.

‘Je hebt er een raket voor nodig om dat gebouw kapot te krijgen. Het is gebouwd voor de derde wereldoorlog. Het is een bunker’

Hij heeft gelijk, die Spike, jammer dat hij een van de mensen is die verdwenen zijn.

Een raket valt wel te regelen, hm, en die er dan inschieten vanaf de waterkant. Dat is het meest open. Allemaal glas.

Een legertje van zijn mannen erbij om iedereen dood te schieten. Misschien eerst een beetje verkennen met een drone.

Hij humde tevreden. Hij kwam er wel. Hij had er al veel te lang mee gewacht.

Hij gooide in één keer zijn drankje naar binnen en greep zijn telefoon.

 

Mariah werkte gestadig door. De waakhond deed haar werk fantastisch, ze had haar in de computers van DelMonte los gelaten. Dat was ongelofelijk hoeveelheid data.

Eva zat trouw iedere dag bij haar in de kelder en spitte de data door en sorteerde het uit op urgentie. Ze liep de aankooplijst door van DelMontes bedrijven en viel zowat in slaap omdat het zo saai was.

‘Kan je die hond niet leren om die lijsten na te kijken, zodat ze de gewone zaken eruit haalt en alleen de dingen die er uitspringen door stuurt, ongelofelijk hoeveel toiletpapier die gasten verbruiken? Is het een code woord voor iets anders? Nope, toiletpapier’

Eva gaapte luid en sprong overeind, ‘Koffie, ik heb koffie nodig, Jij ook?’

‘Hebben honden scherpe tanden?, tuurlijk wil ik koffie.’ Mariah lachte.

Ze wreef met beide handen stevig over haar schedel, zodat haar haar alle kanten uit stond, ze keek bedachtzaam naar haar monitor en dacht na over het uitzoeken van alle data, over gewone zaken en bijzondere zaken, over foute dingen en oninteressante dingen.

Ze begon fanatiek te typen en was volkomen onbereikbaar voor de wereld.

Toen ze weer boven kwam stond er een kop koude koffie op haar bureau en een bord onaangeroerd eten.

Ze zuchtte diep, moe maar tevreden en begon haar koud geworden eten op te eten.

Ze strekte haar nek en bewoog haar hoofd heen en weer. Ze wreef over haar nek om de knopen eruit te halen.

Phil kwam binnen en legde zijn warme handen in haar nek.

Zonder iets te zeggen begon hij haar nek te masseren. Ze liet haar hoofd naar voren hangen en begon te ontspannen.

‘Is dat beter?’ bromde Phil. ‘Harde werker, is het gelukt waar je mee bezig was?’

‘Het is zo veel beter werken, als je niet gestoord wordt, alles gaat zoveel sneller. Ja het is gelukt, ik denk dat het nu allemaal veel vlotter zal gaan. Morgen testen, vannacht slapen’ Mariah gaapte.

‘Ik had gehoopt je nog even wakker te houden, schoonheid’ Phil humde verleidelijk in haar oor.

‘Dat ‘zei Mariah met overdreven geflapper van haar wimpers’ is het beste voorstel wat ik heb gehoord vandaag.

 

Na een lekker nachtje slapen en een flinke hoeveelheid ontspannende seks is het zoveel beter werken, vond Mariah en liep fluitend haar kantoor in.

Eva was er nog niet, maar Phil kwam binnen met een blad met ontbijt.

‘Eet op terwijl het nog warm is, engel, ik ken je ondertussen wel, als je die monitor aanzet, vergeet je te eten.’

Phil grijnsde naar haar.

Mariah grijnsde lief terug en wreef even stevig over haar schedel. Haar haar begon lang te worden, ze moest echt een keer naar de kapper.

Ze aten samen gezellig het ontbijt op terwijl Mariah probeerde uit te leggen wat ze de avond ervoor precies had ontworpen. Phil begreep er geen woord van.

Eva was ondertussen ook binnengekomen met een blad koffie in haar handen. Phil dronk nog een bak koffie mee en ging aan zijn eigen werk. Hij had zijn bureau en kasten ook maar beneden neer gezet. Zijn kantoor boven was bijna leeg en werd alleen gebruikt als hij zakelijk bezoek had. Voor de rest van de tijd deelde hij het kantoor met Mariah en Eva. Ook De Bunker was naar beneden verhuist en die ruimte was in gebruik genomen als veilige kamer en ziekenboeg.

Het kantoor van Phil en Mariah was een wirwar van monitors, computers en allerlei randapparatuur. Helemaal achterin stond een werkbank, waar Luke en Mariah samen werkten aan verschillende handige apparaatjes. Daarachter lag een slaapkamer met badkamer en de ruimte waar alle elektriciteit geregeld werd, Mariahs server stond er, de airco’s waren daar. En nog was er ruimte over.

Mariah startte de monitors en begon de testfase op de computers van DelMonte. Ze was echt benieuwd of het werkte zoals ze dat zich voorstelde. Voorlopig moesten ze het ook nog handmatig doen. Twee computers deden de test. Mariah hield haar eigen computer voor de lopende zaken. Ze ging eerst de chatbox controleren of Ghost nog gereageerd had.

Daar was een bericht.

Ghost liet weten dat ze later nog contact zou opnemen, maar dat Mariah nauwkeurig haar database moest controleren en dat ze Ghost niet buiten de deur had kunnen houden.

Mariah gaf een kreetje van opwinding. Nu kon ze zien of haar val had gewerkt.

Ze logde in op haar server en begon het pad te volgen dat haar vislijntje had achter gelaten.

Ze vond een foto van Ghost en was tevreden dat er een duidelijke foto was, van een vrouw met tamelijk kort blond haar, een zwarte muts en verder geen opvallende kenmerken.

Ze had fel blauwe ogen, maar Mariah dacht dat dat lenzen waren. Als ze zich goed herinnerde had Ghost bruine ogen.

Jaren geleden had ze Ghost een nieuwe identiteit aangemeten en op die foto had ze bruine ogen gehad. Het blonde haar klopte wel. Ze hadden elkaar nooit in levende lijve ontmoet.

Ze hadden wel veel contact gehad via internet en elkaar over en weer geholpen.

Mariah wist wat de taak was die Ghost zichzelf had toebedeelt en waarom. Ze had haar zoveel mogelijk geholpen.

De complete vernietiging van de misdaadsyndicaten.

Een utopie, volgens Mariah. Maar ze kon ook begrijpen waarom Ghost het toch probeerde.

Ze hadden haar leven vernietigd, zodat er maar één ding overbleef, haar eigen dood in scene zetten. En het moet gezegd, Ghost boekte succes. Bijna niemand wist dat ze bestond.

Ze verleidde handlangers om tegen elkaar in opstand te komen door allerlei belangrijke feiten te verdraaien en papieren te vervalsen. Zo kweekte ze een hoop argwaan en wantrouwen tussen mensen die elkaar uit noodzaak zouden moeten vertrouwen.

Dat had de ineenstorting tot gevolg gehad van de Bulgaarse syndicaten, al kreeg de politie alle lof toegezwaaid. Ghost had hen stap voor stap begeleid en ze hadden het niet eens geweten. Ze een complete oorlog ontketend in Amsterdam die tot op de dag van vandaag nog voort woedde. En een groot probleem voor de politie was.

En nu was ze in de Stad. Waarom had ze haar werelddeel verlaten?

Dat werden dus interessante tijden. Mariah wreef weer over haar hoofd. Haar haar piekte werkelijk alle kanten op.

Ze zette de beveiliging weer maximaal en stuurde Ghost de foto in de chatbox, met de vraag wie zijn database in de gaten moest houden.

 

Na een paar uur volop te hebben staan werken en zoemen, gaf de computer een signaal.

Gemma de waakhond was tot een conclusie gekomen over de hoeveelheid informatie die Eva al dagen bezig hield. Eva was even naar buiten gegaan om een frisse neus te halen en Mariah besloot haar te bellen voor ze het resultaat ging bekijken.

Het zou allemaal nagekeken moeten worden, maar een eerste conclusie was altijd spannend.

Eva kwam onmiddellijk terug en bekeek het resultaat.

Ze was hier veel scherper in dan Mariah. Ze belden Dinda en ook zij kwam helpen. Dinda was een genie in het volgen van geldstromen en samen met Eva waren ze een onoverwinnelijk duo.

Samen bogen ze zich over de schermen en begonnen een discussie over informatie.

‘Kunnen we zelf ook informatie zoeken met Gemma? vroeg Eva. ‘Ik heb eigenlijk een specifieke vraag.’

Mariah liet zien hoe ze dat moesten doen en ze gingen aan de slag.

Na verloop van tijd gaf Eva een grom en Dinda kreunde wat binnensmonds.

‘Da’s gek’ mompelde Dinda ‘Waarom zou je dat nou allemaal kopen? Wat ga je daar mee doen, meneer de maffiaman, waar ga je nou toch mee spelen?’

Ze neuriede nog een poosje dat melodietje door. Wat ga je doen? Wat ga je doen? Kleine maffioso.

Phil, Drake en Dave waren ook aan het werk gegaan en zaten bij de monitors.

Buiten waren er mannen aan het testen.

De bewegingsmelders waren aan de beurt en één voor één werden ze getest en opnieuw gekalibreerd.

Bij het geneurie en gemompel van Dinda was Dave opgestaan en keek over haar schouder mee. Ze keek schuin naar hem en zuchtte.

‘Wat zou jij doen met dit boodschappen lijstje?’ vroeg ze hem en wees op het lijstje wat ze had gemaakt. Allerlei chemicaliën, maar ook gootsteenontstopper en zelfs kunstmest. Allemaal dingen die gewoon in de supermarkt en de bouwmarkt verkrijgbaar waren.

‘Ik neem niet aan dat hij zelf zijn gootsteen gaat ontstoppen of zijn tuin gaat bemesten, dus wat dan wel?

‘Daar kan je een behoorlijke effectieve bom van maken,’zei Dave een beetje ongerust.

‘En als je daar een drone aan toevoegd,’ vroeg Eva ’wat krijgen we dan?

‘Een puinhoop‘ zei Phil, ‘Als wij dat doel zijn, dan zijn we de klos.’

‘Kunnen we ons wel verweren tegen een, uh, luchtaanval?’ vroeg Mariah bezorgd.

‘Nou, liefje’, zei Phil, langzaam en peinzend ‘Dat zou op zich wel mogelijk zijn, maar daar moet ik wel even over nadenken en overleggen met mijn broertjes. We kunnen moeilijk afweergeschut neer zetten. Mm, afweergeschut. Ik weet het niet. We moeten gaan voor een andere optie. We hebben het speledingetje van Mariah, om signalen te onderscheppen. Misschien kunnen we die op grotere schaal gebruiken. Moeten we de veilige kamer klaar zetten en iedereen trainen om daar heen te gaan? Hoeveel tijd hebben we precies?’

‘Ik wilde dat ik dat wist’ Mariah zuchtte

‘Ik ga proberen om daar achter te komen. Zouden we iedereen niet moeten evacueren? Hier zijn ze ook niet veilig.’

‘Ik denk dat ze hier veiliger zijn, dan ergens anders. Daar zijn ze ook kwetsbaar voor ontvoering, maar misschien moeten we ze de keus laten.’

Phil keek bezorgd.

‘We hebben hier ook een paar veteranen met PTSS, ik denk dat ze dan wel de keus moeten hebben. Dec kan niet binnen blijven, maar kan ook niet buiten.

De beslissing moet bij hem zelf liggen. Ik praat eerst met iedereen. Als jullie nou eens proberen om zoveel mogelijk te weten te komen.’

Dit was tegen de vrouwen gericht. En dan verder tegen zijn broers

‘Laten we er van uitgaan dat er een aanval op ons komt. Zo niet, dan was het een goede oefening. Jullie zorgen dat de veilige kamer bevoorraad en gebruiksklaar is, en we proberen zo snel mogelijk een gespierde versie te bouwen van Mariahs speledingetje. Als dat lukt hebben we een antwoord op de drone. En anders zullen we leren hoe sterk het gebouw eigenlijk is.’

Phil had zijn orders gegeven en stapte op om met zijn mannen en gasten te praten.

Drake vertrok naar de supermarkt om voorraden in te slaan en Dave ging op zoek naar zijn vriend Luke die de technicus was om het apparaatje van Mariah spierballen te geven.

Dinda besloot om met Manuela te gaan praten en haar gerust te stellen over haar dochters. Iedereen zou vechten als leeuwen om die meisjes veilig te houden.

Manuela had niet veel aansporing nodig en begon onmiddellijk hun spullen naar beneden te verhuizen. Ze belde Ben om de tweeling uit school te halen, zodat ze hen niet meer uit het oog kon verliezen.

 

Hoofdstuk 20

 

 

De plannen van DelMonte verliepen vlekkeloos.

Hij had de juiste mensen op de juist plek. Jammer dat Spike er vandoor was, hem had hij goed kunnen gebruiken. Maar Spike had bevolen dat hij Safe Haven met rust moest laten. Dat begreep hij niet zo goed. Waarom had hij daar belang bij? Wie dacht hij wel dat hij was om hem bevelen te geven?

Ook had Spike gezegd dat hij met pensioen was gegaan.

Niemand ging met pensioen zonder de uitdrukkelijke toestemming van DelMonte.

Ook Spike niet. Als hij hem terug kon vinden zou hij ervoor zorgen dat Spike als voorbeeld gesteld werd. Desondanks was het jammer. Spike was een gewaardeerde werknemer geweest.

 

Ondertussen had Ghost het druk. Ze controleerde de mail en telefoons. Ze had eerst de hele Familie in kaart gebracht. Iedere baas, hun kracht en hun zwaktes. Vooral hun zwaktes. Ze had afluisterapparatuur aangebracht en de computers gehackt.

Ze had de bestanden van de politie en de FBI doorzocht en al het bewijsmateriaal verzameld en opnieuw bekeken.

Ze had de FBI doorgelicht om de wortels van de familie bloot te leggen.

Betaalgedrag onthulde al snel de verbanden met De Familie.

Het syndicaat werd De Familie genoemd, maar in werkelijkheid was het een criminele organisatie die niet per se uit familieleden bestond. Er waren net zoveel bazen geen familie, dan wel. Het beestje moest gewoon een naam hebben.

Omdat dit werk was dat ze niet met alleen een laptop kon doen, bezat ze een omgebouwde vrachtwagen. Ghost was een verslaafde aan techniek. Ze was op de hoogte van de nieuwste technieken en had geregeld zelf ook dingen in elkaar gezet. De vrachtwagen was haar eigen ontwerp.

Het was iets bijzonders geworden.

Van buiten leek het een oud kreng, maar van binnen was het het neusje van de zalm.

Vooral de computerruimte leek meer op de cockpit van een ruimteschip dan de cockpit van een ruimteschip.

De beveiliging was bijzonder uitgebreid, zonder de juiste vingerafdruk wilde de motor niet eens starten.

De vrachtwagen zat vol verrassingen.

Er hingen schermen voor de bewakingscamera’s buiten. Bij iedere deur één en een camera naar voren en naar achteren. Een paar camera’s gaven een overzicht van het terrein om de vrachtwagen heen. Geen dode hoeken voor Ghost.

Een kast vol kleding, zodat ze in iedere gewenste rol kon stappen, met een assortiment aan pruiken en andere accessoires. Er was daar ook een éénpersoonsbed, maar Ghost was een slechte slaper en ze als ze sliep was het meestal in haar stoel.

Dat was dan ook een waar kunstwerk. Helemaal aan haar lichaam aangepast.

Nu ze haar doel geselecteerd had, had ze een plan gemaakt en was druk bezig met het vuurtje op te stoken.

Ze hoorde uit de afgeluisterde telefoongesprekken dat DelMonte steeds labieler werd en dat hij een grote aanslag aan het regelen was.

Ze liet daar wat van uitlekken aan de grootste roddeltante van De Familie.

De vrouw van Guiseppe, Maria. Guiseppe was een volle neef van DelMonte, hij was een knappe man van rond de vijftig. Met een dikke bos grijzend krulhaar en een lang, slank atletisch figuur was hij redelijk aantrekkelijk.

Het leek echte liefde te zijn tussen hem en Maria.

Hij was zeker niet bevriend met DelMonte. Meer concurrenten. Ze hadden regelmatig mot met elkaar over van alles en nog wat.

Maria was Guiseppes grote zwakte, ze was meer dan twintig jaar jonger en beeldschoon met lang zwart haar en donkerbruine ogen. Hij luisterde met genoegen naar haar stem en Maria praatte veel en graag. Maria had de roddels meteen aan Guiseppe door verteld en hij was De Familie aan het polsen over dit nieuws.

Een grote aanslag bracht hen onder de aandacht van de wetgevende macht en Guiseppe had net allemaal interessante dealtjes gaande. Hij zat niet op de aandacht van de politie te wachten. Of nog erger de FBI. Dat was mateloos irritant en slecht voor zaken. Kijk maar wat er gebeurd was met de Europese syndicaten.

Toen ze eenmaal onder de aandacht kwamen van de politie en ze zich tegen elkaar keerde was het snel gedaan met de zaken. En het grote geld.

Alles was door de regeringen van de diverse landen ingepikt en de meeste leden zaten in de bak. Hun macht was gebroken en ze waren nu blut. Hun vrouwen moesten werken om hun kinderen te voeden. Dat wilde je toch liever voorkomen.

Hij had er wel rekening mee gehouden dat zulke dingen gebeurden en hij had zijn geld goed verstopt.

Alleen Maria wist ervan. Geld had je immers nooit genoeg, een noodpotje was altijd een goed idee.

Dat Ghost alles van dat en andere potjes wist, daar had Guiseppe geen flauw benul van.

Ghost had contact gezocht met Maria en zij was op dit moment haar beste vriendin.

Ze hadden elkaar ontmoet bij de kapper en konden het onmiddellijk goed met elkaar vinden.

Ghost had haar haar een mooie goudblonde kleur gegeven. Ze had blauwe contactlenzen in en maakte een gezonde en gelukkige indruk.

Met alle lunches die ze had met Maria, zag ze geregeld kans om allerlei roddels te bespreken over de hele familie en DelMonte in het bijzonder.

Alles werd weer door verteld aan Guiseppe, die zich gaande weg steeds meer zorgen ging maken. Daarover belde hij dan weer met andere familieleden of mailde hij met ondergeschikten, waarover Ghost toezicht hield.

Zo kon ze goed zien of haar invloed effect had. Voorlopig liep dat als een trein.

Het ging eigenlijk een beetje te goed. Misschien moest ze wat gas terug nemen.

Wat wel een puntje van zorg was dat ze in de chatbox met Mariah een foto had ontvangen van zichzelf in haar cockpit. Duidelijk genomen met haar eigen webcam. Mariah was de afzender, maar hoe ze het gedaan had?

Ghost had de computer van Mariah gehackt en een beetje rond gekeken en daar ongeveer hetzelfde materiaal gevonden als zij zelf had, uit dezelfde bronnen, klaarblijkelijk.

Dat was niets bijzonders, maar Mariah had kans gezien om haar computer terug te hacken en een foto te maken, zonder dat ze dat gemerkt had en ze was aan het werk geweest op dat moment.

Ze had onmiddellijk haar camera afgeplakt. Een beginnersfout, die ze zich niet kon veroorloven. Ook kon ze geen bewijs vinden dat er iemand in haar bestanden was geweest.

Mysterieus en ongemakkelijk.

Gelukkig was het Mariah, die ze beschouwde als haar enige vriend en ze probeerde haar van uit de verte in de gaten te houden.

Nadat ze een eindeloze speurtocht gehouden had door haar bestanden en niets had kunnen vinden, besloot ze Mariah de eer te gunnen en een bericht te sturen dat ze zich gewonnen gaf. Ze wilde heel graag weten hoe ze dat gedaan had.

Ze was zeker geen onverdienstelijke hacker, maar Mariah was de creatieveling hier.

Ze moest haar beveiliging verbeteren. Ghost had het zich gaandeweg aangeleerd, als een noodzakelijke vaardigheid en ze richtte zich volledig op informatievergaring en niet op het saboteren van de computers die ze hackte.

Ze had informatie nodig om het tegen de misdaadsyndicaten te gebruiken, maar ook om de onschuldigen te beschermen. Niet iedere vrouw was zich van de baan van haar man bewust.

Of kon daar invloed op uit oefenen. Zij was ook zo iemand geweest.

Dat waren dus zaken die ze tot op het bot uitzocht en in kaart bracht.

Maria stond achter haar man en ze kwam zelf uit een misdaadfamilie. Ze was zich wel bewust waar het geld vandaan kwam en het kon haar geen lor schelen.

Ghost had een plan bedacht om Maria flink te laten schrikken, door haar auto op te blazen en net te doen dat het de bedoeling was dat zij en haar man erin zaten.

Dan kon ze de schuld naar DelMonte laten wijzen en ze hoopte dat Guiseppe in actie zou komen. Met een beetje mazzel was de onvrede zo groot dat er een interne oorlog zou uitbreken. Kortom ze had een lont in het kruitvat nodig. Ghost was van plan dat vuurtje nog eens flink op te stoken en dan alle bewijzen die ze nog steeds verzamelde af te leveren bij de FBI.

Anoniem natuurlijk of uit naam van een van de leden van het syndicaat. Daar had ze ook een slachtoffer voor. En dan zou ze de brand die ze aangestoken had, gewoon op natuurlijke wijze laten uitwoeden en zou ze weer vertrekken. Met een beetje geluk bleef die woedden, net als in Amsterdam en maakte al die gangsters elkaar af.

Ze had haar volgende doel al in zicht. Een motorclub die jonge meisjes verhandelde aan de andere kant van het land. Ze moest nog uitvinden waar die meisjes vandaan kwamen.

Maar eerst deze ‘familie’ onschadelijk maken.

 

De bom was geplaatst, gemaakt van dezelfde ingrediënten die DelMonte had gekocht om Safe Haven plat te branden. Er zat een ontsteker in, die geactiveerd werd door een telefoon.

Ghost hoefde alleen maar het nummer te bellen en de bom zou ontploffen.

Ze had gezellig geluncht met Maria en zoals gewoonlijk werd ze opgehaald door haar man. Hij vond het niet prettig dat ze alleen over straat ging.

Op het moment dat Guiseppe voor Maria de autodeur open hield kwam Ghost aan rennen.

‘Maria, Maria wacht even alsjeblieft, je hebt je telefoon vergeten.’

Maria liep haar tegemoet. Ze keek verbaasd in haar tas. Inderdaad haar telefoon zat er niet in.

Guiseppe stapte niet bij de auto vandaan.

Verdorie, dacht Ghost, kom hier heen, klerelijer. Je hebt nog een rol te spelen.

Met een gil liet ze zich vallen en met een klap kwam ze op de straat terecht. Ghost kreunde dramatisch. Maria gilde en Guiseppe kwam aan rennen.

Op dat moment drukte Ghost de belknop op haar telefoon in en twee seconden later ontplofte de auto.

De chaos was compleet. De auto kwam een meter van de grond en viel weer met een klap neer, een tweede klap volgde vrijwel meteen op de eerste, de benzinetank, die klap was nog harder als de eerste, en de auto draaide om zijn as voordat hij weer op straat dreunde.

Door de luchtdruk werd Guiseppe door de lucht gesmeten en Maria werd over Ghost heen gekwakt. De lucht werd met een klap uit Ghosts longen geslagen, haar oren rinkelde en haar knieën deden pijn.

Het effect was zo veel dramatischer dan ze had verwacht.

Guiseppe krabbelde overeind en rende naar zijn vrouw. Hij raapte haar op en gaf haar een dikke knuffel.

‘Ben je oké? vroeg hij, veel te hard, ook zijn oren tuitte na de ontploffing.

Maria knikte en verborg haar gezicht in de schouder van haar man.

Ze huilde van de schrik.

Ghost kwam langzaam overeind en gaf de telefoon van Maria met een trillende hand aan Guiseppe.

‘Wat een geluk dat je telefoon op tafel liet liggen, anders had je in de auto gezeten’ riep Ghost, haar lip trilde en ze hijgde hard ‘Gevaarlijke vriend ben jij.’

Ze wuifde naar Maria en vertrok snel. De kunst was altijd om op tijd te vertrekken.

Ze ging naar het hotel waar ze al die tijd gelogeerd had en waar ze een paar keer had gegeten met Maria.

Ze pakte haar koffer, checkte uit en vertrok. Ze nam een taxi naar het station en verdween daar in het toilet. Ze waste haar handen en gezicht.

Ze waren nog vuil van de ontploffing. In het hotel had ze niet de tijd genomen om zich wat op te knappen.

Ze trok een zwarte hoodie aan, zette een zwarte muts op en een joggingbroek over het moderne rokje en een paar gympen in plaats van hoge hakken.

Ineens zag ze er heel anders uit.

Ze leek een hele jonge tiener. Ze stopte oortjes in haar oren en liep de straat uit.

De koffer verborgen in een grote rugzak. De contactlenzen in haar zak.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 21

 

Na de bomaanslag op Guiseppes auto was de vrouw, waar ze een oog op hadden laten vallen en haar op internet alvast hadden verkocht, verdwenen. Ondanks alle trackers wisten ze ongeveer waar ze zat, maar ze konden haar niet meer vinden. Op de camera’s was te zien dat ze het toilet in ging op het station en dan hield het op. Het spoor liep nog een stukje verder naar een parkeerterrein bij een winkelcentrum. Haar koffer was daar gevonden, maar de vrouw was spoorloos. De trackers in de kleding gaven nog wel signaal, maar het versplinterde om de een of andere reden. Het leek of ze over een groot terrein verspreid was, of dat er overal kleding lag, maar er was niets te vinden.

Er bleef niets anders over dan regelmatig over het parkeerterrein te rijden in de hoop haar te zien lopen. Smith had de pest in. DelMonte had hem uit de bak gehaald en hem verteld dat er belangrijk werk op hem lag te wachten en nu zwierf hij bij een gesloten winkelcentrum. Lekker belangrijk. Als hij niet oppaste zat hij zo weer in de bak.

 

Terug in haar vrachtwagen, zette Ghost de computers aan om het telefoon verkeer in de gaten te houden en haalde haar kleding uit de koffer.

Het was een opvallend roze geval en ze moest er vanaf.

De vrachtwagen stond geparkeerd op een groot parkeerterrein vlakbij een winkelcentrum.

Het was druk op het parkeerterrein, er stonden nog veel meer vrachtwagens geparkeerd.

Ze stopte de opvallende roze koffer in een vuilniszak en liep naar de vuilcontainer achter een restaurantje.

Ze dumpte de koffer erin en liep om het houten gebouwtje heen en haalde een paar broodjes en een paar blikjes cola. Zo, nu hoefde ze voorlopig niet naar buiten.

Ze liep weer terug naar de vrachtwagen en klom erin. Ze luisterde naar de gesprekken van de telefoons.

Hysterische van Maria, naar haar familie en vriendinnen. En naar haar. Maar zij nam niet op.

Boze gesprekken van Guiseppe, met trawanten en een hele nijdige met DelMonte.

Vooral die met DelMonte was interessant, hij beschuldigde Guiseppe ervan dat hij zelf zijn auto had opgeblazen om aandacht te trekken en stoer te doen tegen zijn jonge vrouwtje.

Guiseppe was des duivels.

Ghost lachte hardop. Ze stond op en pakte spullen om haar knieën te verzorgen, ze had zich behoorlijk bezeerd toen ze zich op straat liet vallen.

Nadat ze daar klaar mee was, pakte ze een broodje en nam een hap.

Haar blik viel op een monitor die een beeld gaf van de vuilniscontainer waar ze net een uurtje eerder haar koffer in gedumpt had.

Twee mannen in zwarte pakken viste haar koffer eruit.

‘Wie zijn dat? En wat moet dat daar?’ mompelde ze, bedachtzaam.

Hoe konden ze weten dat haar koffer daar lag en waarom waren ze daar? Wie waren ze?

Een man draaide zich om zodat ze zijn gezicht goed kon zien. O jee, die kende ze toch?

Hoe heette die knakker ook weer. Hij had in de bak moeten zitten, dat wist ze dan weer wel. Het had iets met Mariah te maken.

Ze ging naar haar computer en begon naar dat gezicht te zoeken op in haar dossiers.

 

Nadat ze alles had gelezen over ene Peter Smith, het terrein van Safe Haven en de aangetroffen vrouwen besloot ze alles door te sturen naar Mariah. Ook het filmpje van Smith, met een tijdaanduiding. Verder had ze geen commentaar.

Veel later die avond zag ze dat er geregeld een zwarte auto over het parkeerterrein reed.

Wat stom dacht ze, alsof ik terug zou komen voor die koffer.

Ineens bedacht ze dat er misschien een tracker in de koffer gestopt was en dat ze daarom zo snel hier waren.

Waar hadden ze dan nog meer een tracker in gedaan? Iets van haar kleding, de telefoon?.

Ze begon de telefoon uit elkaar te halen en trok de batterij eruit, achter de batterij kwam ze een kleine chip tegen. Ze vloekte hardop.

Ze haalde diep adem. Blijf rustig. Niet in paniek raken.

De neiging om de motor te starten en er vandoor te gaan was groot.

Ze haalde diep adem om weer te kalmeren. Ze stuurde een uitgebreid bericht aan Mariah en legde het probleem uit.

Ze verwachtte voorlopig geen antwoord, maar Mariah antwoordde meteen.

‘Geef een locatie door en ik stuur iemand met een leuk speledingetje. Hij is zwartharig en knap en komt op een motorfiets. Hij heet Luke’

Ze gaf haar locatie door en zuchtte diep. Ze had nooit hulp nodig, wachten ging lang duren.

 

Luke had na het telefoontje van Mariah, het apparaatje opgehaald en was op zijn motor gesprongen. Hij was naar het winkelcentrum gegaan en was daarna langzaam over het parkeerterrein gereden.

Hij zag geen zwarte auto’s. Het terrein was bijna leeg. De winkels waren gesloten.

Achterin zag hij een oude vrachtwagen staan. Dat kon het toch niet zijn? Dat wrak?

Hij reed er langzaam omheen.

Op het moment dat de motor achter de vrachtwagen was, uit het zicht van het parkeerterrein, ging er een zijdeur open en licht viel naar buiten. Een smalle figuur, met een zwarte muts werd zichtbaar. Ze wenkte met haar hand en keek over haar schouder naar binnen.

Luke zette de motor uit en stapte af. Hij liep naar de vrachtwagen en ging door de deur naar binnen. De vrouw sloeg snel de deur dicht en zuchtte diep.

‘Ze hebben je net gemist’ zei ze ‘kom maar kijken’

Ze liep voor hem uit de cockpit in. Daar was het erg krap, er was nauwelijks plek voor hem. Alles stond vol met schermen en computers en allerlei andere apparatuur.

Hij keek bewonderend om zich heen. Hij kickte op techniek en elektronica.

De vrouw wees op een monitor. De parkeerplaats was donker.

Alleen een zwarte auto met geblindeerde ramen reed een rondje.

‘Dat doen ze de hele avond al, nadat ze mijn koffer uit de afvalbak hebben gehaald. Net alsof ze weten dat ik hier nog ergens ben, maar niet precies waar’

Ze rilde overdreven.

Luke grijnsde vrolijk en haalde Mariahs speledingetje te voorschijn.

‘Geef me je kleding, wat je aanhad en wat in je koffer zat.’

Hij genoot van dit soort zaken

‘Maar vertel me eerst je naam, voor ik door je kleding ga, ik heet Luke’

Hij grijnsde ondeugend.

‘Jij mag me Lucie noemen, ik zal het pakken, moment’

Ze liep weg en wierp een blik over haar schouder. Eerst op de monitor, daarna op hem.

Hij kon die blik niet duiden, maar een beetje nerveus werd hij er wel van.

Luke haalde het apparaatje over de kleding en vond in bijna ieder kledingstuk een tracker.

‘Jij hebt een aanbidder, iemand wil alles van je weten’

Luke grinnikte zachtjes.

‘Heb je een rugzak? Dan doen we de kleding daar in en zal ik zorgen dat ze heel het land door moeten rijden om je in te halen. Maar eerst stuur ik de signalen naar Mariah.’

‘Wat kan Mariah daar mee?’

Ghost keek een beetje verbaasd.

O, Luus, je kent Mariah toch, zij is zo nieuwsgierig dat het soms gewoon pijnlijk is.’

Hij belde Mariah.

‘Ja ik laat hem nog even aan staan, stuur maar bericht als je klaar ben. Laat je Luus ook nog wat weten? O, nou ze heet Lucie vandaag. Zal ik doen, oké. Tot straks.’

Hij stopte de telefoon weer in zijn zak. Hij keek Ghost aan met pretoogjes, charmante rimpeltjes in zijn ooghoeken.

‘Je moet de hartelijke groeten hebben van Mariah en ze vind Lucie een mooie naam.

Ze gaat voor je uitzoeken wie dit zijn en laat het weten in de chatbox. En ik moest je zeggen dat je voorzichtig moet zijn en als je een rustpunt nodig hebt je naar Safe Haven moet komen en je Lucie noemen, dan laten ze je door. Als je iets anders snel nodig hebt dan kan je Mariah bellen.’

Hij gaf haar een prepaid telefoon.

‘Zij is de enige met dit nummer, als iemand anders je belt moet je de telefoon dumpen.’

Hij begon de kleding in de rugzak te proppen.

‘Dat zie ik niet meer terug, zeker? Jammer.’ zuchtte ze, ‘dat was goeie kleding.’

Ze gaf hem haar oude telefoon, en hij stopte die bij de kleding in de tas, samen met de gevonden chip.

Hij keek haar nog eens aandachtig aan. Hij vond het aantrekkelijk wat hij zag.

Blond, bijzondere ogen, bruin met een groene rand om de iris, lang, slank en van een onbestemde leeftijd.

Haar gezicht leek jong, maar haar ogen leken ouder. Erg aantrekkelijk.

‘Wat?’ zei ze een beetje verontrust.

‘Mariah zei dat ik goed moest kijken, omdat je er de volgende keer weer heel anders uit ziet, zodat ik je kan herkennen. Dat ben ik aan het doen, dus, tot ziens.’

Hij bukte zich en gaf een kus op haar wang.

Hij draaide zich op zijn hakken om en keek naar de monitor.

De zwarte wagen reed het parkeerterrein af en Luke sprong de vrachtwagen uit en klom op zijn motor.

Hij startte en reed met een kalm gangetje van het parkeerterrein af, met een rugzak vol besmette kleding op zijn rug.

Hij reed langzaam naar het busstation, alsof hij een wandelaar was.

Hij belde met De Bunker en vroeg hun om een bus te vinden die nu nog vertrok.

En ze zochten het kenteken op van de wagen die nu heel snel weer terug reed, nu de trackers eindelijk in beweging kwamen. Weer een gestolen auto.

Luke kwam bij het station en zag de bus naar San Francisco al van verre staan. Het was de laatste die vanavond zou vertrekken.

Een ploeg mensen stonden om de bagageruimte heen om tassen en koffers daarin te verstouwen.

Hij parkeerde zijn motor een stukje verder en mengde zich tussen de mensen.

Het volkje was ongeduldig en prikkelbaar en wilde allemaal tegelijk hun bagage kwijt.

Hij drong naar voren en gaf de rugzak aan de overwerkte en bijzonder geïrriteerde chauffeur. Die pakte de rugzak aan en smeet hem de in bagageruimte. En dat is dat, dacht Luke tevreden.

Hij liep om de bus heen, stapte op zijn motor en reed langzaam weg, zodat de motor niet veel lawaai maakte.

Hij zag de zwarte auto met hoge snelheid aan komen rijden en Luke stopte in een parkeervak om te kijken.

Hij zag Smith uit stappen en vloekte zachtjes. De meiden hadden volkomen gelijk gehad.

Smith was op vrije voeten en deed het vuile werk voor.. tja Wie? Voorlopig volgden ze een dwaalspoor.

 

Guiseppe was des duivels, iemand had het lef gehad om zijn vrouwtje kwaad te doen en nu was ze bang. Ze had net ontdekt dat ze zwanger was en ze was volslagen overstuur.

Zijn verdenking dat DelMonte de dader was, werd met het uur sterker.

DelMonte was totaal niet geïnteresseerd in de hele bomaanslag.

Guiseppe wel, hij liet iedere auto waar hij mee reed controleren, en nog een keer door iemand anders.

Hij wilde het niet toegeven, maar hij was bang.

Ghost had inderdaad de goede persoon uitgezocht om de psychologische spelletjes mee te spelen. Guiseppe was achterdochtig. Hij vertrouwde bijna niemand en zeker zijn eigen mannen niet. Hij hield DelMonte verantwoordelijk voor de aanslag op zijn vrouw.

Hij was blind van woedde. Hij was niet meer voor rede vatbaar. Hij riep zijn mannen bij elkaar en belde nog wat handlangers.

Ook die durfden niet te weigeren. Met die ploeg keiharde criminelen togen ze naar DelMontes huis.

Daar troffen ze een paar volledig vernielden hekken aan, slachtoffers van een driftbui van DelMonte.

DelMonte zelf was niet aanwezig, maar wel een deel van zijn mensen, waaronder zijn nieuwe nummer twee. Guiseppe besloot iedereen in het huis af te maken.

Als DelMonte niet thuis was, dan zou hij er wel voor zorgen dat hij naar hem toe kwam.

Hij gaf opdracht en zijn mannen kweten zich nadrukkelijk van hun taak.

Ze openden het vuur en schoten ronde na ronde af op het huis. De ramen sneuvelden en het glas vloog in het rond. De deuren versplinterden en de gevel raakte zwaar beschadigt.

Toen er geen geweervuur meer terug kwam, renden Guiseppes mannen het huis binnen en schoten op iedereen die ze tegen kwamen.

Het maakte niet uit of het man was of vrouw was, gewapend of huishoudelijk personeel.

Niemand overleefde het geweld. Het was een bloedbad.

 

DelMonte kwam thuis en overzag het bloedbad. Hij had wel een lijstje van personen die hij er voor aanzag om dit op zijn geweten te hebben. Guiseppe stond boven aan zijn lijst.

Hij rende naar binnen en begon het restant van zijn mannen bij elkaar te roepen.

Gelukkig waren er niet veel in het huis geweest, de meeste waren op zijn kantoor, waar ze meestal waren.

Dit huis was privé, en had ook zo moeten blijven. Hij was koud van woedde. Zijn huis was totaal verwoest.

Hij reed met zijn mannen naar het huis van Giovanni en marcheerde zowat door de deur heen naar binnen. Hij sprak geen woord, maar opende het meteen het vuur op Giovanni’s vrouw. Ze was op slag dood.

Ook het dienstmeisje stierf door de kogels, die in het rond vlogen. DelMonte vuurde zijn magazijn leeg en verwisselde het voor een nieuwe. Ook dit magazijn schoot hij leeg op alles wat bewoog.

Giovanni raakte zwaar gewond, maar stierf niet. Het huis was een ravage.

DelMonte was de enige die een wapen had afgevuurd, zijn mannen hadden er alleen maar bij gestaan. Uiteindelijk had DelMonte vier magazijnen afgeschoten in het huis. Overal lagen hulzen, dode mensen en versplinterd hout.

Politiesirenes klonken in de verte en kwamen steeds dichterbij.

DelMonte draaide zich om en vertrok. Hij had geen woord gesproken.

 

 

 

Hoofdstuk 22

 

DelMonte was nu echt doorgedraaid, volkomen van God los, hij dorste naar wraak.

Hij gaf de bewoners van Safe Haven de schuld van alle tegenslag die hij de laatste tijd had. De dood van zijn bedienden hoorden daar ook bij. Niet dat hij zoveel gaf om die mensen, maar het werk dat het kostte om ze te vervangen en de schade aan zijn huis, schreef hij ook toe aan Safe Haven. Hij had een zondebok nodig en Safe Haven was de perfecte kandidaat.

Hij had zijn mannen verzameld en zonder goede voorbereiding ze naar de woonwijk gestuurd waar de weg naar Safe Haven begon. Ze hadden wapens en explosieven bij zich, maar geen plan. De mannen vonden het niet plezierig dat ze naar een plek werden gestuurd, zonder voorbereiding, in een woonwijk waar het barstte van de getuigen.

Ze konden moeilijk de hele woonwijk afmaken. Daar komt bij, dat je met een raketwerper en een raket behoorlijk opviel. Dat was behoorlijk onhandig.

Waarschijnlijk was de politie al onderweg, niet dat dat nou zo erg was, ze hadden behoorlijk wat agenten in hun zak zitten, maar de ergernis bleef er toch.

Ze kwamen met twee bussen aan en overmeesterde de wacht voordat er alarm geslagen werd. De lichten in het penthouse brandde, daar zou dat mokkel moeten wonen, volgens Spike. Ze was dus thuis.

 

Mariah volgde het spoor van de tracker. Ze werd hier nog handig in.

Ze zag de ontvanger achter de bus aan rijden, maar wie wilde weten waar Ghost heen ging.

Wie wist dat ze bestond? Ze was al jaren ondergedoken.

En waarom het volgen? Waarom niet meteen haar uit die bus halen? Ze vermeden normaal geen geweld. Ze had begrepen dat Smith één van de volgers was, dus hield ze een lijn open naar zijn telefoon. Hij zou daar vroeg of laat op gebeld worden.

Eerder vroeg, dacht ze, toen ze de telefoon hoorde gaan.

‘Pete’ zei Smith en zijn stem klonk kortaf

‘Hoi, Pete, heb je haar al te pakken? Ze is precies wat mijn klant verlangt. Ik begin haast te krijgen.’ De stem klonk koud.

Mariah schrok van dit gesprek. Ghost zat op de radar van een handelaar.

Ze begon het telefoonnummer na te trekken.

‘Ze is op een bus gestapt, ik denk dat ze heel erg geschrokken is van die ontploffing. Dat had je beter anders aangepakt.’ Smith klonk een beetje geërgerd.

‘Ik heb die auto niet laten ontploffen, ben je gek of zo. Hij is mijn zakenpartner. Ik ben niet levensmoe. Zoek dat wijf, ik wil mijn klant niet laten zitten.’

Wat een chaos heeft ze veroorzaakt, dacht Mariah. Laat dat maar aan Ghost over. Wat ze voor ogen heeft gehad is wel gelukt. Ze vliegen elkaar naar de strot en hebben het openlijk te druk voor ons.

Smith gooide de telefoon erop, ze hoorde hem nog net klootzak mompelen.

De computer piepte, het had het telefoonnummer gevonden van de beller. Ronald Brown.

Ze begon onmiddellijk alles te zoeken van Ronald Brown. Wat ze vond maakte dat ze zich zorgen begon te maken over Ghost. Brown was een bekende figuur in de onderwereld. Niet aan gesloten bij een van de syndicaten.

Ze zette alles wat ze had gevonden in de chatbox met de mededeling dat dit de figuur was die zo obsessief veel trackers in haar kleding had gedaan.

Met een bandje van het telefoongesprek. Misschien dat Ghost hem herkende.

 

Ghost kreeg een waarschuwing dat er een bericht op haar wachtte in de chatbox. Ze las wat Mariah haar gestuurd had. Ronald Brown kende ze wel.

Ze had een heel dossier van hem en hij was ook degen die de motorclub aanstuurde, waar ze van plan was heen te gaan.

‘Toeval bestaat niet’ mompelde ze tegen zichzelf. ‘Dus wat gaan we doen aan ome Ron? Voor nu even helemaal niets, misschien dat zijn klant hem vermoord als hij niet levert, als ik dat geluk toch eens had.’

Ze stuurde het complete dossier van Ronald Brown naar Mariah, zodat ze precies wist wat Ghost ook wist. Zal ik om hulp vragen, kijken of die lekkere Luke een poosje wil helpen? Ghost lachte, dat zal geen afleiding zijn. Duh.

Voordat ze vertrok zou ze haar dossiers naar de FBI sturen, dan konden zij puin ruimen, ook bij hun eigen organisatie. Dat was hard nodig.

 

Phil was aan het trainen en liep zijn 5 kilometer op de loopband. Hij was de hele dag al onrustig, hij kon zijn draai niet vinden. Sporten deed het ook niet voor hem vanavond.

Hij kwam van de loopband af en wiste het zweet van zijn voorhoofd.

Hij liep naar de badkamer om even te douchen, toen hoorde hij het kenmerkende gefluit van een raket, en de wereld verging. Hij hoorde en voelde een enorme knal en hij werd tegen de deur aan gesmeten van het trappenhuis, dat speciaal voor dit soort aanvallen was gebouwd.

Hij deed een beetje duizelig de deur open en meteen begon het brandalarm te loeien.

De noodverlichting begon te branden. Hij gooide de deur achter zich dicht en strompelde de trap af. Hij stond nog steeds te suizebollen, wat een klap was dat.

Zijn oren piepte. Zijn rug deed pijn van de val tegen de deur.

Langzamerhand kwam zijn gehoor terug, en hoe lager hij kwam, hoe meer mensen hij tegen kwam in het trappenhuis. Manuela en Beatriz, verder op strompelde Anna en Abelena, Eva liep daar achter, met een bloedend hoofd.

‘Is iedereen weg daar? De kinderen?’

Phil hoestte het stof uit zijn keel.

Boven klonk nog een enorme knal, het gebouw stond te trillen op zijn fundering, een volgende raket inslag en het pand stond nog steeds overeind.

Phil was daar beslist een beetje trots op.

‘De kinderen zijn in de kelder, ben ik blij dat ik ze daar heen verhuist heb.’

Manuela hoestte ook. Het trappenhuis stond vol met stof.

‘Eigenlijk zijn we het hardst geschrokken van het brandalarm, mijn god, wat is dat hard’

Ze strompelden verder de verdiepingen af en hoorde voetstappen gehaast de trap op komen, Drake en Dave kwamen naar boven stormen, beide zwaar bewapend.

‘Ze vallen het pand aan en zijn al op de begane grond. De kelders zijn verzegeld, je kan daar alleen nog komen door dit trappenhuis. De garage is ook verzegeld. Daar kun je helemaal niet meer in of uit. Dec staat op jullie te wachten om naar de veilige kamer te gaan. Hij zal jullie beschermen.’ riep Drake ‘blij je te zien, Phil’

Hij gaf hem een klap op zijn rug. Phil kromp in elkaar. Hij had zijn rug bezeerd toen hij tegen de deur op werd geblazen.

De vrouwen draafden naar beneden om snel te verdwijnen, voor de aanvallers de kelder bereikten. Niemand gilde, niemand bleef achter en niemand huilde. Stoere dames.

Dec stond bij de deur van de veilige kamer en liet de vrouwen binnen. Hij was aan het werk geweest op de nieuwe binnenplaats en had bij het geluid van de raket bijna een paniekaanval gehad. Hij had nog net de kelder gehaald, maar hij had het slecht. Het zweet stond op zijn voorhoofd en liep in dikke stralen langs zijn slapen. Hij stond te trillen op zijn benen. Maar hij hield stand, hij stortte niet in. Nog niet.

Hij keek de gang in om te zien dat er niemand achter bleef en sloot de deur. Hij smeet de zware grendels erop.

Apollo stond tegen zijn been aan gedrukt.

Atlas en Hercules lagen op wacht bij de deur.

 

In het kantoor waren Mariah en Dinda druk bezig om de commandopost te bemannen, ze hadden camerabeelden, behalve op de bovenste verdieping, maar de brandmelders gaven geen brand aan. De sprinklers waren in werking getreden. Ze droegen allebei een oortje.

Ze waren uitgebreid doorgezaagd door Phil over alle mogelijke voorzorgsmaatregelen en protocollen. De bediening van de beveiligingsapparatuur en alle mogelijkheden ervan.

Nu waren ze daar dankbaar voor. Ze hadden het overdreven en saai gevonden, maar hij had gelijk gehad.

‘Je moet toegeven dat het wel een gave beveiliging is, erg handig, ook, zo alles bij elkaar’ zei Dinda ‘Ah shit daar komt ie weer met z’n drone. Ik hoop dat hij niet nog meer bommen heeft en alleen de schade komt opnemen.’

 

Het kantoor van Mariah zat een verdieping lager dan de veilige kamer en de trap om daar te komen begon in de veilige kamer. Ze zaten dus goed.

‘Nu kunnen we uitproberen wat Luke heeft uitgespookt met mijn speledingetje, ik hoop dat het een speleding is geworden’.

Mariah begon als een gek op haar toetsenbord te hameren,

‘Ik heb hem, maar wat doe ik er nu mee. Ik weet niet hoe lang ik de besturing kan houden.’

Ze klonk paniekerig. ‘Ik wilde dat ik had kunnen oefenen, ik had moeten oefenen’

‘Stuur hem terug naar waar die vandaan komt’ zei Dinda droog en maakte het slot los in het trappenhuis van de verdieping waar hun mannen naar buiten wilden.

‘Phil ziet er trouwens helemaal heel uit, alleen een beetje stoffig’ en deed de deur weer op slot. Dave zwaaide even naar de camera.

‘AAW, dag schatje, wees voorzichtig’ koerde Dinda ‘ik hoop dat ze mijn beesten met rust laten, anders zal ik ze tot in de hel moeten achtervolgen.’

Dinda grinnikte zachtjes.

‘Niet schieten, dat is Boris’ riep ze in haar microfoontje, ze zag Boris op hoge snelheid door het beeld schieten. Mijn god, dacht ze, wat kan die vent rennen.

Mariah zat te zweten achter haar toetsenbord, ze ramde nog steeds met hoge snelheid op de toetsen.

‘Ik kon de bom niet laten vallen, dat lukte niet, maar ik laat hem neerstorten. Er staat een zwarte bus, ik weet niet of daar iemand in zit, maar ik hoop hem te raken.’ ze hijgde even van de spanning ‘en RAAK’

Mariah juichte.

Op een van de schermen was een grote ontploffing te zien, de bus vloog meters in de lucht en kwam met een klap weer terug op aarde. Een tweede ontploffing volgde meteen.

Dinda juichte ook, net toen Eva het kantoor binnen kwam.

‘Het is buiten een oorlog, zeg wat een knallen. Het gebouw gaat toch niet boven ons in elkaar storten, hoop ik. Waarom zijn jullie zo blij?’

Mariah glunderde ’Ik heb net hun bus op geblazen met hun eigen drone, dat heeft wel iets rechtvaardigs.’

‘Ik ga zijn rekeningen bevriezen en zijn telefoon vermoorden. Ik heb genoeg van die man. Ik ga hem vleugellam maken’

Eva keek ijskoud rond

‘Ik meen het serieus, ik heb mijn hoofd gestoten’

‘Ik zal je helpen’ zei Mariah breed grijnzend.

 

Ondertussen liepen de mannen voorzichtig over de eerste verdieping en gingen het trappenhuis naar de parkeergarage in. Ze keken om voorzichtig om iedere hoek.

Ze hoorde Dinda en Mariah praten door de oortjes, ze waren duidelijk vergeten dat de mannen ze konden horen. Dave zwaaide even naar de camera en hoorde onmiddellijk Dinda kwelen. Hij grijnsde tevreden.

In het trappenhuis hoorde ze rennende voetstappen, Dinda riep in hun oor,

‘Niet schieten, dat is Boris.’

Boris kwam de hoek om gerend en gebaarde naar beneden, hij stak een hand op met vijf vingers gestrekt.

Vijf man, achter hem. Boris rende door naar boven en de achtervolgers dachten dat de weg vrij was, ze renden zo snel mogelijk achter hem aan.

Onverwacht liepen ze in een muur van kogels en ze vielen als overrijpe appels.

Dat ging lekker. Vijf man neer.

Boris kwam weer terug geslopen en gaf Phil een mep op zijn schouder. Phil kromp weer in elkaar, hij kreunde zacht. Onhoorbaar liepen de mannen de trap af.

In de kelder hoorden ze gehamer tegen de zware stalen deur. Niet beseffend dat het alleen maar de deur was naar de parkeergarage. Die deur was hermetisch afgesloten na de eerste aanval.

‘Hier moeten die wijven zitten’ zei iemand

‘Dan verdienen we nog wat vanavond’ zei iemand anders. ‘Die krankzinnige betaalt geen reet en brengt ons alleen maar in moeilijkheden.’

‘Als we die fucking deur open krijgen, Jezus. Het lijkt wel een bankkluis’ De derde stem hijgde van de inspanning. Ze waren zo druk met de deur, dat ze vergaten op te letten.

Boris en Dave slopen naderbij.

Ze pakten tegelijk een man beet en sloegen hem met hun hoofd ergens tegen aan, Boris tegen de muur, Dave tegen het hek van de trap.

De mannen kreunden en sloegen tegen de grond.

Phil richtte zijn wapen op nummer drie, die hield het voor gezien en stak zijn handen in de lucht. Phil knikte tevreden.

 

In de dierenopvang waren Boris en Ricardo aan het werk geweest.

Er was een husky met twee gebroken poten en een zwaar verwaarloosde pup binnengebracht. Ook verschillende andere dieren hadden zorg nodig.

Waaronder Donk, de ezel. Hij had een gewonde poot en die moest gespoeld en weer verbonden worden. Dinda werkte veel met Mariah en Boris had weinig te doen zolang zij zich opsloot in haar bunker.

Hij had zich dus als vrijwilliger opgeworpen om voor de dieren te zorgen en Ricardo kwam geregeld een handje helpen.

De twee mannen hadden vriendschap gesloten en werkte nu vaak zij aan zij. Ze waren samen naar de schietbaan geweest waar Ricardo zich had ontpopt als een verbazingwekkend goede schutter, voor een burger.

Hij bleek competitie kleiduiven geschoten te hebben in zijn tienerjaren.

Bij het eerste gefluit van de raket, sprintte Boris naar het lichtknopje en begon het licht uit te doen. Hij pakte zijn geweer uit de keuken en een pistool en rende terug naar Ricardo.

Hij gooide zijn geweer naar hem en sprintte weg.

‘let op de dieren, wil je, en laat het licht uit!’

Ricardo ving het geweer en postte zich in het donkerste hoekje voor de opvang en wachtte af.

Boris rende naar het hoofdgebouw met de bedoeling De Bunker te bereiken om instructies te krijgen van Phil en om te zien of iedereen veilig in de kelder aangekomen was.

Hij was al halverwege het open terrein, toen de eerste raket insloeg. Hij hoorde de drone meteen daarna aan komen. Hij schoot er op met zijn wapen, maar de drone was te ver weg. Met zijn geweer was het misschien wel gelukt, maar niet met het pistool.

Hij rende onbesuisd naar binnen toen de tweede inslag kwam.

Hij schoot door de hoofdingang naar binnen, een kogel zoemde langs zijn oor en sloeg in de deurpost. Boris wierp een blik over zijn schouder en zag een man of vijf in de achtervolging gaan. Hij racete het trappenhuis in, naar de eerste verdieping.

Boven zich hoorde hij voetstappen en gehoest. Hij rende nog een versnelling harder de trap op en nam slippend de bocht. Zijn spieren begonnen zuur te worden en zijn ademhaling harder.

Verdorie, hij had zich laten verslappen en zijn conditie was achteruit gegaan.

De straf voor luiheid, en het gemakkelijke leven, dacht hij gelaten.

Om de volgende hoek zag hij Phil en Dave staan. Hij rende en gebaarde naar Phil hoeveel er achter hem aan zaten. Hij rende door.

Deze val hadden ze al eerder gebruikt en hij had er vertrouwen in dat zijn drie vrienden zijn achtervolgers zouden opvangen.

Toen hij de schoten hoorde, hield hij op met rennen.

Nadat de schoten stopten, liep hij wat rustiger terug naar beneden en gaf Phil opgelucht een klap op zijn schouder.

Phil kreunde.

 

In de veilige kamer gingen de zaken niet echt voorspoedig.

De ontploffingen hadden bij Dec een flashback veroorzaakt en nu had hij een paniekaanval.

Ook Anna nam het gevecht niet goed. Ze kreunde van angst en vloog Decs armen in.

Dec sloeg zijn armen om haar heen en klemde zich vast alsof hij aan het verdrinken was. Samen zaten ze te zweten, te trillen en te hijgen. Maar langzamerhand kalmeerden ze elkaar en werden rustiger. Ze bleven elkaar stevig vast houden.

Apollo drukte zijn lijf tegen de twee bibberende mensen.

Manuela troostte haar dochtertjes en Beatriz en Abelena hielden elkaars hand stevig vast. Alleen Eva was een verdieping lager gegaan om te helpen.

 

DelMonte was bij de bus gebleven. Dit pand was andere koek. Het zou niet zo simpel zijn als Guiseppes huis. Dit leek wel een bunker.

De raket had maar weinig schade aangericht. De bom die de drone had laten vallen, maar ietsje meer.

Misschien bij de derde bom, dat dat verrotte pand wilde instortten.

Hij ergerde zich groen en geel. Niets ging zoals het moest. Incapabel, allemaal!

Zijn mannen leken ook niet erg gemotiveerd om aan te vallen. Een paar waren naar binnen gerend, maar de meeste bleven lekker buiten. Geen zin in een pand betreden waar net een paar bommen op losgelaten waren. Verdorie, het stond niet eens in brand.

Net als bij Guiseppes huis leken de mannen het voldoende te vinden om alleen maar toe te kijken.

‘Ga naar binnen stelletje lafbekken en schiet iedereen die je vind dood of jullie zijn dood’ brulde hij woest.

Een paar mannen knikte en liepen om het gebouw heen.

DelMonte vroeg zich af of ze naar binnen gingen of dat ze er vandoor zouden gaan.

Hij beende achter zijn mannen aan om te zien wat ze gingen doen.

Als ze vluchtten dan schoot hij ze dood, beloofde hij zichzelf. Hij was klaar met dat slappe gedoe. Ze moesten hem serieus nemen. Hij hoorde de drone terug komen. Maar dat kon niet, hij had de derde explosie nog niet gehoord.

Het ding vloog een beetje wiebelig, alsof hij bestuurd werd door iemand die dat nog nooit gedaan had.

De drone vloog recht op zijn bus af. Met een grote boog viel de drone bijna uit de lucht. Het vliegtuigje leek de bus te gaan missen, maar op het laatste moment werd er nog een correctie gemaakt.

De bus werd geraakt en ontplofte. De bus die er naast stond ontplofte ook in een kettingreactie.

‘Niemand is meer capabel’ mompelde DelMonte en sloeg de hoek om. ‘Natuurlijk blazen ze mijn bussen op met mijn eigen drone.’

De mannen die nog voor het pand stonden te twijfelen keken elkaar aan en besloten het hazenpad te kiezen. Ze gingen ervandoor.

Ze renden naar de poort en werden daar onderschept door politie, brandweer en de bewoners van de wijk. Zij waren opgeschrikt door de ontploffingen.

Jackson had de mannen van de wijk opgeroepen om te komen helpen, er waren zoveel mensen uit de wijk aan het werk geweest, dat de laatste tijd dat de mensen zich loyaal aan Safe Haven begonnen te voelen. Het begon één grote gemeenschap te worden.

Ze wilde niets liever dan dat het zo zou blijven. Goed voor de economie en en de wijk.

DelMonte kon de mannen die de hoek om waren gegaan niet meer vinden. Ook zij waren er vandoor. Zij liepen in de handen van Ricardo bij de dierenopvang.

DelMonte verdween in het duister, zwerend om terug te komen om wraak te nemen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 23

 

 

DelMonte was ondergedoken een motel. Hij keek de armoedige kamer rond en vroeg zich af hoe het zo ver had kunnen komen. Zijn telefoon werkte niet meer, dus was hij verplicht om van een openbare telefoon gebruik te maken. Hij had een paar handlangers gebeld, maar die hadden meteen de verbinding verbroken toen hij zijn naam zei.

Een zakenrelatie had nog wel met hem gepraat, maar alleen om hem te vertellen dat hij diep gevallen was en er geen zaken meer te doen waren. Het was allemaal razendsnel gegaan

De FBI had in al zijn panden invallen gedaan. Ook bij een paar van zijn zakenrelaties. Dat werd hem niet in dank afgenomen.

Er waren vrouwen en kinderen bevrijd en er waren veel drugs en wapens in beslag genomen. De economische schade was enorm. Er waren arrestaties verricht en zijn mannen waren er vandoor gegaan. Er waren zelfs FBI mensen gearresteerd.

Er waren nog maar weinig mensen over die hij naar zijn hand kon zetten.

Hij kon alleen nog Ronald Brown bellen, maar dat deed hij liever niet. Hij was geen mens om schulden aan te hebben, Brown inde altijd. Ten koste van alles.

Zijn creditcards werkten niet meer en nadat hij in een internetcafé geprobeerd had om in zijn geheime rekeningen te komen, bleken ze niet meer te bestaan.

Hij wist wel wie zijn kwade genius was. Het waren die twee wijven, zij hadden alles verneukt. Ze hadden zijn organisatie een enorme schade berokkend.

Dit hotel kon hij ook niet lang betalen, hij was bijna blut. Dat was hem nog nooit overkomen. Dat ze zijn goede naam verkloot hadden daar kon hij eventueel wel mee leven, dat kwam wel weer goed, als hij maar hard genoeg terug sloeg, maar dat zijn geld en zelfs zijn noodfonds weg was, daar kon hij niet mee leven. Hij had hard genoeg gewerkt voor dat geld en het prestige.

Dat schreeuwde om wraak, hij zou ze te pakken krijgen en ze vreselijk laten lijden.

Dan was zijn naam ook weer gezuiverd. Hij moest dat terrein op zien te komen.

Dan kon hij zien wie er in de dierenopvang aan het werk was en als dat die kleine krullenbol was, dan zou hij zich uitstekend vermaken.

Hij had haar al eens een pak slaag gegeven en hij schroomde niet om het nog eens te doen. Daarna zou hij haar ruilen tegen toegang tot zijn eigen rekeningen, hij zou haar dood en onherkenbaar weer inleveren.

Maar eerst zou hij alles cash opnemen. Hij had hier wel van geleerd.

Niemand kon zich tegen Mariah beschermen.

God, wat zou die meid rijk kunnen zijn als ze haar kennis en talent eens goed zou gebruiken.

 

De volgende ochtend werd de schade pas goed duidelijk.

In het penthouse waren de ramen allemaal gebarsten. Het balkon was beschadigt en deels verbrand.

De blusinstallatie had zijn werk goed gedaan en de brand was niet uitgebreid, maar alles was kleddernat. De vloeren stonden bol en het meubilair droop.

Het was maar goed dat er niemand in het appartement was geweest ten tijde van de brand, want die was waarschijnlijk verdronken, zoveel water stond erin.

Mariah keek om zich heen en zuchtte diep.

Dit was het appartement wat Phil speciaal voor haar gebouwd had en ze had nog niet de hoop opgegeven dat ze ooit het lef zou hebben om er ook daadwerkelijk te wonen.

Die droom was voorbij. Ze zou het waarschijnlijk nooit meer durven.

Aan de andere kant was Phil hier boven geweest toen er een raket werd afgevuurd en hij had dat glorieus overleefd. Alle maatregelen hadden duidelijk effect gehad. Het pand stond nog overeind en alleen het penthouse had schade opgelopen.

Hoe langer ze er over nadacht, hoe bozer ze werd.

Er waren een hoop arrestaties gedaan de avond ervoor, maar DelMonte was daar niet bij.

Ze kon niet geloven dat hij omgekomen was in de ontploffing van de bus. Zo veel mazzel kon hij niet hebben. Ze draaide zich om en marcheerde weer naar beneden.

‘Wat ga je doen?’ vroeg Eva.

‘Ik ga DelMonte verder uitkleden, hij gaat geen plezier beleven aan zijn centjes’

Mariah klonk behoorlijk kwaad.

‘Van Phil moeten ze afblijven, hij is van mij’ mopperde ze binnensmonds.

‘Ach, mag ik helpen’ vroeg Eva, flapperend met haar wimpers naar de verdwijnende rug van Mariah.

Eva huppelde achter haar aan, al zingend ‘We gaan DelMonte een lesje leren.’

Phil en Dave keken de vrouwen na.

‘Je moet gewoon van ze houden, niets krijgt ze eronder, ze blijven komen.’

Phil zuchtte van bewondering.

‘Help me herinneren dat ik haar niet boos maak, volgens mij ga ik daar dan spijt van krijgen’

 

Eva en Mariah zaten achter hun computerschermen en overlegden wat ze wilden doen.

‘Ik wil zijn hele bestaan wissen. Geld weg, telefoon weg, identiteit weg, hij is niemand meer.’

Mariah keek behoorlijk wraakzuchtig.

‘Maar als we zijn identiteit weg halen, dan wordt hij ook niet meer gezocht door de politie.’

Eva keek een beetje boos bij het idee.

‘Dan komt hij er ongestraft mee weg’

‘Ik maak een ontsnapte gevangene van hem, met vingerafdrukken en al. Hij heeft moorden gepleegd, dus ik geef hem levenslang. Ik zal de rest zoveel mogelijk wissen en DelMonte is gewoon gestorven in de ontploffing; Mariah wreef in haar handen, boog en strekte haar vingers en liet haar knokkels kraken.

‘Maar er is altijd wel iemand die weet dat het niet klopt, de bewakers in de gevangenis weten het, de mensen die dagelijks met hem te maken hebben in de gevangenis, maar ook de mannen die voor hem werkten. Eva keek nadenkend naar het plafond.

‘Kunnen we hem niet al ons bewijsmateriaal door zijn strot duwen, ik bedoel, jij volgt hem al jaren, je moet een hoop over hem hebben.’

Mariah wreef een stevig over haar schedel, zodat haar haar nog woester zat. Zo dacht ze het beste na, het was alsof ze de gedachten er in los wreef.

‘Ik heb genoeg over de man om hem drie keer levenslang te geven, dat is een goed idee zeg. Subtiel, maar geniaal. Gisteravond hebben we zijn lopende rekeningen bevroren en de geheime rekeningen laten verdwijnen, dat geld gaat naar een goed doel, nu nog de genadeklap’

Mariah wreef in haar handen ‘Aan de slag’

 

De rest van de vrouwen en Dec waren samengekomen in het huisje van Dec.

Ze hadden allemaal behoefte aan frisse lucht en een beetje zon. Dat zonnetje scheen behoorlijk lekker.

Apollo bekeek de samengekomen mensen eens en vond ze maar somber. Hij hield niet van somber. Hij moest die mensen beter africhten en wel nu.

Zelfs de twee jonge meisjes zaten stilletjes op het trapje. Kinderen hoorden dat niet te doen in zijn opinie.

Alle muren van het huisje waren opengeschoven en het leek meer op een platform met een glazen dak, dan op een huis. Dec was er erg blij mee en elke dag waardeerde hij het huis en de zorgzaamheid waarmee het gebouwd was meer.

Hij had begrepen dat het speciaal voor hem ontworpen was en de liefde die het daardoor vertegenwoordigde, deed hem goed. Hij had lang geloofd dat hij alleen was, maar dat bleek niet waar, moest hij bekennen. Het was het fijnste gevoel ter wereld.

Dat maakte dat hij aan zijn problemen wilde werken.

 

Apollo vond het tijd voor actie. Hij liep naar de kennels en begon de sluitingen van de hokken open te doen.

De deurtjes draaiden één voor één open. Niet alle honden waren dapper genoeg om eruit te komen. De husky met de gebroken poten was bijna helemaal niet mobiel, maar begon toch met zijn twee overgebleven poten te kruipen.

Hij duwde zich vooruit met zijn achterpoten, terwijl zijn voorpoten, in het gips, vooruit staken. Zijn kont stak ervan in de lucht, zijn staart zwiepte als een vlag.

Hij manoeuvreerde net zolang tot hij bij de twee meisjes was.

Zijn tong slingerde als een roze lap uit zijn bek. Hij huilde alsof de wereld verging.

Dec keek een beetje lusteloos naar de husky.

Er kwam een hele magere pup aanstrompelen, hij struikelde over zijn eigen pootjes. Zijn lange flaporen hingen de hele tijd voor zijn ogen en hij probeerde de oren weg te vegen met zijn voorpootjes. Daarvoor moest hij iedere keer weer gaan zitten. De twee meisjes begonnen voorzichtig te lachen.

Een grote Duitse herder kwam op haar buik aanschuiven en keek met twee smekende puppieoogjes naar de twee meiden. Ze kon geen pruillip maken, anders had ze dat vast gedaan. In plaats daarvan blies ze haar bovenlip een beetje op.

Ze jankte zachtjes. De meisjes kwamen van hun trapje af en gingen bij de husky en de herder op de grond zitten. De herder rolde op haar rug. Al snel waren ze zowat bedolven onder de honden.

Dec zuchtte diep, kroop tussen de dieren en begon allerlei honden lekker te aaien. Al snel zat iedereen met een hond te knuffelen. Apollo keek tevreden toe.

Niets zo goed voor de ziel dan een hondenknuffel, of het moest iets te kauwen zijn.

 

Hoofdstuk 24

 

DelMonte zat op een bankje in een park. Hij overdacht zijn opties. Mariah was een gepasseerd station. Hij had alles geprobeerd, maar niets had gewerkt.

Irritant gewoon dat ze niet voor hem wilde werken. Het had zo mooi kunnen zijn.

DelMonte zuchtte verslagen. Nu zijn geld terug zien te krijgen.

Hij hees zich overeind en begon terug te lopen naar Safe Haven. Dat was nog een heel eind.

Onderweg kwam hij langs een kroeg, The Golden Coin. Het was vlakbij het terrein waar hij heen ging.

Hij keek een beetje verlangend naar binnen. God, wat had hij zin in een borrel.

Voorzichtig en ongezien deed hij de deur van het cafeetje open en keek naar binnen.

De televisie stond aan op het avondnieuws. Er hingen drie man en een paardenkop aan de bar. Op de grote televisie zag hij het gezicht van zichzelf, er onder stond een lijst van al zijn misdaden.

Er was geen woord gelogen bij, maar er was ook informatie bij die niemand zou kunnen weten.

‘Wat de fuck’ mompelde hij binnensmonds.

Hij liep stilletjes weer terug naar buiten en verdween in de duisternis.

Mariah, dacht hij, wat een bitch. Ze had al zijn geheimen op straat gegooid. Niets was meer heilig, dacht hij.

Zijn carrière bij De Familie was definitief voorbij. Hij was het lachertje van de onderwereld geworden. Niemand zou hem ooit nog serieus nemen.

Verslagen door twee onderdeurtjes van vrouwen.

Hij voelde de woede door zich bruisen, hij had het idee dat hij zou ontploffen. Hij liep voorover gebogen alsof er een loodzware last op zijn schouders drukte.

Hij zuchtte eens diep. Nee, hij ging het niet opgeven. Hij zou ze een pijnlijke dood laten sterven, al was het het laatste wat hij zou doen.

 

Het was al een paar dagen rustig geweest. Bens mannen waren druk bezig met het repareren van de bovenste verdieping, waar de meeste schade was.

Alles liep gesmeerd, behalve dan dat er ondanks de klopjacht op DelMonte er geen glimp van hem was opgevangen. Hij leek van de aardbodem verdwenen.

De vrouwen hielpen bij toerbeurt of in de keuken of in de dierenopvang.

Er waren allerlei dieren bij gekomen en sommige hadden extra zorg nodig.

Zo waren er een paar jonge geitjes, blijkbaar ontsnapt.

Ze waren loslopend aangetroffen in de stad, maar ze waren zo jong dat ze nog melk dronken. Ze moesten regelmatig een fles krijgen en er waren vrijwilligers genoeg voor die klus.

Ook was er een kat binnengekomen, via een bevriende dierenarts, die verbrand was door heet frituurvet.

Een restauranteigenaar had een pan heet vet naar het arme dier gegooid en het beestje ernstig verwond.

Vooral Anna bleek een talent te hebben om de ernstig verwondde kat te verzorgen.

Haar wonden moesten elke dag gespoeld, gezalfd en verbonden worden. Ze leek goed op te knappen en Anna knapte er zelf ook van op om nodig te zijn.

Elke keer dat Anna de kat kon helpen genezen, genas ze ook een plekje in de wonden in haar ziel.

Anna werd vrijer, hield haar hoofd hoger en lachte soms.

Iedere keer dat ze dat deed, werd haar hart een beetje lichter en haar hoop een beetje groter.

Elke avond verzorgde ze de kat, na haar werk in de tuin.

Soms was Dec bij haar, soms zelfs Boris. Ze was niet meer bang voor hem, maar beschouwde hem nu als één van haar beste vrienden.

Maar vanavond was ze alleen. Ze was niet bang meer om ergens alleen te zijn.

Om de dierenopvang stond nog steeds een hoog hek, zodat de dieren niet konden ontsnappen. Vooral Donk was een ware Houdini en kreeg bijna iedere sluiting open.

Anna was er van overtuigd dat als je Donk de tijd gaf, hij ieder slot open kon krijgen.

Een echte uitbreker.

Ze verzorgde de kat, die het gelaten toe liet, ook al moest de behandeling pijnlijk zijn.

Ze gaf nog wat dieren water en knuffelde nog even met Donk.

Ze liep een laatste inspectierondje en was van plan om Dec en Boris nog welterusten te wensen, voordat ze terug zou gaan naar haar kamer. Dat deed ze iedere avond.

Ze stapte naar buiten en er werd een zak over haar hoofd getrokken.

Een sterke hand werd om haar keel geslagen en kneep. Ze stikte zowat. De zak was stoffig en stonk naar pis. Ze kokhalsde, ondanks de hand om haar keel.

Ze werd mee gesleurd. Nee, dacht ze in paniek, niet weer.

Ze probeerde te gillen, maar dat lukte niet doordat die hand haar keel dichtkneep.

De vorige keer had ze de hoop gehad dat het allemaal goed zou komen als ze zich niet zou verzetten, dat was een vergissing geweest.

Ze had gruwelijke dingen meegemaakt. Deze keer zou ze het hen niet zo makkelijk maken. Pijn ging het zeker doen, ongeacht wat ze zou doen, daar twijfelde ze niet aan.

Ze begon tegen te stribbelen. Ze zette haar hakken in het zand en duwde terug.

De man gaf haar een klap en Anna liet zich in elkaar zakken en hield zich slap.

Ze glipte uit zijn handen, omdat hij niet verwacht had ze slap zou worden.

Hij vloekte zacht. Hij greep haar opnieuw vast, maar niet bij haar keel en ze begon te gillen.

Ze werd door bosjes getrokken en ze probeerde de zak van haar hoofd te trekken, zodat haar gegil niet zo gedempt zou worden.

Ze vocht zo hard ze kon en wist zich los te worstelen.

‘Wat is het toch met jullie, stomme wijven, dat jullie denken dat je maar kunt doen wat je wilt’ gromde de man en hij begon op haar in te slaan.

Ze krulde zich op tot een bal en incasseerde zo goed als ze kon de klappen en gilde de longen uit haar lijf.

Tot ze een trap tegen haar hoofd kreeg.

Alles werd zwart.

 

Dec vroeg zich af waar Anna bleef.

Altijd als ze in de opvang bezig was geweest kwam ze nog even welterusten zeggen en een praatje maken. Zou er wat mis gegaan zijn bij de dieren?

Dec was onrustig. Hij had een naar voorgevoel. De laatste keer dat hij dat gehad had, was bijna zijn hele team gedecimeerd en was hij zelf gevangen genomen.

Het maakte hem ongerust en bracht hem terug naar donkere tijden. Donkere tijden brachten hem van het rechte pad af.

Hij besloot om naar de dierenopvang te lopen om te zien hoe het met Anna was. Hij keek in de kennels en in de stal, maar kon haar nergens vinden. Zou ze bij Boris zijn?

Hij hoopte niet dat hij iets zou verstoren daar. Misschien dat er iets moois bloeide.

Hij zou het niet leuk vinden om dat te merken.

Hij had zelf gevoelens voor Anna, maar hij was nog niet op de goeie plek om daar wat mee te doen. Misschien ooit. Misschien nooit en tot die tijd kon ze doen wat ze wilde, met wie ze wilde.

Hij klopte op de achterdeur van het huis en Boris deed open.

‘Hoi, is Anna bij jou, ik kan haar niet vinden en ze gaat nooit weg zonder gedag te zeggen.’ Dec keek Boris ongerust aan.

‘Nee, ze is niet hier en ik heb haar ook niet gezien vanavond’ ook Boris keek ongerust. ‘wat zullen we doen, wachten we nog even of proberen we haar te vinden?’

‘Ik bel Mariah, dat is wat ik ga doen, misschien hebben zij en Phil een idee. Misschien had ze nog een plan.’

Dec pakte zijn telefoon en belde Phil.

Boris probeerde het nummer van Anna. De telefoon ging over, maar er werd niet opgenomen.

Hij liep naar buiten en belde nogmaals, hij luisterde intens om te horen of hij haar telefoon kon horen. Hij hoorde niets. Boris begon zich ernstig ongerust te maken.

Anna had genoeg meegemaakt en ze was soms net een bang muisje.

Eindelijk begon ze weer wat tot rust te komen en vertrouwen in haar omgeving te krijgen en dan moesten er geen vervelende dingen gebeuren.

Het leek erop dat dat nu wel gebeurde.

Dec kwam terug lopen,

’Mariah probeert haar telefoon te vinden, laten wij onder tussen het terrein uitkammen.’

Dec en Boris liepen richting het struikgewas en keken scherp om zich heen, Dec had zaklampen meegenomen uit de keuken.

Hij voelde zich daar net zo thuis als in zijn eigen huisje. Dec en Boris waren goede vrienden geworden en aten vaak samen. Boris was een verrassende goed kok.

Hij had in zijn leven al veel meegemaakt en kon zich goed inleven in de problemen van Dec. Veel van die dingen worstelde hij zelf ook mee.

Hij begon nu pas te leren dat praten ook voor hem werkte.

Hij had zich altijd verschrikkelijk alleen gevoeld en pas de laatste paar maanden had hij het gevoel dat hij familie gevonden had. Hij had zelfs een oma aan zijn lijstje toegevoegd.

Hij ging het niemand toe staan om zijn familie te schaden.

Ze onderzochten het struikgewas zorgvuldig. Boris wees naar een plek waar de takken gebroken waren en er sleepsporen te zien waren. Decs onrust nam zienderogen toe. Het hek was kapot geknipt. Phil kwam aanrennen van de overkant en had een apparaatje bij zich wat Luke en Mariah samen hadden ontwikkelt.

Het spoorde de telefoons op die een onzichtbare app ze op de telefoon hadden geïnstalleerd. Mariah had alle telefoons daar mee uitgerust nadat Dinda was ontvoerd.

Op die manier had bijna iedereen een tracker bij zich. Ze was ongelofelijk fanatiek wat dat betreft, ze wilde iedereen kunnen terugvinden. Het apparaatje gaf de richting aan waar Anna’s telefoon zich moest bevinden.

Dave kwam ook aangerend en deelden de kogelvrije vesten uit, die ze mee hadden genomen. Luke had een stapel wapens bij zich.

De rest van de ploeg was gewaarschuwd en het centrum was bemand met extra mensen.

De rest van de vrouwen zaten in het kantoor van Mariah. Het hoofdgebouw was hermetisch afgesloten.

‘Laten we dit varkentje maar eens wassen’

Phil keek strijdlustig en wierp een blik op het apparaatje. Het was een omgebouwde telefoon.

Phil begon te lopen en de rest volgde hem.

Boris was nog bezig zijn kogelvrije vest aan te trekken. Het was te klein en de sluitingen wilde niet sluiten. Hij gromde geïrriteerd en liet het vest uiteindelijk maar los hangen.

 

Anna kwam weer bij en haar hoofd bonsde verschrikkelijk. Ze lag op koud beton en het stonk.

Ze had een déjà vu, dit had ze al eens meegemaakt en dat was een van donkerste periode van haar leven geweest. Ze was doodsbang, maar was niet van plan om het dit keer zonder strijd te laten gebeuren. Ze stierf liever dan dit nogmaals mee te maken. Ze wist wat er ging volgen.

Maar nu had ze een beetje zelfverdediging geleerd en ze was van plan om alles te geven wat ze in zich had. Ze ging dit niet weer toelaten.

Ze zou sterk zijn. Doodsbang, maar sterk.

Ze ademde diep in en braakte bijna van de stank die er hing. Waar was ze in godsnaam?

Ze deed voorzichtig haar ogen op een kier. Het licht was gedempt. Het kwam van een kaars die op een krat stond. Bij de krat stond een man die ze herkende als DelMonte.

Ineens ging haar een licht op. Hij was ook verantwoordelijk voor de eerste keer dat ze ontvoerd was. Ze herkende de methode. Dat was in een andere stad geweest. Op een ander continent.

De zak over haar hoofd en de hand om haar keel die hard kneep. Ze werd woedend.

Voorlopig hield ze zich gedeisd en deed net of ze nog bewusteloos was.

DelMonte was iemand aan het bellen.

‘Je geeft me mijn geld terug, nu meteen en dan kom je hierheen, anders vermoord ik dat wijf. Je hebt mijn leven verwoest dus ik deins nergens meer voor terug.’

DelMonte stond met zijn rug naar haar toe. Hij had haar niet vast gebonden.

Fout nummer één, dacht ze, denk nooit dat ik ongevaarlijk ben omdat ik eerst bang was, nu ben ik wanhopig en boos, vooral boos.

Ze stond langzaam op en wankelde even. Haar hoofd deed ontzettend veel pijn.

Ze ademde rustig en onhoorbaar in, haar maag draaide, ze was zo verschrikkelijk misselijk.

Ze keek om zich heen of er misschien iets was dat ze als wapen kon gebruiken.

Ze was in een oude fabriek. Ze dacht eigenlijk dat ze nog op het terrein van Safe Haven was.

De ruimte stond vol met kisten van verschillende grootte. Van heel klein, naar enorm groot.

Ze sloop twee stappen achteruit en verdween achter een enorme kist.

Ze huppelde met hele licht pasjes door naar een andere stapel en verdween in de schaduw van weer een volgende grote kist.

Daar struikelde ze over een breekijzer. Het rinkelde zachtjes.

Het maakte genoeg lawaai om DelMonte te waarschuwen dat zijn ruilmiddel er vandoor was. Hij brulde van woede en keek achter de grote kist. Daar was het donker en hij zag niets. Hij pakte Anna's telefoon en deed de zaklamp aan om hem bij te lichten. Hij zag niemand.

Anna had het gebrul gebruikt om het breekijzer te pakken en heel snel en lichtvoetig een aantal kisten op te schuiven.

Dit was een bijzonder grote stapel en ze klom omhoog.

Ze probeerde niet te hijgen, of over te geven, maar haar hoofd deed verschrikkelijk veel pijn en haar maag draaide. Boven op de stapel ging ze liggen en hield zich muisstil.

DelMonte scheen in het rond en kon haar niet vinden. Hij keek overal achter en onder maar vond haar niet. Hij werd kwader en kwader.

Hij brulde naar haar.

‘Vuile hoer, ik vind je wel en dan ga ik je vreselijk veel pijn doen. Kom hier’

Ja dag, dacht Anna, zo stom ben ik nu ook weer niet.

Haar hoofd bonsde en haar maag draaide. Ojee, ik ga zo flauwvallen, dacht ze paniekerig, dat is geen goed idee.

Ze concentreerde op haar ademhaling, zoals ze van Dinda had geleerd, drie tellen in en twee tellen uit. Haar maag kwam tot rust en haar hoofd voelde iets beter. Ze bleef doodstil liggen boven op de stapel kisten. Beneden haar bleef DelMonte razen en tieren. Hij schreeuwde alles bij elkaar, langzaam kwam zijn stem dichterbij. Anna voelde een verlammende angst.

Ze dacht weer aan alles wat Drake en Dinda haar geleerd hadden om weer rustig te worden.

Ze concentreerde zich op zijn stem. Hij kwam dichter en dichter bij, bedreigingen uitbrakend,

Ze voelde een ongekende rust en haar hand omklemde het breekijzer.

Ditmaal ga ik niet zonder te vechten ten onder, dacht ze verbeten.

Ze dacht niet dat ze dit gevecht zou overleven, maar ze was van plan om hem zoveel mogelijk schade toe te brengen. Ze hoorde zijn voetstappen, DelMonte was stil nu en hij sloop rond. Ze hoorde hem op de kratten klimmen. Misschien wel om overzicht te krijgen in de grote hal.

Anna draaide zich langzaam op haar zij en hield het breekijzer klaar.

Op het moment dat ze de bovenkant van zijn hoofd zag, haalde ze uit, zo hard ze kon en sloeg hem boven op zijn kruin.

DelMonte slaagde een zucht en stortte naar beneden.

Anna kwam overeind en begon naar beneden te klauteren. Ze hield het breekijzer stevig in de hand.

Ineens werd er een hand op haar schouder gelegd, ze keek niet wie het was, maar reageerde meteen en ze wervelde rond en haalde uit met het breekijzer.

Dec blokkeerde de klap en sloeg zijn armen om haar heen.

‘Ssst,’ zei hij, ‘Alles is oké, rustig maar, ik ben het Dec.’

Ze ontspande niet in zijn armen, maar probeerde ook niet meer te slaan met het breekijzer.

‘Weet je wie ik ben? vroeg hij. ‘ik durf je niet los te laten voor je hebt gezegd wie ik ben.’

Ze sloeg haar armen om zijn middel en ademde langzaam uit.

‘Dec’ fluisterde ze en begon onbeheersbaar te trillen, ‘mijn hoofd doet zeer’ ze liet het breekijzer vallen. Dec tilde haar op en droeg haar naar buiten.

‘Ik ben zo onwijs trots op je’ fluisterde Dec in haar oor.

Phil en Drake tilden DelMonte op en knevelden zijn handen achter zijn rug. Hij was bewusteloos en had een bebloed gezicht. Hij had de meeste schade opgelopen door van de stapel kisten af te storten.

‘Bel een ambulance’ brulde Dec.

‘En de politie’ voegde Boris toe, hij liep achter Dec en Anna aan als een bezorgde moederkip.

 

 

 

 

Hoofdstuk 25

 

DelMonte zat in voorarrest en het zag er niet goed voor hem uit.

De Familie hadden hun handen van hem afgetrokken en hij stond er alleen voor.

In zijn val had hij vele leden van de organisatie met zich mee getrokken.

Justitie was nog wel even bezig met alle informatie en bewijzen te verwerken.

DelMonte had op dit moment meer vijanden dan vrienden.

Giovanni lag in het ziekenhuis, hij had een hersenbeschadiging en nog het een en ander.

Hij was geraakt door vier kogels. Op zijn beveiligingscamera was goed te zien wie de trekker had overgehaald.

Het was nog maar de vraag of Giovanni veroordeelt zou worden of dat hij als een kasplantje door het leven zou gaan. Zijn zaken waren ontmanteld en alle ‘koopwaar’ bevrijd. Het tijdperk DelMonte was voorbij, maar het was niet gezegd dat de oorlog gewonnen was.

 

Anna werd in het ziekenhuis nagekeken en bleek een hersenschudding te hebben.

DelMonte had haar erg hard tegen haar hoofd geschopt. Ze moest een nachtje voor observatie blijven en Dec en Boris wierpen zich op als haar lijfwacht.

De verpleegkundigen vonden het maar een rare bedoening en ze waren eerst een beetje bang voor Boris.

Ze hadden al gauw door dat de reusachtige man een hard van goud had en eigenlijk een grote teddybeer was. Hij was al snel mateloos populair

Gelukkig mocht Anna de volgende dag gewoon weer naar huis.

Manuela stortte zich op haar om haar te bemoederen en Anna liet het zich allemaal lekker aanleunen. Ze was allang blij dat dit keer iemand haar was komen zoeken, en dat ze het overleefd had. Ze had niet geweten dat het hele team Safe Haven had afgezocht naar haar.

Gelukkig had DelMonte haar telefoon niet uitgezet, dat had het veel gemakkelijker gemaakt om haar te vinden, ze was verrassend dicht bij geweest.

In de oude glasfabriek.

Het bleek achteraf een geluk, dat Mariah DelMontes telefoon had afgesloten, daarom had hij Anna’s telefoon gebruikt om zijn eisen kenbaar te maken. Zonder dat hadden ze haar niet zo snel kunnen vinden.

In al die kratten en kisten bleken glas te zitten. Allemaal glasplaten in verschillende kleuren.

‘Laat maar even staan’ besloot Phil, ‘totdat we het pand gaan opknappen. Er is vast wel iemand gelukkig met dat glas, ooit’

‘Anders zetten we het gewoon op eBay’ Mariah lachte vrolijk.

 

Spike was op het vliegtuig gestapt en had de VS verlaten. Hij was klaar met de criminelen daar en het aanhoudende geweld.

Hij wist best dat hij deels verantwoordelijk was voor de gepleegde moorden, maar hij had het altijd gehouden bij criminelen. Daar had hij geen bezwaar tegen, maar bij gewone burgers en zeker bij vrouwen of kinderen trok hij de grens.

De Familie was steeds dieper in het moeras van de mensensmokkel gezakt.

Spike trok een grens en daar zou hij niet overheen stappen. Hij had het doorgegeven aan de eerste die belde, dat was Brown geweest. Hij ging er van uit dat hij niet meer mensen hoefde in te lichten over zijn pensionering. De meeste van zijn opdrachtgevers zaten in de bak of hadden elkaar afgemaakt, dus dat was goed.

Hij had Pauwel gedwongen om de grond van het afgebrande gebouw aan hem te verkopen en hij had een advocaat erop gezet om een goede afwikkeling te garanderen.

De advocaat was van onbesproken gedrag, dus het zou wel lukken allemaal. Hij had zijn eisenpakket neer gelegd en hij was ervan overtuigd dat ze in Safe Haven wel akkoord zouden gaan.

Hij zou een vinger aan de pols houden van Save Haven. Hij vond het een goed instelling en hij zou zorgen dat dat zo bleef. Maar eerst had hij een beetje vakantie verdiend.

Hij zou over een poosje wel weer terug komen. Europa had zijn charme voor hem verloren toen zijn vrouw overleed. Maar nu ging hij even lekker uitwaaien op een tropisch eilandje.

 

 

 

 

 

© 2024 - 2025 Ariënne Eekhof
Powered by JouwWeb